Historisch Archief 1877-1940
Ho. 742
BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERftAND.
Een jaar later werd zijn eerste opera: Jephta's
Toehter, te Müncben opgevoerd, gevolgd door
Abimelech, oder Wtrth und Gast (Les deux califes)
iii het Hoftheater te Weenen opgevoerd (18J3).
Terzelfder tijd hoorde hij Hummel's klavierspel,
wsarvan hij zoo onder den indruk was, dat hij
lcb zes maanden lang afzonderde, ten einde zich
Hummel's speelwgze eigen te maker.
Toen hij daarna als solist optrad, behaalde hij
een buitengewoon succes, zoodat Moscheles, die
iem hoorde, verklaarde, dat hij zich met de
grootste virtuozen kon meten. In dien tijd beving
hem echter de (door niets gemotiveerde) vrees
dat de klavier-virtuozen zich op onrechtmatige
wjjze van zijne klavier-compositiën zouden meester
maken. Hij wilde ze daarom niet uitgeven en
speelde ook niet meer in het openbaar. Daardoor
zyn tal van werken in manuscript verloren ge
gaan, althans (zoover ik weet) nog niet terug
gevonden.
Thans begint de tweede periode van Meyerbeer's
ontwikkeling. Op raad van Salieri begaf hij zich
naar Italië, ten einde de Italiaansche school te
beatudeeren, waarmede hij zich nog in het geheel
niet had beziggehouden. De kennismaking met
Rossini's werken gaf dadelijk eene andere richting
Aan zyne compositiën. Eenige Italiaansche opera's
van zgn hand, aldaar opgevoerd, verbreidden zijn
roem in Italiëen Duitschland. De volgende werken
vond ik vermeld : Romilda e Constanza den 19en
Juli 1813 te Parijs opgevoerd; Semiramide
reconosciuta (Turin 1819), Emma di Le bun/o (181!)
te Venetië) in het Duitsch vertaald onder den
titel: Emma.von Leicester (groot succes),
Margliefita d'Anjoti (1820 te Milaan). L'esule di (franata
(1822 te Milaan), Almanzor (wegens ziekte niet
voltooid), er: Das Branderburgerthor (te Berlin
voltooid, doch nooit opgevoerd).
Hiermede kan de tweede periode als afgesloten
beschouwd worden.
Te Venetiëen niet te Triest, (zie Fétis) zooals
vaak is vermeld, werd zijne opira: Crociato (Die
Kreuzfahrer} opgevoerd. Deze opera werd met
groot succes opgevoerd, terwijl zij te Parijs slechts
matig voldeed.
Het verblijf te Parijs openbaarde den componist
echter wat hij reeds zoolang zocht. Thans begreep
h(j dat zijn talent hem riep, de vormen van de
Fransche opera te hervormen en volkomen te
maken.
Hoe hij dit gedaan heeft, behoef ik niet in her
innering te roepen, want al staan alle opera's
lang niet op gelijke hoogte, zoo zullen toch zijne
groote opera's: Bobert Ie JJiable (1831). Les
Huguenots (1836), Le Prophete (184!)), L'Eloile
du Nord (1854), waarin zes nmmmers voorkomen
uit een vroeger werk Le Camp de Silésie, Le
Pardon de Ploërmel (185!») en L'A/ricainc, na
Meyerbeer's dood eerst opgevoerd, niet zoo licht
van het repertoire verdwijnen.
Doch ik behoef niemand de heerlijke scène uit
de vierde acte van Les Huguenots in herinnering
te brengen,noch zoovele andere grootsdie momenten.
Den 2 Mei 18S4 stierf deze vruchtbare en be
gaafde componist te Parijs.
Natuurlijk wil men thans in Duitschland en
Frankrijk ter herinnering aan dezen meester
enkele van zijne opera's met buitengewone pracht
andermaal ten tooneele voeren.
De thans nog in functie zijnde directeuren van
de Parijsche Opera hadden het denkbeeld opgevat
de beroemde zangeres Pauline Viardot uit te
noodigen, de rol van Isabelle in Roliert Ie Diable
op zich te nemen. Dit heeft den geestigen en
guitigen medewerker van den Figaro
AlbcrtMilland aanleiding gegeven tot eene fantastische
beschrijving, hoe de eerste repetitie is afgeloopen
yoor deze voorstelling, die op 23 Sopt. is vastge
steld. In het kort wil ik deze fantasie mededeelen
en hiermede tevens dit opstel besluiten.
