Historisch Archief 1877-1940
2
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
Na 742
muK.ou~u*. zij,a echter de laatste politieke
gebeurtenissen geen gunstig voorteeken.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Salon des Variétés: De doofpot.
Tbéa're Tivoli: De guitenstreken van Ti/jl
Uilenspiegel.
Frascati: De Zouaven.
September is en blijft de Amsterdamsche
ker?ismaand, met name in den schouwburg Hoogere
lunst (is de benaming niet een weinig aanmati
gend aan den eenen, een weinig vaag aan den
anderen kant?) moet men daar in deze dagen
niet zoeken. De vroolijke muze is er uitsluitend
?an het woord; de kunst van vermaken is de
eenige, die er beoefend, gevraagd en aangeboden
wwdt. De directies spannen a! hun krachten in
?n bet paTOek m zijn elechen te gemoet te komen;
ie Serptemberklant eischt scherts, spel en
vroolijkkeid, zoo mogelijk fraaie kostumen en schitterende
iecoraties; hij is tevreden als in beide opzichten
aan redelyke eïschen wordt voldaan; veeleischend,
twmartniend of bedilziek is hij nooit. De
verslagjp»«r heeft het recht, het is zijn plicht, deze
om?tandigheden bij .zijne beoordeeling in rekening te
l»»Beii.
liet Salon des Variété.} geeft, tot veler vreugde
ra vermaak, ook dit jaar weder een revue ten
leste. Zaterdag, vijf dezer, werd De doofpot, rvue
in 5 bedrijven door de schrijvers van Naar den
Kfftltoren en Hoakie Pookie, met grooten bijval
TOOT de eerste maal ten tooneele gebracht. Het
Pargsche genre, twee jaar geleden naar hier
««geplant, is in dien korten tijd reeds zeer
gB|)tilair geworden. Voor het Septemberstuk is
het als geknipt; het kader is zoo ruim en
uitgehreid mqgel^k, het leent zich tot iedere variatie,
ederen inval, hoe buitensporig ook, kan het
gefcrniken; eischfin stelt het daarentegen slechts
"reinig. Slechts aan enkele is het onmogelijk zich
te ?enttre'k'fceji. Voor een goede nvue zijn noodig
«n uügangspnnt, een verwikkeling of een schijn
iawvaB, een ewmpèrv en commère, wij zouden
«ggen «en aanvoerder en aanvoerster, een paar
JfreoHpononm, die in hun avonturen het verdere
gezelschap pp sleeptouw nemen.
In De doofpot wordt aan deze eischen in hoofd
saak völüaan. Het uitgangspunt is goed gekozen;
ie teer Lindeman is uit Suriname gekomen om
een tooneelgezelscba-p voor die kolonie te
enga(aeren; de lotgevallen en tegenspoeden, dde deze
taak hem op den hads haalt, vormen den inhoud
TOB .de ffievue; hij is de compère. dommere is
Amaadine St. Clair, een schoonmoeder, die door
iaar schoonzoon .bij vergissing, in plaats van ver
giftigd, verjongd wordt, natuurlijk door Sequah's
levenselixer, en dan toesluit haar tweede jeugd als
troneelgids, als beschermster en raadgeetster der
'Wtïaten, nuttiger te gebruiken dan haar eerste.
?Be verwikkeling rohijnt mij de zwakste zijde
mn de rtvtie of liever van het laatste gedeelte
daarvan; <te eerste drie bedrijven zijn ook in dit
?juicht ,goed geslaagd, de laatste twee minder;
ik verband van deze met de vorige en onderling
idqjnt müniat natuurlijk en waarschijnlijk genoeg,
te luchtig en fantastisch. Was dit oorzaak dat
*g nvg ooTf op zichzelf minder boeiend en
ver?akeï^jk scheiren dan de eersten ?
Van <de tal 'van kostelijke of keurige tooneelen,
«Be het geheel bevat, kan ik slechts enkele noemen.
IE dhet «etate bedrijf vonden die vrouwelijke
aan*ynekers en hmi reclame-lied veel byval; in het
tweede hftt ensemble Uij doet lui niet" en hot op
traden der geïllustreerde weekbladen; de ko&tumen
in* dam?s waren hier bgzonder smaakvol en
?wel gekoeen; ook zon het onheusch zijn voor het
tenrïge compliment, het weekblad toegezwaaid.
Mer -niet even te bedanken. In het derde trokken
Jfeaandswht de oouplertten De nchoolbaden\ een
keuktnering aan den bekenden koaaiek Solser, en
*Mcal iet examen der politie en het versieren
*aa het moaument op den Dam, grappige en
amua&nte parodieën. Dit bedrijf is trouwens van het
tileven staan, was er geen gelukkiger mensch
»p de wereld, dan de baas. En toen allen
xaten te smullen en de baas van Hans'
wonderbaarlijke vondst vertelde, waarbij hij
ie treurige rol, die hijzelf daarbij had
geepeeld, natuurlijk verzweeg, toen waagde
Hans het oolc- langzaam binnen te huppelen.
JStflletjes zette hij zich, zooals zijn gewoonte
was, op de stoelleuning achter dec rug van
zijn baas, en daar hij uit alles kon
opmaen dat diens toorn tegen hem alweer was
rervlogen, riep hij geprikkeld door den
reuk van het vleesch op vleienden toon :
Kaatje, doe de deur toe!'' waarbij nogmaals
een glinsterende dukaat uit zijn snavel
?wel '
»Dat zijn de potstukken, waar vader voor
zijn dood"^ van heeft gesproken!'' riep de
Trouw verheugd »hij heeft ze bepaald in
den tuin begraven."
Men behandelde Hans, die zoo vorstelijk
voor zijn diner betaalde, met voorkomende
oplettendheid en hield zelf een nauwkeurig,
ofschoon vergeefsch onderzoek in den tuin.
'Hans fladderde vergenoegd op den schouder
ran zijn baas en beet hem in het lelletje
Tan zijn oor, en trok aan zijn haren; een
te-eken, dat de vrede tusschen hen weer vol
komen was hersteld. Voor het overige toonde
hij zich echter zeer terughoudend en er ver
liepen eenige dagen, eer hij weer met een
foudvischje in den snavel verscheen. Hans
on zich de kinderachtige pret van die
menschen maar niet begrijpen, die ze tel
lens aan den dag legden, wanneer hij zoo'n
geel ding uit zijn schuilhoek te voorschijn
bracht. Hemzelf was de vondst integendeel
*eer ongelegen gekomen, want hij had
regenTrormen gezocht, toen hij zijn kop in de
iandbreede spleet tusschen den appelboom
«n den vochtigen tutnmuur wrong en op een
begin tot het einde uitstekend geslaagd en
het'glanspunt van den avond. Bijzonder trof mij ook vooral
hierin de voortreffelijke regeling der mise~en-scène,
Op het niet te groote tooneel worden wond-jren van
juistheid, nauwkeurigheid en natuurlijkheid verricht;
met militaire stiptheid sluit alles in elkaar. De
coupletten In den doof/tof' in het vierde bedrijf
schenen mij wat tam en langdradig; ook die
in het derde Bekivame spoed'' waren te veel
volgens het oude recept vervaardigd.
Van de vertolkers dient de heer Poolman (Lin
deman) in de eerste plaats genoemd: hij is de
ziel van het geheel, een aanvoerder geheel voor
zijn taak berekend. Juffrouw Direkx (Amandine)
speelt beschaafd en met gemak; fantasie en ori
ginaliteit, de hoofdvereischte.n voor rc?;Mc-verto!k<TS,
ontbreken haar wel een weinig. Juffrouw
Bamberg behaalde in het vierde bedrijf veel bijval met
de smaakvolle voordracht van de cavatine van
den pa^e uit Les Huf/iienots. Do overige jonge
dames blonken vooral door fraaie kostumen
en opgewektheid uit. Van de heeren trad de heer
Pil^er (agent Foezel) het meest op den voorgrond;
zijn luimige vertolking werd terecht zeer gewaar
deerd. Alleen in De Gehangene", den monologne
van Mac-Nab, voldeed hij mij niet; de voordracht
was niet pittig en hartig .genoeg, klonk te kunst
matig en aangeleerd. Mac-Nab is de fameuze
chansonnier van den Chat Noir, die in het begin
van het vorige jaar in een Parijsch hospitaal
overleed. Tot zijn meest beroemie chinsons
behooren L'expulsion des prince*. L'enfunt et la
rivièi'e, Le bal de Uhiitel de viile en Le pendu.
De meesters in het genre zijn op het oogenblik
X'inrof, Jules Jouy, Pierre Trini-iiuUat en Eugi-tie
Lemercier, de laatste twee de leveranciers van
Yvette Guilbort, de voortreffelijke dineu-ic, sinds
eenigen tijd het troetelkind der Paryzenaars.
De Guitensfreken ran Tijl Uilenspiegel, dat in
hettheatre Tivoli vertoond wordt, is een echte
Duitsche jtosse, vroolijk, gemoedelijk en goedlachse!). Op
een eenvoudig publiek Week het zjjn uitwerking
niet te missen. Vooral ile klassieke streken van
Tijl, het toppen van de hoendervrouw en de
honigdieven, vielen zoer in ddn smaak. De zeven
tafereelen zijn niet alle even geestig en boeiend; door
het inlasschen van coupletten en zangpotpourri's
heeft men dit gebrek trachtten te verhelpen en
gedeeltelijk verholpen. Vooral hert laatste gedeelte
van het derde tafereel, eindigende met de orgie
uit La vie Pairieienne maakte een goeden indruk.
Da heer en mevrouw De Ja Mar gingen in op
gewekt en goed verzorgd spel allen voor. Van de
nieuwe leden van het gezelschap trok juffrouw
Meltzer vai der Lucht de aandacht door de in
nemende wijze waarop zij eenige coupletten zeide.
Niet verzwegen mag worden dat hot op enkele
oo*enblikken op het tooneel te huiselijk toe
ging, met de regie te familiaar werd omgesprongen.
De nieuwe operette va-n de heeran Prot gaat,
200 ik mij niet zeer bedrieg, een lange toekomst
tegemoet. La, Faucette du 'lemplefOijéra-comique
in drie bedrijven, van P. Burani en R. flumbert,
muziek van AndréMessager, onder den meer
anspreclienden titel De Zouaven ten tooneele ge
bracht, vereenigt alles in zich wat het publiek,
vooral tfbans, in d-en schouwburg verlang. Het is
een prettig, gezond, «pgewekt vofcstuk, zooals
de Franschen d*t wieten te schrijven.
Ken -eenvoudige liefdesgeschiedenis, afgebroken
dner het in de loting vallen dar minnaars, weder
aangeknoopt als deze in Algeriëhun vaderland
trouw en dapper hebben gediend, vormt de kern
der handeling. DJ heldenfeiten der mannen,
de avonturen der meisjes de j mgste, Thércse,
i-s een zangeres v-an naam geworden , hun
?wederzien onder da Arabieren, die zich van beiden
hebben mee&ter gemaakt, hun pogingen tot ont
vluchten, ten slotte het gelukken daarvan, zijn in
tal van nu eens komische, dan wat ernstiger ot
dramatische tooneelen behandeld. Vooral de
soldateske gedeelten, de uitbarstingen van helden
moed en vaderlandsliefde, vielen zeer in den
smaak en zullen dat doen.
zakje vol van die glinsterende dingen stiet.
In zijn overmoed strooide hij een deel
van den schat in den tuin rond en toen hij
op zekeren dag weer de plek opzocht, waar
het zakje met de ducateu zat, stiet een der
kinderen een jubelkreet uit en bevrijdde
den schat uit zijn vochtigen schuilhoek. Een
daarbij gevoegd document verdreef allen
twijfel aan de juistheid van hun vermoeden,
dat dit geld de nalatenschap van den over
leden schoonvader was. Nu was de nood
voorbij en tevredenheid en welstand keerden
spoedig in het gezin terug.
En Hans? Ik moest eigenlijk mijne
geschiedenis hiermede besluiten, dat ik Hans
een hoogen ouderdom liet bereiken, bemind
en geëerd door allen die hem kenden. Ik
weet, dat ik mijne lezeressen daarmee liet
meeste genoegen zou doen, doch als natu
ralist moet ik mij strikt aan de waarheid
houden en zoodoende ben ik genoodzaakt
te vertellen, dat Hans op zekeren dag in
de regenton viel. Kr was niemand in de
nabijheid en daar hij er alleen niet kon
uitkomen, hielp zijn hulpgeroep »D'ruit,
rottekop!" hem ook niemendal, zoodat hij jam
merlijk verdronk. Zijn lijk werd in het
meelwormenbakje gelegd en de meel wormen
vergolden getrouwelijk aan hem, wat hij
jegens hun voorvaderen had gezondigd. Zij
knaagden hem tot het laatste vezeltje op
en alleen het skelet van zijn kop bawaarde
de vrouw als aandenken in het laadje van
de linnenkast.
En Mies? Zij was groot en stevig en
vet geworden en toen zij zich op zekeren
dag op den drempel der huisdeur in het
zonnetje te koesteren lag, namen de jongens
van den schrijnwerker haar gevangen en
's Zondags daarop prijkte zij als malsche
gebraden haas in het menu dier kannibalen.
De mirziek van AndréMesdager zijn laatste
werk, La Basoche, behaalde, zooals men zich
misschien herinnert, eenige maanden geleden in
de Opéra Comique veel succes is, met zijn
volle en klinkende orchestratie, vooral voor de
uitgebreide volks-en militaire tooneelen, uitstekend
berekend. Van de kleinere nummers trokken in
bet eerste bedrijf bat rondeau van Saint-Angénor,
den ex-operazanger, in het tweede het lied van
Thérèse, in het derde de coupletten van Joseph,,
De slaapmuts van don generail" en hot
kameeldrijverslied de aandacht.
Tor het groote succes droegen decoratief en
mise-en scène het hunne bij. Da Temple-b\mrt van
het jaar 1810 met de kostumen van het tij-ipwk
in het eerste bedrijt' leverde een uiterst pittoresk
geheel op. Voor de laatste twee, den borgpas van
Chareb en een plein in Mascara, hebben de beeren
Prot nieuwe doeken geschilderd, die met luid
applaus begroet en bewonderd werden. liet geheel
marcheerde, als altijd, voortreffelijk. In het
aankleeden van oporetten zijn de hoeren Prot mees
ters; door zich steeds tot hetzelfde genre te be
palen, hebben zij hierin nimmer falende onder
vinding en autoriteit verkregen.
Van de vertolkers zou ik mevrouw vin Wes
terhoven (Zélie) en den heer Kreeft
(Sa,int-Angénor) de voorkeur willen geven, de heeron Kelly
(Joseph) en Kiehl (Trécourt) echter onmid.lellijk
na hen willen noemen. Het viertal gaf den korni
schen gedeelten licht en leven, kleur en glosd.
Origineel, moesleepind, keurig spel en sameaspsl
deden zij ons bewonderen. De ernstiger partijen
wisten juffrouw Terhoeven (Thérèn<1) en de hoeren
van Uiein (Pierre) en Pooas (Bjn-AiirnaJ) grooten
deels tot hun recht te brengen. Dj eerste zong
: met soiiak en overtuiging; hair spjlkvn en miet
echter winnen; vooral ain bevalligheid en
afgerondheid van standen en gebaren wijde zij haar
bijzondere aandacht. DJ heer Poons was in spel
| en zang beide zeer gelukkig. DJ soms minder ge
makkelijke koren en ensembles liepen flink van
stapel.
H. J. M.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Vrau, M/wicit miaikt zich gereed hare gaven
weer over ons uit te storten. DJ kwantiteit zal
evenals het vorige jair wel niets te wenschen
overlaten, wanneer uu maar do kwaliteit eveneens
reden tot tevredenheid geelt, dan zal mijne taak
dezen winter eene zeer aingename zijn.
Kr zijn teekenen die op veel goels wijzen. Het
Concertgebouw is na groote inspanning weer voor
eenigen tijd behouden, hetgeen voorzeker allen
vereerders van degelijke ernstige muziek groot
genoegen zal doen. Oi>k de vereenigingen die
zich het uitvoeren van oratorisch-e werken en die
voor kamermuziek ten doel stellen, zullen ons
ongetwijfeld veel schoons doon hooreo, terwijl weer
drie oporagezelschappen afwisselend in den
Parkschouwburg en hec Paleis voor Volksvlijt zullen
l optreden.
j Hot orkest van het Paleis voor Volksvlijt zal
[ thans gelegenheid hebben zich voor de
operavoorstellingen beter voor te bereid-en, daar do
Duitsche Opera alhier zal gevestigd zij a en de
j heer Mertens van de Erausche Opera bet zeker
(tit hopen wij althans) niet op eene urkos'rep'Jtuiu
j zonder solisten zal laten aankomen. Op de uit
voeringen van Cltarlotte Curday heeft dit orkest
getoond, wat het bij ernstige studie vermag.
j Bet zou niet misplaatst zijn eenige oogenbiikken
l stil te staan bij het onderwerp: samenstelling van
programma's voor concerten; doch hiervoor zou
ik te -veel ruimte noodig hebbeVi. Ik wil er mij
dus toe bepalen de hoop uit te spreken, dat op
de zoogenaamde solistenconcerten een ruimere
plaats aan werken voor kamermuziek en liederen
zal worden ingeruimd, en dat er eenige rekening
zal gehouden worden met historische volgorde en
onderling verband.
Met vreugde constateer ik, dat de heer Chr.
Timmner weer zijne oude plaats als concertmeester
in hot orkest van het Concertgebouw heeft inge
nomen; eene plaats die hij zoo schitterend vervuld
heeft en die in den laatsten tijd eigenlijk on
bezet was.
Müt groote sympathie bozleld voor al het goede
dat weer geboden zal wonVen (onverschillig van
welke vereeniging of welken kring) hoop ik de
lezers van het Weekblad weer geregeld op de
hoogte te houden van hetgeen er geprassteerd
zal worden
DJ Ned. Opera heeft hare deuren reeds geopend.
Ook bij deze vereeniging kan op een heucbelijk
feit gewezen worden en wel: de a. s. opvoering
van de pas voltooide oorspronkelijk Nederlandsche
Opera l<'lons V van onzen begaafden en
vruchtbaren landgenoot Richard Hol.
De eerste voorstellingen van bet saizoen zijn
noch voor den verslagggver noch voor het publiek
de belangwekkendsten. Het zijn dan de debutanten
die aan het publiek worden voorgesteld; dus is
mijne taak niet zoo gemakkelijk of aangenaam, te
! meer nu allen die voor het eerst optraden ook
! blijkbaar voor het eerst op de planken zich
bei vonden. Afgescheiden van de plankenkoorts, die
velen zeer belemmert, heeft men dan (zooals nu ook
weer is gebleken) meestal te doen met zangers of
zangeressen die wel stem bezitten, sommige zelfs
i schuone stemmen, doch in de eersto plaats
beI hoefte hebben aan het onderwijs van een zeer
i degelijk zangonderwijzcr, terwijl het bezoeken van
eene tooneeiscbool mede onontbeerlijk moet g-eacht
worden. Het is moeielijk (ik weet bet) alles te
eischen, daar de dramatische klasse aan het con
servatorium nog te kort bestaat om reeds geoefende
operazangers te hebben kunnen vormen. De heer
De Ciroot richt dan ook den blik bij voorkeur naar
België. Twee debutanten, Mej. Jeanne van Berghe
en de heer W. Cornelissen zijn Nederlanders, doch
de overigen, n.l. de H.II. Deville, i'lorissen, Thyssen,
spreken Vlaamsen of Limburgsch. Zij moeten allen,
zooals ik reeds deed uitkomen, nog ernstig ter
scbole gaan en dus hoop ik dat het in de toe
komst zal blijken dat de directie in hare keuze
een goeden blik heeft gehad; iets wat nu nog on
mogelijk voorspeld kan worden.
De heer en mevr. Albers hebben deze O pera
verlaten, wat zeker allen bezoekers leed zal doen,
doch met vreugde zal men den terugkeer van den
heer en mevr. Orelio begroet hebben. Wel TOS
er een tijd dat de heeren Albers en Orelio naast
en met elkander optraden. Ieder zal zich herin
neren hoe voortreffelyk toen de baritonpartijen
bezet waren, daar ze elkaar op de gelukkigste
wijze vervingen en ook aanvulden. Het talent van
den heer Albers was bij uitstek heroïsch, terwijl
do heer Orelio vooral in het lyrische uitmuntte.
Toen de heer Orelio dan ook voor het vorige
saizoen vertrok, moest de heer Albers dit emplooi
geheel alleen dragen, daar de heer Vennema ge
heel ongeschikt was voor groote partijen. Nu vrees
ik, dat ditzelfde in den eersten tijd den heer
Orelio te wachten staat, daar de heer Florissen,
hoewel schoone stemmiddelen bezittende, nog te
weinig geroutineerd en geoefend is. Daaraan is
nu eenmaal niets te veraodjrcn; doch ik heb dit
niet willen verzwijgen, ten einde het publiek wat
geduld te verzoeken en de nieuwe zangers en
zangeressen op denernstigen plicht te wijzen die
op hen rust om niet alleen (zooals het bij
operagezelschappen gewoonlijk gaat) zich hunne partijen
op het gehoor bij de piano te laten instampen,
doch ook tevens aan de ontwikkeling van hunne
stem te arbeiden.
De hoeren Pauwels en Arnoldi z'jn ons gebleven
en met verfriscbte stemmiddelen teruggekeerd.
Met groot genoegen hoonle ik de heeren Orelio
en Pauwels in Wdlem Teil en den heer Arnoldi
in dezelfde opera, doch vooral ook als Mephisto
in ^aust.
Mevr. Direkx?van den Weghe heeft dezelfde
gebreken van het vorige j lar (ik zou zoggen in
verhoogde rnite) medegebracht. Het spijt mij dat
deze dame, die schoone stemmiddelen bezit, als
Margaretha in Faust zoo in alle opzichten onvol
doende was. Moge zij dezen indruk spoedig
wegnemen. Het emplooi van eerste dramatische
zangeres is waarlijk een der meest gewichtige.
Mej. Erléis eveneens geblevon en heeft voor
uitgang in duidelijkheid van uitspraak getoond.
Voor onze schooae taal spjt heit mij dat het
Vlaamsche element weer versterkt is, om reden
dat de debutanten alles behalve zuiver spraken.
Dit verwondert mij eenigszins, omdat het bij de
voorstellingen van C/iarlotte Corday gebleken is
dat de Vlaamsche tooneelspelers groote studie van
en groote vorderingen in zuivere uitspraak ge
maakt hebben, bij vroeger vergeleken.
Deze opmerkingen moesten mij van het hart,
alvorens ik t >t geregelde verslagen van de opera
overga. Ik twijfel niet of de directie en de zan
geressen en zangers zullen mijne opmerking in
overweging willen nemen, daar zij zich. overtuigd
kunnen houden dat ik deze nationale instelling
de warmste belangstelling toedraag; doch om die
zelfde roden zon bet verkeerd zijn, thans, nu de
eerste perioJc doorworsteld is, te verbloemen
wat er te doen overblijft
Ik roep allen het welkom toe en twijfel niet
of ieder zal zijne krachten inspamen om datgene
te bereiken, wat bereikt moet en ook kan worden.
VAN MILLIGEN.
GIACOMO MEYKB.BEER.
Jiij yeleyetilteid run zijn honderdjarig juliil
(f) September).
Volgens vele lexicographen, is het thans
li.nuljrd jaar geleden, dat Meyerbeer geboren
\V'.;rxl Dit fait is echter vaak weersproken, met
de bewering dat hij in 17!)i geboren moet zijn,
terwijl als reden van die vergissing wordt opge
geven, dat in eene recensie van een concert,
waarin de knaap Me-yerbeer als pianist optrad,
den l l;n Ostober 18l):J, zijn leeftijd abusievehjk
als tien opgegeven is, terwijl hij eerst ze ven jaren
telde.
Hoe bot zij, do moeste bladen wijden thans
kortere ot' langere artikelen aan dezen componist,
terwijl de verschillende uuters zich gereed maken
door de opvoering van enkele zijner opera's den
dag to herdenken; dus mag ook het Weekblad
niet achterblijven in de waardeering van een man,
die, boe men ook thans over sommige van zijne
werken moge denken, in zijn tijd een hervormer en
voor de ontwikkeling van de dramatiek van onbe
rekenbaar nut is geweest.
Mijn bestek laat niet toe in het licht te stel
len, hoe de verhouding van Wagner tot Meyerbeer
was en werd; dat is trouwens voldoende bekend.
Ik bepaal er mij dus toe, een blik te slaan in
zijne jeugd en ontwikkelingsperiode daar het
tijdperk van zijn roam eveneens algemeen bekend is.
Heeds op twaalfjarigen leeftijd componeerde hij
ijverig, zonder ooit onderwijs in de harmonieleer
te hebben genoten, terwijl hij als een jonge
knaap het in klavierspel op eene groote hoogte
had gebracht; zoodat Clemsnti (die nooit meer
onderwijs wilde geven) hem tot leerling aannam.
Meyerboer heette eigenlijk Jacob-Beer, terwijl
hij twee broeders bad waarvan de een, Willem
Beer, een groot astronoom en de ander. MiehelBeer,
een bekend dichter werd. Zijn oom Meyer liet hem
veel geld na, op voorwaarde dat hij zich Meyer
boer zou noemen, terwijl hij later in Italiëver
toevende zijn voornaam in Giacomo veranderde.
De kapelmeester der Berlijusche Opera Bernard
Anselmus Weber, die zijne compositiën zag, nam
hem als leerling aan. Weber, oen leerling van den
bekenden abt Vogler, wist hem in de studie van
dramatischen stijl, vormleer en instrumentatie
degelijk te onderwijzen, doch was zelf zwak inde
leer van het contrapunt en de f'uga, zoodat toen
Weber een fuga van Meyerbeor naar Vogler zond,
deze na eenigen tijd een groot pakket zond, n.l.
Vogler's Syxtem fiir dem Fiujenbau als Kinleituny
zw hitrmoniselien G-caangi'erbindungslehre, bene
vens die Fui/c des Schuiers (ifeyorbeers Fuge) en
die Fiii/e des Meinters, (eene f'uga op hetzelfde
onderwerp van Vogler).
Dit werk zag na Vogler's dood het licht bij
Amlréte Oifenbach. Meyerbeer zag nu eerst
wat hem ontbrak, hij zond kort daarop eene an
dere fuga naar Vogler en werd toen door hem als
leerling aangenomen.
Na twee jaren te Darmstadt bij Vogler gestu
deerd te hebben, ondernam hij met zijne leerlin
gen (o.a. Gansbacher en Carl Maria Weber) reizen
door Duitschland. Voor zijn vertrek werd Meyerbeer
door den Groothertog tot Ilofcomponist benoemd
naar aanleiding van de opvoering in de Kon.
Opera van zijn oratorium: Gott mid die
op den 8en Mei 1811,