De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 20 september pagina 5

20 september 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 743 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. potlood rust vergeten in de hand van de geheimraden der publieke opinie; dit is de Belgische maanenzang In zijn volmaaktheid. Wat zij zingen, ?ontvouwt zich voor ons geestesoog als aangrijpend drama, iedere zinsnede, ieder woord krijgt de toonkleuriog, die bij zijn poëtische beteekenis past. De klankkleur is niet zoo vol en machtig als die der Duitsche Vereenigingen, maar in de grootste kracht heeft zij ook niets schreeuwends of ruws. Hoe wisten zij in Lei Proscrits van Gevaert de tonen van ellende, aandoening, vroomheid te treften; welk een smaak, welk een kieschheid in de overgangen, hoe blijven zij aan den zuiveren toon zelfs in de moeielijkste modulatiëa getrouw! Het feit is nu eenmaal onomstootelijk; het Belgische mannenkoor is het eerste ter wereld, en het Duitsche met zijn kracht, zijn majesteit en zijn diepte van gemoed zou zich eene inspanning moeten getroosten, waartoe het voorloopig niet de minste neiging laat bespeuren, om de gepülijstheid ?en het vuur in voordracht van het Belgische te bereiken." Waar de lof voor de concurrenten zoo groot is, wordt de prijs, aan het Haagsche koor toegewezen, nog meer waard. Te Antwerpen zullen dezen winter twee Vlaamsche schouwburgen bespeeld worden; de Nederlandsche Schouwburg, directie Van Doeselaer, Dilis en Lemmens, en de nieuwe Cirkschouwburg waar Verstraete directeur en Henri van Kuyk regisseur is. Het gezelschap Verstraste tolt ouder zijn leden de dames: Verstraete-Lacquet, Verstraete-DriesSens, J. Cuypers, Rjysbroek, DJ Dappar, etc. ; en de heeren H. van Kuyk, Laroche, Dewit, Ruysbroeck, Verstraete, etc. Een der groote aantrekkelijkheden van het ge bouw zal de foyer zijn, die met elf groote paneelen versierd is, elf artisten ia hun schilderachtigste rollen voorstellend: Victor Driessens, Don César de Bazan, door H. Luyten; Jos. Dierckx, Jean Vuljean, door O. De Pooter; H. van Kuyk, L'igardère, door Pierre; H. Laroche, Van Utekl door P. Van Luppen; Ruysbroek, Masnnitllo, door Baeselcr; F. Van Doeselaer, Robert Mncaire, door Van Aken; P. Dawit, Louis XI, door Ca. Mertens; Mme Verstraete-Lacquet, Lu I'rochard, door Boudry, Mlle J. Cuyuers, Jeanne d'Arct (te paard) H. Luyten, Mme Verstraete-Driessens en M. H. Verstraete, Marie eu Pierre, twee rollen uit La Grdce de Dieu, door Laroque. Het saizoen wordt geopend met De verloren Zoon, pantomime van Wormser en Carré, 6rringoire van Théodore de Banville en De vijand des volktt van Ibsen, met Van Kuijk in de hoofdrol. De Nederlandsche schouwburg heeft als artisten de dames: Van den Berg, Ev. Kapper, Elisa Jonckers, Dilis, Lemmens, Desomme, Gendens; de heeren Lemmens, Dilis, Van Doeselaer, Van Beem, Van Keer, Desomme, enz. Hu opent 20 September met Eerloos van Van Nouhuys en Een dolle streek, vaudewlle van Laufs. In studie zijn De strijd om liet bestaan en De hind rpaal van Daudet, en men denkt er ook aan het lyrisch drama te doen, dat den vorigen winter veel succes had. Zoo zullen gemonteerd worden Palma's dochter, van Gittens en Keurvels, De pacificatie van Gent, van Benoit, De ArUaenne van Daudet en wellicht Peer Gynt van Ibsen en Grieg. Men stelt zich van de nieuwe campagne vooral veel goeds voor, omdat er een eind schijnt te Zullen gemaakt worden aan de reeks van oude melodrama's, die jaren lang het hoofdvoedsel der Antwerpsche Vlamingen uitmaakten. Hetgeen men ons te Amsterdam van het lyrisch drama heeft laten zien, had trouwens met die meio's ook wel «enige verwantschap. LETTEREN EN WETENSCHAP. Het Shakespeare- Jahrbuch filr 1801, orgaan der Duitsche Shakespeare-Gesellschaft", (Huschke, Schaakspel. 3de Jaargang. 20 September 1891. Redacteur RüD. J. LOMAN te Londen. Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne Hill, Londen. S. E. Verzoeke alle berichten, de schaakrubriek be treffende aan bovenstaand adres te richten. «Probleem no. 92 van A. Anderson te Gothenburg. ZWART 4 stukken. f a b c d e WIT 7 stukken. Wit geeit in 3 zetten mat. Goede oplossingen van no. 87 van W. Albregts, Amsterdam; van no. 88 van W. v. H. to Delft. MEDEDEELINGEN UIT DE SCHAAKWERELD. 't Volgende, ontleend aan de Cineinnati Commer cial Gazette", geeft ons eeu zeer jviist denkbeeld van 't geen volgens Paul Morphy 't onderscheid tusscnen talent en genie iu 't schaakspel uitmaakt: Kort na den dood van Hu\vai\l Staunton, in 1874, gat Morphy een uitvoerige beschrijving van 't spel van den grooten Engelschen meester, waarin de vol gende treffende definitie van de uitdrukking schaakgenie" voorkwam: Staunton bezat ongetwijfeld de meest volledige kennis der theorie van 't spel. Zijn bekwaamheid als analyticus, zijn coup d'oeil" en zijn oordeel omtrent positie, zijn algemeene onder vinding waren ontegenzeggelijk groot; ma:ir al deze Weimar) bevat een paar belangrijke stukken, Shakespere opvoeringen en vertalingen in Neder land betreffend. Johannes Bolte geeft een artikel over eene Hollandsche vertaling van Tamiwg of the sh&ui in 1654, (onder den titel De Dotle Biuyloft door A. Sybant gerijmd), naar aanlei ding van de ontdekkingen door Dr. J. A. Worp te Leiden gedaan en in 1880 in den Nederlandschen Spectator openbaar gemaakt. Dezelfde Johannes Bolte heeft in de Leidsche Universiteitsbibliotheek eene Alcanea, of' standvastige kuyslieydt ontdekt, door Hendrik de Graeft in 1671 geschreven, waar van het slot met dat van A Winters tale over eenkomt, Eindelijk bespreekt Mevr. Lina Schneider in een uitgebreid artikel Sliakespeare in den Niedcrlanden. Na de vroegere perioden van Snakespeare- bewerking (die van A. Leeuw, die van van Lennep) besproken te hebbea, komt zij op de overzetting van Burgersdijk, wien zij volle recht laat wedervaren, op de pogingen in dien zin zijn door de Kon. Vereeniging Het Nederlandsch looneel gedaan, het spel van Louis Bouwmeester, en de moeite die de heer A. C. Loffelt zicb geeft, om de opvoering van den ganschen Shakespeare op het Nederlandse ti tooneel mogelijk te maken. Eene bibliographie van de Shakespeare- vertalingen en een studie aan de haiid van den heer Loffelt over de verwantschap tusschen Hamlet en den Heratelde vorst door Bara, in 1650 te Am sterdam bij Lodewijk Spillebout uitgegeven, besluit het belangwekkend opstel. PARIJSCHE KRABBELS. De Chainps Een Zondagmiddag met zonnig lenteweer. Met hare fonteinen als zilverstof opstuivend in 't zon licht en in 't midden de obelisk,onbewegelijk doodsch oprijzend uit het leven om haar heen, strekt zich voor ons uit de Place de la Concorde, met hare ontzachelijke ruimte, nauwelijks wemelend van de menigte rijtuigen en voetgangers, die zich in alle richtingen voortbewegen. De vergulde koepel der Invaliden trekt het eerst flikkerend de aandacht, en dan rechts boven het geboomte opstijgend in het effen blauw, de Eiffeltoren, als een uitroepingsteeken aan den voet van een leege bladzijde; tredend onder 't jonggroene loof van de kastanjeboomen der Champs-Elysces deinst daar in 't ver schiet de grauwe triomt boog. Eene dichte menigte in feestdos schuift er voorc in beide richtingen; de lichte toiletten der dames, hare groote hoeden met takken seringen en andere lentebloemen wer pen kleurige tonen tusschen het eentonig zwart van 't mannelijk geslacht, wiens zijden hoeden stralen schieten en dat toch zooveel mogelijk tracht mee te doen in het feest der kleuren door lichte pantalons en 't blinkend wit van halsboord en overhemd. Onder de boomen, op de ruimte tus schen den rijweg en het met a^pbalt bevloerde wandelpad, zit in dichte rijen op de ijzeren stoe len, een stemmig publiek, mak zich vereenigend in groepen en ouder 't gedempt, dreunend gerol op de bouten bestrating van eene onafgebroken reeks equipages en huurrij tuigen, als in een salon pratend en lachend en kwaadsprekend van elkaar. Oh', ma chère, regarde donc, voila Madame Lafleur qui arrive avec ses deux tilles ! 0_ucl chapeau! et quelle robe!" En als dan Madame Lafleur met suikerzoeten herkenningsglimlaeh naderbijkomt : Et comment va donc cette chère Madame Lafleur! Et vousmêmes, ch<:res Mesdauies? Et ces chères demoiselles! Et ce cher Monsieur LatleurV..." dan is het een geknik, gehanddruk en gecomplimenteer, totdat de chère iamilie Lafleur zich verwijdert en zij elkaar hunne kritische opmerkingen kunnen mededeelen. Elle se fait vieille tout de mriue, Madame Lailour! Mais avec des n' lies de eet age! -?II parait qu'elles sont bien difticiles a placer. r a se coinprend, elles sont loin eigenschappen, die voor een groot schaker onmisbaar zijn, maken hem nog niet tot een genie. Daarvoor is in de eerste plaats een verbeelding»- en scheppings kracht noodig, die den speler in staat stellen, posities die in zijn verbeelding oprijzen, in 't leven te roepen. Deze faculteit ontbrak Staunton ten eenenmale. In een gegeven p 'sitie, waar iets bepaalds te doen valr, 't idee mag zoo moeilijk of verborgen zijn als 't wil, in zulk een geval zal Staunton de combinatie, die zonder zi)n toedoen is ontstaan, op de meest geacheveerde wijze uitwerken ; maar zelf een politie scheppen, van deze, 't genie kenmerkende, gave zien wij in zijn partijen geen enkel voorbeeld. Daarom zou Staunton, in zijn beste periode, nooit met succes de wapenen hebben kunnen voeren tegen mannen die, behalve de gaven aan een talent als Stannton eigen, daarenboven de scheppende kracht van 't genie be zaten. Daartoe behoorden (volgens Morphy) Anderssen in Duitschland, Alexander Mac Donnell in En geland, en Labourdonnai« in Frankrijk1'. En wij voegen er Paul Morpbv in Amerika aan toe. " (lied.) Gedurende zijn verblijf in AmsLrdam speelde de rodactenr o. a. vier partije,i met den heer V>. Meijer (een der meest talentvolle schakers van 't Arnsterd. HchaakgenoobcLiap), met 't resultaat, dat de eerste en derde partijen door ]i. M. gewonnen wei-den en de beide overige door den liedacteur. Uier volgt de derde partij. Spaansche partij. Wit. Kwart. l!. J. Loman. B. Meijer. l e4 ef> 15 ... gh4: 2 PföPet; 16 Pf> Lff): 3 Lb5 a6 17 efó: h3 4 Lal dö18 g3 Pd7 5 d4 Ld7 l!) Lc2 IV>? 6 Pc3 Pfö20 Dc2 Lf Zwart kon aldus een 2 L b l I'd7 pion winnen: b5 7 LI 3, 9,2 Kh2 I)c7 Pdi:! 8 Pd4:: cd t: !) 93 Tael ljt,7 Pd5, c5 enz. (9 Ddl:, ^ j ^ ^ c5 en wint een oilieier). ,, , . , ., -, ()_() r " /wart weet zu-h uit - ' zijn gedrongen stelling «-1- iuy prachtig te bevrijden. !' Lb3 0-0 r, rhf Lh<; 10 Dd3 Pe8 2C> Ka3: Ld2: 11 Pe2 Kh8 9,7 DJJJ. j)g7 12 Pg3 go 9,8 Kg-j i'et 13 Lh6? Tg8 29 Th3 14 c4 g.'i /ooals uit 't vervolg 15 h4 blijkt was 1.1 b.-ter geEonige zet! weest. d'être jolies et puis la dot n'est pas fameuse." En zoo gaat het voort, totdat hunne scherpe ton gen geen stuk meer hebben heel gelaten aan al hunne chères amies." Verderop zitten geheele families met de nourrice, de nounou in hare eigenaardige kleeding, met de breede kleurige lin ten, die doffend de ronde muts omringen, om langs den gelijkkleurigen mantel tot op de hielen neer te dalen. En ook ontbreekt er nooit de groote zwarte poedel, keurig geschoren, met een keurig strikje op den kop, ce bon toutou, die trouwe vriend der kinderen. Want de kinderen zyn hier in hun rijk. Voor hen zijn hier de verkoopers van macarons of oublies, met hunne hooge ronde trom mels, op welker ronde plaat op het deksel een wijzer ronddraait, de a tout coup l'on gagne", die hunne nadering aankondigen met hun eigenaardig getiktak. Voor hen ook de papieren molentjes en de roode ballons en de schatten van snoeperijen en speelgoed der vele kiosken, voor hen de bokkenwagens met n tot vier bokken bespannen, die op hunne statig langzame tochten begeleid worden door een hofstoet van ouders en nourrices. En dan de kleine vaste draaimolens verderop, op welker vurige rossen de kleinsten met riemen worden bevestigd en waarbij de miniatuurridders gewapend zijn met een soort dolk. waarmee ze straks naar de ringen zullen steken. Maar boven alles oefenen de twee poppenkasten, de guignols, de grootste aantrekkingskracht uit. Daarvóór, in de ruimte afgezet met een koord, zit het altijd vol van een klein publiek, begeleid door de trouwe nourrices en ook de hooge hoed van menigenliethebbenden vader steekt er boven uit. Nog grooter echter is het niet betalend publiek, dat er zich in dichte rijen omheen verdringt en samengesteld is uit ouders, die hunne kinderen op den arm hebben genomen uit groote menschen'', die't te gek vinden om alleen naar binnen te gaan en toch nog zoo graag het spel aanschouwen, en uit soldaten, de pioupiou's met hunne roode broeken en lange blauwe jassen en den chacot kranig op zijde, die echter meer ter wille der nounou's, dan wel uit liefde der kunst aanwezig zijn. Daar gaat 't scherm op en met een onverstaanbaar gepiep verschijnt een schitterende poHchinel, als teekon dat de voorstelling beginnen zal. Na een karak teristiek uitgevoerden rondedans met een inmid dels opgekomen pierrot, verdwijnen beide en neemt de eigenlijke handeling een aanvang. Wij zijn te ver verwijderd om 't gesproken woord te verstaan, maar het is ook niet noodig, de handeling zelf is sprekend genoeg. Machtig veel wordt er in ge ranseld met stokken van allerlei grootte en dikte, met een kolossalen hamer en zelfs mot een pan, en machtig veel rolt men er in heen en weer over het hoofd, met de armen achter den hals ge kruist, als de treffendste wijze om schrik, of ver bazing te vertolken, en ofschoon het stereotype Liberté, Egalité, Fraternité" niet prijkt op het voetstuk, gaat er toch eene sterk democratische strekking van de handeling uit. Want het is een blousoman, Guillaume, zooals gij leert uit het ge juich om u heen, die de slagen uitdeelt en die der anderen altijd weet te ontwijken, en het zijn de grootheid en de gerechtelijke macht, de laatste vertegenwoordigd door een personage met toga en witte bef, en een gendarme, op wien ze onvermijlijk neerdalen, en die opgeslokt worden door een zeegroenen krokodil en lastig gevallen door oen toovenaar met hooge spitse muts, alles onder het gedreun van een tweetal harmonica's, bewerkt door een paar kunstenaars met groote hoeden, die met den rug tegen het onderstuk zitten. En als dan polichinel weer opkomt om met zijn zelfde gepiep te beduiden dat de voorstelling gedaan is en het scherm valt, dan moet men volkomen in stemmen met den kreet, die er opstijgt uit het hart van het publiek, dat u omringt: Comme c'est bien fait tout-de-mi'me'!" Het is zoo, de vertooner is een kunstenaar in zijn soort. En als men dan weer terugkeert tot de werke29 .... Tae8 34 Pgöf f»6: 30 Ph4? 35 16! DfÖ: Dit kost de partij. 3(5 gf4: ef4: 30 . .. Ph5 37 1)14: Df4:f 31 KU2 38 Tf4: Tgi'8 Pfi dreigde. yj Thf3 Kg7 Hl .... P(lt(i 40 a4 g5 32 Le4 Pe4: £u zw:lrt wint. 33 Te4: Pt'4! Engelsche partij. gespeeld op 't congres te Lexington (Amerika), Augustus jl. Wit. Zwart. L. Udeman. W. H. K. Pollock. l e4 e"> 23 Ka2 Ld 2 PO Pcö24 Pe3 Dc5 3 C3 l'fö25 I)jr4 Tf4 Zwart kan ook 3?dj 2<> Deo-f- Kb8 spelen, de voort/etting H ^7 P<r4 Ta4 dan gewoonlijk: 4 Dai, 90 Pt-'i K 5 Lb.-,, l'ey edó:, " >t strekt beide spelers i o. ei.z ^o^ etJ1.^ ^.(^ z- YOortdu^ "^ ie4. i-end op winst spelen. Wit i Beter da:i ed-l: 'i ej, kl)[1 (,,,.,. |,jj^ miji i>\lG Pdr.üLbö! met goed spel rc,miae forceren. voor wit. 90 (i^> 5 <15 Lc5 ^'l^ zet kon wegens | Ounsberespeeldftegen TcU ,-.,,?uitstl,i veit.lu [ Tscliigoi-infllavaiia-match De volg,,?de zetten van lfcs:)j -Pb*. Daar de wit zij?,_,wl] berekend. En,r. partij betrekkelijk 9<j j'j^- Ta'i't weinig gespeeld wordt 'is ^ \ .j ^^ 't tot dusver niet uitge- T, ,., maakt wat de beste voort- 41 Kbl / bb T zettingen zijn. -'W Kc2 11)2 f dcö: Lf2:f! M Kdl Dalif 7 Kc2 bcö: S4 Kc2 Daöf 8 Dal ff> -'i5 1V4? <) l'bil'2 Lbo 'l'°' zoover had wit op 1(', pe4. ,e4: zijn Slisten zet alles goed -,. jt ,. ()_() <loo; gerekend: hier ech. j- ter had hij Dei moeten ^ t^dl (l-> spelen. 13 De."): Lg4 -f} Tbs 1-1 Dg:i I)d7 J.',; Vfl c5! 15 Ld.'i d4 /(.e,. nj?Bespeeld! 't 16 cl Lc5 Snijdt den witten kuning 17 Ke2 I.ff' beide zwarte velden af, 18 Pof) DeÖwegens Lgl! f! l!) Lt5: Tt'5: 37 Tf4 Db5 20 IV4 Dc4:f 38 Te4 Lh2: 21 Kb l d.'J 3! l L c.'i! 22 a3 Dc^ j Dreigt mat in 3 zetten lijkheid, is daar nog altijd hetzelfde vroolijke ge woel. De schitterende equipages volgen elkaar steeds menigvuldiger op, het is het uur waarop men naar het Bois de Boulogne tijgt, tot het ma ken van den tour du lac". En altijd zit en wan delt men er in smaakvolle toiletten, om te zien en gezien te worden; 't geheel beschenen door den rossen gloed der middagzon, en men wendt zich tot heengaan met een kleurrijk visioen voor oogen van jeugd en frischheid ea levenslust, in volkomen overeenstemming met de herleving der geheele natuur, om weldra echter weer gewaar te worden hoe men zich een oogeublik heeft laten verblinden door de louter zonnige zijde van het leven, door een valschen schijn, die een korte poos zorgvuldig de rotte plekken der maatschappij onder 't klatergoud der geveinsd beid verborgen hield; hoe men als het ware getuige is geweest van een wapenstilstand, en hoe morgen die bontefeestelijke menigte zich weer met verdubbelden hartstocht op elkaar zal werpen in den verwoe den strijd om het bestaan. Parijs 1891. T. J. Z. VOOR DAMES. Waaierschilderessen. Bramen. Voedingstentoonstellingen. De sleep. Adcocaat. Hooger onderwijs. Naar aanleiding van de waaiertentoonstellingen te Carlsruhe, en elders in Duitscnland, die wij onlangs bespraken, vraagt de Temps, of wer kelijk, gelijk de groothertog van Baden en andere ? autoriteiten zich voorstellen, er eene toekomst voor de Duitsche jonge meisjes te vinden is in het waaierschilderen. Het blad meent wan niet. Er zijn in den waaier, als in de meeste industrieën, drie soorten, het groote-luxe soort, het halve-luxe soort en het goedkoope grove goed. IS'a de invoering van den waaier uit Japan en China in de zestiende eeuw waren de drie takken, voorzoover zij toen reeds onderscheiden kouden worden, alle in handen der Fransche industrie. In plaats van het gesneden ivoor, paarlemoer en schildpad der kostbare waaiers, richtte men toen reeds m den omtrek van de zeehaven Dieppe, te Méru en andere plaatsen, de tabrieken van houtsnijwerk en tijn zaagwerk op, die voor de goedkoope waaiers noodig waren. Wat de luxe en halve luxe betreft, de groote eventailiisten uit de achttiende eeuw zoigden voor het eene, en een gansche groep kleinere artisten voor het andere. Het houtwerk voor de goedkoopere waaiers nu heek iu dez_e eeuw in. Oostenrijk een grooten concurrent gevonden; in de bosschen van Zeven bergen vindt men prachtig, goedkoop, buigzaam. en gemakkelijk te snijden hout, en tevens kunst vaardige, goedkoope arbeiders. Maar betrekkelijk kort daarna is voor beiden, voor Franschen en Oostenrijkers in het goedkoope genre, de doodende slag gekomen, in den vorm van den invosr uit Japan en China. Hier leverde men sierlijker dan in net Westen mogelijk was, en beneden alle concurren tie goedkoop. In den beginne hielden deze waaiers zich nog op lief heb bersprijs; maar toen zijn Europeesche kooplieden begonnen, in de Oostersche havenplaatsen fabrieken op te zetten, en men kan zeggen dat op dit oogenblik, de concurrentie voor den goedkoopen waaier tegen de Japanners met hun veerkrachtig en licht bamboesstel, hun sterk zijdepapier en de artistieke zonderlingheid van hun eenvoudig dessin, onmogelijk is. Voor Spanje en Italië, waar groote waaiers mode zijn, leveren de landen zelf, waar ook het arbeidsloon gering is, voldoende voor de behoefte; maar de handel in goedkoope waaiers voor Europa en Amerika, is geheel in handen van Japan. Dan volgt de groote luxe-waaier. Deze is in handen van kunstenaars. Een kunstenaar, waar ook, zou die kunnen leveren: degenen echter,die voor dezen tak werken, behooren bijna uitsluitend tot met Lg7: t 56 Kg ó!» .... Tg8 57 Kh5: 40 Tg4 58 Kg4 Wederom een gevaar- 59 ]£(3 lijk dreigement. Dcöt DhÖf Te4f Dhlf Ld4f. /wart heeft eindelijk _ zijn doel bereikt en den Dl)5 f koning hi een matstelling gelokt. Er is nu voor wit 40 41 g3 42 Pe5 43 Tc4 Te8 0 Eeneallerzonderlingste geen ontkomen meer. positie. Op 1-11'fT t. KgS 61 Kd3 Dbl f ?15 PLüf wint zwart door 62 Kc4 Lef)-p K«. , 63 Kdó Db7 t 44 Df7 Ld4! 54 ]£ey ]jc(j -j45 Kf.'i Db7i <;n Ko7 Lf« f 40 Kg4 De4 f (X KtöDa8 4. 47 Kh3 Dtilj G7 i)(;8 ue8£ 48 Kg4 I)e4 f En thans is aan de zwerf41( Kh3 De5: tochten van sire voor goed 50 Tcft: een einde. Pollock moet, Hoogst ingenieus'. Er dunkt ons, heeseh zijn is maar Ten antwoord. geweest va i 't voortduF,0 De4' rend schaakaankondigen! r, i 'j;(5 Dhlf 1Je Palt'J ls overigens 'r9 T-^t Te4 t van weerskanten prachtig '_ ^ r],^. '- l gespeeld en behoort tot :>'> l '?* r n!> "f 't beste wat wij dit jaar 54 Kj>f> Te5T publiceerden. 55 Tff> Le3 j Een staaltje van Louis Paukea's speeltrant, -;? Augustus 18!) l. Schotsche partij, Xeurenburger congres 1883. Wit. Zwart. L. Paulsen. Max Bier. l e4 e f) De ervaring heeft ge9, ]'i3 Pcöleerd dat il5 en Ld4: do 3 cl4 ed4: 4 Pd4- I-c5 5 Le3 Df Pe7 10 ef-: 11 Peö: 12 Lu5-:-< 6 c.'i 7 I)d2 Een van de vele uit vindingen van Pimluen en _ , 'teejstdoor hem in prak- L3 lc<:v tijk gebracht op 't con- 14 I)c3: gres "te Wiesbaden l-ssü15 Dc5 r in een partij tegen l>--i thold EngMseh. 7 . . Pd8 beste zetten voor zwart zijn. 8 f4 d8 !) Ld3 Pe de5: Le3: Pc6 KI8 TbS De7 16 e7: v opgegeven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl