De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 23 augustus pagina 5

23 augustus 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 739 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Och . . e . . . komt u 'es hier staan," sprak ?dokter Timmerman, die bij het geopend venster stond. Cornelis trad op de aangeduide plaats toe en bleef st jkstijf staan, als eeu soldaat met de pink ?op den broekuaad, uit het venster starend. Hij meende niet anders of dit was des gentesheers bedoeling. Maar, zoo&Is het met ongelukkige bedremmelden altijd gaat, hij vergiste zied en de dokter meende dat Cornelis hem met opzet niet wilde begrijpen. »Anders om als 't u blieft!" zei de dokter op afgeraeti-n toon. Onmiddellijk, als een automaat, voldeed Cor nelis aan het verlangen en stond nu, op een af stand van een drie meters, tegenover een bord, bestaande uit draaibare groote dobbalsteenen, waarop letters van verschillende grootte geschil derd waren. En de militaire dokter hield een glas voor zijn rechteroog, terwijl dokter Verbeuk zich bij het bord plaatste en, de dobbelsteenen draaiend, op eenige letters wees, die de patiënt een voor een moest noemen. Na eenige minuten was de gezichtskracht van ?het rechter oog bepaald, en bsgon men aan het linker. Dit was het zeer bijziende en hiermede duurde ?de proef langer. Telkens nam de dokter andere glazen van de tafel en schudde die even heen en weer in de lucht na ze voor het oog gehouden te hebben, om er den wasem af te drijven. Na lang met de proef bezig te zijn geweest, gingen de dokters samen aan de tafel siaan en ?fluisterden wat, terwijl dokter Verbeuk in een boek met figuren bladerde. Cornelis meende duidelijk te vers1 aan dat dokter Verbeuk zei: Hij moet afgekeurd worden". En ?de vreugdevolle verwachting, die en oogenblik aan 't wankelen was geweest, verlevendigde zich in hem. »Ja, er was hoop, zeker! Hij had het ook altijd ?immers wel geweten!" Op eens wees dokter Timmerman hem een stoel aan: .Meneer Gorsel, wil u daar even plaats nemen, A'S je blieft." Ach Heer! Was het nu nog niet beslist! De bijziendheid scheen dus niet zoo geprononceerd te zijn, dat onmiddellijk de ongeschiktheid bleek. Cornelis giog zitten en wachtie met kloppend hart eu beklenrie keel de dingen die komen zouden. Dokter Timmerman vulde een glazen spuitje ?uit een fleschjedat op tafel stond, trad op Cjrnelis toe en verzocht hem het hoofd wat achter over te houden. Cornelia hoorde met een iets fluisteren van ». ...fine" en schrok zich bijna een ongeluk bij het denkbeeld dat hij met morfine zoule worden ingespoten, niet wetende dat het atropine was, een betrekkelijk onschuldig vocsit, waarmede de Engetache zangeressen zich baby-oogen maken door vergrooting der pupil. Terwijl Cornelis zich voelde alsof hij levend ?ontleed zoude worden, bracht de dokter het spuitja in het linker oog en spo >t er een paar druppels uit, den patiënt vertuauende niet zoo met de ?oogen te knippen. Miar jawel! Laat de gelaat-spieren maar eens roerlojs blijven als men zich voelt of men gefussilleerd wordt! Na een twintig minuten, in welken tijd een paar andere gebrekkigen werder onderzocht, werd het middel geacht de gewenschte uitwerking te hebben geproduceerd. Weder moest Cornelis bij het venster staan ?en werden hem de glazen voor het linker oog gehouden. En op de vragen, die de dokters hem Schaakspel. 3de Jaargang. 16 Augustus 1891. Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen. Verzoeke alle mededeelingen de scliaakrubriëk betreffende, gedurende de maand Augustus, aan ?de redactie van het Weekblad te richten. Probleem no. 86 van R. Worters, Londen. ZWART 9 stukken. a b c d e WIT 11 stukken. Wit geeft in 3 zetten mat. Oplossing van No. 85 (Chocholous). l D.hG! ghG: 2 K f5, enz. K.ad lib. 2 D.e3, L.a7 2 P.c7, anders 2 c4 Goede oplossingen van: P. A. Termos, Rotterdam; W. v. H., Delft; J. G. Nolte, Amsterdam, en schaak club Morphy", Kaatsheuvel. Oplossing van No. 86 (Frankenstein)' l P.a8!, K.d5 2 D.e3, enz. e3 2 f4 met meer varianten. Goede oplossingen van: G. J. Nolte en "W. Albregts, Amsterdam, en schaakclub Morphy". De Amsterdamsche Schaakclub (CaféWiederholt, Damrak) noodigt. alle Amsterdamsche schaakliefhebbers uit tot bijwoning eener blindelings-séance, te geven door den B. J. Loman uit Londen. De heer Loman zal bij die gelegenheid acht partijen gelijk tijdig uit 't hoofd spelen tegen leden der Amsterd. Schaakclub. De bijeenkomst zal plaats hebben op deden, antwoorde hij met haperende stem precies de waarheid. Toen men hem nu echter een bril opzette met voor elk oog het geschikte gla», en hij naar waarheid beweerde niets te kunnen zien, gaf dokter Verbeuk, die rechts van hem stond, een knlpoogje aan dokter Timmerman, die links stond, om hem te kennen te geven, dat de schutterplichtige hen wilde beetnemen. Dokter Vtrbeuk ging daarop aan de tafel zit ten en schreef iets op hetzelfde papiertje, dat Cornelis van den schrijver uit de andere plech tige zaal had medegebracht. En op een toon, die duidelijk beteekende dat de zaak hiermede besloten was, sprak hij : »Wil u dat maar aan de heeren geven ?" Op het portaal las Cornelis op het pap'ertje, het enkele woord : «Geschikt". »Zoo, u is geschikt?'' sprak de kommies die nog altijd aan de tafel zat. »Ja', zei Corneli<, -dat zie ik ook." Hij zeide dit nog schijnbaar luchtig, inaar het was hem of hij door den grond zoude zinken. Allerlei plannen vaa vlucht of verzet drongen in zijn gedachte. Toen hij met knikkende kiiieën huiswaarts ging, was 't of men iemanl zag loopen, die voor zijn gehee e leven diep ongelukkig was geworden. Arme Corneln ! Wie zóó weinig heldhaftig is, heeft inderdaad weinig genoegen ia 't leven. Aug. '91. EEN KAMP VAN ESKIMO'S, naar dr. FKIDTJOF NAXSEX. Wij waren in de nabijheid van het voorgebergte Kaap Bille, ten Noorden van Pnisortok gelegen, aangeland. Plotseling vernamen wij, van den kunt van het land, zonderlinge geluiden, als 't wate een mengeling van mannenstemmen en hondengehuil. Wij gingen op den uitkijk en be merkten nu eenige donkere massa's, waarin be weging scheen te zijn, en toen wij naderbij keken, bleek het, dat het troepjn menschen waren, die tegen de rotshellingen op verspreid waren en schreeuwend do >r elkander praatten, gebaren maakten en op ons wezen, terwijl wij ons be daard door bet ijs heen werkten. Toen wij dich ter bij land gekomen waren, vertoonde zich voor ons een zonderling schouwspel. Den ganschen berg langs naar boven stonden lange rijen en groepen zonderlinge wilde, haveloos uitziende menschen, mannen, vrouwen en kinderen, allen ongeveer in dezelfde kleeding. Zij staarden ons aan, wezen op ons en stieten brullende gelui den uit; s mis klonk het precies a's eene groote kudde koeien, die om 't hardst loeiden. Boven op den berg bevonden zich verscheiden geelbruine tenten, uit huiden gevormd, terwijl kajaks, vrouwenbooten en verscheidene voorwer pen over bet strand verspreid lagen. Het duurde natuurlijk niet lang, tot wij aan land gekomen waren, waar ons toen allen met de vriendelijkste glimlachjes begroetten. Toen wij voor de grootste tent bleven staan, waaruit ons een gezellig lichtschijnsel tegemoet kwam, werden wij terstond door teekens ultgenoodigd binnen te treden. Wij gaven toe aan de tiitnoodiging, en kwamen door de buitenste tent opening voor een dun, doorschijnend gordijn van darmhuid; de eene punt daarvan werd om geslagen, wij moesten wegens de laagte bukken en traden toen een vriendelijke tentkamer binnen. Het gezicht en de atmospheer, die ons tegendrong, moest hoogst zonderling werken. De reuk was een zeer eigenaardig mengsel van de meest verschillende ingreiiënten. Het doordrin Vrijdag a.s. 28 Aug., des avonds te half acht. in een der bovenzalen van 't hotel de Oude Graaf" Kalverstraat. Probleem no. 87 van W. B. H. Meiners, Amsterd. ZWART 6 stukken. abcdefg K WTT 7 stukken Wit geeft in 2 zetten mat. Siciliaansche verdediging, gespeeld op den bondswedstrijd te 's-llage. Augustus 1890. Wit. R. J. Loman. l e4 c5 2 g3 Een geliefkoosde voort zetting van den redacteur. 2 .... P.CG 3 L.g2 dG 4 P e2 P.f6 5 P.bc3 c5 De geheele wijze waar op zwart zijn «pel ont wikkelt, wil ons niet recht behagen. Zwart doet o. i. 't best zooveel mo gelijk 't ontwikkelings plan van wit te volgen. g6, L.g7, P.fG, aG, L.(17, enz. en later a6 en b5. 6 d3 h6 C?go gevolgd door Zwart. C. Messemaker. L.g7 en eventueel höbe valt ons beter. 7 f4'. L.c7 8 f5! Deze zet is van twij felachtige waarde. 8 .... L.d7 Niet slecht, P.d-1 ech ter was meer ingrijpend geweest; zwart kan daar na zoowel b5 als d5 spe len. In ieder geval had P.d4 de zwakte van wit's vorigen zet't meest doen uitkomen. 9 a3 a6 Overbodig,want na P.d4 kan in ieder geval bó volgen. Zwart speelt over gendste was de reuk van traan uit de traanlampen, daarbij echter kwamen nog de messt verschillende soorten van menschelijke uitwase mingen en dampen van stinkende vloeibare stof fen, die in vaten bewaard werden. Het eerste wat mijne opmerkzaamheid wekte, was de ontel bare menigte naakte lichamen, die ik rondom de tent zag zitten, liggen en staan. Zij droegen allen bun »natit" (huisgewaad); dit is echter zoo klein, dat een ongeoefend oog net bijna niet op merkt. Gedurig kwamen er meer ei meer mannen in de tent, tot zij schier geheel gemld was. Ons was terstond bij ons binnentreden eene plaats op eenige kisten aangewezen, die tegen het darmgordijn. langs de voorzijde der tent stonden. Dit is de p'aats, die de gasten plegen in te nemen, terwijl de be.voners der tent op de lange brits of bank liggen, die langs den achter wand der tent loopt. Zij ps uit planken gemaakt en zoo breed, dat men er dwars op liggen kan, terwijl zich de lengte naar de grootte der