De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 13 september pagina 2

13 september 1891 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

2 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. Na 742 muK.ou~u*. zij,a echter de laatste politieke gebeurtenissen geen gunstig voorteeken. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Salon des Variétés: De doofpot. Tbéa're Tivoli: De guitenstreken van Ti/jl Uilenspiegel. Frascati: De Zouaven. September is en blijft de Amsterdamsche ker?ismaand, met name in den schouwburg Hoogere lunst (is de benaming niet een weinig aanmati gend aan den eenen, een weinig vaag aan den anderen kant?) moet men daar in deze dagen niet zoeken. De vroolijke muze is er uitsluitend ?an het woord; de kunst van vermaken is de eenige, die er beoefend, gevraagd en aangeboden wwdt. De directies spannen a! hun krachten in ?n bet paTOek m zijn elechen te gemoet te komen; ie Serptemberklant eischt scherts, spel en vroolijkkeid, zoo mogelijk fraaie kostumen en schitterende iecoraties; hij is tevreden als in beide opzichten aan redelyke eïschen wordt voldaan; veeleischend, twmartniend of bedilziek is hij nooit. De verslagjp»«r heeft het recht, het is zijn plicht, deze om?tandigheden bij .zijne beoordeeling in rekening te l»»Beii. liet Salon des Variété.} geeft, tot veler vreugde ra vermaak, ook dit jaar weder een revue ten leste. Zaterdag, vijf dezer, werd De doofpot, rvue in 5 bedrijven door de schrijvers van Naar den Kfftltoren en Hoakie Pookie, met grooten bijval TOOT de eerste maal ten tooneele gebracht. Het Pargsche genre, twee jaar geleden naar hier ««geplant, is in dien korten tijd reeds zeer gB|)tilair geworden. Voor het Septemberstuk is het als geknipt; het kader is zoo ruim en uitgehreid mqgel^k, het leent zich tot iedere variatie, ederen inval, hoe buitensporig ook, kan het gefcrniken; eischfin stelt het daarentegen slechts "reinig. Slechts aan enkele is het onmogelijk zich te ?enttre'k'fceji. Voor een goede nvue zijn noodig «n uügangspnnt, een verwikkeling of een schijn iawvaB, een ewmpèrv en commère, wij zouden «ggen «en aanvoerder en aanvoerster, een paar JfreoHpononm, die in hun avonturen het verdere gezelschap pp sleeptouw nemen. In De doofpot wordt aan deze eischen in hoofd saak völüaan. Het uitgangspunt is goed gekozen; ie teer Lindeman is uit Suriname gekomen om een tooneelgezelscba-p voor die kolonie te enga(aeren; de lotgevallen en tegenspoeden, dde deze taak hem op den hads haalt, vormen den inhoud TOB .de ffievue; hij is de compère. dommere is Amaadine St. Clair, een schoonmoeder, die door iaar schoonzoon .bij vergissing, in plaats van ver giftigd, verjongd wordt, natuurlijk door Sequah's levenselixer, en dan toesluit haar tweede jeugd als troneelgids, als beschermster en raadgeetster der 'Wtïaten, nuttiger te gebruiken dan haar eerste. ?Be verwikkeling rohijnt mij de zwakste zijde mn de rtvtie of liever van het laatste gedeelte daarvan; <te eerste drie bedrijven zijn ook in dit ?juicht ,goed geslaagd, de laatste twee minder; ik verband van deze met de vorige en onderling idqjnt müniat natuurlijk en waarschijnlijk genoeg, te luchtig en fantastisch. Was dit oorzaak dat *g nvg ooTf op zichzelf minder boeiend en ver?akeï^jk scheiren dan de eersten ? Van <de tal 'van kostelijke of keurige tooneelen, «Be het geheel bevat, kan ik slechts enkele noemen. IE dhet «etate bedrijf vonden die vrouwelijke aan*ynekers en hmi reclame-lied veel byval; in het tweede hftt ensemble Uij doet lui niet" en hot op traden der geïllustreerde weekbladen; de ko&tumen in* dam?s waren hier bgzonder smaakvol en ?wel gekoeen; ook zon het onheusch zijn voor het tenrïge compliment, het weekblad toegezwaaid. Mer -niet even te bedanken. In het derde trokken Jfeaandswht de oouplertten De nchoolbaden\ een keuktnering aan den bekenden koaaiek Solser, en *Mcal iet examen der politie en het versieren *aa het moaument op den Dam, grappige en amua&nte parodieën. Dit bedrijf is trouwens van het tileven staan, was er geen gelukkiger mensch »p de wereld, dan de baas. En toen allen xaten te smullen en de baas van Hans' wonderbaarlijke vondst vertelde, waarbij hij ie treurige rol, die hijzelf daarbij had geepeeld, natuurlijk verzweeg, toen waagde Hans het oolc- langzaam binnen te huppelen. JStflletjes zette hij zich, zooals zijn gewoonte was, op de stoelleuning achter dec rug van zijn baas, en daar hij uit alles kon opmaen dat diens toorn tegen hem alweer was rervlogen, riep hij geprikkeld door den reuk van het vleesch op vleienden toon : Kaatje, doe de deur toe!'' waarbij nogmaals een glinsterende dukaat uit zijn snavel ?wel ' »Dat zijn de potstukken, waar vader voor zijn dood"^ van heeft gesproken!'' riep de Trouw verheugd »hij heeft ze bepaald in den tuin begraven." Men behandelde Hans, die zoo vorstelijk voor zijn diner betaalde, met voorkomende oplettendheid en hield zelf een nauwkeurig, ofschoon vergeefsch onderzoek in den tuin. 'Hans fladderde vergenoegd op den schouder ran zijn baas en beet hem in het lelletje Tan zijn oor, en trok aan zijn haren; een te-eken, dat de vrede tusschen hen weer vol komen was hersteld. Voor het overige toonde hij zich echter zeer terughoudend en er ver liepen eenige dagen, eer hij weer met een foudvischje in den snavel verscheen. Hans on zich de kinderachtige pret van die menschen maar niet begrijpen, die ze tel lens aan den dag legden, wanneer hij zoo'n geel ding uit zijn schuilhoek te voorschijn bracht. Hemzelf was de vondst integendeel *eer ongelegen gekomen, want hij had regenTrormen gezocht, toen hij zijn kop in de iandbreede spleet tusschen den appelboom «n den vochtigen tutnmuur wrong en op een begin tot het einde uitstekend geslaagd en het'glanspunt van den avond. Bijzonder trof mij ook vooral hierin de voortreffelijke regeling der mise~en-scène, Op het niet te groote tooneel worden wond-jren van juistheid, nauwkeurigheid en natuurlijkheid verricht; met militaire stiptheid sluit alles in elkaar. De coupletten In den doof/tof' in het vierde bedrijf schenen mij wat tam en langdradig; ook die in het derde Bekivame spoed'' waren te veel volgens het oude recept vervaardigd. Van de vertolkers dient de heer Poolman (Lin deman) in de eerste plaats genoemd: hij is de ziel van het geheel, een aanvoerder geheel voor zijn taak berekend. Juffrouw Direkx (Amandine) speelt beschaafd en met gemak; fantasie en ori ginaliteit, de hoofdvereischte.n voor rc?;Mc-verto!k<TS, ontbreken haar wel een weinig. Juffrouw Bamberg behaalde in het vierde bedrijf veel bijval met de smaakvolle voordracht van de cavatine van den pa^e uit Les Huf/iienots. Do overige jonge dames blonken vooral door fraaie kostumen en opgewektheid uit. Van de heeren trad de heer Pil^er (agent Foezel) het meest op den voorgrond; zijn luimige vertolking werd terecht zeer gewaar deerd. Alleen in De Gehangene", den monologne van Mac-Nab, voldeed hij mij niet; de voordracht was niet pittig en hartig .genoeg, klonk te kunst matig en aangeleerd. Mac-Nab is de fameuze chansonnier van den Chat Noir, die in het begin van het vorige jaar in een Parijsch hospitaal overleed. Tot zijn meest beroemie chinsons behooren L'expulsion des prince*. L'enfunt et la rivièi'e, Le bal de Uhiitel de viile en Le pendu. De meesters in het genre zijn op het oogenblik X'inrof, Jules Jouy, Pierre Trini-iiuUat en Eugi-tie Lemercier, de laatste twee de leveranciers van Yvette Guilbort, de voortreffelijke dineu-ic, sinds eenigen tijd het troetelkind der Paryzenaars. De Guitensfreken ran Tijl Uilenspiegel, dat in hettheatre Tivoli vertoond wordt, is een echte Duitsche jtosse, vroolijk, gemoedelijk en goedlachse!). Op een eenvoudig publiek Week het zjjn uitwerking niet te missen. Vooral ile klassieke streken van Tijl, het toppen van de hoendervrouw en de honigdieven, vielen zoer in ddn smaak. De zeven tafereelen zijn niet alle even geestig en boeiend; door het inlasschen van coupletten en zangpotpourri's heeft men dit gebrek trachtten te verhelpen en gedeeltelijk verholpen. Vooral hert laatste gedeelte van het derde tafereel, eindigende met de orgie uit La vie Pairieienne maakte een goeden indruk. Da heer en mevrouw De Ja Mar gingen in op gewekt en goed verzorgd spel allen voor. Van de nieuwe leden van het gezelschap trok juffrouw Meltzer vai der Lucht de aandacht door de in nemende wijze waarop zij eenige coupletten zeide. Niet verzwegen mag worden dat hot op enkele oo*enblikken op het tooneel te huiselijk toe ging, met de regie te familiaar werd omgesprongen. De nieuwe operette va-n de heeran Prot gaat, 200 ik mij niet zeer bedrieg, een lange toekomst tegemoet. La, Faucette du 'lemplefOijéra-comique in drie bedrijven, van P. Burani en R. flumbert, muziek van AndréMessager, onder den meer anspreclienden titel De Zouaven ten tooneele ge bracht, vereenigt alles in zich wat het publiek, vooral tfbans, in d-en schouwburg verlang. Het is een prettig, gezond, «pgewekt vofcstuk, zooals de Franschen d*t wieten te schrijven. Ken -eenvoudige liefdesgeschiedenis, afgebroken dner het in de loting vallen dar minnaars, weder aangeknoopt als deze in Algeriëhun vaderland trouw en dapper hebben gediend, vormt de kern der handeling. DJ heldenfeiten der mannen, de avonturen der meisjes de j mgste, Thércse, i-s een zangeres v-an naam geworden , hun ?wederzien onder da Arabieren, die zich van beiden hebben mee&ter gemaakt, hun pogingen tot ont vluchten, ten slotte het gelukken daarvan, zijn in tal van nu eens komische, dan wat ernstiger ot dramatische tooneelen behandeld. Vooral de soldateske gedeelten, de uitbarstingen van helden moed en vaderlandsliefde, vielen zeer in den smaak en zullen dat doen. zakje vol van die glinsterende dingen stiet. In zijn overmoed strooide hij een deel van den schat in den tuin rond en toen hij op zekeren dag weer de plek opzocht, waar het zakje met de ducateu zat, stiet een der kinderen een jubelkreet uit en bevrijdde den schat uit zijn vochtigen schuilhoek. Een daarbij gevoegd document verdreef allen twijfel aan de juistheid van hun vermoeden, dat dit geld de nalatenschap van den over leden schoonvader was. Nu was de nood voorbij en tevredenheid en welstand keerden spoedig in het gezin terug. En Hans? Ik moest eigenlijk mijne geschiedenis hiermede besluiten, dat ik Hans een hoogen ouderdom liet bereiken, bemind en geëerd door allen die hem kenden. Ik weet, dat ik mijne lezeressen daarmee liet meeste genoegen zou doen, doch als natu ralist moet ik mij strikt aan de waarheid houden en zoodoende ben ik genoodzaakt te vertellen, dat Hans op zekeren dag in de regenton viel. Kr was niemand in de nabijheid en daar hij er alleen niet kon uitkomen, hielp zijn hulpgeroep »D'ruit, rottekop!" hem ook niemendal, zoodat hij jam merlijk verdronk. Zijn lijk werd in het meelwormenbakje gelegd en de meel wormen vergolden getrouwelijk aan hem, wat hij jegens hun voorvaderen had gezondigd. Zij knaagden hem tot het laatste vezeltje op en alleen het skelet van zijn kop bawaarde de vrouw als aandenken in het laadje van de linnenkast. En Mies? Zij was groot en stevig en vet geworden en toen zij zich op zekeren dag op den drempel der huisdeur in het zonnetje te koesteren lag, namen de jongens van den schrijnwerker haar gevangen en 's Zondags daarop prijkte zij als malsche gebraden haas in het menu dier kannibalen. De mirziek van AndréMesdager zijn laatste werk, La Basoche, behaalde, zooals men zich misschien herinnert, eenige maanden geleden in de Opéra Comique veel succes is, met zijn volle en klinkende orchestratie, vooral voor de uitgebreide volks-en militaire tooneelen, uitstekend berekend. Van de kleinere nummers trokken in bet eerste bedrijf bat rondeau van Saint-Angénor, den ex-operazanger, in het tweede het lied van Thérèse, in het derde de coupletten van Joseph,, De slaapmuts van don generail" en hot kameeldrijverslied de aandacht. Tor het groote succes droegen decoratief en mise-en scène het hunne bij. Da Temple-b\mrt van het jaar 1810 met de kostumen van het tij-ipwk in het eerste bedrijt' leverde een uiterst pittoresk geheel op. Voor de laatste twee, den borgpas van Chareb en een plein in Mascara, hebben de beeren Prot nieuwe doeken geschilderd, die met luid applaus begroet en bewonderd werden. liet geheel marcheerde, als altijd, voortreffelijk. In het aankleeden van oporetten zijn de hoeren Prot mees ters; door zich steeds tot hetzelfde genre te be palen, hebben zij hierin nimmer falende onder vinding en autoriteit verkregen. Van de vertolkers zou ik mevrouw vin Wes terhoven (Zélie) en den heer Kreeft (Sa,int-Angénor) de voorkeur willen geven, de heeron Kelly (Joseph) en Kiehl (Trécourt) echter onmid.lellijk na hen willen noemen. Het viertal gaf den korni schen gedeelten licht en leven, kleur en glosd. Origineel, moesleepind, keurig spel en sameaspsl deden zij ons bewonderen. De ernstiger partijen wisten juffrouw Terhoeven (Thérèn<1) en de hoeren van Uiein (Pierre) en Pooas (Bjn-AiirnaJ) grooten deels tot hun recht te brengen. Dj eerste zong : met soiiak en overtuiging; hair spjlkvn en miet echter winnen; vooral ain bevalligheid en afgerondheid van standen en gebaren wijde zij haar bijzondere aandacht. DJ heer Poons was in spel | en zang beide zeer gelukkig. DJ soms minder ge makkelijke koren en ensembles liepen flink van stapel. H. J. M. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Vrau, M/wicit miaikt zich gereed hare gaven weer over ons uit te storten. DJ kwantiteit zal evenals het vorige jair wel niets te wenschen overlaten, wanneer uu maar do kwaliteit eveneens reden tot tevredenheid geelt, dan zal mijne taak dezen winter eene zeer aingename zijn. Kr zijn teekenen die op veel goels wijzen. Het Concertgebouw is na groote inspanning weer voor eenigen tijd behouden, hetgeen voorzeker allen vereerders van degelijke ernstige muziek groot genoegen zal doen. Oi>k de vereenigingen die zich het uitvoeren van oratorisch-e werken en die voor kamermuziek ten doel stellen, zullen ons ongetwijfeld veel schoons doon hooreo, terwijl weer drie oporagezelschappen afwisselend in den Parkschouwburg en hec Paleis voor Volksvlijt zullen l optreden. j Hot orkest van het Paleis voor Volksvlijt zal [ thans gelegenheid hebben zich voor de operavoorstellingen beter voor te bereid-en, daar do Duitsche Opera alhier zal gevestigd zij a en de j heer Mertens van de Erausche Opera bet zeker (tit hopen wij althans) niet op eene urkos'rep'Jtuiu j zonder solisten zal laten aankomen. Op de uit voeringen van Cltarlotte Curday heeft dit orkest getoond, wat het bij ernstige studie vermag. j Bet zou niet misplaatst zijn eenige oogenbiikken l stil te staan bij het onderwerp: samenstelling van programma's voor concerten; doch hiervoor zou ik te -veel ruimte noodig hebbeVi. Ik wil er mij dus toe bepalen de hoop uit te spreken, dat op de zoogenaamde solistenconcerten een ruimere plaats aan werken voor kamermuziek en liederen zal worden ingeruimd, en dat er eenige rekening zal gehouden worden met historische volgorde en onderling verband. Met vreugde constateer ik, dat de heer Chr. Timmner weer zijne oude plaats als concertmeester in hot orkest van het Concertgebouw heeft inge nomen; eene plaats die hij zoo schitterend vervuld heeft en die in den laatsten tijd eigenlijk on bezet was. Müt groote sympathie bozleld voor al het goede dat weer geboden zal wonVen (onverschillig van welke vereeniging of welken kring) hoop ik de lezers van het Weekblad weer geregeld op de hoogte te houden van hetgeen er geprassteerd zal worden DJ Ned. Opera heeft hare deuren reeds geopend. Ook bij deze vereeniging kan op een heucbelijk feit gewezen worden en wel: de a. s. opvoering van de pas voltooide oorspronkelijk Nederlandsche Opera l<'lons V van onzen begaafden en vruchtbaren landgenoot Richard Hol. De eerste voorstellingen van bet saizoen zijn noch voor den verslagggver noch voor het publiek de belangwekkendsten. Het zijn dan de debutanten die aan het publiek worden voorgesteld; dus is mijne taak niet zoo gemakkelijk of aangenaam, te ! meer nu allen die voor het eerst optraden ook ! blijkbaar voor het eerst op de planken zich bei vonden. Afgescheiden van de plankenkoorts, die velen zeer belemmert, heeft men dan (zooals nu ook weer is gebleken) meestal te doen met zangers of zangeressen die wel stem bezitten, sommige zelfs i schuone stemmen, doch in de eersto plaats beI hoefte hebben aan het onderwijs van een zeer i degelijk zangonderwijzcr, terwijl het bezoeken van eene tooneeiscbool mede onontbeerlijk moet g-eacht worden. Het is moeielijk (ik weet bet) alles te eischen, daar de dramatische klasse aan het con servatorium nog te kort bestaat om reeds geoefende operazangers te hebben kunnen vormen. De heer De Ciroot richt dan ook den blik bij voorkeur naar België. Twee debutanten, Mej. Jeanne van Berghe en de heer W. Cornelissen zijn Nederlanders, doch de overigen, n.l. de H.II. Deville, i'lorissen, Thyssen, spreken Vlaamsen of Limburgsch. Zij moeten allen, zooals ik reeds deed uitkomen, nog ernstig ter scbole gaan en dus hoop ik dat het in de toe komst zal blijken dat de directie in hare keuze een goeden blik heeft gehad; iets wat nu nog on mogelijk voorspeld kan worden. De heer en mevr. Albers hebben deze O pera verlaten, wat zeker allen bezoekers leed zal doen, doch met vreugde zal men den terugkeer van den heer en mevr. Orelio begroet hebben. Wel TOS er een tijd dat de heeren Albers en Orelio naast en met elkander optraden. Ieder zal zich herin neren hoe voortreffelyk toen de baritonpartijen bezet waren, daar ze elkaar op de gelukkigste wijze vervingen en ook aanvulden. Het talent van den heer Albers was bij uitstek heroïsch, terwijl do heer Orelio vooral in het lyrische uitmuntte. Toen de heer Orelio dan ook voor het vorige saizoen vertrok, moest de heer Albers dit emplooi geheel alleen dragen, daar de heer Vennema ge heel ongeschikt was voor groote partijen. Nu vrees ik, dat ditzelfde in den eersten tijd den heer Orelio te wachten staat, daar de heer Florissen, hoewel schoone stemmiddelen bezittende, nog te weinig geroutineerd en geoefend is. Daaraan is nu eenmaal niets te veraodjrcn; doch ik heb dit niet willen verzwijgen, ten einde het publiek wat geduld te verzoeken en de nieuwe zangers en zangeressen op denernstigen plicht te wijzen die op hen rust om niet alleen (zooals het bij operagezelschappen gewoonlijk gaat) zich hunne partijen op het gehoor bij de piano te laten instampen, doch ook tevens aan de ontwikkeling van hunne stem te arbeiden. De hoeren Pauwels en Arnoldi z'jn ons gebleven en met verfriscbte stemmiddelen teruggekeerd. Met groot genoegen hoonle ik de heeren Orelio en Pauwels in Wdlem Teil en den heer Arnoldi in dezelfde opera, doch vooral ook als Mephisto in ^aust. Mevr. Direkx?van den Weghe heeft dezelfde gebreken van het vorige j lar (ik zou zoggen in verhoogde rnite) medegebracht. Het spijt mij dat deze dame, die schoone stemmiddelen bezit, als Margaretha in Faust zoo in alle opzichten onvol doende was. Moge zij dezen indruk spoedig wegnemen. Het emplooi van eerste dramatische zangeres is waarlijk een der meest gewichtige. Mej. Erléis eveneens geblevon en heeft voor uitgang in duidelijkheid van uitspraak getoond. Voor onze schooae taal spjt heit mij dat het Vlaamsche element weer versterkt is, om reden dat de debutanten alles behalve zuiver spraken. Dit verwondert mij eenigszins, omdat het bij de voorstellingen van C/iarlotte Corday gebleken is dat de Vlaamsche tooneelspelers groote studie van en groote vorderingen in zuivere uitspraak ge maakt hebben, bij vroeger vergeleken. Deze opmerkingen moesten mij van het hart, alvorens ik t >t geregelde verslagen van de opera overga. Ik twijfel niet of de directie en de zan geressen en zangers zullen mijne opmerking in overweging willen nemen, daar zij zich. overtuigd kunnen houden dat ik deze nationale instelling de warmste belangstelling toedraag; doch om die zelfde roden zon bet verkeerd zijn, thans, nu de eerste perioJc doorworsteld is, te verbloemen wat er te doen overblijft Ik roep allen het welkom toe en twijfel niet of ieder zal zijne krachten inspamen om datgene te bereiken, wat bereikt moet en ook kan worden. VAN MILLIGEN. GIACOMO MEYKB.BEER. Jiij yeleyetilteid run zijn honderdjarig juliil (f) September). Volgens vele lexicographen, is het thans li.nuljrd jaar geleden, dat Meyerbeer geboren \V'.;rxl Dit fait is echter vaak weersproken, met de bewering dat hij in 17!)i geboren moet zijn, terwijl als reden van die vergissing wordt opge geven, dat in eene recensie van een concert, waarin de knaap Me-yerbeer als pianist optrad, den l l;n Ostober 18l):J, zijn leeftijd abusievehjk als tien opgegeven is, terwijl hij eerst ze ven jaren telde. Hoe bot zij, do moeste bladen wijden thans kortere ot' langere artikelen aan dezen componist, terwijl de verschillende uuters zich gereed maken door de opvoering van enkele zijner opera's den dag to herdenken; dus mag ook het Weekblad niet achterblijven in de waardeering van een man, die, boe men ook thans over sommige van zijne werken moge denken, in zijn tijd een hervormer en voor de ontwikkeling van de dramatiek van onbe rekenbaar nut is geweest. Mijn bestek laat niet toe in het licht te stel len, hoe de verhouding van Wagner tot Meyerbeer was en werd; dat is trouwens voldoende bekend. Ik bepaal er mij dus toe, een blik te slaan in zijne jeugd en ontwikkelingsperiode daar het tijdperk van zijn roam eveneens algemeen bekend is. Heeds op twaalfjarigen leeftijd componeerde hij ijverig, zonder ooit onderwijs in de harmonieleer te hebben genoten, terwijl hij als een jonge knaap het in klavierspel op eene groote hoogte had gebracht; zoodat Clemsnti (die nooit meer onderwijs wilde geven) hem tot leerling aannam. Meyerboer heette eigenlijk Jacob-Beer, terwijl hij twee broeders bad waarvan de een, Willem Beer, een groot astronoom en de ander. MiehelBeer, een bekend dichter werd. Zijn oom Meyer liet hem veel geld na, op voorwaarde dat hij zich Meyer boer zou noemen, terwijl hij later in Italiëver toevende zijn voornaam in Giacomo veranderde. De kapelmeester der Berlijusche Opera Bernard Anselmus Weber, die zijne compositiën zag, nam hem als leerling aan. Weber, oen leerling van den bekenden abt Vogler, wist hem in de studie van dramatischen stijl, vormleer en instrumentatie degelijk te onderwijzen, doch was zelf zwak inde leer van het contrapunt en de f'uga, zoodat toen Weber een fuga van Meyerbeor naar Vogler zond, deze na eenigen tijd een groot pakket zond, n.l. Vogler's Syxtem fiir dem Fiujenbau als Kinleituny zw hitrmoniselien G-caangi'erbindungslehre, bene vens die Fui/c des Schuiers (ifeyorbeers Fuge) en die Fiii/e des Meinters, (eene f'uga op hetzelfde onderwerp van Vogler). Dit werk zag na Vogler's dood het licht bij Amlréte Oifenbach. Meyerbeer zag nu eerst wat hem ontbrak, hij zond kort daarop eene an dere fuga naar Vogler en werd toen door hem als leerling aangenomen. Na twee jaren te Darmstadt bij Vogler gestu deerd te hebben, ondernam hij met zijne leerlin gen (o.a. Gansbacher en Carl Maria Weber) reizen door Duitschland. Voor zijn vertrek werd Meyerbeer door den Groothertog tot Ilofcomponist benoemd naar aanleiding van de opvoering in de Kon. Opera van zijn oratorium: Gott mid die op den 8en Mei 1811,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl