Historisch Archief 1877-1940
f/l
l
51.'.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 746
letterkunde had geleverd. Het leven toch, het
drama v«n het menschelijk leven, werd in dien
roman behandeld al-of het eene
poppenkastvertooning ware. De schrijver had het leven
bezien do >r een biil, die aan de menschen uit
wendig het voorkomen van houten poppen gaf
en hunne ziel op een zeer primitieve mekaniek
van ijzerdraden deed gelijken. Hij had daarbij,
met kunstige vaardigheid, er zich op toegelegd
de poppen en het wereldje hunner omgeving te
beschilderen met de schrille, schelle en naïeve
kleuren, die ons in den kindertijd zoo in ver
rukking brachteD, wanneer onze hoofden met die
van vriendjes en vriendiun 1jes z'ch verdrongen
voor het zijkamer-raam, als de man uit de
*Duvelshoek" met zijn vervoerbaar theatertje op
de gracht voor onze woning was geposteerd, of
wanneer wij, uit school komend, ons schaarden
bij de straatjeugd op Leidsche Plein of
Botermarkt om, met een van belangstelling open
mond, bet buikspreken van den ouden Tobias
aan te hooren of te gieren van de pret als Jan
Klaassen's rustige sluimering door speelsche
vliodertjes werd gestoord, die met buu fladde
rende vleugeltjes zijn neus en wangen krie
belden.
Nu is de schrijver van het werk, waarmede
wij ons heden bezighouden, een dubbelganger
of een tweelingbroader van den auteur van
»Norine's Keuze'"'.
En deze bijzonderheid zoude onze opvatting
van de bedoelingen des schrij ers, oo« omtrent
»Norinb's Keuze", geheel moeten wijzigen.
Een van dez« twee veronderstellingen moet de
waarheid zijn: of den tweelingbr ,eders is het
vervaardigen van Norine's keuze" zoo goed be
vallen, dat zij met het maken van parodieën voort
i'wilden gaan, of in dat geval schijnt de zaak
eenigszins bedenkelijk te worden »Norine's
keuze" was niet een parodie, evenmin als He
lena Bixs."
In het eerste geval, komt de toeleg ons voor
niet geheel gelukt te ?ijn ; ook moet eet inder
daad wel bijna onmogelijk wezen twee zulke om
vangrijke parodieën te leveren van juist dezelfde
soort, zonder dat het werk door herhalingen ver
velend zoude worden.
In het tweede geval, indien de schrijvers hun
werk ernstig bedoelen en als ernstig beschouwd
willen zien, staan wij toor een moeilijk, bijna
onbegrijpelijk, vraagstuk. Hebben wij dan de eer
poppeikast-vertooners te ontmoeten, die zich
B!S r manschrijvers voordoen ? Wil een op zijn
terrein verdienstelijk artist uit »de Duvelshoek"
het succes va'i zijn pop, en op het tooneel van
een grooten schouwburg beproeven ? Maar dan
zal bij daar toch van af moeten zien, de hoofden
dar poppen komen nauwlijks boven het voetlicht
uit. Hij werke daa liever met gedresseerde witte
muizen of ratten, op een tafel. Die zijn althans
wat losser in hun bewegingen.
Wellicht is h?t dtn schrijvers of den schrijver
alleen te doen geweest aan de beoordeelaars een
probleem ter oplossing te geven. Want indien
mjn beienkfc, dat in «Helena Bixs" een goede
rJozii belezenheid door de personages wordt ten
toon gespreid en de auteur dus noch met de
oudere noch met de nieuwere letteren geheel on
gemeenzaam schijnt te zijn, en men herinnert
zich hoeveel goede boeken er in deu laatsten tijd
in ons land zijn uitgegeven wij noemen b.v.
slechts: het »Proza" van Jac. van Looy, »EHne
Vere" en »Xoodlot" van L uis Couperus, de
bandels novellen en letterkundige portretten van
Frans Netscher, »Gevloakt" en »tjpbinx" van
Josephine Gifse, »Een huwelijk" van Joban de
Meester, »Een verloving" door Rana Neida (naar
men zegt het werk van den verdienstelijken, zoo
j-ing aaa de Nederlsndsche letterkunde ontvallen
pch ijver E. Sachse), »Martha de Bruin" do T
Van Groeningen, »Doortje Vlas" en »Ken eerste
l'efde" door Bram van Dam, «Uit de suiker in
de Tabak," en Hoe bij raad van Indie werd"
door Maurit», om ran de vertalingen der groote
Russische, Noorsche en Deensche werken te
zwijg?; ''an wordt het werkelijk
onbegrijpe ijk dat de heeren Van der L-ian en Meerkerk
niet zouden hebben ingezien, dat hun werk, a s
ernstig bedoelde litteratuur, ontoonbaar is.
Een r'man kan, min < f moer, uitmunten in :
fijne zielkundige karakter-ontleding »n -beschrij
ving ; dramatische kracht in het weergeven van
den strijd dfr menschelijke hartstochten, onder
ling of in botsing met pïichtso p vattin g of levens
beschouwing ; scherpe opmerkingsgave voor de
verschijnselen der uiterlijke wereld, schilderach
tige vertolking van de schoonheden der natuur;
schoone gedachten eindelijk en vernuftige
wijsgeerige zienswijze.
Van deze uitmuntende zaken treft men ia
»Helena Bixs" echter nuts noemenswaardig* aan.
De auteur heeft, zonder behendigheid, een in
gewikkelde en of geschroefde intrige verzonnen,
en doet den lezer verkeeren rnet personages, die
van een onbegrijpelijke heldenmoedigheid zijn,
welke hen daarenboven voortdurend onverklaar
bare handelingen doet bedrij ren. Dit heeft tot
onrnidde lijk gevolg, dat hun heldenmoed en hun
handelingen niet de aandoeningen bij den lezer
opwekken, welke de auteur weuschte te doen
ontstaan ; en dat, wat schoon en groot moest
heeten en ons warm moest maken, ons slechts
zonderling, wi est en krankzinnig lijkt en ots
geheel kou l laat, terwijl eerder de trek om te
spotten dan het verlangen om te bewon eren
door de lezing wordt in 't leven geroepen.
Indien wij zeggen, dat de auteur eene intrige
verzonnen heeft, bedoelen tv ij geenszins de waar
heid (n twijfel te trekken van het voorbericht,
waarin hij ons verzekert, dat hij eene ware, eene
waar gebeurde, geschiedenis verhalen gaat. Het
leven gelijkt dikwijls op een verzinsel, of liever
het leven, zooals het vervormd wordt door de
gedachte en de verbeelding van sommige men
schen, neemt het voorkomen van een verzinsel
aan. Al zijn dus de in de geschiedenis vernielde
feiten wezenlijk gebeurd, dit neemt niet weg.
dat de roman den indruk maakt van op een
zonderling verzonnen intrige te berusten. En
daarop komt het aan. Een goed boek zal, zon
der inlichtend voorbericht, den indruk ma
ken van eene ware geschiedenis te bevatten,
d. i. tene geschiedenis, die zóó gebeurd is of
zóó had kiïanen. gebeuren. Dm is een boek een
waar boek. Maar geen voorbericht kan een in
nerlijk onwaar boek wat overigens de juist
heid der feiten zij, waarop het vernaal berust
kan een boek vol woeste onwaarschijnlijkheid,
tot een in de hoogere beteekenis waar boek
maken.
De schrijver van »Helena Bixs" verhaalt in dit
werk enkele der lotgevallen in Holland en ee i
groot gedeelte van het ludische leven van een
paar O. I. Ambtenaren en van de jonge vrouwen
met wil zij in betr-kking zijn.
De heer Karel Van Hass laar gaat gedurende
z'jjn studententijd om me.t twee meisjes, Helena
Bixs en Anna Varens. Beide zijn schoon. Met
Helena heeft hij van kind af aan omgegaan,
Anna heeft hij pas later leeren kennen. Beide
beminnen hsm. Hij bemint echter alleen Anna
en verlooft z ch met haar. Helena wordt wan
hopig en belijdt hem haar liefde.
Anna hoort van Heiena's liefje voor haar
aanstaande, ook dat zij, gedjrende een samen
komst met hem, is flauw gevallen van de ge
dachte hem te moeten missen a's echtgenoot.
Nu wil Anna zich opofferen. Zij wil zich op
offeren voor Heleoa en schrijft daarom Karel af.
Het gevolg i*, dat drie menschen ongelukkig
wordeu : Anna zelf, die Karel zoo zielslief heeft,
Karel, die alleen van Anna houdt en dus ha ir
alleen huwen wil, en Helena, wier toestand het
zelfde blijft als vóir de afschrij ing.
Na allerlei lotswisselingen komt, eenige jaren
later, de toestand in indiëtot een outknooping,
of liever de losgereteu f>anden knoopea zich
daar juist naw wen^ch vast. Doch niet voordat
Karel en Helena elk van eigen verdriet tot den
rand des grafs zijn gevoerd. Helena ligt op
sterven. Karel komt, op verzoek van den dokter,
aan het sterfbel en belooft Helena haar te
zullen huwan. Hierdoor wordt zij zoo blij, dat
zij van blijdschap geneest. Nauwelijks is zij
hersteld of zij gteft er zich plotseling ten volle
rekenschap van dat Karel zich wel beschikbaar
stelt ten huwelijk", maar dit uit opofferings
gezindheid, zonder eenige liefde, en dit inzicht
doet htiar eensklaps de karakterkracht verkrijgen,
die haar in stam stelt hem te doen weten, dat
zij van een dergelijk huwelijk afiiet.j
Dit is de wending in het verhial, waarvan
men eigenlijk het meeste schrikt. M>n is geneigd
te vermoeden, dat de auteur ons een weinig in
't ootje wil nemen. Heiöua immers, bid haar
leven lang met Karel omgegaan. Toen hij zich
met Anua verloofde, wist Helena evengoed of
nog beter dan thans, dat een jarenlange omgang
hem niet op haar verliefi had geuiaaKt, dat hij,
integendeel, eene andere beminde. Waarom sprak
zij die woorden, die hem vrijmaakten, dan niet
toen hij met Auua verloofd was en zij daardoor
het ongelukkig worden dier twee had kunnen
verhoeden ? Er kan hiervoor natuurlijk zeer wel
een reden zijn: een bijzondere -erandering in
Heleua's karakter of gemoedsgesteldheid. Maar
die Verandering is dan het belangrijkste punt
van bet verhaal, en zij moet nadrukkelijk ver
meld en beschreven worden.
Dit verzuim komt ons voor de hoofdfout der
samenstelling te zijn.
In weerwil van Heiena's besluit, wil Karel nog
maar altijd niet met Anna tiouwen. Hij kwijnt
ook weg en moet naar Europa vervoerd worden.
Anna gaat ecbter mi op de boot, en, te
Marseille, vallen zij in elkanders armen. Waarom nu t
eerder, of waarom niet later? Ook dit blijft on
opgeiost.
Helena huwt al zeer spoedig met een oudt-n
kennis, die jui-t te rechter tijd opdaagt; het
is een zee-officier, en een paar maanden j a
haar huwelijk sterft Helena ouder de
klewanghouwen van eenige maraudeurs, tegeu wier aan
val zij haar man verdedigt en nadat zij er drie
met een revolver Leeft neergeschoten aau hare
voeten.
Zoo is de geschiedenis in hare hoofd-trekken.
De auteur heeft er nog eeue ingewikkelde
vergifügirjgshistorie mede samen weten te vlechten.
Het komt ons overbodig voor, die nader te ver
melden.
I u plaats van deze gebeurtenissen, die, in
weerwil r er fouten in de samenstelling van het
verhaal, de aanleiding tot een fraaie zielkundige
ontleding hadden kunnen zijn t/f tot scherp ge
ziene realistiïciie tafereeltjes omgewerkt kouden
worden, met geduld en nauwlettendheid te
groepeeren, om er een mooi roman-geheel van te
maken en de goede tlll-kten tüverkrijgen, die
het gevolg zijn eener wel overwogen soberheid,
heeft de schrijver de zaken meer in 't groot
wil'en doen en daardoor alles in de war gestuurd.
Hij beschrijft zijn personen op een wijze die hen
niet voor ons kenmerkt, zonder eigenaardige bij
zonderheden, waardoor wij hen als in levenden
lijve vóór ons zouden zien, maar door opsom
ming van weelderige algemeenheden, die hof ge
naamd geen indruk maten. Bovendien omjreeft
hij hen niet gedrochtelijke allegorieën, die ais
een koor van spoken telkens <rn hf-n oprijden
en hun handelingen als 't ware bezing-n. Zijn
natuurbeschrijvingen zijn even woe-i, zoo maar
daar heen geworpen, verwarde indrukken zoi:'Jer
nadenken onder woorden gebracht. Daarbij
staat het boek vol wijsgeerige vertoogen en let
terkundige bespiegelingen, die vervelend /ijn en
j nu en dan in volkomen onzin verloopen.
Karel van Hasselaar en zijn viiend Bi.x$ kun
nen bij manier van spreken, niet over een paar
schoenen of een bord soep praten zonder er de
wereldgeschiedenis ol'den rnensch!ieidstoesian<! hij
te pas te brengen. Xu en dan onderbreken zij
hun vertoogen, en vragen?>-<rvcel ik u soms ?"
Menigen lezer zien wij bij zulk een passage het
hoofd schudden en bevestigend knikken.
Anna Varens was wat men in enisti.,*c -t.'riiniing
.,0011 mooi K'isjo" iHK'nit. Weelderig oingolloen hare
goudblonde lokken bit, ]icht.blo7i-i)<k-, fri^che gelaat,
en necrglijdend langs <l>'ii ivoorbinnken liais,
^lingerikn zij zich door <lo open ver.Mcrscls v.in haar
zwellenden boezem."
Zulke beschrijvingen lezende zoude mea bijna
vermoeden dat da auteur, by zijr.e studie van
het uiterlijk der menschen, zich bepaald heeft
tot het nauwlettend bekijken van zeep-doozen in
een kapperswinkel. Wij b-itwijfelen ten minste,
of Anna Varens, die onderwijzeres op een open
bare school was, niet spoedig haar ontslag zoude
hebben gekregen, in lien zij zich met zulk een
ongebruikelijke haardracht voor de kl-isse ver
toonde, waarbij goudblonde lokken zich slinger
den door de open versiersels van een zwellenden
boezem. In welk eene verheven «ernstige stem
ming'' moet iemand »el zijn, om aldus over
vrouwelijke schoonheid te mijmeren!
Hier vinden wij een aardigeu
tooneel-Iiefjesdialoog :
Gij zogt niets, Anna! Vindt mijne liefde weerklank
bij u V"
Hare oogen schoten vol tranen en staarden naar
de donkere lucht.
Anna?" herhaalde lii}.
Mijn hart bonst zoo, Karel! Ik zal vallen."
Hij omvatte haar met en linkerarm en bracht
niet (ie rechterhand hare blanke vingers aan zijne
lippen.
Mag ik hopen, Anna?"
Laat me wat zitten, daar op de bank. "
Zie hier een voorbeeld van de allegorieën die
wij zoo even ter sprake brachten. Is het niet of
meu in zulke regelen een ouden
melodramadichter hoort knarsetaaden :
Doch met iedoren dag wakkerden zijne
ontevrei denheid en wrok aan. Bij spel en beker zocht hij die
j te bedaren, te bezweren, maar het spel bleek
on! machtig zijn hartstocht te ketenen. Hoe grilliger liet
t lot zijne luimen botvierde en als 't ware in rauwe
i kreten hem tot bezinning wilde roepen, hoe
krijschenI der en snerpender daar bovenuit baat en wantrouwen
j bun duivelenlied gilden....
.... En dan greep weer ten laatyte de bevende
hand den vollen beker, en blusscliing zoekend voor
bet verterend vuur dat hem blakerde, zwolg hij
vloeibaie vlammen iu.'J
Nu vraag ik u, hooren wij den eenen lezer tot
den anderen zeggen, hoe of iemand bij zulk een
leven nog ge-.ond kan blijven !
tulenten en O.-I. ambtenaren zien om een
haverklap B'y'belsche en andere allegorieën achter
hun stoel staan:
De suizing in zijn hoofd hield op, de nevel
scheurde, als een andere l'aulus kon hij op de
knicé'n vallen en vragen: Titer, wat wilt gij, dat ik
doen zal?"
De jchrijver is even opzichtig en buitensporig
in de titels zijner hoofdstukken als in sommige
vergelijkingen, die hij maakt:
Het leven loopt geleidolijk af, als een roman van
mr. Jacob van Lennep ot' een passiespel van
Oberammergan."
De schrijver werpt zijne woorden met eene
woeste smllieid op het papier, zouder na te den
ken over hunne beteekenis. B.v.:
De vreemdeling naderde, stond plotseling voor
haar en stak haar de hand toe. Werktuiglijk, alsof
zij een spook begroette, nam Anna die aan.
Dit is het beste voorbeeld, om des schrijvers
manier te kenschetsen. Vrage: Wat doet een
onderwijzeres die een spook wil begroeten'? Ant
woord : Dit is iets zoo gewoons voor haar, dat
werktuifffl/jk drukt zij hartelijk de hand van
het spook.
Ken v n de zonderlinge hoofdstuk-opschriften
luidt: .De wereld der gedachten is eeiie andere
dan die der handelmaatschappij". Dit zal wel
zoo wezen, en in die der haiidelmaatschappij is
de schrijver wellicht beter te huis dan in die der
gedachten. Wij betwijfelen althans of hij zelf
in staat zoude zijn om volzinnen als deze te
verklaren:
Niet verongelijkt was ze slechts het slachtoffer
van.... waarvan? .Deugd? Alcohol? Misverstand?
Egoïsme ? Te zamen : van het noodlot."
Het noodlot is dus eene kombina'ie van deugd,
alcohol, misverstand en eg isme.
Nu en dan praat de schrijver een onzinnige
taal, die ons huiveringwekkend voorkomt: zoo
de gelue'e bladzijde ll>'_' van het eerste deel,
waarvan wij, tot slot, deze alinea aanhalen:
Want de ziel des menschen gelijkt tegenwoordig
het in gevaiigensrhap gewonnen wilde dier : .... heeft
zij eenmaal bet walgelijke der conventie, van de
heerlijke nntunr geproefd, heeft zij de liefde gevoeld,
den hartstocht ge%ierd, d^n vindt zij alleen rust in
bevrediging. Wordt die haar onthouden, dan voedt
zij zich met bloed, dan rooft zij gezondheid en
vreugde, dan blnscht zij het leven.
Op de volgende bladzijde schrijft hij: »als er
anders dan bij dobbelspel en loterij van ongeluk
kon sprake wezen, dan zouden wij schrijven ...."
enz.
Gelukkig hij, die zoo deukt. Wat kan hem
deren '> Als hij zich maar onthoudt van dob
belspel en loterij, kan hij immers nooit ongeluk
kig zijn, o -k al mocht hij zelf onze
gevolgtreklios onderschrijven, c'at hij zijn blad/.ijden eens
goed moet overlezen eer hij er weler aan de
drukpers toevertrouwt.
-V> Ausr. '!U. A. J.
V A R I A.
PLASTISCHE KUXST.
Een der beroemde schilderijen van de collectie
lïorghese te liome, de f'owc jluri/in. van Uat'ael,
;.?; vcor (Jf.'D.DOO francs het ei^mio»! geworden
van baron Alplunisc de Rotbscliihl te Parijs.
YVani:cu- de I*r,!i.iai.M-lic rcgoer-ing haar verbod van
den nifvner van kunstwerken opheft,?-en hiervan
zal do baron zich wel verzekerd !H'b>>en, alvorens
niet deh geruir.ecrileii prins l!i;rg'ie>e te onderhan
delen, - za! nog menig kostbaar stuk J talie
verlaten.
TCOXEEL EN MUZIEK.
li-r irrool;e succes van J/c l cïlorcn, Zoo>?, do
pantomime van Wormser on Carré, h o-ft aanlei
ding' «e.«oven tot een tweede, die ook i D Luinicn
in. Avenue Theatrc gegeven wordt, i rr//c. door
('HI re OH Itcmond. i'ierrot is weer do hoofdper
soon; hij wii mot V vette trouwen, maar daar zij
beiden doodanu zijn, gaat hij naar Parijs oiu for
tuin te maken. Hij vindt er honger en ellende;
op zekeren dag wordt hij, van honger en koude
stervend, van de straat opgeraapt door eene be
roemde danseres, Eva. Deze verlieft op hem en
verschaft hem een gemakkelijk en weelderig leven;
men ziet Pierrot in rooden frac en korte broek,
te midden van talrijke heeren en dames, aan
eene orgie deelnemen.
Plotseling opent zich een hoek van het tooneel;
in de verte ziet men Yvette, door twee nonnen
naar het klooster geleid. Het orkest speelt Home,
sweet home!" Pierrot wordt nu door heimwee
aangegrepen; hij verlaat het vroolijk gezelschap
en komt juist weer in zijn dorp, als Yvette hare
gelotte zal uitspreken. Yvette's vader heeft nu niets
meer tegen het huwelijk, en de gordijn valt.
De muziek is van den heer Gedalge en moet
aardig en gedistingeerd zijn.
De heer Carvalho heeft met de Opéra-Comique
groote plannen, waarbij hij beurtelings nieuws wil
geven en het oude karakter der opéra-comique,
echt Fransche muziek, in eere houden. Hij denkt
aan reprises van de oude opera's Lalla-ltuuk van
Félicien Daviii, Le Deserteur van Monsigny,
l'hilémon et Baucis van Gounod, en G-alat/iée van
Massé. Hierbij als répertoires!ut Les Saisvns van,
Massé; L'Etoile du Nord van Meyerbeer en Le
Pardon de Pluërmel van denzelfdeii meester. Voor
de matinees van onderdags zijn nog meer wer
ken van Grétry, Boieldieu, Nicolo, Dalayrac,
Auber en risar bestemd; ook Halévy's Edair en
Mozart's JVoces de, Figaro en Ftüte Enchantée.
Zeer stellig neemt de heer Carvalho ook dit jaar
den Don Juan in studie, met de bedoeling dat
men, evenals in 1868 weer zal zeggen: In de
ttroote Opéra gaat men Don Juan zien, in de
Opcra-ConiKjue gaat men hem hooren." Maar ook
oude Italiaansche opera's wil hij opnieuw
monteeren, bv. La pieroleuse van Ilossini; voorts
Proserpine van Saint-Saëns, dat vóór den brand pas
kort gespeeld was, CavaUenu. rusticana van
Mascagni, Manon van Massenet en Les Troyens a
Cartltage van Berlioz. Als nouveautés noemt de
heer Carvalho: Kassia van Delibes, Curmosine van
Poise, Ping-Sin van Maréchal en Enguerrande
van Cliapnis. Van dit laatste, dat naar het gedicht
van Bergerat door Victor Wilder gearrangeerd is,
en zjer modern gecomponeerd, belooft de heer
Carvalbo zich een vecbtsucces.
Eind December zal Adelina Patti zich op de
CUy of Paris inschepen, om haar kuustreis naar
de Vereenigde Staten te beginnen.
Mevrouw Puibinstein, de moeder van den vir
tuoos en componist, is te O-iessa, op Objarigen
leeftijd, gestorven, /ij gaf haren zoon zijn eerste
muzikale opleiding.
Xog veel meer kunstenaars en kunstenaressen
dragen tooneelnamen, dan men wel algemeen weet;
het Htidui>eater '/'ayeblatt bracht daaromtrent
dezer dagen nog eenige nieuwe onthullingen. Zoo
heette de acteur Sonnenthal, die te l'est geboren
werd, eerst Adolf Nechwodel; de tragédieuiie
Cliarlotte Woltcr was eene Zigeunerin Kopriva
Wabi; Bertha Ilabics noemde zich Linda; de
acteur Gabillon heette eerst Brozehnaier. Zangers
on zangeressen moesten vroeger altoos Italianen
zijn; Grammelstotter noemde zich daarom Scaria,
de danseres Schladrivutszky werd Taglioni;
Grossrmich Grossi. llermine Pragar Braga. Hare oor
spronkelijke namen behielden. Adelina Patti, uit
Spaansche ouders in Amerika geboren, Christine
jSilsson, eene Zweedsche, en Kosa Papier, eene
Oostenrijksche.
Schouwburgen te Parijn. Van 2 dezer wordt
uit Parijs geschreven: Het Gymnase beproefde
gisteren zijn geluk met eene reprise van Xitnu.i
Hoiimeslan van Alphonsc Daudet, dat eenige jaren
geleden in Odéon opgevoerd werd. Koumestan is
het beste werk, dat Daudet ooit gemaakt heeft,
maar ock dit laat zeer duidelijk zien, dat Daudet
een verteller, hier en daar een Jyrkus. maar zeer
zeker geen dramatic.us is. De samenhang van het
drama is zoo los, dat Daudet zonder bezwaar eene
geheele acte kou schrappen, eene verkorting, die
als verbstering kon worden beschouwd, liet succes
was niet zoo buitengewoon, als vwr jaar geleden.
Waarschijnlijk ligt dat aan de bezetting. Dr.üos
is een voortreffelijk tooneelspelcr, maar hij is geen
echte Zuiderling. Hij speelt de pathetische scoren
zeer goed, voor die daarentegen, waar de schit
terende zich met zijne eigene phrasen opwin
dende, door en door onware Zuiderling te voor
schijn moet komen, is reeds zijn gelaat en zijr.e
stem te ernstig, in liet O icon had Paul JMoui;et,
een echte Zuid-Franschrnan, de rol gespeeld, maar
ook hij was niet uitbundig en levendig genoeg
geweest. Dau.let beweerde toen, dat de schuilt
daarin ligt. dat Mounet protestant is. Het is on
begrijpelijk^ dat hij. nadat Mour.et hem niet iiad
voldaan, de ro! van Kottmestan thans oa:i feu
tooneelspeler toevertrouwde voor v; i e n ze i.< g
minder geschikt is. De rol \au do deugdzame
Noord Frarraise. die xich do c.'itrouw van baar
wispelturigen echtgenoot Xuma te zeer aantrekt,
wordt thans, zooals voorheen, door Kipiiaèio
.Sizouitimintond voorhield. Terwijl hot Odéon aan
het (Iv-nriase Rimmexlan afgcs'aan bedt, hei Ir.
het van d i f. ais tegongcschoidi Daudet's ó'<ij'j./r'j
voikr'-^cn, dat in het Odéon met Mile ilo.jaue /.a!
worden gegeven. De/e vriendschappelijke, ruiUi g
onder concurrenten is aandoenlijk, maar mon
magwel zacht er bij bedenken, dat de directeuren van
l.oide schouwburgen niet zoo verbazend collegiaal
zouden gehandeld lic.lilicn, wanneer (ie dram;-.'*
van Oatuk-t onsterfelijke meesterwerken der
(ouiii-elknnst waren. rUen ziet daarom ook zijne onlangs
aa';i;ekoiidi^dcn roman Lu (j'.ira\'in\n i;iet n,eer
verwachting te goimict, dan zijn drama Lf Xuutii n
'Ie /iimille, (lal het dymnase vermoedelijk r.og
dezen winter opvoeren zul.
LKTTKitKX K.N WETENSCHAP.
Fr wordt gewoonlijk op schooi geleerd, dat .ie
rnorisch 7 ware ribben hooft. dat zijn aie, welke
tot ;uin h;l borstbeen reiken en :"> vaischc
j ribbon, die niet tot. aan het borstbeen reiken.
j Had de menscii y ware ribben, dan bezat hij r.e
or.-ïtkïis van een aap. Xu komt dit veel meer