De nog in functie zijnde directeuren van de
Groote Opera, de heeren Ritt en Gailhard, heb
ben het lumineuse denkbeeld opgevat, alle nog in
leven zijnde artisten uit te noodigen die eenmaal
rollen in Meyerbeer's Opera's gecreëerd hebben.
Zoo hebben beide heeren zich gehaast mevr.
Pauline Viardot en den ruim tachtigjarigen en
beroemden tenor Duprez uit te noodigen, de
rollen van Isabelle en.Robert te vervullen.
Gister zijn de twee eminente artisten op de
repetitie verschenen, vergezeld van hunne kinderen.
kleinkinderen en achterkleinkinderen. Allen ween
den van aandoening.
De heer Duprez, aan den eenen kant gesteund
door den heer Gailhard en aan den anderen kant
door een stevigen wandelstok, heeft het beroemde
duo ingezet:
Vois donc ces attraits, ces charmes,
Qii'un rival devait posséder.
Daarop haalde hij uit gewoonte zijn snuifdoos
uit en vroeg aan mevrouw Viardot:
Kan ik u ook dienen? Ik kan er niet langer t
dan twee minuten buiten, antwoordde mevr.Viardot, j
waarop zij vervolgde:
Robert, Robert, toi, (jue j'aimo, ...
(een snuifje nemende)
Grace, Graco, p ur toi nu" m e'. ;
Je suis a tes genoux.
Grootmama kan onmogelijk knielen, zcidc haar
kleinzoon.
Ge hebt gelijk, zeide Mevr. Yiardot, breng mij ;
een fauteuil. '
Mij ook, zeide de lieer Duprez.
Thans werd het duo ten einde gebracht.
Robert, toi que j'aime
(een snuifje)
Grace ponr toi rnême.
(nog een snuifje')
Et grace .. gra . . a .. a . . ce . . e pour moi.
Toen violen zij tot groote ergenis van Mevr.
Viardot's nakomelingen in elkanders armen.
Ook de repatitie van het ballet slaagde goed.
Men heeft hiervoor de moeders en grootmoeders
van de tegenwoordige danseressen gevonden, dio
toenmaals aan de opsra verbonden waren.
De ronde infernale marcheerde zeer goed. OP ge- j
lukkig heeft de dame, die Helene zou voorstellen, i
Robert in plaats van den palmtak haar karbies ,
in de hand gedrukt, Mr. Dunrez is verdwenen. ;
de karbies op tragische wijze boven het hoofd
zwaaiende. Toen zijn de dames in hun graf terug
gekeerd, waar zij eigenlijk reeds met een voet in i
stonden. i
Wij hebben niet kunnen r.ntdokken, wie do rel
van Raimbaud heeft gespeeld, daar deze bra\c |
grijsaard een groene kap voor de oogen droeg.
Dit deed schade aan het dramatische tffect en
aan de acoustiek.
De heer Gailhard zal nu met de Orient-Express
naar Weenen vertrekken, om te zien of de dan
seressen Grisi en Cerrito nog leven, daar hij van
de dame met de karbies niets meer weten wil.
Dit honderdjarig jubilédoor honderdjarigen ge
speeld zal poque maken in de annalen van de
Académie Nationale. De wacht van de munici
pale garde van het theater zal door de oudste
invaliden worden waargenomen. De man met den
zilveren neus zal aan de kas geplaatst worden,
terwijl het borstbeeld van den president Carnot in
de foyer zal vervangen worden door dat van Louis
Philippe. v. M.
TENTOONSTELLING VAN DE HOLLANDSCHE
TEEKEN MAATSCH APPIJ
EN VAX UK
NEDERLANDSCHE ETSCLUC TE 's HAGE.
De Hollandsche Teekenmaatschappij wordt oud!
De Hollandsche teekenmaatschappij, die zulk een
goeden naam had, omdat hare jaarlijksche ten
toonstellingen een evenement in de kunstenaars
wereld plachten te zijn, en wier oprichting nu
zestien jaar geleden noodzakelijk was, omdat ar
tisten als Israëls, Bosboom, Mauve en de Marissen
een eigen expositie wilden vormen, waar zij zich
in al hun kracht konden laten zien. Deze maat
schappij heeft haar voornaam karakter gaandeweg
volkomen verloren en hare tentoonstellingen zijn
afgedaald tot het zeer gewone peil der meeste
cxpositie's. Zelfs kunnen wij wel zeggen dat zij
nu minder goed is dan de gewone voorjaarsten
toonstelling in Arti, en wel, ten eerste, omdat
daar de ingezonden tet-kemngen over meer zalen
verdeeld worden en er niet zooals in Den Haag
meer dan honderd nummers in een kleine zaal
geëtaleerd worden, en dan, omdat we daar ge
lukkig tot nog toe verschoond bleven van de
prenten der Italianen en van de kunstlooze
dingen van een Emile Wauters. Welke begrippen
van aigemeene rnenschenlief'Je maakten zich mees
ter van de eens zoo exclusieve oprichters der
maatschappij!
Werp eens een blik op die lange lijst van namen
der tegenwoordige eereleden, die we voor in den
catalogus vinden. Seit umschlungen, Millionen"
schijnen de juryleden geroepen te hebben en het
aantal der exposanten werd door deze gastvrijheid
zóó groot, dat thans de beste Hollandsche kunst
geheel uit deze kleine zaal verdrongen wordt.
Nu zien wij geen iniddenvakken meer, waar Maris
en Bosboom, Israöls en Weisseubrueh tronen. Het
geheel is een bonte mengeling, waarin zich maar
een stuk of zes teekeningen bizonder onderscheiden.
En hoe rijmt zich met deze groote toegevendheid
der genoemde jury het feit dat het vorïgojaar de
besten der jongere kunstenaars gedeballoteerd
werden V De artisten waarmede de oprichters zich
nu hier omgeven, vormen al een zeer twijfelachtige
eerewachr, en de teekcnmaatschappij zal geen
goede tentoonstelling meer kunnen tot stand bren
gen wanneer zij niet over meer plaatsruimte te
beschikken heeft, zoodat men de lamineren weer
van de bokken kan scheiden.
Zou de herder van Jozef Israöls niet blonder en
inniger worden tusschen ander werk en de blanke
Weissenbruch ook ?
Bosboom alleen vermag niet benadeeld te wor
den door zijn onartistieko omgeving. Statig rijzen
zijn kerken omhoog, groot in hun plechtigen een
voud. De kleurdrukkcn van Acehini en Joiis, van
Cipriani en Pecqiiereau, hoe belachelijk, hoe ver
bazend burgerlijk worden ze naast deze nobele
kunst, er is een majesteit in dit werk dat het
verheft boven zijn geheeie omgeving. Onder het
weinige dat mij na het noemen van Bosboom's
kerken nog de bespreking waard schijnt, behooren
Voerman's teekeningen en daaronder vooral de
kleinste van paarden in do wei. Mooi staat het
witte diei' in het bloemige gras; de dan,v ligt
over 't veld, huizen en een torentje, even in de
verte, alles délikaat, maar vast van toon. En hoe
komt liauer met zijn mystieke kathedraal van
Straatsburg hier verzeild tusschen do woelige bui
tenlanders V
Deze teekening was het vorig najaar in ilc ten
toonstelling der Etsclnb geëxposeerd. Bauer's op
treden was toon een blijde verrassing en zijn groote
inzending in Pulchri, waar de Etsclub nu haar
v ij f;le expositie geopend heeft, is nog veel belang
rijker dan dio we toen in Arti van hem vonden.
Ook is bet prettig te constateeren dat deze jonge
artist wel schijnt te zullen houden wat bij ons bij
zijn debuut beloofde.
Zijn teekening van den Straatsburger Dom
schijnt na eenigzins weifelend en onvast bij zijn
laatste werk vergeleken ; want daaronder zijn
merkwaardig mooie. We zullen nu maar liever
de teektnmaatschappij verder met rust laten en
bij de exporitie der E/.sc!ub stilstaan die dit jaar
bizonder goed i«. Zooals gewoonlijk werden
bizondere artisten uit het buitenland uitgenoodigd om
in te zenden en verder exposeerden een twaalf
tal leden der club. Do zaal van I'uirhri eigent
zich uitstekend voor zulk een tentoonstel!!:!;.?.
Het is een verademing, wanneer men uit de
'feeken academie hier binnen deze nistiuro muren
komt. De etsen, stcendnikkon en teekoningen mot
wit en zwart handen niet te dicht bij elkander;
allen zijn ovengoed te zien, er is misschien maar
een punt van o\ereenkom.-t tussrben de beide ten
toonstellingen : dat zoowel hier als ginder de
tcekoningcn van liosboom de nobelste en
voornaam-.te van allen zijn. Verder is hier. zooaU ik
reeds zeid<\ IJ uu-r met een rijkdom van
(oc!:er.ingen. IHliographicPii en etsen voor der, dag in
komen, die ons verbaasd doet staan. Ook onder
zijn etsen zijn '-r, die weer veel vaster on energie
ker gedaan zijn, dan die wij in Amsterdam van
hem zagen; de hjuon zijn stelliger en minder
wiM neergc.M'hrovoi!. Kr is een groote bekoring in
znlkeentah ut,dat aan geen ander terugdoet dei,ke;i.
liinor be/if een zeer oorspronkelijken geest ; bij
heeft een eonijr-itietaleiit en een gevoel voor
lijnbeweging, die niets geineen hebben met de ernstige
l!ol!aud>ehe schoo', want er gaat een
luchtbartigbeid, een soort \an bevallige zwieriglioid van uit,
die hof (lollaniWic karakter ten eeneninale vreemd
zijn. GOD n wonder dan ook. dat .iuer voortgaat
zijn onderwerpen in liet v,eclleri.re Oosten te zoe
ken, waar de gowclhle ko>[ ob.lal.cn. do tentc-nc;.
golvende gewaden, Lem zijn groot-geziene
lijnfantazieën inspireeren. Ook Jac. van Looy exposeert
hier goed met een teekening van een straat niet
vlaggen, en een impressie van huizen staande tegen
een brok kerk. Van Jan Veth vinden we behalve
een droomerig meisjesgezicht, eenige der meest
karakteristieke portretten uit het Weekblad. De
zwervers in de duinen van Toorop is een teeke
ning vol van de grillige aantrekkelijkheden die
het werk van dezen artiest kenschetsen. Verlaten
hongerige menschen en kinderen op een hoog duin
tegen eejn zwaarmoedige lucht, onder hen het
kerkhof en op den voorgrond veel planten en
struiken, geteekend alsof het een Japansch
mozaÏL-kwerk is. Zoo ook zijn In het geschemcr" de
twee figuren op de bank omgeven door een my
sterieus landschap. De kleinere teekeningen van
Toorop herinneren mij aan sommige houtsneden
van Burne Jones ik zou wel eens houtsuesJen
van Toorop willen zien. Ik stel me voor, dat die
bijzonder goed zouden kunnen zijn. De kervende
manier waarop hij soms zijn materiaal gebruikt,
geeft mij den indruk dat deze zoeker nog niet de
stof gevonden heeft, waarin hij zich wellicht het
beste zou uitspreken.
Onder het werk der vreemdelingen komt dat
van Max Klinger mij het merkwaardigste voor.
Zijn etsen hebbon geen bekoring van kleur, ook
is er geen charm'e in de wijze van het gedaan zijn;
met zeer strakken ernst werden de weloverwogen
lijnen naast elkander gezet. Verscheidene van de
bier geëxposeerde etsen hebben het karakter van
titelbladen, mot deftig ornemcnticke figuren zijn
de randen en hoeken veelal opgevuld, eene
ornementiek dien we bewonderen om haren rijkdom,
om ('e geleerdheid, waarmee zij opgebouwd werd.
Zijn ets mère et enfant" is in mijn oog een
groot kunstwerk, waar veel over te zeggen zou
zijn, er is in de strenge kalmte van dio
doodliggendj moeder iets monumentaals, dat we niet
meer vergeten kunnen. We hebben later den in
druk alsof wij voor een groot beeldhouwwerk ge
staan hebben. Toch is er iets in die strakke stellig
heid van Klinger's lijnen dat me pijnlijk aandoet.
Maar ik zal niet verder in bijzonderheden over
deze zoo hoogst belangrijke tentoonstelling treden.
Ik wilde er alleen de aandacht op vestigen dat
zij geopend is; een uitvoeriger beopreking is zij
stellig overwaard.
I) i,
AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST.
Op het oogenblik is er in den Haag vrij wat
kunst te zien.
Tot den 15 Ion blijft in het gebouw van de
Teekenaca lemie de zestiende Tentoonstelling van
de Hollandsche Teekenmaatschappij geopend, die
bare belangrijkheid vooral ontleent aan een zes
tal teekeningen vau Bosboom, waaronder zeer
voorname, een zeldzaam komplete vol tonige
watervorfieekening b. v. van de kerk te Haren, waarin
men heel dien grooten moester vindt, en aan oen
prachtig tij:,c aijnarel van Joztf' Israëls. een her
dersknaap niet een superbe wemeiing vau
suizelendeu buitontoon om den grooten wilg heen
waaronder hij te droomen staat. De oudsten houden
hier iict bast Ue eer op van het tegenwoordig al
te gemengde gezelschap.
Eveneens tot den vijftienden is de eerste ten
toonstelling van de Ilaagsche Kunstkring op den
hoek vau liet Buitenhof nog te zien.
in de smakelijke zaal van Pulchri oper.de de
Nederlandsche Etsclub Dinsdag hare vijfde jaar
lijksche zwart- on wit-tentoonstelling die slechts
deze maand uit blijft. Van de vier-en- twintig
wer..endc leden der verceniging stellen er twaalf'
ton toon, eenige van de besten worden gemist.
Deze expositie wordt eveneens opgeluisterd door
zeer mouie teekeningen van Bosboom Ais vreemde
jjenoodigden riguroeren dit jaar: Bracquemond,
de zeer gereputeerde voorzitter van de Parijsche
Pointrc-Graveurs, bij welke ook verscheidene loden
vau de Nederlandsehe Club reeds uitgenoo.ligd
werden, verder de Parijz,:naars Fobx lï.ihof,
Mary Uassatt, de begaafde leerlinge van Dega<
met gravures in kleur. Fantin Lafour l met
lithograliëi') en Honri Guórard, Ad Menzel (c
Herlijn, (Jjuadrelli te Milaan en Max Klinger. de naar
Rome uitgeweken Duitsche plaatsnijder, de
ongemoono f'-Uitast, die ee^t in den laatsten tijd
in Duitschland meer geëerd wordt en nu juist op
de tentoonstelling in het artistiek vrij geavan
ceerde Müiichen een eerste gotvlen medaille kreeg.
Zijn bijdrage tot deze expositie is van liet belang
rijkste van do verzameling. Nog is er ook werk
van de iicide verleden jaar gestorven artintcn
Stanü' r liern, den geestverwant van Klinger. en
Charles Keene, den bekenden Puiich-teckenaar.
I!ij den boor Terstoegh oji de Plaats is een
heel mooi werk van Mitthijs Maris (c zien : een
meisje dat aan hot spinnewiel zir, ge.-childer»! te
Parij* in 1,S7.'S. een paar jaar vroeger di^ dan het
in Arti eenmaal g< exposeerde teergetinto mei-je
met den vl:ndor. Het is een boeiend schilderij uit
den overgangstijd van Maris. niet prachtige din
gen vooral in bet nobele kopje en den
spookje>a;'b'igen achtergrond, en begrijpelijker u!s
goliee! dan de nog meer bereikte schilderijen die hij
tegenwoordig maakt. Of hot eens in Holland blijven
mocht! Want dit hoorde nu hier in een nui .outii.
lij den heer Van Wi-solingh vindt men o.a. twee
ui'stekcndc stadsgezichten van Jacub Maris.
Op hot Mauritshnis kan men do vier schilde
rijen zien dio de Hertog van \Vestrninster a.vi
hè'; liaagsehe Kabinet geieend beeft. O! het
Mansportret van Kembrandt rnuoi is, valt nioeielijk
ie zeggen, omdat er door leeiijke
overM'liiideii;;gen van het origineel tamelijk weinig te zien i.-:
het Kopje van di; vrouw wat in beter staat bioil',
i.- rijp en ii.j.i van k!our en >eh;l,iering. het
jongen.- portretje is niet bizuiulcr Ireti'jm). Maar
hei bhiiide schilderijtje van Putter is wel een van
de allerbeste ve i'tbrengssen vuu liet \v.e,;.ierHjke
se'iorp teere talent van dien eerbiedwaardige; ,
bewonderenswaardige boekje verschillen. De t
ning wordt voller, met me«r zwart, eu de kleur
dunner, naar een ander grondidee aangebracht.
De Heer E. J. van Wisselingh, de Haagscb»
kunstkooper van zoo fijnen smaak, gaat binnen
kort naar Londen, en zijn liaagsehe zaak wordt
dan opgeheven. Intusschen wordt met Januari a. s.
in de Kalverstraat bij den Heiligenweg te Am
sterdam een nieuw magazijn onder de firma vaa
Wisselingh & Co. geopend, waarvan de Heer vax
Wisselingh geheel de man blijft.
De eerste medailles van de Münchener tentoon
stelling zijn: Joan Boldini de Parijsche portret
schilder, Ludwig Ile-tterich te München, Max
Klinger, de Duitsche graveur en schilder die te
Rome woont, do Deen Kroyer, Ad. Ie Majeur te
Brussel, Max Liebermann do chef d'école van de
nieuwere Duitschers, die te Berlijn woont, A.
Melville te Londen,de knap'peLondensche portretschilder
Orchardson, Eilif Petersen en Otto Sinding, bekten
te Christiania, en JoséViliegas te Rome. Dat
geen enkele Hollander een eerste medaille kreeg
is zoo vreemd niet, omdat aan de besten der onze»
die onderscheiding reeds vroeger te Münchea
gegeven werd.
Een van de respectabelste persoonlijkheden v»»
de oudere academieschgezinde groep der Eransche
schilders, Elie Delaunay, is verloden Zaterdag,
drie-en-zestig jaar oud, plotseling overleden,
Delaunay had zich altijd weten te houden buiten
het administratieve kunst-autoriteiten-gtknoei waar
in Erankrijk de meeste notabele oudere schilders
zoozeer in verzeild zijn, terwijl er in zijn ernstig,
wilskrachtig, schier nijpend geserreerd werk niet»
was om aan don tammen smaak van de massa
te behagen. Hij laat een serie meestal wat
ijaerachtige..maar altijd ook karaktervolle portretten
na, die andersgezinden niet voluit mooi mogen
viriden,maar die men zal moeten erkennen inderdaad
hautain en achtenswaarciig te zijn. V.
lig' de linna ('asseil en ('o. te L-iüder, za! tegen
Korstmi^ een nicmv I'id-'ii'c-li'jo', van Waker ('rune
worden uitgegeven, getiteld; >t>nt(n ^nntmtr: ur.
tl" 'l'nnn,i y <ij thi: l.i'n «H<1 l!,.i' .','<;.?-<?. De !CV-t
ZK;, ovev.aN bij zijn lua'ste in i^> venenenen
alb:i:j], 1''!ui'ii.' !? ,'nx! van den totl.enaar xeli zijn,
maar de \v;;;:o var. uitvoeren zal van die i:i dat
LANGENDIJK.
Dr. Meyer gaf ons in zijne dissertatie Pieter
Lawgendijk, zyn Leven en Wei ken (den Haag,
Meijer, lb'Jl)': de eerste uitvoerige studie o<rer
dezon schrijver en zijne gewrochten. Langendijk
heeft ouder de schrijvers uit de ccrsfc helft der
18de eeuw mot Van Effen een schroefje voor: zije
werk geeft oene verademing, als men de
lang! dradige. zoutelooze, lamlendige poëzie on het ZOG
mogelijk nog vervelender proza van dien tijd heeft
doorgeworsteld. Uit het proefje van zijn proza
op blz. 100 der nieuwe uitgave blijkt voldoende,
dat men daarin Langondijk's groote kracht niet
moet zoeken, maar ais blij>peldichtcr is bij een
waardig uanoet van Brcdero. Onze jongens in
de hoogere klassen van Hoogere Burgerschool en
| Gymnasium zijn tr nog andere menschep, be
halve onze letterkundigen, die zich mot de lezing
onzer klassieken bezig houden 'l plegen d*a
? ook een aangenaam gevoel te htbbep, wanneer
j men van den koruaclrigen maar voor jongens wat
l al te precicusen Hooft; van don verheven maar
voor bon wat al te ckftigon Vondel; van dea
j slaapwekkende!! Cats, wiens goestighedon voor
!? eene school wat al te gekund zijn ,om bruikbaar
te wezen; van don pittigen maar'voor hen wat
te diopzinnigeii Huyghens, eindelijk overgaat op
l den Don (Cachot, ot (,>tiincampoix, of zelfs op
den Spiegel der vadcrlandscho kooplieden. De
geestigheden zijn wat plat, het is waar, maar
daardoor zijn ze licht to vatten; de komische
toestanden zijn wat grof getockend, maar daardoor
J vallen zij bij de lezing 011 mét den auteur
| zou ik wemciien, dat deze blijspelen ook weder
i eens worden opgevoerd lichter in het oog; de
taal is niet njn, maar dat gebrek is bij tal vaa
onze vaderlandscho auteurs merkbaar. Kortom, als
de heer Meyer beweert, dat Langondijks
toonee!, werken zeker i.ii nog hot meest onze aandacht
i verdienen1', kunnen wij ons bij dit oordeel
gereedeiijk nedei leggen. Van do herclorszangon, hekel
dichten, brniloftsliederon en wat er meer zija
moge van 's mans dichterlijke nalatenschap, zegt
: de auteur, dat sommige vaui deze i.u nog met
: genoegen te lezen zijn." Ik moet zeggen, dat ik
het genoegen zeer matig vind. maar. waar <ja
auteur zou voorzichtig is in zijn oordeel, wil ik
hierover niet ine.c hom richten.
Hot ons hier aangeboden werk getuigt van
ernstige studie. Van omvangrijk onderzoek er.
liefde voor hot onderwerp, maar het komt mij
voor, dat de schrijver lo wat al to breedsprakig
en uitvoerig is; zj dat bij wat al te haastig zijne
conclnsiën trekt en deze wat al to ver doet
strekken. Wat bet eerste aangaat, i.iet dat de
zinnen lo lang zijn ik zou zelfs meenep. da.t
al dio korte zinnon \>at ongedurig* aai; het geheel
igeven - maar do auteur zegt alles, wat hij' weef.
en baalt daardoor veel on belangrijks op omtrent het
leven van don dichter, wiens gansche familie, tot zi^ie
; neven toe, tor sprake komt. Als bij beschrijft, wat
Langendijk als factor'1 van Trou moet blije ken"'
geweest i<, vergaat hij ons op een uittrck.--el uit
.iumh.'uier's nior.ographio on laat ons een overige.';.'.
aardig kijkje in de socicKil doen, zonals zij in de
18.1e eunv va1-. Op /ichielf is dio nhots ver
dienstelijk, maar zn leidt de aandacht te veel af
van de houl'lzaak en \ai: den hoofdpersoon - - c::
dat i.-, in eene biogrf.lii bedenkelijk. Zoo hadde;;
ook do uitvoerige o.'erzioh'.en van de stukke;;
aeiitiTwegc kunnen blijven, in weerwil van doop.
::ierking ..p b!/;. 17."), dat niet ieder de blijspelen.
gokv.es, h.'.'h" en degenen, die het wol gedaan
hebber, i.ii t !e veel zullen hebben aan eene..
geb-ugi iiMHit|V,M-hii;V' : v ie de stukken niet i .r
eens !-e>i, heet! aan de lezing oonor aestheti.id.'C.
waiird'.'ei'ing, lioe vcnlionstciijk overigeijs ook, niet
bi.izore.'.er vee1. Maar de auteur zal/,'ich bij verdere
;tu lïo v,e! v.-eten ;e boporkcn, (>p de wijze zooak
hij uit deod in zij'i laatste heiifdstukkop.
'Aar het t\veede punt aangaap dat acht ik
bodoiikoiijkcr.
Do boer .Mixer xindf ;;; Let llaarlemschs
trouwrogistoi' iii."),1! den i.aam Pioti-r
Arentwedr. van Outcarspol'''. De naam van l.angeniiijk'ï.
grootvader, die oini rei-i liet midden fier eeuw uit
Luigondijk naar ilar.riom kwam xva1- l'ieier Kort' .
Zender omslag on zonder voiderc aanxvijzii/g steil
l de auteur die beiden gelijk en zegt stoutweg dii