De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 30 augustus pagina 3

30 augustus 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 740 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. least: over de plichten, die de muziekonderwvjzer b% ouders en leerlingen tegenover de kunst niet mag uit het oog verliezen. Natuurlijk zijn in deze vierde uitgave kleine onjuistheden verbeterd en enkele hoofdstukken, O. a: de verklaring van Tempi, uitgebreid. Met groote vreugde begroet ik het dus, dat eene vierde druk bij ons te lande noodig is ge worden. De heer Haitog heeft zich door deze be werking voor de kunst wederom hoogst verdien stelijk gemaakt. De piëteit, die hij voor ernstige kunst gevoelt, verloochent zich ook in dit werk niet, terwijl zijne groote algemecne theoretische kennis en niet minder zijne speciale kennis van het klavier de waarde van deze methode zeer ten goede komen. 2. Onze Koraalboeken van Jan W. F. Brandts Buijs. 2) , ,. Het zijn thans de M lodieën van de jLcangehsche gezangen die mij, door dezen componist vier stemmig gezet en van voor-, tusschen- en naspel voorzien, ter bespreking worden toegezonden. Daar ik reeds tweemaal over de bewerking van de Psalmen sprak, kan ik mij thans tot de aankon diging en aanbeveling van dit vervolg bepalen. Ik heb de reeds opgenoemde goede en degelijke eigenschappen in dit gedeelte teruggevonden. Ook de bedenkingen, die ik tegen de Dorische voor en naspelen heb geopperd, vind ik in dit gedeelte terug. Als geheel kan ik dezen arbeid van onzen jon gen begaafden landgenoot zeer aanbevelen, terwijl ik de verwachting uitspreek, dat de componist bij een tweeden druk (die ik hoop dat spoedig noodig zal zijn) de door mij gemaakte opmerking in overweging zal willen nemen. 3. Melodie Bohémienne (Zigpunerwcise) pour piano par Richard Hol; opus 117. 3) Van dit nieuwe opus van den vruchtbaren componist heb ik met groot genoegen kennis ge nomen. In brillanten stijl geschreven, ontaardt het (zooals van den componist te verwachten is) ner gens in den gewonen sleur. De motieven verschillen behalve het karakter zeer van elkander door de beweging. De vele afwisselingen in de beweging (overal met zorg aangegeven) verhoogen het eigenaardige van dit muziekstuk. De motieven zijn allen in gesyncopeerde beweging. In weerwil van het analoge van de motieven in dit opzicht, is de afwisseling door beweging en bewerking zeer groot. Deze Melodie, Bohémienne mag dus als eene aanwinst voor de degelijke klavierliteratuur wor den beschouwd. Moeielijkheden in onpractischen zin komen in dit opus niet voor, doch niettemin verlangt het voor eene juiste en effectvolle voordracht een zeer smaakvol ontwikkeld pianist. De heer S. van Groningen, aan wien dit nummer is opgedragen, zal ongetwijfeld spoedig deze com positie op zijn programma plaatsen. 4. Nederland eit Oranje. Gedicht van Willem Steiner, muziek van Richard Hal 4), beoogt een geheel ander doel. Dit lied moet als eene bijdrage beschouwd worden om de^ aanhangige kwestie omtrent een nieuw volkslied op te lossen. Oas Wien Neerlandscli liloed verkeert in een verge vorderd stadium van teringlijden. zoowel wat de melodie als de woorden betreft. Het wordt m. i. hoog tijd dat deze melodie (die nooit mijne sym pathie gehad heeft) door eene i'risschere vervan gen wordt. Kan bet lied van den heer Hol daarvoor in de plaats Ireden? Een volkslied moet door het volk aangenomen en erkend worden, doch het komt mij voor dat dit lied de eigenschappen bezit a'.s va:lorlandsch lied in aanmerking te komen, (natuurlijk wat Je muziek betreft, want over het gedicht mag ik geen oordeel uitspreken). Ik geloof wel dat regel 5 en 6 zich niet zoo gemakkelijk in het geheugen van het volk zullen prenten, doch de ondervinding heeft geleerd dat ook reeds in zwang zijnde volksliederen zulke re gels bevatten en dat dit geen bezwaar heeft op geleverd. Dit lied is uitgegeven voor eene stem (met en zonder begeleiding) en vierstemmig man nenkoor, liet zij dus den Volkszangvcreenigingen en Zangscholen ter uitvoering aanbevolen, want langs dezen weg moet het blijken of het lied bij het volk ingang zal vinden. Ik hoop in ieder geval dat deze uitgave tot eene spoedige oplossing zal medewerken. VAN MU.!.K;KN. 1) Uitgegeven te Amsterdam bij BüUrmann en Roothaan, compleet in vier deelen. 2) Uitgegeven te Zutphen bij Thieme's Boek en Muziekhandel, cempleet in ongeveer 3<i alleveringen. Prijs per all. f 0.4f>. 3) Uitgegeven te Utrecht en Brussel bij II. Ilahr, Prijs ? 1.?. 4) Uitgegeven te 's-Gravenhage b'j C. II. van Eek, Prijs Zangstem met beg. /' 0.40 zonder 010 Mannenkoor ., 0.."><>. NB. In mijne vorige Kritieken is du componist de heer lïthl bij vergissing herdoopt in don heer Behl. staande hebbeu, dan dat zij bier hun schapen scheren." Naar aanleiding van een bij de Fransche re geering aanhangige kwestie, zegt de snaaksche Caliban zijn meeuiug eens over staatsbescherming van kunst, en onze stij*e Thorbecke zou de hand hebben kunnen d ukken van een man voor wien kun*t zoo weinig p sitief regeeringszaak is. De kunst is als het geloof'. Onder de Diocle ti mussen bre gt zij haar martelaren voort Bereid de mannen van de tragedie een bitter lot en morgen hebt ge een Racine. Wat heeft men onder bet Consulaat getaquineerd, het c-if chantant-Hedje ? Het gaf u zijn meesters toen. Een kunst die zich beschermd voelt is als ten huisdier, zij sterft gemest en gesuikerd, maar zij sterft in de verzwakking die de zoetste dienst baarheid met zich brengt. Voor mij, als ik van de tragedie hield, ik zou ze voor de correctioneele rechtbank brengen, ik zou ?e! En als ik histo rieschilderkunst hebben wilde, z .u ikopdezelfle manier te werk gaan. zonder genade, en die er aan deden zouden" achter slot en grendel moeten. Zet alle Wagneiianen op een schip en voer ze naar de galeien, eu acht dagen later kondigt de Opera de uitvoering der Tétralogie aan. Zoo zou urjn ku"stbescherining zijn. De kunsten leven onder last en gaan ten onder bij voorspoed. Ik zou de staatsvervolging inluiden, en je zoudt eens wat zien." In n krant: het bericht dat de beeldhouwer Bart van Hove de opdracht kreeg raedaillo'.s ie maken van df> Koninginnen, dat de beeldhouwer Prof. Leenhof!' een Minervabeel.l voor de Aula der Amsterdainsche Universiteit kreeg uit te voe ren, en dat de beeldhouwer Jolian Killer een buste van Prof Donders voor het ooglijdersgesticht te Utrecht te vervaardigen heeft. De schi'derijentferzameling waarin na zooveel wedervaren Millets ,,Ang-dus" belandde, riie van. den heer Chauchard te Parijs, blijkt er wel eene ven den allereerstfn rang te zijn. Men vindt er nog drie belangrijke Millets in, de F'de-it*e, den Vannnir en de lisrgire-. Verder twee Delarroix' waaronder de f^ltasse- au titire. Vijf The >dore Kousseau's, vijftien Troyon'.s, f»cht Datibigny's, vijf'ien Diaz', drie Fromenthin's waarbij dj Fanlasia, vier Isabey's, achttien Curot's, vijf Jules Dupié's. Pe collectie Vincent die den loden September te Constans verkocht zal worden werd aangelegd door Jean-Nieolas Vincent, een reizend zij iekoopinan, die zich in.lSHi het eerste geschilde de glas kocht. Het was toen de tijd dat men op vele plaatsen in Zwitserland de oude tresehil lerde glazen voor nieuwe inruilde, en Vincent beeft er zijn voordeel mede gedaan en een verzameling vj<n de beste dier kunstwerken aangelegd die eerng in ha<ir soort is. De nieuwbenoemde president van de Royal Scottish Acadeniy, de schilder George Keid, staat iüBenige betrekking fit Holland. Na in Schotland zeven jaar op een l.thografie gewerkt, tn een paar maanden in Edinburg aan de academie gestudeerd te hebben, kwam hij inder tijd Laar HoTand en schilden!-1 te Utrecht in het atelier van den landschapsschilder Mollinger, l die vroeg gestorven is Daarop ging hij naar Parijs, waar hij bij I fvon kwam, maar keerde nog naar ons land terug, waar hij toen een poos met Jozef Isr-.ëls werkte. Beiert de merkwaardige uitvinding van Pettenkofen herstelt men uu ie schilderijen bijna overal liefst door het blootstellen aan alcoholdarnpen, waardoor d i oude vernis geheel verpngd wordt, en de verf niet wordt aangeraakt, zoodat er nooit, gelijk dat zooveel malen gebeurd i-, iets vim de verf zelf, of de te ra g acis kan worden meegenomen met het verwijderen v^n de vernisUtag, terwijl onge lukken bij dit pro léme* voorkomen. Haar de hersteller van de s.e'iiluerijeu uit de National Gallery te Luiden, Dyer, verklaarde aan iemand van de Pal1- Mtll <l-i\eHc die hem interviewen kwam over de restauratie VHM den groote;) nieu wen Holbein, i iet alleen, dat dit stuk geheel op de ou:e manier va i de vernis met den ving r wegwrijven schoongemaakt was, maar hij voegde er boutweg bij. «lat hij i:i de andere wij/.e van restau'eeren eenvoudig niet geloofde. Zulke on;reloovi,rlieiit nu, schijnt mij waarlijk b'.iiui om re-pekt at' te dwingen. Men kan ongeveer even goed zeggen, dat men niet in de telegrafie ge luoii. V. AANTEKENINGEN" SCHILDERKUNST. Terwijl het onbekrompen artistieke C ,'initévan de Müiic'iener .lahres-Aiustelluug aan de vreemde schi'ders zuik een zeldzame gn.stviijheid verleende, komt er ii Duitschlaud natuurlijk een partij die het niet best zetten kan, dat Noren, Hollanders ea EngeWien te Mii .ciien op de ere|daats han gen en de Duitschers jivUt niet het beste figuur maken. Vou Uerlep^ch iu de Fi-nni.j'artci- '/s:itttng inaa^t zich tot tolk v:in deze ietwat bit tere gevoelens en schrijft o. a.: »Hier de gronden en driji'veeren na te gaan van hè: luten vareu der oorspronkelijke i.lt'e. der Jibreaati ixtdliüi'jen heeft geea rut, maar men kan coiistateeren dut het buitenland, tot eiken prijs in de eerste plaats op kosten va.'i iMiricher Ki'ristlergesellschaft uirgenoodigi; wordt tot medewerking, en dat men thans mot een geheel internationale tentoonstelling ie dom heeft, die wel is waar artistiek /eer hoog staai, maar die de vraag tot. de Miïucliener i\Ü!ist!crgese'l-eli;ift zou do'ju richten, om weke niD'.i'.'Veii c-'tr-niijk men ziju huid geeft voor lieden die met Miiuchen eu iie Müncheiier kunst anjers niet uLHET CÜNGUES TE CiENT. Een ondeugend Congrcslid vergeleek dezer da gen in een ondeugend epigram de pacificatie van Gent met het letterkundig congres : daar werd gehandeld, hier sieehis gebabbeld. Tot zekere b «igtfl is die opmerking waar, maar al-j er een verwijt in seluült, dan treft dit aller minst de Vlamingen, voor wie de taal is een loveusq'iaosti1.!. \Vat uen heeft verdeeld, wilt hen houdt gescheiden, /"mini de behingen van hur.no taal ter sprake komen, voelen /ij zichalloi: zonen van n *tam, slaiii /ij - de nakomelingen van Jacob van Artevelde a,! s broeders ue handen iu n, tl;vn weieu /ij vdet alleen te uetoogeu. maar ook te handel ?.".!. Katholieken en liberalen hoe ook dj meer derheid der laatste mede (te;: Katholieken goilsdienst belijdt ,-tu'iu ie. liet d.igelijkscliu leven tegenover elkaar, op tle Congressen nemen /ij plaats nevens elk-inder; ojtmcikolijker nog: beiden v,:iksi'.eil de lii'«!i-ui\\a:i;,eer het oji ollu'ieele n, gelijk nu te (leut, <!<iu ue woonion van het lied eiue.ei /e na<:v»elijk>. ,,l)e i; hier \"oiks:ieil. til vol lied strijden zij voor hun taal, en zeer zeker is het voor onze NeJerlandsche tia - ea letterkun dige congressen eene omstandigheid van beteekenis, dat zij ons leeren kennen, wat door de broeders uit het Zuiden in hun strijd voor de Vlaamiche taal is veroverd. * Voor een Noord-Nederlander, die gewoonlijk van Belgiëslechts de Waalsche gedeelten leert kennen, is het een ware verrassing in Vlaanderen niet alleen het Nederlandsen, zoo sterk op den voorgrond te zien stellen Nederlandsen, zeg ik, want bij de wet van '64 werd officieel de spelling van De Vries en Te Winkel voorgeschreven, maar zelfs zooveel sympathie te ontmoeten voor de be woners ten Koorden van den Moerdijk, en naar waarheid kan dan ook de Gentsche Burgervader in zijn welkomstrede op het stadhuis ons getuigen : de grenzen die ons sctioiden, hebben onze brooderharten van u nooit vervreemd. Voor eigen vorst en land, 't is waar, gloeien alle onze harten, maar voor u ook laten zij eenen stroom van broe derlijke, liefde vloeien." Nederlandsch of Vlaamsch", zou straks op het Congres worden gevraagd, jammer genoeg, hield de inleider niet genoeg in het oog het was de beminnelijke secretaris van het Congres, de overal in Nederland met zooveel sympathie ont vangen prof. Paul Eredericii, die het na dr. Schaepman zoo juist definieerde dat de Vlaamschc beweging nog iets anders is dan de strijd voor de taal. Die VTaamsehe beweging is buiten Nederlam! omgegaan, het was een strijd tegen de Waalscho overheersching; wat de taal betreft doen de broeders uit hot Zuiden gaarne afstand van het specifiek Vlaarnsch, in dien zin beantwoorden zij het Nederlandsch of Vlaamsch" voor het grootste deel met Nederlandsch P' Voor het grootste deel, wa',t ditmaal buiten het congres om wordt in de Vlaanderen nog een andere beweging waargenomen en do gouwdag''in West-Vlaanderen jongstleden Zondag gehou den zal er misschien van hebben getuigd; nog altijd zijn er Vlamingen, gelijk het Congres van Brugge voor eeiiige jaren leerde, dio het Vlaarnsche taaleigen in zijn sterk sprekendste uitingen willen behouden; die zelts van' eene gouw-taal naast de oiticieele, gelijk het I'ra^sch naast het IIollandsch, niets willen weten. Het zuiver Vlaamsch in de taal te verdringen zoo het al ongelijk ware zou zeker j immer zijn. Doorkruis slechts G-3iit e;i lees die talrijke opschriften welke bij den eersten aanblik vreemd, doch al spoedig u treffen door hun historische waarde, ja, die vrij wat zuiverder Hollandsen, kun nen heulen, dan een lljtterdam^ch (olfieieelj op schrift : piiblit'k jirica'tt. Of voelt ge niet voor dat : handelaar in ijilelo vaten", in den kindsteif", waarbij oen wieg u al dadelijk op deu weg helpt. Do Gentenaar die op deu eenen kant van zijn uit hangbord schreef: ..ui den Hollander" en aan de andere zijde: in den Ciiinees" moge het wat bont maken ? of wist hij niet dat wij do Cuineezen van E'.u'üua boeten ; de Bruggenaar, die een koe deed schilderen en daaronder scheef': de Ollander"' moge o.izo hilariteit wekken, /ij nieenen het zoo goed d.e Vlamingen, g.-üjk eeu achttal c,,ngreslodou kon getuigen, die, ioe;i zij heel vrijpostig oen kijkje kwamen nemen door de deur der zaal, waarin brave burgeriuidjeo bruiloft vierden, omnidmiddelijk werden genood om mee tu doen, alleen omdat /j 11 ilia;iders waren, Oiiander.i wa;ra.j:i wie soo'e namv verwant tde.n ! Enkelen hebben gelachen toen zij bij de j/iyenw entree op het raadhuis hoorden waarschuwen : kaórtiiii tuiiüjn", maar klinkt er van Friesche of Groningscho of Overijsselsche oiivorvalschte lippen ook vaak niet con heel eigenaardig patois, voor velen onzer SJHIS onverstaanbaar? De Vlamingen hebben gestreden voor hun goed recht om te staan niet onder, maar naast tle Walen; zij hebben gestreden voor de rechten \an hun taal, en daartoe was het zeker niet genoeg op congressen te praten on feest te vieren. Dat de heer mr Udilon Périer onmiddellijk na do openingsrede van deu waardigen voorzit ter van het congres, jhr. Do ilaeie Limimndür. opstond en den wensen uitsprak die rede reeds nu in druk uit te geven, behoelt niemaul te verwonderen. Men moot de toestanden in Vlaan deren gekend hebben om goed te begrijpen hoe veel er voor de Vlamingen ten goede is veranderd, i en ij» z:j trotsch op hunne overwinningen, zij ! weten te goed hoeveel er nog gewijzigd moet worden; met de geschiedenis van den strijd en van cle behaalde zegepralen voor oogen. willen zij het volk aansporen om te blijven volhouden. En dat alles kan en mag ons, Noord-Neder landers, niet koud laten: de uitgestrektheid van het .Nederlandsen taalgebied is tot zekero hoogte voor oiiüeen lever.sijnaestie, want met de taal staan of val.en wij. Hoogst inerkwaaruig was het voorzeker, ineen der atdeelingei: een Vlaam -- de heer 11. l'ianipiart n i t /.ojiiergem, ilie al dadelijk zich een streng Katboliek noemde te hooron verkondi"on d;1.t in ilelgie en de regeering en de hoogere geestelijkheid in haar plichten tegenover het volk te kort schiet, door te weinig voor do \ lamingen te d,ion, on u.l vond deze mooning ook tegen spraak, wij weten het dat duizenden Katbohckei. instemmen mot den heer I'lar.ipiart. l, hot aan no ;dig dat .Nederia.id zich nauwer aansluit aai; lieigie? I ie mul k.ilenel va:i hot L;uisebe leger van Zuylcn, die deze vraag a! da-ielijk in de eerste algemecne vergadering beiia::doïde, a'.Hwoonile van j i. Voor zooverre tle imziidvhuiit van Belgiëdut vergunt, wcnscht hij. plicht leverende, een struiegisclse overeenkomst. verwacht hij veei van een ((-'verbond. Het betoog van de/en spreker voiui vel luidklii'.kc.r.do bijva! i:ti, au:! wti-m applaus ontbrak bet nim mer ma.ir is het daarom ouweélcrlcgluiSir? U--I-IÏS jaro:i gele -ion lieert de h er \an Schorj)i;:i/cel Y(,or eeue nauwe aansluiting t;.:"cben de biide na'ies ges'reiion, edoch die ij'i:iest:e is te in'i-ijjiend om Mie! op Ie lossen, en terwijl nie mand kan zeggen, /"lB niet gisse;'. wat do toewikken en te sprek;'n. king gewenscht, is zij onmisbaar en moge nu con gres noch feestviering, opgewekte discussie noch wetenschappelijke verhandeling, toespraken noch toosten in eenigerlei opzicht de Nederlandsche letterkunde al evenmin als het toonecl een hooger standpunt doen innemen, wat door samenwer king reeds is verkregen in het woordenboek en in de belangstelling voor ons tooneel valt waar lijk niet te versmaden. Dat woordenboek is de kurk waarop onze con gressen drijven," merkte een der congresleden wat cynis-ch op. Welaan, dan blijkt die kurk toch een stevig plechtanker te zijn, en wat nog meer zegt dat woordenboek prof. Quack noemde het in zijn gloedvolle rede het heilige vuur der congressen, de brandende toorts die lichtende het eene congres aan het andere over geeft" is een monument, meer nog een schat kamer voor de Nederlandsche taal. Op een der vroegere congressen geboren, heeft het XXe con gres tot gelukkig gevolg gehad, dat wij thans een commissie van bijstand rijk zijn, aan wier onver moeide zorgen het te danken is, dat niet alleen finantieel de voltooiing is verzekerd, maar ook dat de taalkundige erfenis van Mattbijs de Vries wordt beheerd door enkele jonge, krachtige mannen, wier geestkracht on kennis waarborgen zijn voor de gedane beloften. E. A. Bns DE NIEUWE THESAURUS L1NGUAE LAI1NAE. In de dagbladen kwam kort geleden een bericht voor omtrent de uitgave van een nieuwen Thefaurus Unfl^lae latinae, door de Berlijnsche academie van wetenschappen 1). Dit was zeker hoofdzalijk ontleend aan de Berichte der Bi rl. Akad. van 15 Juli. 't Moet echter op een paar plaatsen wor den gewijzigd en aangevuld Nu is het zeer na tuurlijk, dat er, ook buiten den kring dor belang hebbenden, deze en gene gevonden wordt, die gaarne iets meer wil weten van de ge-chiedenis van dat wetenschappelijk reuzenwerk. DJ volgende regelen zullen naar ik hoop daarover het noodige licht verspreiden, Frie.drich August Wolf 2), de vader van onze classieke philologie, spreekt in de literar. Analekten (1820) over een in 't begin van do/.e eeuw gemaakt plan. Ongeveer tien geleerden uit Duitschlaml, Holland. Frankrijk. Italiëen Engeland wilde hij vereenigen. Zij zouden do latijnsche auteurs on der elkander verdeelen en excerpeeren voor een lexikon. Do verkregen resultaten zouden door twee redacteuren worden uitgewerkt. Hij wilde tevens partijtrekken van de geloerde verhandelingen in programma's. Dit plan is niet uitgevoerd en achterna, beschouwd is 't ook maar gelukkig. Hoe zou een tiental geleerden ooit zulk een omvang rijk werk tot stand he.bben kunnen brengen? Wat meest er eerst nog niet gebeuren! Hadden zij vertrouwbare uitgaven van de lat. schrijvers? Neen. Waren de inscripties behoorlijk verzameld? Evenmin. En de vergelijkende taaistu He was nauwelijks hot. eerste stadium ingetreden. De grootste bouwsteenen waren dus nog niet gereed. De tijd voor eeu wetenschappelijken Thesaurus Wïis nojj niet aangebroken. In l.S.">7 scheen eindelijk het gunstig oogenhlik nabij. Fir.anc.icele bezwaren werden door koning Max uit den weg geruimd, ofschoon mnn roeds toen inzag, dat de som van / 10.000 niet toerei kend zou zijn. De professoren Halm. (Mimchen), llit-chl (IJüi:ii) en Flockeisen klinkende na men in de phüologische wereld Iraden met liücliclcr te Bonn in overleg (April lö.">8). Aan Bücholer werd do redactie opgedragen. Halm begaf zich naar de vergadering van philologon te Weenen, hier word 't programma, door Biicheler opgesteld, ontvouwd en alle aanwezigen gaven zichtbare bewijzen van ingenomenheid met het groo'sche plan. Alles liep aanvankeliik goed var. stapel. De bekende Loipz'ger lirma Teubner ondersteunde de /aak. Maar ook hij dit plan be gonnen zich reeds in 't eerste levinsjtar de voor boden te \ertoonen van een v''"'LIPJI d,?od. De Italiaansche oorlog gat' het ten :lottc d>.n gonadesiag. 't Is te b-treuren, dat d'e kio-ke mannen hun lioïolingsidoo moesten opgo\en. Doi-h de \vet(;!:sch;;p zou 't bij die verzuchting gelaten heb ben, daar zij het ..dai kbaar msar niet voldaan" had moeten uitspreken. Maar kan zoo vraagt menigeen de Thesau rus van Forcellhi (Ie nieuwe uitgave v w de Vit) dan niet helpen? A's men het euce gebouw, dat reeds vaker werd opgek> apt. nu eens geheel restau reerde? Van zulk weik is de hedei daagsche we tenschap niet grdiei d. Voi r bet we'enscbappelijk onderzoek is dit werk. zelfs iu ziju nieuwste ge daante, r.iet voldoende. Voor den Thesaurus moeten, behalve de voort brengselen der latijnscbe letterkunde tot aan den ondergang van 't NV.-ltom. rijk en du literatuur tinac\eer tot Karel don <;r.. ook de glossaren, do inscripties en alles, wat als materiaal dienen kan, worden onderzee!)!. Aan /'Jlmird H"J///.':/i. hoogleeraar aan de univer'-iteit te Mi'mchen, komt do ter toe een plan te hebben vastgesteld, dat ruet alleen uitvoerbaar is. maar reeds in de voorbereid ng de schoonste resultaten heeft opgeleverd. i.1! If-Si' /.'Ho hij in eeu opstel n'ier die AufL'ü'.'en der laleini-elien l.exiliographie .'ij zijne !;;ee!ii:ig in hoof.Il rekken uiteen. .Men leert hier uit, d.;; de lexiiingr.iphie hoege oischon stelt. liet komt er vooral oi> ain te weten, of van allo '?(ii'nu'i, \au een woord eeu cvongvoot ge bruik wordt gomaakt: van alle naamvallen, \:i;i allo verg-dijkir.gstrappen, van alle vormen van bel. werkwoord ; nraes.. ji.^rf. enz.). Sulciix 1'olcnn 'l- een moderne uitdrukking. Xolens (--ie) wordt als particij). \crnieden: als adj. komt 't vrij laat L; trein;:!':.. 'l eerst in de casus obli;;ni. Wij geven daa'i.ei! 'r\ on/e nieuwe sriioulgraisuuatiea's incifits ie. !>'a,its \;iii ii.o/c/is. Staal ntfcnx r.iet tegenover iifilü'- Jan ;:ebrn::kt men do beide verba b.v. mot .«;'.?( -?:/,?(.? .liefst in dee, C'onj.i of i'eliiii noliin enz. worde;; geiienikt. Heide ii'-ii-iicljiin tegelijk in den \o:jii!,. koiiu-n laat op 't tooneel en dan gaat /M/I i,-.j voor (/).//< grémal gte -r u'illeim ofo:!willen- i. liet ontk'":ir.entie JKJ/O komt eerst in de Doch zooa's

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl