De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 13 september pagina 7

13 september 1891 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 742 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Hoeksteen of sluitsteen? MixrsTKR TAK: Neen, vrienden, dat gaat niet' Ken man f en man, ecu woord oen woord. MIXISTEK VAX TIEXIIOVKX: Kom, kom. een steen is een steen, waar .je hem ook zet. Waarom zullen wc ons nu reeds een blok aan 't been, of een steen om den hals binden ? Ik ben voor Ir <'<>iiroiiueinenl elf l'édifinc. MINISTER PIERSOX: Hoor zio'n diplomaat eens! hij praat met ons ook al Fransen. Maar mijn belastingplannen;' MINISTER TAK: Ge hebt allen vooruit geweten wat ons werk was. Laat ons zorgen, aanstaanden Dinsdag een goed figuur nmr Ie maken. HET NIEUWE MINISTERIE. VAN TIENIIOVEN werd minister van bititcnlandsche zaken, 'Om uit de binwMlandsche moeielijkheden te geraken. Wil TAK zijn woord gestand doen, Dan moet hij de hofkliek aan kant doen, En ons van daa_g of morgen Het algemeen kiesrecht bezorgen. Deftig gebrild, Geleerd dat je rilt, -Is N. G. PIERSON een man, zie je, -Die geknipt is voor finantiën. De ingenieur LELY Verkondigde tot dusver het Zuiderzee-evangelie. Droogmaken te it)n T°rt sedert een reeks vau jaren. Als Mj ons nu óók maar natte zomers kon besparen ! Verdeeld is het hart van Mr. H. J. KJIIDT, Daar de eene helft nog steeds in Suriname zit; Ds andere helft is nog aan Kappeyne getrouw. Maar wat nood? een jurist past aan alles een mouw. Uit de buurt van Hoorn en van Medem'blik komt de minister van koloniën VAX DEHEM, Hij -wil de Oost met weldaden overstelpen, Maar voor de West moet collega Smidt hem helpen. kan het met fatsoen, Niet zonder de vesting Holland doen. Hij zal een compagnie regenmakers uit Texas (bestellen, Om in tijden van droogte de inundatie te (kunnen stellen. JANSEN, de scheepsbouwmeester, gaat Timmeren aan het schip van staat, Wie had dat kunnen droomen ! Wel moge het hem en ons bekomen ! SNUIFJES. Schaepiaan heeft op het congres te Mechelen gevraagd, wat er toch moest geschieden om ien Neclerlaadschen Katholieken te leereii hun eigen parlij te helpen? Ik dacht dat hij dit te Mechelen niet had te vragen, maar het wel wist, nu hij naar dit congres opging. liet eenvoudige middel is, den Katholieken een leider te geven, in wien zij vertrouwen stellen. Ivi hoe zullen zij dat in Scliaepman ? Te Mechelen heeft de goede man het gehad over de universiteiten, die nog veel meer invloed uitoefenen dan de lagere scholen, en wat heeft de Katholieke leider ooit gedaan om te toouen, dat hij als politicus die overtuiging was toegedaan ? Hij heeft nog nooit een woord in de Kuniri' gesproken om van de drie rijks universiteiten er een op te herten. :.': * 4 Ik zie in het ('e.nli'itm dat aan de woorden van Tertullianus homo nnlnmllicr f'hrlnHniniN een terugwerkende kracht is gegeven". Ik trek dit niet in twijfel, maar vraag toch, wanneer woorden terugwerkende kracht ontvangen, hoe we dan op de hoogte der historie zullen komen of blijven? Want wat met Tertullia nus' woorden is gebeurd, zou ook met die van andere kerkvaders kunnen voorvallen.... en als de heidensche woorden even zoo in kracht afnemen, als de christelijke terugwerkend winnen .... ligt de geheele geschiedenis wel dra onderste boven. HET T APTOE-SC' IIAX DA AL. EEN OOLIJK VERHAAL. ((>[) brkntflr ii'/jt! /c : i//?/''//). Eens kwam er een keizer in zekere stad Bij een koningin op visite, Men jubelde en vlagde, men danste en men at. Daar moest het volk van genieten, Wie twijfelt of alles wel waar is, Informeere het maar bij den hoofdcommis saris, (bit-:) 't Monument werd verguld en het volk was verguld, Wat schittrende helmen en kwasten' De stad ('t was een feil) stak zich bijna in schuld, En dat alles ter eer van de gasten. Wie twijfelt of alles wel waar is. Informeere het maar bij den hoofdcommis saris, (bix). Des avonds zal taptoe zijn vóór op een Dam. Want muziek hoort bij de affaire; Zoo'n troep zag men nooit, als daar toon samen kwam, Wel een duizendtal militairen En iedereen wacht, tot men klaar is Met de orders, verstrekt door den hoofdcom missaris (liix.) Wat er toen is gebeurd, is al meer dan bekend, Schoon het hoorde zoo bij de taptoe: Wie het dichtst zich bevond bij do stokdragersbiMit. Kreeg natuurlijk een houw of een klap toe! Wie weten wil of het waar is, Informeere het maar bij den hoofdcommis saris! (///.v.) Toen klaagde men vrecslijk, tot zelfs in den raad, Doch n kwam op de goede gedachte Om een zaak, die maar zóó In den doofpot niet gaat, Commissoriaal te verkrachten! Wie