tent en het aantal der bewoners regelt. Zij is met vele lagen zeehondenvellen bedekt en daarop slij ten de Eskimo's hun leven binnen de vier wan den, hier zitten zij, de vrouwen gaarne met gekruiste beenen. hier arbeiden zij, hier eten zij, hier liggen en sla.pen zij. De tenten der Eskimo's hebben eene zeer eigenaardigen vorm. De middenpnal bestaat uit een houten bok, waarover lange stangen in een half cirkel gelegd worden, zoodat de einden elkander aanraken ; daarover wordt een dubbele laag vel len uitgespreid, behaarde vellen blnnenwaarts, waarvan de haarzijden naar binnen gewend zijn, ej naar buiten watervallen. Hiertoe worden hoofdzakelijk oude vellen gebruikt, die vroeger voor vrouwenbooten of kajaks gediend hebben. De tentopening bevindt zich onder den vermel den bok, waarvan een daraihuid neerhangt die het voorgordijo, de portière der tent vormt, zoo als dat boven reeds beschreven is. In de tent, waarin wij ons bevonden, woonden vier of vijf verschillende familiën ; elk dezer familiën had haar door een paal begrensde afJeeling" op de slaapbank, en daar zaten man, vrouw en kinderen op een heel klein plaatsje. Een vier voet breede britsplaats kan bijvoorbeeld breed genoeg zijn voor een nian met twee vrouwen en ^es kinderen. Vóór de britsplaats van elke familie brandde eeue traanlamp met breede vlam. Deze lampen zijn uit steen gemaakt, hebben een halfronden vorm, zijn vlak en uitgehold als een schaal, en viij groot, dikwerf een voet lang. De pit bestaat uit droog mos, dat vlak tegen de eene zijde der lamp gelegd en steeds met verscb spek ge voed wordt, dat spoedig tot traan smelt. Het is de taak der vrouwen deze lampen in orle te houden, en met een daartoen bijzonder inge richt stokje de pit te regelen, zoodat zij niet walmt, maar ook niet te klein brandt. Boven deze lampen koken zij die spijzeu, welke zij niet rauw opeten, in groote steenen ketels, die van de zoldering neerhangen. Zonderling bran den zij geen turf, hoewel deze brandstof voor hen zonder moeite te verkrijgen is. In deze tent werden vele lampen gebruikt, boven eenigen hin gen ook groote kookpanneu te pruttelen. De lampen branden dag en nacht. Zij d enen voor verwarming en serlichting 's avonds en gedurende den nacht de Eskimo's slapen namelijk niet ia 't donker, zooals wij ook zorgen de bewo ners er voor, zich steeds met een geur van traan te omgeven, hetgeen op ons Europe.nen ni t be paald aangenaam werkt, maar waaraan wij toch zee.r spoedig gewenntn. Toen wij zoo in ten rij op deze kiften zaten en de vreemde omgeving beschouwden, deden 't geheel te voorzichtig en laat zijn kansen on gebruikt voorbijgaan. 10 L.c3 P.d4! 11 0?0 h5 12 b3 L.c6 Hier kwam sterk in aan merking D.a5 gevolgd door L.a4! wat zwart een overwegende positie op den D.-vleugel zou be zorgen. De witte paar den staan elkaar in den weg. 13 P.d5! L.d5: 14 ed5: D.d7 15 L.e4 T.g8 16 c3 P.e2:f 17 D.e2: c4 18 K.h2 O in in tijds h3 te dek ken, indien zwart met 18 - g(ïmocht vervolgen, wit kan dan met 19 fgö: antwoorden. 18 .... b5 l!» D.g2 Zwart dreigde 19D.b7, 20?, cd3: en 21?, P.da: l!) .... cd3: l!'?, a5 was meer doeltretl'end, zwart moet dan trachten met T.b8 en b-1 de P>.-lijn te openen om daarna een aanval op den zwakken B.-pion in te leiden. 22 T.fdl! K.fö! 22-, P.d5:? 23 L.e4, enz. 22?, D.dó : 23 abü:, ab5: 24 D.do:, P.d5: 25 L.bo: t en wint een stuk. 23 L.e2 g5 24 ab5: ab5: 25 T.a7 Db8 26 T.dal P.eS 27 L.h5: P.c7 28 fti! Ld8 28?, L.fG:?29Df3,Kg7 30 T.i'l, enz. '29 L.g4 L.f6: 30 L.c8: D.c8: 31 L.hG P.eS 32 D.fl Kg7 33 D.l>5: D.f5 Zwart zoekt zijn toe vlucht in een contra-atta que, waarvoor hem ech ter de noodige ammunitie ontbreekt. 34 T.tl D.gG 35 T.a8 T.h8 't Stuk was niet te redden. 36 T.e8: 37 K.h3: 20 Ld3: 21 a4! T.c8 D.b7 38 K.g2 39 K el 40 T 17: f 41 Tg7f 42 I) d 7 f 43 T g8 t 44 D.i7f zetten. T.h3:i g4t I).e4f L.gf) K.gG K.g7 : K.gG K.h5 en rnat in 2 Spaansche partij, 5de matchpartij, gespeeld to lierlijn, 27 Juni en l Juli 1891. (Wochenschach). l Wit. Emil Schallopp. e 4 e5 2 P f3 P.c6 3 L b5 P.fG 4 d3 Anderssen hield dit voor de sterkste variant in den Span] aard,welke meen ing door Steinitz gedeeld wordt. 4 .... dG Zwart. A. Wallbrodt. Jlortimer ontdekte hier in der tij l de volgende aardige voortzetting. 4?, P.i'7 5 P.c-5:'; eG H F.e4!, Par, 7 e5. P.da, 8 P.dfi t, L.dO: ',) edG:, cba: 10 D.e2 i', K.f8 en zwart moet, met voorzichtig spel, winnen, (lied.) 5 h3 L.d7 Dit honden wij voor onze gastheeren pogingen om ons te amuseeren. Men verklaarde ons de beteekenis van ieder voor werp, dat wij bekeken, deels door woorden, die wij niet verstonden, deels door gebaren en be wegingen, waardoor wij het beter begrijpen kon den. Óp deze wijze vernamen wij, dat eenige houten latten, die onder de zoldering hingen, tot het drogen van kleederen, bestemd waren, dat men in de ketels zeehondenvleeech kookte, enz. enz. Daarop wees men ons op verscheidene voor werpen, waarop de bezitters zeer trouch waren. Onder anderen openden eeiiige oude vrouwen een zak en namen een klein stuk Hollandsche pruimtabak er uit, een man toonde ons een mes met een lang beenen heft. Deze beide voorwer pen waren zeker het merkwaardigste in de gansche tent, want zij werden met den grootsten eerbied beschouwd. Toen beproef ie men, ons de bloedverwantschap der verschillende tentbe woners onder elkander begrijpelijk te maken. Een man omarmde een vet vrouwspersoon, waarop beiden met hoogst tevredt-ne gezichten ons op eenige jonge personen wezen, dat zoo veel te beduiden had, als dat zij man en vrouw en deze anderea hunne kinderen waren. De man streek met de hand over den rug der vrouw en kneep haar in haar vet, opdat wij zien zouden, hoe schoon en prachtig zij was, en hoe grootsch hij op haar was, hetgeen zij schijn baar zeer te waardeeren wist. Zoiiderlingerwijze scheen geen der mannen in deze tent meer dan eene vrouw te hebben, anders is het aan de oostkust van Groenland de algemeene ge woonte dat ieder man, die zoo'n goede visch«anger is, dat zijne middelen hem deze weelde veroorloven, twee vrouwen bezit, nooit echter meer. De mannen zijn in den regel goed jegens hunne vrouwen en men kan zelfs zien, dat ech telieden elkander kussen, wat trouwens niet op Europeesche wijze geschiedt, maar doordat zij de neuzen tegen elkander wrijven. Echtelijke t wisten komen er overigens ook voor, en dan kan het er dikwijls boos toegaan; de oneenigheid wordt meestal daardoor vereffend, dat de vrouw een pak slaag of een messteek in den arm of het been oploopt, waarna de verhouJing weer even teeder pleegt te zijn als voorheen, vooral wan neer de vrouw kinderen heeft. Soms wel is waar krijgt ook de man bij zulke gelegenheden slaag. Zoo verhaalt Holm, dat een man, die twee vrou wen had, zich in een twist met de eene inliet en door haar behoorlijk afgerost werd. Over 't geheel scheen er de beste verhouding tusschen alle bewoners der tent te heerschen; jegens ons was men zeer vriendelijk, glimlachte en lachte en sprak onafgebroken, oischoon zij toch reeds lang wisten, dat wij geen syllabe verstonden. Een der oudere tentbewoners, die schijnbaar een bijzondere plaats innam met een zeer verstandigeu blik en waardig gelaat maakte ons met groote moeite door teekens begrijpelijk dat eenigen van hen uit het noorden gekomen waren en naar 't zuiden wilden trekken, terwijl anderen uit 't zuiden gekomen waren en naar het noorden trokken, zij hadden elkander toe vallig ontmoet, en nu kwamen wij nog, en dat was toch zoo grappig! Nu wilde hij echter gairne weten, van waar wij kwamen ; dat was heel wat moeielijker, wij wezen over de zee en het drijfijs achter ons en beduidden, zoo goed *Ls wij kunden, dat wij door het laatste gebroken waren, dat wij in 'c zuiden aan land waren gekomen en nu naar het noorden trokken. Bij dit bericht -/etien onze nieuwe vrienden zeer bedenkelijke gezichten, en nu herhaalde zich het koor van loeiende koeien overbodig. Wij prefereereu L.e7 of aG. (lied). G P.c3 h6 4 7 L.e3 L.e7 Voor beter geldt gG en L K7 8 D.d2 D.c8 0-0 is nu voor beide partijen bedenkelijk we gens 't offer op Ii3 of liG i» 0?0?0 a6 10 L.cG : bc6 : 11 d4 ed4: 12 L.d4: D.b7 13 L.t'G; gi«:! 13?, L. f G : 14 c5, L.e7 15 edG:, edG: 18 T.hel en zwart staat slecht 14 P.e2 L.eG 15 b3? Zwaar gewaagd. 15 K.bl of 15 D.c3 was be paald beter geweest. 15 .... a5! 16 a4 Tg8 17 P.g3 17 g4?, L.b3: ! enz. 17 .... cf) 18 D.hG: '\jfeiliger was 18 D.e'.!. 18 .... c4 19 bc4 D.l>4! Zwart voert den aanval op zeer handige wijze. 20 D.e3 21 P.d4 22 P.dió i'i J).d4 24 T.d3 Op 24L.c4: Da4: D.u4 a4 a3 c5 25 P.d.G:v, L.dli: 2(i D.dti:, L.d3 27 D.cli T, K.i'S'. 28 D.a8: t, K.97 kon 29 D.d5, L.c4 30 D.dG met g<>eden aan val 't gevolg zijn. 25 T b3 D.a4 26 T.bl a2 27 T al T.a 28 T .el? Een verloren tempo. K.d2 was de aangewezen zet. 28 .... T.c5 29 K.d2 D.aöf 30 K.e3 L.e L.aG! zon zwart den pion c2 bezorgd hebben, want 31 .ecl gaat niet wegens T.cSï32 K.i'4, D.eöt. 31 T.ecl T.cS-j32 K.e2 L.c4 33 K.dl lier werd de partij tot l Juli afgebroken. 33 .... L.e6 34 P.e3 T.ao 35 C4 Iri plaats hiervan had P.gfl moeten geschieden. Ook 35 P.e2 kwam in aan merking. 35 .... L.tS Met T.e3: 30 D.e3:, D:a4f, 37 K.el, L.c4: (38 D.dl, do enz.j kon zwart de witte stelling spoedig onhoudbaar maken. 36 T.c2 L.h 37 P.d5 Beter was 37 P.gfl. 37 . .. L.d5: 38 ed5: Niet zoo goed als 38 D.da:, D.a7 33 cö, D.aG 40 T.a2:, T.dSf 41 K.el!, L.d2 -j- 42 K.fl. 38 .... T.g5! 39 P.e2?? Een mis/et; maar 't spel was iu geen geval te redden geweest. 39 P.fl, .eü40 T.e2, D.a4f 41 K el, D.c2 eu zwart wint. 39 .... T.g2: 40 TJ.e4 f 40 f4 dan T.h3:! 40 .... K.f8 41 T.b2 41 D.g2:? T.d3 f. 41 .... Tf.2: 42 T.b8f K.g7 43 D.g4 f L.g5 44 P.14

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl