Historisch Archief 1877-1940
E AMSTERDAMMER
A°. 189 L
WEEKBLAD YOOE NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Dit nommer bevat twee Platen.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 11 October.
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. postf 1.65
Voor Indie per jaar mail?12.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.125
Advertentiën van 1?5 regels /'l.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel 0.40
Bericht aan onze Abonoés.
'WQ ?lellen voor onze Abonnls verkrUg.
baar een uitmuntend pliotograplilscb
portret van wfllen .
J. BOSBOOM
(eabinet formaat) opgezet op carton
(?alonformaat) voor 3O Cents.
De bewerking van dit portret ge
schiedde door de bekende firma «OUPIL
& Co. te ParQs.
Tan den beperkten voorraad zUii exem
plaren verkrtigbaar voor hen, die ze aan
ons bureau (Singel bQ de Vijzelstraat 542)
laten afhalen. Verlangt men toexendlug
per post met verpakking in bordpapier,
dan gelieve men daar voor 5O cents te
zenden.
VAN HOLKEMA & WARENDORF.
I N H O D D:
VAN VEERE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Humoristische Stemstudiën, vrij naar het
Hoogduitsch van K. L. Leiden's ontzet (6$
de plaat). KUNST EN LETTEREN: Het
tooneel te Amsterdam, door H. J. M. Muziek
in de hoofdstad, door Van Milligen. Een
rarekiek, door A. J. VARIA. SCHAAK
SPEL. De kaantjesworst, naar P. K. Rosegger.
Voor Dames, door E-e. ALLERLEI.
RECLAMES. PEN- EN POTLOODKRASSEN.
ADVERTENTD3N.
Van verre en van nabij.
Charles Stewart Parnell, de man, dien
men nog slechts weinige maanden geleden
den ongekroonden koning van Ierland
noemde, is na eene kortstondige ziekte over
leden. In het laatst van September had hij
zich voor eene propaganda-reis naar Ierland
begeven, en was hij, ofschoon hij zich toen
reeds zeer onwel gevoelde, herhaaldelijk in
het openbaar opgetreden. Te Brighton te
ruggekeerd, waar hij verblijf hield na zijn
huwelijk met de gescheiden echtgenoote van
zijn vroegeren vriend kapitein O'Shea, werd
hij door rheumatische koortsen aangetast,
die binnen enkele dagen een eind aan zijn
leven maakten.
' Het is niet te verwonderen, dat men, bij
de eerste tijding van dezen onverwachten
dood, aan een zelfmoord dacht. Want
Par
Feuilleton.
Humoristische Stemstudiën.
Vrijwel kan men als regel aannemen, dat
iemands uiterlijk, zijn geslacht, leeftijd, ge
stalte, evenals zijn karakter, onwillekeurig
eene bepaalde meening doen opvatten om
trent zijn stem, zoowel bij het spreken als
bij het zingen. En blijkt dat men hierin
heeft misgetast, dan veroorzaakt dit teleur
stelling, maar brengt ook in sommige ge
vallen een zeer komischen indruk te weeg.
(De aesthetici beweren dan ook, dat het
wezen van het komische gelegen is in de
tegenstelling van de voorstelling, die men
zich gemaakt heeft met de weikelijkheid).
De menschelijke stem is trouwens geen in
strument, waarbij het tamelijk onverschillig
zijn kan, wie het bespeelt, want er ligt
daarin zooveel van het wezen van den per
soon zelven, dat zij van hem niet is af te
scheiden. ledere keer, dat men door de stem
van den een of ander verrast wordt, be
wijst, dat men iets anders verwacht had, en
zich dus van te voren eene bepaalde voor
stelling van zijn stem gemaakt had. Wie
b. v. Bismarck slechts eens heeft hooren
spreken, zal, ofschoon hij het van te voren
wist, niettemin vreemd hebben opgezien, dat
dit machtig lichaam tot het openbaren van
zijne gedachten, slechts een schrale, hooge
en schelle stem ontvangen heeft. Intusschen
zou Bismarck, als hij in eene opera voor
kwam, in weerwil van zijne, door de historie
geboekstaafde, tenorstem ongetwijfeld bas
moeten zingen, anders zou hij niet de
?ijzeren kanselier zijn, maar een kanselier
van cuivre poli.
nell was, na het droevige licht dat het
echtscheidings-proces van kapitein O'Shea
tegen diens echtgenoote had geworpen op
zijn karakter, óók als politiek man, door
bijna al zijne oude vrienden en medestan
ders verlaten, en de aanvullingsverkiezingen
in Ierland hadden overtuigend bewezen, dat
ook het lersche volk zich van hem had af
gewend. Ofschoon nu het geheimzinnige,
dat gedurende de laatste zestien jaren het
geheele leven van Parnell kenmerkte, ook
bij zijn dood niet heeft ontbroken, schijnt
de gedachte aan een zelfmoord toch uitge
sloten te kunnen worden. Ook zonder dit,
is het einde van dezen patriot tragisch
genoeg.