weten wil of het waar is, Informeere het maar bij den hoofdcommis saris ! (w-v). En het duurde niet lang. de commissie ver scheen Om het lastig publiek te bevredigen, Het hoofd der gemeente vanzelf nummer n, Want men moet zich toch kunnen verdedigen ! Wie twijfelt of alles wel waar Is, Informeere het maar bij den hoofdcommis saris ! (bis.) Nu is sedert lang al die taptoe voorbij, En niemand weet meer wat gebeurd is, liet volk is vergeten die ranselpartij, 't Weet niet eens (.f zijn jas toen gescheurd is Commissie, maak op je inventaris, Lang leve de hoofdcommissaris! K'ii, oo'iïicinitjr' ilie nam' /'.s', Omilnt I/f/ imblicl; xoinx :oo mnr /.v. TYPEN. ir. Het haar n millimeter Met de machien geknipt. Een knevel, met hongroise" Gespitst en opgewipt. Een mager, puntig sikje, Aan dito dito kin. Eu boven op zijn schedel Van 't maantje een begin. Hij is pas meerderjarig, Maar »'t leven" kent. hij goed, Zijn hoofd is er i l isch- helder E.i borr'lend bruiseht /ijn bloed. De vrouwen kent hij enkel Xog van caféof bal, Dus : hij gelooft, aan -liefde'' De helft, van niemendal. Hij haal de o u w c p r u i k e n En 't l i b e r a a l g e z w e t s, Eu hoort met medelijden Naar 't. o r t h o d o x g e k l e t s. l lij praat van -in i n d e r h e d e n", Van e v e n r e d i g h e i d", Van kies r e c h l, s o c i a l i s m e En p r o g r e s s i v i t o i t. Hij hoort zich zelf graag spreken En wordt, dat nimmer zat. Hij zou het ze wel leoren, Die vaderen der stad.'' Zat h ij maar on het kussen, Dan zou 't hier beier zijn. I lij zou hel je wel lappen'' En hij 'kreeg ze wel klein''. >Die lauwe, flauwe kerels. 'Dien ouwerwelsober, (niep, Hij zou ze mores leoron, Met al hun dunne soep.'' Hij praat steeds luid en heftig, Men m o o t hem wel verstaan, En is hij een^ begonnen Niet gauw is 't dan gedaan. ?'t M oei a l l e s h i e r v e r a n d r e n, (leen n e p o t i s m o m e e r ! O m w e n t e l i n g. in alles, O p e l k g e b i e d e e n k e e r!" l )at »g r o o t e d o e l voor oog en," Zóó roept en schettert hij En door te haastig streven 8 n e l t h ij d at doel v o o r b ij! J. v. M. Jr. INGEZONDEN. Nu ik weet, waarom ik eigenlijk naar Gent ben gegaan, Verzoek ik wat meer respect voor mij'V naam, Zoowel uit piëteit voor van Lennep's Seerp van Adeelen, Als om de menschen niet met niets te vervelen. Assen, (> Sept. 1*01. SEERP GRATAMA. liet is duidelijk, dat SKERP den zetter die .i in SJKERP niet vergeeft ; En dat is te begrijpen ook, als iemand zoo'n mooi naampje heeft. ' (.SNCIFJESMAX). ALLERLEI. Wat | Nimrod. Ik ga morgen op de jacht. zal ik schieten, vrouwtje? Mevr. Nimrod. Op de jacht? En je hebt ; den vorigen keer pa.s een van je honden dood geschoten. Nimrod. Ik neem nu geen hond mee. Mevr. Nimrod (angstig). O, ja, alsjeblieft wel. Je wilt toch je zelf niet doodschieten ? J n Londen werd aan Jeflcrson, den beroem den Engelschcn acteur, een afscheidsdiner aangeboden, toen dienzelfden morgen zijn zoon was getrouwd met een mooi en fatsoenlijk balletdanseresje. Onder het diner sprak een »swell ' op.geaft'ectcerden toon, tot den tooneelspcler: >Ik heb gelezen dat uw zoon zou gaan trouwen, mijnheer Jefferson.1' Ja. dat is waar," antwoordde de acteur, 'Toni is van morgen getrouwd. ' >Maar het is toch niet waar, veronderstel ik. dat hij met een balletmeisje getrouwd is, wel '.'" Ja. dal is óók waar," antwoordde tic ander lakoniek. Och, maar ik kon niet. veronderstellen, nietwaar, dat u je zoon zoudt permitteereu met zoo'n balletih.ernlje ie trouwen.'' 'Waarom niet?'' zei Jefferson, -zijn moeder was ook een balletdeerntje.'' Do swell" had eensklaps zijn spraak ver loren. Moeder. Ik vond dat die mijnheer Bram gisteravond telkens verbazend dicht met zijn gezicht, op het jouwe was. Dochter. O, mama, hij is immers bijziende. Weduwnaar t, tot begrafenisondernemer). Vierhonderd gulden heeft de be'grafeuis vau mijn vrouw gekost. Nu, als ik dat vooruit had geweten, had ik net zoo lief gehad i.lal ze was blijven leven. Zér jong melkbaardje. Kellner, zie eens hier. daar is een haar in mijn soep. Kellner. Dat moet uit de knevel van mijn heer zijn. Melkbaardje (geflatteerd). Je hebt gelijk; ik zag zoo gauw de kleur niet. Rechter. Hebt ge iets tot verzachting aan te voeren, beschuldigde'' Beschuldigde. Jawel, meneer de rechter: de heele diefstal was oen abuis. Ik bedoelde dat huis niet, maar ik vergiste me in het nommer. Tante. Foei, Jantje, hoor je ooit zulke leeiijke woorden door je pa zeggen? Jantje. Neen, en ik zorg wel dat hij ze vau mij ook niet hoort.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl