Historisch Archief 1877-1940
No. 739
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Och . . e . . . komt u 'es hier staan," sprak
?dokter Timmerman, die bij het geopend venster
stond.
Cornelis trad op de aangeduide plaats toe en
bleef st jkstijf staan, als eeu soldaat met de pink
?op den broekuaad, uit het venster starend. Hij
meende niet anders of dit was des gentesheers
bedoeling.
Maar, zoo&Is het met ongelukkige
bedremmelden altijd gaat, hij vergiste zied en de dokter
meende dat Cornelis hem met opzet niet wilde
begrijpen.
»Anders om als 't u blieft!" zei de dokter op
afgeraeti-n toon.
Onmiddellijk, als een automaat, voldeed Cor
nelis aan het verlangen en stond nu, op een af
stand van een drie meters, tegenover een bord,
bestaande uit draaibare groote dobbalsteenen,
waarop letters van verschillende grootte geschil
derd waren. En de militaire dokter hield een
glas voor zijn rechteroog, terwijl dokter Verbeuk
zich bij het bord plaatste en, de dobbelsteenen
draaiend, op eenige letters wees, die de patiënt
een voor een moest noemen.
Na eenige minuten was de gezichtskracht van
?het rechter oog bepaald, en bsgon men aan het
linker.
Dit was het zeer bijziende en hiermede duurde
?de proef langer. Telkens nam de dokter andere
glazen van de tafel en schudde die even heen en
weer in de lucht na ze voor het oog gehouden
te hebben, om er den wasem af te drijven.
Na lang met de proef bezig te zijn geweest,
gingen de dokters samen aan de tafel siaan en
?fluisterden wat, terwijl dokter Verbeuk in een
boek met figuren bladerde.
Cornelis meende duidelijk te vers1 aan dat dokter
Verbeuk zei: Hij moet afgekeurd worden". En
?de vreugdevolle verwachting, die en oogenblik
aan 't wankelen was geweest, verlevendigde zich
in hem.
»Ja, er was hoop, zeker! Hij had het ook altijd
?immers wel geweten!"
Op eens wees dokter Timmerman hem een
stoel aan:
.Meneer Gorsel, wil u daar even plaats nemen,
A'S je blieft."
Ach Heer! Was het nu nog niet beslist! De
bijziendheid scheen dus niet zoo geprononceerd
te zijn, dat onmiddellijk de ongeschiktheid bleek.
Cornelis giog zitten en wachtie met kloppend
hart eu beklenrie keel de dingen die komen
zouden.
Dokter Timmerman vulde een glazen spuitje
?uit een fleschjedat op tafel stond, trad op Cjrnelis
toe en verzocht hem het hoofd wat achter over
te houden.
Cornelia hoorde met een iets fluisteren van
». ...fine" en schrok zich bijna een ongeluk bij
het denkbeeld dat hij met morfine zoule worden
ingespoten, niet wetende dat het atropine was,
een betrekkelijk onschuldig vocsit, waarmede de
Engetache zangeressen zich baby-oogen maken
door vergrooting der pupil.
Terwijl Cornelis zich voelde alsof hij levend
?ontleed zoude worden, bracht de dokter het spuitja
in het linker oog en spo >t er een paar druppels
uit, den patiënt vertuauende niet zoo met de
?oogen te knippen.
Miar jawel! Laat de gelaat-spieren maar eens
roerlojs blijven als men zich voelt of men
gefussilleerd wordt!
Na een twintig minuten, in welken tijd een
paar andere gebrekkigen werder onderzocht, werd
het middel geacht de gewenschte uitwerking
te hebben geproduceerd.
Weder moest Cornelis bij het venster staan
?en werden hem de glazen voor het linker oog
gehouden. En op de vragen, die de dokters hem
Schaakspel.
3de Jaargang. 16 Augustus 1891.
Redacteur: RUD. LOMAN, te Londen.
Verzoeke alle mededeelingen de scliaakrubriëk
betreffende, gedurende de maand Augustus, aan
?de redactie van het Weekblad te richten.
Probleem no. 86 van R. Worters, Londen.
ZWART
9 stukken.
a b c d e
WIT
11 stukken.
Wit geeft in 3 zetten mat.
Oplossing van No. 85 (Chocholous).
l D.hG! ghG: 2 K f5, enz.
K.ad lib. 2 D.e3,
L.a7 2 P.c7,
anders 2 c4
Goede oplossingen van: P. A. Termos, Rotterdam;
W. v. H., Delft; J. G. Nolte, Amsterdam, en schaak
club Morphy", Kaatsheuvel.
Oplossing van No. 86 (Frankenstein)'
l P.a8!, K.d5 2 D.e3, enz.
e3 2 f4
met meer varianten.
Goede oplossingen van: G. J. Nolte en "W. Albregts,
Amsterdam, en schaakclub Morphy".
De Amsterdamsche Schaakclub (CaféWiederholt,
Damrak) noodigt. alle Amsterdamsche
schaakliefhebbers uit tot bijwoning eener blindelings-séance, te
geven door den B. J. Loman uit Londen. De heer
Loman zal bij die gelegenheid acht partijen gelijk
tijdig uit 't hoofd spelen tegen leden der Amsterd.
Schaakclub. De bijeenkomst zal plaats hebben op
deden, antwoorde hij met haperende stem precies
de waarheid.
Toen men hem nu echter een bril opzette met
voor elk oog het geschikte gla», en hij naar
waarheid beweerde niets te kunnen zien, gaf
dokter Verbeuk, die rechts van hem stond, een
knlpoogje aan dokter Timmerman, die links
stond, om hem te kennen te geven, dat de
schutterplichtige hen wilde beetnemen.
Dokter Vtrbeuk ging daarop aan de tafel zit
ten en schreef iets op hetzelfde papiertje, dat
Cornelis van den schrijver uit de andere plech
tige zaal had medegebracht. En op een toon,
die duidelijk beteekende dat de zaak hiermede
besloten was, sprak hij :
»Wil u dat maar aan de heeren geven ?"
Op het portaal las Cornelis op het pap'ertje,
het enkele woord : «Geschikt".
»Zoo, u is geschikt?'' sprak de kommies die
nog altijd aan de tafel zat.
»Ja', zei Corneli<, -dat zie ik ook." Hij zeide
dit nog schijnbaar luchtig, inaar het was hem
of hij door den grond zoude zinken. Allerlei
plannen vaa vlucht of verzet drongen in zijn
gedachte.
Toen hij met knikkende kiiieën huiswaarts ging,
was 't of men iemanl zag loopen, die voor zijn
gehee e leven diep ongelukkig was geworden.
Arme Corneln ! Wie zóó weinig heldhaftig is,
heeft inderdaad weinig genoegen ia 't leven.
Aug. '91.
EEN KAMP VAN ESKIMO'S,
naar dr. FKIDTJOF NAXSEX.
Wij waren in de nabijheid van het voorgebergte
Kaap Bille, ten Noorden van Pnisortok gelegen,
aangeland. Plotseling vernamen wij, van den
kunt van het land, zonderlinge geluiden, als 't
wate een mengeling van mannenstemmen en
hondengehuil. Wij gingen op den uitkijk en be
merkten nu eenige donkere massa's, waarin be
weging scheen te zijn, en toen wij naderbij keken,
bleek het, dat het troepjn menschen waren, die
tegen de rotshellingen op verspreid waren en
schreeuwend do >r elkander praatten, gebaren
maakten en op ons wezen, terwijl wij ons be
daard door bet ijs heen werkten. Toen wij dich
ter bij land gekomen waren, vertoonde zich
voor ons een zonderling schouwspel. Den
ganschen berg langs naar boven stonden lange rijen
en groepen zonderlinge wilde, haveloos uitziende
menschen, mannen, vrouwen en kinderen, allen
ongeveer in dezelfde kleeding. Zij staarden ons
aan, wezen op ons en stieten brullende gelui
den uit; s mis klonk het precies a's eene
groote kudde koeien, die om 't hardst loeiden.
Boven op den berg bevonden zich verscheiden
geelbruine tenten, uit huiden gevormd, terwijl
kajaks, vrouwenbooten en verscheidene voorwer
pen over bet strand verspreid lagen.
Het duurde natuurlijk niet lang, tot wij aan
land gekomen waren, waar ons toen allen met
de vriendelijkste glimlachjes begroetten.
Toen wij voor de grootste tent bleven staan,
waaruit ons een gezellig lichtschijnsel tegemoet
kwam, werden wij terstond door teekens
ultgenoodigd binnen te treden. Wij gaven toe aan de
tiitnoodiging, en kwamen door de buitenste tent
opening voor een dun, doorschijnend gordijn
van darmhuid; de eene punt daarvan werd om
geslagen, wij moesten wegens de laagte bukken
en traden toen een vriendelijke tentkamer binnen.
Het gezicht en de atmospheer, die ons
tegendrong, moest hoogst zonderling werken. De
reuk was een zeer eigenaardig mengsel van de
meest verschillende ingreiiënten. Het
doordrin
Vrijdag a.s. 28 Aug., des avonds te half acht. in een
der bovenzalen van 't hotel de Oude Graaf"
Kalverstraat.
Probleem no. 87 van W. B. H. Meiners, Amsterd.
ZWART
6 stukken.
abcdefg K
WTT
7 stukken
Wit geeft in 2 zetten mat.
Siciliaansche verdediging,
gespeeld op den bondswedstrijd te 's-llage.
Augustus 1890.
Wit.
R. J. Loman.
l e4 c5
2 g3
Een geliefkoosde voort
zetting van den redacteur.
2 .... P.CG
3 L.g2 dG
4 P e2 P.f6
5 P.bc3 c5
De geheele wijze waar
op zwart zijn «pel ont
wikkelt, wil ons niet
recht behagen. Zwart doet
o. i. 't best zooveel mo
gelijk 't ontwikkelings
plan van wit te volgen.
g6, L.g7, P.fG, aG, L.(17,
enz. en later a6 en b5.
6 d3 h6
C?go gevolgd door
Zwart.
C. Messemaker.
L.g7 en eventueel höbe
valt ons beter.
7 f4'. L.c7
8 f5!
Deze zet is van twij
felachtige waarde.
8 .... L.d7
Niet slecht, P.d-1 ech
ter was meer ingrijpend
geweest; zwart kan daar
na zoowel b5 als d5 spe
len. In ieder geval had
P.d4 de zwakte van wit's
vorigen zet't meest doen
uitkomen.
9 a3 a6
Overbodig,want na P.d4
kan in ieder geval bó
volgen. Zwart speelt over
gendste was de reuk van traan uit de
traanlampen, daarbij echter kwamen nog de messt
verschillende soorten van menschelijke uitwase
mingen en dampen van stinkende vloeibare stof
fen, die in vaten bewaard werden. Het eerste
wat mijne opmerkzaamheid wekte, was de ontel
bare menigte naakte lichamen, die ik rondom de
tent zag zitten, liggen en staan. Zij droegen
allen bun »natit" (huisgewaad); dit is echter zoo
klein, dat een ongeoefend oog net bijna niet op
merkt.
Gedurig kwamen er meer ei meer mannen in
de tent, tot zij schier geheel gemld was.
Ons was terstond bij ons binnentreden eene
plaats op eenige kisten aangewezen, die tegen
het darmgordijn. langs de voorzijde der tent
stonden. Dit is de p'aats, die de gasten plegen
in te nemen, terwijl de be.voners der tent op de
lange brits of bank liggen, die langs den achter
wand der tent loopt. Zij ps uit planken gemaakt
en zoo breed, dat men er dwars op liggen kan,
terwijl zich de lengte naar de grootte der tent
en het aantal der bewoners regelt. Zij is met
vele lagen zeehondenvellen bedekt en daarop slij
ten de Eskimo's hun leven binnen de vier wan
den, hier zitten zij, de vrouwen gaarne met
gekruiste beenen. hier arbeiden zij, hier eten zij,
hier liggen en sla.pen zij.
De tenten der Eskimo's hebben eene zeer
eigenaardigen vorm. De middenpnal bestaat uit een
houten bok, waarover lange stangen in een half
cirkel gelegd worden, zoodat de einden elkander
aanraken ; daarover wordt een dubbele laag vel
len uitgespreid, behaarde vellen blnnenwaarts,
waarvan de haarzijden naar binnen gewend zijn,
ej naar buiten watervallen. Hiertoe worden
hoofdzakelijk oude vellen gebruikt, die vroeger
voor vrouwenbooten of kajaks gediend hebben.
De tentopening bevindt zich onder den vermel
den bok, waarvan een daraihuid neerhangt die
het voorgordijo, de portière der tent vormt, zoo
als dat boven reeds beschreven is.
In de tent, waarin wij ons bevonden, woonden
vier of vijf verschillende familiën ; elk dezer
familiën had haar door een paal begrensde
afJeeling" op de slaapbank, en daar zaten
man, vrouw en kinderen op een heel klein
plaatsje. Een vier voet breede britsplaats kan
bijvoorbeeld breed genoeg zijn voor een nian met
twee vrouwen en ^es kinderen. Vóór de
britsplaats van elke familie brandde eeue traanlamp
met breede vlam. Deze lampen zijn uit steen
gemaakt, hebben een halfronden vorm, zijn vlak
en uitgehold als een schaal, en viij groot,
dikwerf een voet lang. De pit bestaat uit
droog mos, dat vlak tegen de eene zijde der
lamp gelegd en steeds met verscb spek ge
voed wordt, dat spoedig tot traan smelt. Het
is de taak der vrouwen deze lampen in orle te
houden, en met een daartoen bijzonder inge
richt stokje de pit te regelen, zoodat zij niet
walmt, maar ook niet te klein brandt. Boven
deze lampen koken zij die spijzeu, welke zij
niet rauw opeten, in groote steenen ketels, die
van de zoldering neerhangen. Zonderling bran
den zij geen turf, hoewel deze brandstof voor
hen zonder moeite te verkrijgen is. In deze tent
werden vele lampen gebruikt, boven eenigen hin
gen ook groote kookpanneu te pruttelen. De
lampen branden dag en nacht. Zij d enen voor
verwarming en serlichting 's avonds en gedurende
den nacht de Eskimo's slapen namelijk niet
ia 't donker, zooals wij ook zorgen de bewo
ners er voor, zich steeds met een geur van traan
te omgeven, hetgeen op ons Europe.nen ni t be
paald aangenaam werkt, maar waaraan wij toch
zee.r spoedig gewenntn.
Toen wij zoo in ten rij op deze kiften zaten
en de vreemde omgeving beschouwden, deden
't geheel te voorzichtig
en laat zijn kansen on
gebruikt voorbijgaan.
10 L.c3 P.d4!
11 0?0 h5
12 b3 L.c6
Hier kwam sterk in aan
merking D.a5 gevolgd
door L.a4! wat zwart een
overwegende positie op
den D.-vleugel zou be
zorgen. De witte paar
den staan elkaar in den
weg.
13 P.d5! L.d5:
14 ed5: D.d7
15 L.e4 T.g8
16 c3 P.e2:f
17 D.e2: c4
18 K.h2
O in in tijds h3 te dek
ken, indien zwart met
18 - g(ïmocht vervolgen,
wit kan dan met 19 fgö:
antwoorden.
18 .... b5
l!» D.g2
Zwart dreigde 19D.b7,
20?, cd3: en 21?, P.da:
l!) .... cd3:
l!'?, a5 was meer
doeltretl'end, zwart moet dan
trachten met T.b8 en b-1
de P>.-lijn te openen om
daarna een aanval op den
zwakken B.-pion in te
leiden.
22 T.fdl! K.fö!
22-, P.d5:? 23 L.e4,
enz. 22?, D.dó : 23 abü:,
ab5: 24 D.do:, P.d5: 25
L.bo: t en wint een stuk.
23 L.e2 g5
24 ab5: ab5:
25 T.a7 Db8
26 T.dal P.eS
27 L.h5: P.c7
28 fti! Ld8
28?, L.fG:?29Df3,Kg7
30 T.i'l, enz.
'29 L.g4 L.f6:
30 L.c8: D.c8:
31 L.hG P.eS
32 D.fl Kg7
33 D.l>5: D.f5
Zwart zoekt zijn toe
vlucht in een contra-atta
que, waarvoor hem ech
ter de noodige
ammunitie ontbreekt.
34 T.tl D.gG
35 T.a8 T.h8
't Stuk was niet te
redden.
36 T.e8:
37 K.h3:
20 Ld3:
21 a4!
T.c8
D.b7
38 K.g2
39 K el
40 T 17: f
41 Tg7f
42 I) d 7 f
43 T g8 t
44 D.i7f
zetten.
T.h3:i
g4t
I).e4f
L.gf)
K.gG
K.g7 :
K.gG
K.h5
en rnat in 2
Spaansche partij,
5de matchpartij, gespeeld to lierlijn,
27 Juni en l Juli 1891.
(Wochenschach).
l
Wit.
Emil Schallopp.
e 4 e5
2 P f3 P.c6
3 L b5 P.fG
4 d3
Anderssen hield dit voor
de sterkste variant in den
Span] aard,welke meen ing
door Steinitz gedeeld
wordt.
4 .... dG
Zwart.
A. Wallbrodt.
Jlortimer ontdekte hier
in der tij l de volgende
aardige voortzetting. 4?,
P.i'7 5 P.c-5:'; eG H F.e4!,
Par, 7 e5. P.da, 8 P.dfi t,
L.dO: ',) edG:, cba: 10
D.e2 i', K.f8 en zwart
moet, met voorzichtig
spel, winnen, (lied.)
5 h3 L.d7
Dit honden wij voor
onze gastheeren pogingen om ons te amuseeren.
Men verklaarde ons de beteekenis van ieder voor
werp, dat wij bekeken, deels door woorden, die
wij niet verstonden, deels door gebaren en be
wegingen, waardoor wij het beter begrijpen kon
den. Óp deze wijze vernamen wij, dat eenige
houten latten, die onder de zoldering hingen,
tot het drogen van kleederen, bestemd waren,
dat men in de ketels zeehondenvleeech kookte,
enz. enz.
Daarop wees men ons op verscheidene voor
werpen, waarop de bezitters zeer trouch waren.
Onder anderen openden eeiiige oude vrouwen
een zak en namen een klein stuk Hollandsche
pruimtabak er uit, een man toonde ons een mes
met een lang beenen heft. Deze beide voorwer
pen waren zeker het merkwaardigste in de
gansche tent, want zij werden met den grootsten
eerbied beschouwd. Toen beproef ie men, ons
de bloedverwantschap der verschillende tentbe
woners onder elkander begrijpelijk te maken.
Een man omarmde een vet vrouwspersoon,
waarop beiden met hoogst tevredt-ne gezichten
ons op eenige jonge personen wezen, dat zoo
veel te beduiden had, als dat zij man en vrouw
en deze anderea hunne kinderen waren.
De man streek met de hand over den rug der
vrouw en kneep haar in haar vet, opdat wij
zien zouden, hoe schoon en prachtig zij was, en
hoe grootsch hij op haar was, hetgeen zij schijn
baar zeer te waardeeren wist. Zoiiderlingerwijze
scheen geen der mannen in deze tent meer
dan eene vrouw te hebben, anders is het aan
de oostkust van Groenland de algemeene ge
woonte dat ieder man, die zoo'n goede
visch«anger is, dat zijne middelen hem deze weelde
veroorloven, twee vrouwen bezit, nooit echter
meer.
De mannen zijn in den regel goed jegens
hunne vrouwen en men kan zelfs zien, dat ech
telieden elkander kussen, wat trouwens niet op
Europeesche wijze geschiedt, maar doordat zij de
neuzen tegen elkander wrijven. Echtelijke t wisten
komen er overigens ook voor, en dan kan het er
dikwijls boos toegaan; de oneenigheid wordt
meestal daardoor vereffend, dat de vrouw een
pak slaag of een messteek in den arm of het
been oploopt, waarna de verhouJing weer even
teeder pleegt te zijn als voorheen, vooral wan
neer de vrouw kinderen heeft. Soms wel is waar
krijgt ook de man bij zulke gelegenheden slaag.
Zoo verhaalt Holm, dat een man, die twee vrou
wen had, zich in een twist met de eene inliet en
door haar behoorlijk afgerost werd.
Over 't geheel scheen er de beste verhouding
tusschen alle bewoners der tent te heerschen;
jegens ons was men zeer vriendelijk, glimlachte
en lachte en sprak onafgebroken, oischoon zij
toch reeds lang wisten, dat wij geen syllabe
verstonden.
Een der oudere tentbewoners, die schijnbaar
een bijzondere plaats innam met een zeer
verstandigeu blik en waardig gelaat maakte
ons met groote moeite door teekens begrijpelijk
dat eenigen van hen uit het noorden gekomen
waren en naar 't zuiden wilden trekken, terwijl
anderen uit 't zuiden gekomen waren en naar
het noorden trokken, zij hadden elkander toe
vallig ontmoet, en nu kwamen wij nog, en dat
was toch zoo grappig!
Nu wilde hij echter gairne weten, van waar
wij kwamen ; dat was heel wat moeielijker, wij
wezen over de zee en het drijfijs achter ons en
beduidden, zoo goed *Ls wij kunden, dat wij
door het laatste gebroken waren, dat wij in 'c
zuiden aan land waren gekomen en nu naar het
noorden trokken. Bij dit bericht -/etien onze
nieuwe vrienden zeer bedenkelijke gezichten, en
nu herhaalde zich het koor van loeiende koeien
overbodig. Wij
prefereereu L.e7 of aG. (lied).
G P.c3 h6 4
7 L.e3 L.e7
Voor beter geldt gG en
L K7
8 D.d2 D.c8
0-0 is nu voor beide
partijen bedenkelijk we
gens 't offer op Ii3 of liG
i» 0?0?0 a6
10 L.cG : bc6 :
11 d4 ed4:
12 L.d4: D.b7
13 L.t'G; gi«:!
13?, L. f G : 14 c5, L.e7
15 edG:, edG: 18 T.hel
en zwart staat slecht
14 P.e2 L.eG
15 b3?
Zwaar gewaagd. 15
K.bl of 15 D.c3 was be
paald beter geweest.
15 .... a5!
16 a4 Tg8
17 P.g3
17 g4?, L.b3: ! enz.
17 .... cf)
18 D.hG:
'\jfeiliger was 18 D.e'.!.
18 .... c4
19 bc4 D.l>4!
Zwart voert den aanval
op zeer handige wijze.
20 D.e3
21 P.d4
22 P.dió
i'i J).d4
24 T.d3
Op
24L.c4:
Da4:
D.u4
a4
a3
c5 25 P.d.G:v,
L.dli: 2(i D.dti:, L.d3 27
D.cli T, K.i'S'. 28 D.a8: t,
K.97 kon 29 D.d5, L.c4
30 D.dG met g<>eden aan
val 't gevolg zijn.
25 T b3 D.a4
26 T.bl a2
27 T al T.a
28 T .el?
Een verloren tempo.
K.d2 was de aangewezen
zet.
28 .... T.c5
29 K.d2 D.aöf
30 K.e3 L.e
L.aG! zon zwart den
pion c2 bezorgd hebben,
want 31 .ecl gaat niet
wegens T.cSï32 K.i'4,
D.eöt.
31 T.ecl
T.cS-j32 K.e2 L.c4
33 K.dl
lier werd de partij tot
l Juli afgebroken.
33 .... L.e6
34 P.e3 T.ao
35 C4
Iri plaats hiervan had
P.gfl moeten geschieden.
Ook 35 P.e2 kwam in aan
merking.
35 .... L.tS
Met T.e3: 30 D.e3:,
D:a4f, 37 K.el, L.c4: (38
D.dl, do enz.j kon zwart
de witte stelling spoedig
onhoudbaar maken.
36 T.c2 L.h
37 P.d5
Beter was 37 P.gfl.
37 . .. L.d5:
38 ed5:
Niet zoo goed als 38
D.da:, D.a7 33 cö, D.aG
40 T.a2:, T.dSf 41 K.el!,
L.d2 -j- 42 K.fl.
38 .... T.g5!
39 P.e2??
Een mis/et; maar 't
spel was iu geen geval
te redden geweest. 39
P.fl, .eü40 T.e2, D.a4f
41 K el, D.c2 eu zwart
wint.
39 .... T.g2:
40 TJ.e4 f
40 f4 dan T.h3:!
40 .... K.f8
41 T.b2
41 D.g2:? T.d3 f.
41 .... Tf.2:
42 T.b8f K.g7
43 D.g4 f L.g5
44 P.14