Parnell was zijn leven lang een raadsel
achtig man, eene ^problematische Nalur", en
het geheim van zijn ongeëvenaarden invloed
zal wel nooit volkomen worden opgehel
derd. Hij was van Eugelsch-Amerikaansche
afkomst en daarbij protestant, en verkreeg
toch in het katholieke Ierland een invloed
zóó groot, .dat zelfs die van den paus daar
tegen machteloos bleef. Hij was teruggetrok
ken van aard, afkeerig van alle demonstra
tieve uitingen, en toch onder de zoo bij
uitstek demonstratieve Ieren meer populair
dan vóór hem eenig man, met uitzondering
misschien van Daniel O'Connor, was geweest.
Hij had een gebrek aan zelfvertrouwen, dat
zich schoon slechts door enkele teekenen
vaak als zenuwachtige verlegenheid uitte,
en toch heeft hij vijftien jaren lang eene
ijzeren partij-discipline gehandhaafd. Hij
schonk zijn vertrouwen aan niemand, en
eischte onbeperkte gehoorzaamheid van allen
die zich bij hem aansloten. Hij was volstrekt
geen redenaar en sprak zelfs moeiclijk en
met blijkbaren tegenzin, en toch dwong hij
den heer Gladstone de bewonderende beken
tenis af: »Er zijn sprekers, die altijd juist
datgene zeggen, wat zij willen zeggen. Ik
behoor helaas niet tot dezulken, maar het
geachte lid voor Cork (Parnell) wel.1' Hij
ging in zijne hooge ongenaakbaarheid door
voor een man van de strengste zedelijkheid,
en hij leefde jaren lang in. verboden
omgang met de vrouw van een zijner beste
vrienden. Hij bediende zich in de politiek
van de meest verwerpelijke en grove midde
len men denke aan zijn stelselmatig
obstructionisme en hij verwierf zich toch
den steun en de medewerking van mannen,
wier politiek verleden geen enkele zonde
tegen de parlementaire vormen aanwijst.
In een proces, waar alle kansen tegen hem
Gaan wij achtereenvolgens de verschillende
soorten van stemmen na, en wel op het
voetspoor van Dante, die uit de diepte der
hel tot de hoogste gewesten van het paradijs
opsteeg: beginnen wij met de diepste
basstem, het sous-terrain van de menschelijke
stem, om met de sopraan, de hoogste ver
dieping, te eindigen.
De basso profondo is de stem der wijsheid,
der priesterlijke waardigheid, der rustige def
tigheid; de stem van iemand, die verheven
is boven de nietigheden van het alledaagsche.
Van Sarastro in de Zauberjlöte, tot de
Hermiet in de Freyschiitz, en van dien, tot den
Gurnetnanx in Kichard Wagncr's J'ar ui f al,
welk eene reeks van waardige grijsaards
en van die het verbeelden moeten! Inder
daad behooren de meesten tot de laatste
categorie, wijl ook, door het zeldzaam voor
komen van bovenvermelde eigenschappen, de
toondichters maar weinig in de gelegenheid
zijn, om werkelijk eerwaardige basrollen te
componeeren. Zij, die tot de tweede cate
gorie behooren, gebruiken hun basstem om
zich den schijn, van de hun toebedachte
eigenschappen, te geven, en hierdoor de lie
den omtrent hun karakter, dat veelal ta
melijk het tegenovergestelde is, van hetgeen
zij moeten voorstellen, op een dwaalspoor te
brengen. Maar hierbij moeten zij evenwel zeer
slim en geslepen zijn, omdat hun de natuur
anders de basstem onthouden zou hebben,
want de bas is niet alleen het attribuut der
wijsheid maar ook dat van overleg, scherp
zinnigheid en voorzichtigheid. Tot de echte
basrollen behooren nog die van den cipier
Rocco (Fiddio), koning IIeinrich(Loli-engrm},
den Land/jraaf ('laiinhüuxer), Marcel
(llur/uenots) enz. Tot die basrollen, waarin de diepe
wijsheid en de diepte van gemoed alleen en
uitsluitend uit de diepte der stem moet
blijschenen, werd hij schitterend vrijgesproken ;
in een tweede proces, waarin de beschuldi
ging een monsterachtige aantijging scheen,
werd hij zedelijk voor altijd geschandvlekt.
Doch bij de nauwelijks gesloten groeve
van dezen patriot past het, in de eerste
plaats zijne verdiensten te herdenken. En
dan zal niemand ontkennen, dat hij voor
de zaak van Ierland ontzaglijk veel heeft
gedaan.
Hij heeft conservatieve en liberale re
geeringen gedwongen, het lersche Home
Rule vraagstuk te maken tot een der hoofd
punten van haar program. Hij heeft het
Parlement tal van wetten, maatregelen, be
sluiten afgedwongen, die in den droevigen
toestand van zijn volk verbetering brachten,
en wel met terzijdestelling van misbruiken
en vooroordeelen, die in Groot-Brittnnni
als time-honoured customs hoog in eere
worden gehouden. Terwijl de Ieren vroeger
voor hunne grieven bij de openbare mee
ning in de volksvertegenwoordiging slechts
minachtende onverschilligheid of
beleedigenden spot vonden, heeft hij de vervulling
hunner rechtmatige eischen op den voor
grond gebracht van het politieke leven en
dit leven met zijne nauw aaneengesloten
phalanx feitelijk jaren lang beheerscht.
Ierland is hem een zoo grooten dank ver
schuldigd, dat het niet het recht heeft, hem
eenige afdwaling of zwakheid te verwijten,
tenzij deze, dat hij, toen hij zich door eigen
schuld veroordeeld zag, zijn persoon boven
de nationale zaak heeft gesteld, en daar
door eene scheuring heeft gebracht in de
lersche partij.
/al die scheuring met zijn dood ophouden
te bestaan P Zoo ja, dan zal Parnell door
zijn heengaan meer voor Ierland hebben
gedaan, dan hij onder de gegeven omstan
digheden vast had kunnen doen, al ware
zijn leven tot in lengte van jaren gespaard
geworden.
Grooter contrast is nauwelijks denkbaar
dan dat tusschen de loopbaan van Charles
Stewart Parnell en die van den in dezelfde week
overleden William Henry Smith. Deze laatste,
in de conservatieve ministeriën van Disraeli
en Lord Salisbury met de meest
uiteenloopende functiën belast, beurtelings minister
van koloniën, van marine, van oorlog, eerste
Lord der schatkist en leider van de
regeeringsparty in het Lagerhuis, begon zijne
politieke loopbaan op ongeveer denzelfden
leeftijd, waarop aan die van Parnell door
den dood een einde werd gemaakt. De groote
ken, behooren b. v. de kardinaal (Juivc),
Liavcston (Dame blanche), Falstaff (Lustige
Wciber) enz.
De basstem is verder het kenmerk van
eerwaardige grijsheid, die tegelijkertijd tot
wijsheid moet doen besluiten. Mannen met
wit haar zingen behalve in de operette
steeds bas. Op jeugdigen leeftijd harmo
nieert een basstern het best met zwart haar.
In een bas woeden slechts zeer speciale
hartstochten. Een lyrische bas heeft nooit
bestaan. Een bas kan heerschzuchtig, wreed,
onverzoenlijk, koppig, moedig, krijgzuchtig,
driftig, wraakgierig, dorstig, enz. zijn. Zijne
liefde is of vaderlijk, of heeft een geweld
dadig karakter. In de verzameling van
aria's van Handel van Gervimts is de
bas over het algemeen stiefmoederlijk be
deeld. Slechts in band 4, waar »edel zelf
bewustzijn, edele verontwaardiging, toornig
opvliegen, . trots en hoon'1 geschilderd wor
den, zijn meer basaria's te vinden, dan in
alle andere zes banden te zarnen, behalve in
band l, waarin men eenige »jacht-, drink-en
zegeliederen" aantreft. Iets wat nog aan alle
genoemde bashelden eigen is, is de impo
sante figuur, die wel is waar door allerlei
hartstochten geleden kan hebben, maar die
toch altijd in aanleg voorhanden was. Als
resultaat van het tot nog toe aangevoerde,
mag men dus aannemen, dat een man, wiens
innerlijke en uiterlijke eigenschappen sterk
op een der vermelde operakarakters gelijken,
een basstem moet bezitten.
Gaan wij nu tot den bariton over, de stem
van den bloei des mannelijken leeftijds, die
een gunstig uiterlijk heelt en de nobele
sentimenten moet vertegenwoordigen. Hij laat
zich in den regel echter meer door zijn vurig
hart en ^gemoed, dan door zijn verstand lei
den. De bariton heeft bruin haar, is lang
kracht van den heer Smith old morality
noemden vrienden en tegenstanders hem
schertsend lag daarin, dat hij zoo buiten
gewoon respectabel was. Respectabel aller
eerst door zijn geld; hij was in den boek
handel en door zijn monopolie van verkoop
in de stations der Engelsche spoorwegen
sedert lange jaren millionair ; hij kon daarom
voor zijne eerste verkiezing, toen John Stuart
Mill zijn tegencandidaat was, met genoegen
een paar ton gouds besteden. Maar respec
tabel ook door zijn werkkracht, die hem, bij
juist niet schitterende talenten, in staat
stelde te voldoen aan den iederen
Engelschen staatsman gestelden eisch der veelzij
digheid ; respectabel door zijn onverstoorbare
deftigheid, zijn gemis aan alles wat op de
gevaarlijke eigenschap van humor gelijkt;
respectabel door zijne hoffelijkheid tegenover
vriend en vijand en zijn oprechten eerbied
voor de traditiën van het Engelsche
parlementarisme. Men zal, ook op de banken der
oppositie, met leedwezen de ledige plaats zien,
waar zich de welgedane, gedrongen gestalte
van den heer Smith met zijn breed wit vest
placht te vertoonen. En het zal Lord Salis
bury niet gemakkelijk vallen, een leider van
het Lagerhuis te vinden, die bij de oppositie
op zooveel welwillendheid kan rekenen als
den heer Smith steeds werd betoond.
LEIDEN'S ONTZET.
(Jiij de plant).
In October den derden dagh,
Boysot men met zijn schepen sagb,
Binnen de stad t van Leyden ;
De hongerige kregen Kpys,
Den Heer, die zy dank ende prys,
Diese den koat boreyde.
Natuere kreeg weer haren eyseh,
Sy wierp van haer het paerdevleys,
Broot hadt zy moeten derven,
Den tydt van seven weken lanck,
Water was meest geweest den dranck,
Waardoor veel moesten eterven.
Geu&eUrdtboeck.
De Vroedschap besloot, sedert, dezen dag jaar
lijks plegtiglijk te vieren, dat tot lieden toe
agtcrvolgd werd;" aldus deelt Wagenaer den oor
sprong van de feestviering op den 3en October
iu zijn l'iide,lundsche Historie mede en honderden
veertig jaren, nadat hij deze woorden ter neer
schreef, kunnen wij nog getuigen, dat het besluit
der Vroedschap devotelijk 'wordt gehandhaafd.
Dank zij vooral het krachtdadig optreden der
3Oclober-Verc,euiging, is aan het plegtiglyk vieren"
van den dag, waarop Leiden werd ontzet, de wij
ding gegeven van een waar volksfeest, dat, hoe
zeer het ook gerijpt is door den onicieeleu
aan
en slank gebouwd, bezit aristocratische vor
men en behoort ook maatschappelijk tot de
aristocratie. Don Junn, de Graaf in Figaro's
Horkzrü, Wolfram van Esehcnbavhin
Tannhaiiser, graaf Luna in Ie Trouvère, Hamlet,
enz. zijn eenige der voornaamste represen
tanten van deze partij, waarin zich in tweede
linie aansluiten, rollen als die van den
Trompeler r on !<acldn<jen, enz. De bariton is niet
alleen gevaarlijk voor de harten van de da
mes op het tooneel, maar ook, van die zich
in de zaal bevinden, en wel niet zoo zeer
voor de harten van de piepjonge dames, als
wel voor die, van de meer levenservaring
bezittende jonge vrouwen en oudere dames.
Hij is ook het ideaal der jonge mannen, en
menig jeugdig bezitter van een fraaie
basstem heeft die geruïneerd met zijne
vergeef'schc pogingen, om liederen en aria's voor
bariton te zingen.
De eigenlijke sleutel tot het openen der
harten van jonge dames, en ook van die
der minder muzikaal ontwikkelde, oudere
dames, is echter de tenorsleutel. Bij het
mannelijk geslacht heeft de tenor daarentegen
minder geluk. Er mag wat jaloezie onder
loopen, maar voornamelijk heeft de vereering
der dames, zoowel als de minachting der
mannen, haren grond minder in de stem van
den tenor, dan wel in diens natuur, althans
zooals wij ons die onwillekeurig bij het hooren
van eene tenorstem voorstellen.
Om te beginnen moeten wij den lyrischen
tenor wél onderscheiden van den helden
tenor. De componisten laten zulke karakers
lyrischen tenor zingen, die aan een fiuweelen
gemoed en een buitengewoon week hart, de
edelste gevoelens, en bijzonder sentimenteele
liefde paren, maar die bij de openbaring
van deze gevoelens, weinig blijk geven van
helder nadenken. De lyrische tenors zijn