De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 11 oktober pagina 5

11 oktober 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 746 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?voor, dan men gelooft. In het anatomische insti tuut te Dublin heeft men onlangs aangevangen, ?het voorhanden zijn van een achtste rib bij de aangekomen l\jken statistisch te bepalen, en reeds het verrassend resultaat verkregen, dat er van de 21 onderzochte lijken niet minder dan 7 met eene achtste ware rib begaafd waren van de 42 vrouweiyke eveneens slechts 7. In het geheel zijn ?er dus thans op 63 lijken reeds 14 gevallen waar genomen. Van deze toonden 5 een achtste ware rib aan beide zyden van het lichaam, de overige 9 alleen aan ne zyde van het lichaam, en wel zonder uitzondering aan de rechterzijde van het lichaam. Voor zoover men dat dus tot nog toe kan besluiten, kwam een overtollige rib bij mannen vaker voor dan bij vrouwen. De bevoorrechting ?van de rechter lichaamszijde hangt misschien met het gestadig gebruik van de rechterhand te zamen, want een achtste ware rib verleent aan de borst kas blijkbaar een grootere vastheid en daarmede aan de bovenste ledematen, die in de borstkas hunnen steun vinden, een krachtiger steun. In Le Temps geeft Anatole France eene bloem lezing van eenïge jonge Fransche dichters, onzer dagen. De parel is RenéGbil, van de voluto-instrumentistische school. Een der bewonderaars van die school, Jules Tellier, geeft over René's boek, Le Geste ingénu, de volgende beoordeeling, waar niet veel tegen te zeggen valt: Een merkwaardig boek, Le Geste ingénu! Het is een beetje kleiner dan een octavo, een beetje grooter dan een duo decimo-deeltje .. . Van binnen zijn er bladzijden in, voor de grootste helft blank. De overige bevatten een schijntje van verzen, nu eens bovenaan, dan weer in het midden, dan onderaan. Ik merk hier twee bladzijden op, ge heel wit, dan heel onder aan de tweede dit een zame vers van acht syllaben: Mille sanglots plangorent la ... Wat de letterkundige waarde van het boek van den heer Ghil aangaat, men zal verschoonen dat ik daarover niet uitwijd''. Anatole France laat volgen: Wij vernemen dat RenéGhil philosoof en geleerde geworden is. Er is geen ernstige reden om hem in deze evolutie Ie dwarsboomen." Het aangehaalde gedicht heet Dire du mieux; op dit gedicht als specimen schijnt Anatole France zy'n oordeel te bouwen : Ghil past met de uiterste gestrengheid de verlaino rnallarmistische theorieën toe. Daaruit volgt, dat het onmogelijk is een enkel woord te begrijp3n van hetgeen hij zegt. Wie op den schijn afgaat, twijfelt dan ook of hij een grap penmaker ,-of een krankzinnige is; maar de heer RenéGbil heeft niet gaarne dat men uien twijfel uitspreekt." Dire du mieux luidt: Ouïi! ouïd aux nues haut et nues o Tirent-ils d'aile immense qui vire . .. et qnand vide et vers les grands pctales dans l'air plusaride (Et en Ie lourd venir grandi lent stridule et Titille qui n'alentisse d'air qni dure, et grandie, erratile et multiple d'éveils', stride mixte, plainte et spiendeur! la plénitude atide) et vers les grands pétales d'agitations lors vanouissait un vol ardent (jui stride . . . (des saltigrades doux n'iront plus vers les mers...) Graaf Leo Tolstoï, die van alle kanten om ver lof tot uitgave, vertaling en opvoering zijner wer ken wordt aangezocht, laat in de JVowo/e Wremja de volgende verklaring plaatsen: Ik veroorloof allen die het wenschen, in Rusland zoowel als ia het buitenland, in de Russische taal en in vertalin gen, alle werken, die door mijsedert!881 geschreven en in XII deelen (uitgave 1886) en XIII deelen (uitgaven 1891) van mijne gezamenlijke werken verschenen zijn, zonder Benige vergoeding uit te geven of op te voeren. Deze beschikking is ook van toepassing op al hetgeen nog niet van mij in Rusland is uitgegeven, zoowel als op al wat ik in het vervolg zal doen verschijnen." Schaakspel. 3de Jaargang. 4 October 1891. Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen. Adres: Mira Lodge. Deronda Road, Herrie Ilill, Londen. S. K. Verzoeke alle berichten, de schaakrubriok be treffende, aan bovenstaand adres te richten. Wij hopen, bij voldoende deelneming, binnen kort een correspoi dentie-wedstrijd op groote schaal te openen. Schakers uit alle oorden des lands worden verzocht zich tijdig hiervoor bij den redacteur aan te melden en tevens een hunner best gespeelde partijen, als maatstaf voor do clas sificatie, hem te doen toekomen, leder speler ia verplicht 4 partijen gelijktijdig te ondernemen (twee met wit en twcu met zwart) en in ieder spel elke veertien dagen n zet doen. Verdere bijzonderheden pub!i<Tcreri wij zoodra ons de namen der dce.üem<-rs bekend zijn. Wij hopen zeer dat dezen correspondentie wedstrijd oen no(/ grooter succos zjj (en dool vallen dan Probleem no. 97. Zwart 7 stukken. i ^ b c d e i' g Wit 5 stukken. Wit geeft in 8 zetten mat. In Nederland heeft men op graaf Tolstoï's toe stemming, zooals op die van andere buitenlandsche schrijvers, maar vast geanticipeerd. Na den prijsroman weer iets anders. Te Lon den zal in de kolommen van het dames tijdschrift The Gentlewoman, een curieuse roman worden opgenomen, waarvan ieder hoofdstuk door een anderen schrijver, zonder ruggespraak met de anderen, wordt vervaardigd. De titel is Fenella's Fate; de schrijfster Miss Helen Mathers heeft het eerste hoofdstuk geschreven, haar volgen Mr. Justin H. Mc Carty, Mrs. Trollope, Mr. Conan Doyle, Miss May Crommelin, Mr. F. C. Phillips, Rita", Mr. Joseph Hatton, Mrs. Lovett Cameron, Mr. Bram Stoker, Miss Florence Marryat, Frank Danby", Mrs. Edward Kennard, Mr. Richard Dowling, Mrs. Hungerford, Mrs. Arthur a Beckett, Mrs. Macquoid en Mr. George Manville Fen. Men zou vermoeden dat dij roman als litterair genre op zijn eind loopt, als er zoo mee gesold wordt. Het nieuwste wat Edison uit zijne fabriek van uitvindingen te voorschijn heeft gebracht, is een electrische percussieboor. Deze boort in eene minuut een gat van drie duim in het hardste graniet. De daarbij benoodigde kracht is uiterst gering en kan door iedere dynamomachine ge leverd worden. De mijningenieurs zeggen, dat de uitvinding eene revolutie in het mijnwezen kan tengevolge hebben. DE KAANTJESWORST. Een Kerstcertelliny naar liet oorsproiiki'hj/,Ktiermarke.nsch, door P. K. Rosegger. In de laatste week voor Kerstmis hebben wij geslacht, een varkeu. En terwijl wij un juist dap per bezig zijn met het iuzouteu van de ham, het uitbraden der kaantjes eu het worstmakeu, komt daar de oude neef Zenz aanzetten een eigen broer van mijn grootvaders getrouwde tante en meent, dat hij hier wel eens een poosje uit kon rusten. Dat is goed," zeg ik, zie maar waar je een plaatsje kunt vinden om te zitten ; alles zal wel vol liggen, wij zijn juist aan de slacht." Ah zoo, ben je aan de slacht," zegt de oude vos, alsof hij de stukken van het, varken niet overal op banken eu planken zag liggen. Intusschen komt mijne vrouw al uit de keuken met een schotel binnen; kaantjes heeft ze, die moesten we met brood opeten. Kaantjes, zoo noemen wij de stukjes vet, die bij het uitsmelten van het spek iu de pan achter blijven, cu die ' voor wie er van houdt, heel lek ker zijn. ;)Jezes, kaantjes!" roept neef Zenz, want hij eet ze graag. Proef er eens van", noodig ik hem uit, laat je niet lang nooden, kaantjes moet men eten, zoo lang ze heet zijn. Ilunsel !" zeg ik tot miju jongen, neem de kruik cu haal wat appelwijn. Bij vette kaantjes behoort appelwiju, opdat er niets op de maag blijft liggen." *w Kaantjes !" kraait neef en drukt de handen tegen zijn hart, juist zoo, als wanneer men voor een lief meisje staat en zegt: >Jk houd van je !" Zoo dikwijls ik van kaantjes hoor spreken'' zucht hij, «watertand ik, en brandt mijn rug." ' Dat begreep ik toen niet. We nemen dus ieder een becnen lepel, zooals wij die toentertijd nog hadden, en waar men heel wat, kou opladen. En nadat er in de maag de eerste fondamenten ge legd zijn, waarop langzaam kou worden voortge bouwd iuplaats van steencu: kaantjes, inplaa*s van kalk : appc-hvijn begint ucef Zenz een roovcrsgeschicdenis te vertellen. Kijk, Peter," /egt hij, «sedert zestig jaar is er veel op de lieve, wereld veranderd; maar kaantjes braden doet men tegenwoordig nog net als in mijn jeugd." Eu eten zal men ze ook wel niet anders," zes ik. den pas geopenden oplossingswedstrijd! De zetten worden wekelijks in deze schaakrubriek, waarvan thans in alle buiten!, schaakbladcn on kolommen ' notitie wordt genomen, gepubliceerd. De namen der deelnemers worden eerst na ailoop der partij bekend gemaakt. De belangrijkste partijen zullen i dan, uitvoerig geanalyseerd, in hun geheel in 't j Weekblad opgenomen, en daarna in de buitenl. ! bladen overgedrukt worden. Ook hopen wij dar, ] evenals aan do intern, corresp. wedstrijden van '' den Monde Illustré", de sterkste schakers zullen meedoen. Probleem no. 98. Xwart .'S stukken. Wie weet!" merkt neef op, en vervolgt: ,,Ik zal zoo ongeveer een knaap van tien jaar zijn geweest maar een deugniet. Een groote deug niet, zeg ik je, beste Peter en varkensslachter! Nu, toen hebbeu we thuis ook wel eens geslacht. Terwijl mijn vader in de keuken ham pekelt, moet ik in de achterkamer darmen opblazen. Mijne stie moeder kou zoo goed worst maken, duivelsche goede worst met gehakt en spek gevuld, stukjes wittebrood er ouder en met peper gekruid. Die zond ze met Kerstmis in de buurt naar goede vrienden : naar de schoenmakersvrouw drie paar, de boerin van den Richterhof drie paar, de bar biersvrouw drie paar, de bakkcrin zes paar, om dat die altijd een stuk krentenbrood teruggaf. Nu, en toen werden de lang afgesneden darmen eerst opgeblazen, dan vastgebonden en boven op den rookzolder aan haken gehangen om te drogen vóórdat, ze gevuld werden. Nu, en dat opblazen was mijn werk. En met de worst is liet me niet erg gegaan, maar met de kaantjes ! Met de kaantjes, mijn goede Peter! Mijn moeder had het vet er uit gelaten voor de vasten, eu de kaantjes wou ze bewaren voor den zomer, voor het inmaken van groenten en liet vullen van knocdels. Menig maal heb ik gedacht waarom God de Vader toch uau Adam en Eva juist de appels heeft verboden en niet de kaantjes! Tegen Allerheiligen, als de eerste sneeuw viel en het oude zwijn in den stal nog met aardappelen en knollen vertroeteld werd, begon ik mij al op de Kerstmis te verheugen wegens het varkcnsslacliten, en op het varkensslaclitcii wegens de kaantjes. Een laag spek, een vuist dik, had vader van het varken gehaald, moeder had het spek m de pan gesmolten, en toen de kaantjes er waren, heb ik er geen gehad." Troost je daarover, Zenz!" zeg ik. Dat doe ik ook," stemt hij toe en hakt met den lepel iu den schotel. Nu, en op denzelfden dag," vertelt hij verder, toen ik in de achterkamer darmen opblazen moest, daar staat de pot met kaantjes naast me, hoog opgestapeld met verse . nitgebraden kaantjes. Zeiizel! zeg ik tot mezelf, vandaag bega je eene doodzonde! Op den Heiligen Kerstavond moet je toch ter biecht. En ik begin te snoepen. En toen ik ecu tijd lang zoo gesnoept had en intusschen darmen opgeblazen, word ik plotseling angstig eu bang. Nu ja, nu haast je je maar morgen 'r Wat zal het morgen zijn V Morgen laat moeder je niet meer in de kamer. Ver weg ben je dan van de kaantjes. Terwijl ik dan zoo bezig ben met opblazen en opblazen, knijpt de booze geest me; een klein bedje knijpt hij me. Daar valt me de gedachte in: iu plaats dat je de darmen opblaast vul ze met kaantjes. Met kaantjes vul je ze. hang ze dan op den rookzolder en gaat er alle dagen even heen. Gedaan hel) ik het. Den halven pot heb ik geledigd en de darmen gevuld, en iu den pot het overige wat los opge stapeld, dat het weder een pyramidetje werd. Nu de kaantjesworst op den rookzolder aan de stok ken gehangen, de ladder daarbij laten staan: en net toen ik met het werk klaar ben, zeu't vader: ,1e bent een knappe jongen geweest l Nu moet ik eens drinken." Neef hield woord, hij dronk. Eu daarna zijn de goede dagen gekomen V" zeg ik. Maar n," autwoorde neef /enz, maar n enkele. Den tweeden dag, toen ik naar den rookzolder klom om mijne kaantjesworst, was de ladder weg. ik sta stokstijf en kijk. Daar boven hangen ze, en ik kan niet naar boven. En als moeder nu bloedworsten wil gaan vullen, vindt zij de kaantjes erin, en ik zal ervan lusten. Zooals echter kinderen zijn, ik vergeet het spoedig, loop naar buiten, en ga met mijn prikslede glijden. Daarna werd liet slecht weder, en ik amuseer me in de schuur met schommelen. Moeder «'as altijd nogal kregelig en brommig en vooral als liet, naar de feestdagen liep, als zij de handen vol werk had. En nu was haar iu de schuur de schommel in den weg. Toen Oplossing van No. !)l van 'E. B. Sx-hwanrj te Wimbledun bij Londen. l De«, Kf-i 2 i'g-2 -f, Kg.') 3 l'f7 i K.U 2 l'bj ?;?, Kc'3 3 Dl'3 ^ Ke5 3 I.c-7 ebfi: 2 Pf7 t, Kfi 3 Dt'3 ± Kdl 3 LhC edü: 2 Del!. d5 3 Lc7 i l' speelt 'i Del v enz. tö2 l't'3 f enz. Oplossing van Xo. 'J2 van .Mai'tin Ande sou l Dh3 ?;?:, l'h:l: 2 ]V;), ad In, 3 L -; i l 2 De3 v, Kl)."> (d5) 3 T :Kd5 ib.V 2 1Y3 v. KrC- 3 Itc.s + Oplossing van Nu. (13 van W. I!. II. Moiners te Amsterdam. i nr>:, e n: 2 Ke-t, n 3 i.d7 ? Kbi 2 J>d3. al i Ld2 Ka i l IV l Kb"> 2 Do-.!:, ad iid l D ~ Kb3 2 IMI: i-, ad lib l Del -. (iplossing van No. !?[ van l;. (':-,i-em,-,n Ie renien. l i-7, ad iib 2 eS l'. IX s j'sj c Td7: 4 fioeilo oplos-ingi-n ontvangen van a!b> vijl' prol b ? men \;oi: (.'. T \. ![am, <óiiTed:ji,; \V. \ ff., Delï'i ; ]?'. A. Tern-.os '.n J. llo, s, lo >ti,.) dam: ,T. J. Speet, W. S;ven;!l i-ll J. IlliC'M', l! eda : A. II. de- Vo-, Dor.lreelil: S. 'v. C,,-o]-.-|v;en, '.- lbo.; K.-ia'shellVel : W. U. i i. Moinel hramis i n \V. M'l?i!j.-\vei-lV, A" \:i n N-- '.Hl. !:_! < n !.' t van A en .!. ilaaini:;: , '- Il-.-eh. Van il. J-., ().is;er!)eek. Van No. Il ! a b e. d e t j; ii Wit <; stakker. Wit gceit in i! zetten inrit. Om verschillende redenen zul-cm wij in 't ver volg de namen der preb!eer:uliv liters , cr.st bij 't verschijnen der oplossingen bekend inak-, n. l ie \\ volgende serie oplossingen verschijnt op >; N.-IV. c.U. Oplossingen van de OcU.berpiubleinen worden Dinsdag iïNov. ingewaebt. heeft vader die voor mij boven op zol der aan de balken gebonden, daar had ik plaats om te schommelen. Hé, dat leek me! Ik ga erop zitten en zwaai heen en weer, dat alles voor mijn oogen warrelde. En kijk, onder dat schommelen merk ik, dat ik een paar maal, als de zwaai heel groot was, aan den voorkant in de buurt van de kaantjcsworsten kwam. Mijn hart klopt geweldig. Ik houd mij met beide handen aan de touwen vast en begin met alle kracht te schommelen, Terwijl ik met miju achterge deelte hoog boven tegen den muur bons, deuk ik: Goed zoo! Nu moet je naar voren ook zoo ver gaan, dan krijg je ze wel. 'Ik klem me nu op de schommclplank vast, en met de uitgestrekte bloote voeten grijp ik naar de worsten, zoo dikwijls ik in de nabijheid kwam. Een paar maal raak ik ze met de teenen aan, zoodat ze ouder aan haar stokken dansen, nu nu ! Nog een paar zwaaien nu heb ik er een l Met de teenen heb ik ze gepakt en vastgeklemd als de kat een muis. Als het zoo ver is, spring ik naar beneden, dat ik kan beginnen te smullen. Maar verbeeld je nu, Peter! Hetzelfde duiveltje dat mij vroeger wegens de kaantjes geplaagd heeft, moet thans mijn vader aangehitst hebben. Terwijl ik juist, aan de kaantjesworst beginnen wil, hoor ik op de trap zijne steenvast bevroren winterlaarzen. Op den rookzolder staat eene oude kist met zemelen; ik ben niet lui, ik spring er met mijne worst in en klap het deksel toe. Vader strompelt rond, ziet nog den schommel bengelen, ziet nog de opgevulde darmen aan deu stok slingeren eu begint al te schelden: Wat heeft hij nu al weer uitgevoerd, die deugniet' J k geloof waarachtig dat hij aan de worstblazen geweest, is. En die kaantjes daar omheen gestrooid! Wat beteekent dat? Waar zit hij? Ik heb hem daar net gehoord. Nu wacht maar, Zenzel, pas op wanneer we elkaar ontmoeten, vandaag zal ik jou inzouten! Voor zoover ik door een spleet zien kan, pakt hij een oude drooglat en stommelt woe dend weder de trap af. Ja, denk ik, wanneer de drooglat op mij begrepen is, dan zal 't er lustig toegaan. Het zou niet, dom zijn wanneer ik het dakvenster uitkroop, van het dak naar beneden in de sneeuw glijd en naar mijn nicht in het dorp loop. Maar toen ik uit de kist wil, gaat, het dek sel niet open liet slot is toegesprongen. Zoo, Zenzel, denk ik bij mijzelf, nu zit je goed geborgen. Op de zemelen is het heerlijk zacht liggen. Het is heel gemakkelijk ; waar je een kuiltje noodig hebt, druk je er maar een in. En ! nu, Zenzel, komt het er maar op aan, of je de j drooglat vandaag of morgen proeven wilt. | Vandaag niet. denk ik, vandaag eet ik liever kaantjes. En ik gebruik mijn avondmaal eu vlij me zorgvuldig op de zemelen neer. Ik zou liegen als ik zeide, dat ik dien nacht slecht sliep. In 't geheel niet. Krijgt men liet warm, dan woelt, men zich wat los. wordt men koud, dan dekt men zich weder eens goed toe. Bij dit toedekken korn ik, als ik 's morgens wakker word. op de eieren te liggen. Mijne moeder legde de eieren gaarne in de zemelen, daar blijven ze versch. Dat is eene spijs die mij uit den hemel gezonden wordt, deuk ik bij mijzelf, daar ik 's morgens ook j 1105' niet te voorschijn kom, maar deu stok tot, l 's middags wil uitstellen. Tegen den middag | komen ze op den rookzolder zoeken, vader en '?. moeder. Heilige Maria en Anna ! zegt mijn vader, ; waar mag hij dan toch zitten, mijn jongen ? Het j geheele dorp al doorgezocht, ncrircns te vinden. [ Zenzeltje, wat is je overkomen? Nu, wacht maar, | dat zal hem heugen ! zegt, moeder, en ik hoor de i tanden in haren mond knarsen. Kom niet tevoor schijn, fluistert mijn bescliermergel mij toe, blijf nog rustig in de kist met zemelen' Ik drink een ei uit, bind mijn zakdoek om mijn gezicht, opdat de zemelen niet overal aan kunnen vastkleven, en begraaf mij weder in den winterslaap.'' ,,O jou halve gek."' roep ik neef Zenz toe, hoe lang wou je dan nog in de zeinelenkist blijven ?"" ,/Tot ze zacht wordt, mijn moeder.'' merkte /.enz MEDEDKELIXGr.X UIT DE SCHAAKWERELD. Op den grootcii wedstrijd bij Simpson te Londen was de stand Maandagavond jb als volgt: Loman speolde 3 partijen, won '2' o 3 ,. l 2 ,. J. H. Dlaekburne gaf op Maandag ."i Oeto'oer eene blindeliin,'sseanee in de Cily ol' I.ondon ("lllb. Hij sjieeldo S partijen, waarvan hij 5 won, l verloor (hij liet in een gewonnen eindspelzijn koningin en priseïj en 2 remise maakte. De match [n-,sehen de vdnb van Liverpool en dio van Ola-gow had 20 Sept. te <;ia-go\v plaats. Al de sierkste speler^ der I.iverpoo! ('!n ss Club. waaronder ooi; AIÏJO^ lïnrn, ondernamen de \-erre reis naar Sehotland en /ij hadden de voldoening de maieh met 7 tegen 3 v, instpnnten Ie \\innen. Ealeti de llob. sehala-rs hier een voorbeeld aan nemen door evenoi!i> ebtbmatehes ui> ton"^" !*? zetten! ()ii een \vedr-trijd om 't eerste ].;ampioi..nsehap van AuMralu' wc-nl de lo prijs behaald door mr. E-ling, 2e mr. l'.rocklebank en 3n en in deelden mr. Wilton en mr. HodgMtn. i)]i den wed-drijd van den ohee-msclion .--eliaakoond u- t'raag won de her-r ICvieala den In prijs, 2o .11 3o pi-ij/, n d'-elden do boeren Taxler en Korte. De wo b-tnjd werd door meer dan loüamateurs bij J-'.^n d(.-r beste vrienden van den pas gestorven pRMdent. Jnle.s Crevy ^dirijt't in 't llriti.-b C'hess ; .Mairaxine" van <>rl. o. a het volgende: ..(irevy was v,-, n ineening. ev. hirrin vrarer; \-eisein.idenc van /iiüeminente vrn uden 't niet hem volkon'.en eens, d:tt 't --ehaalvsj el in Frankrijk niet gen<-eg in eere wei-d gehouden, (n dat bij g"brek aan een Soeiét : ci'eneoura.üonieni" do staat diende- zorg te dragen, dar 't M-haalvspel volgens den e\-pr< sident 't nobel-tc' van allo ronibioali, spelen meer algemetn vel i.reid \verd. llif \\';>> de le'ien dat hij nooit Terxuimde sehaaliondt-rneiuingiMi geld'.-lijlc te steunen, en i:di'n niet ei n iiijdige ,,e(>terie" all'-s in de war had geliraelit, dan ba-i men door /ijn tucdcun in l^sil oen interna: ioiiaal eongre.s 'e Parijs knn.nen iiiuiden, ,lat : ^lin voorgangej- \an Js"S in glans ver 'S.«*\\ hebbe'i . e,-ertroii'en. De l 'raii.-i'ho seliaa'iY;',r.nsi heeft in presi] deiit(irevv haar grooi-,;<;ii sti:un verloren."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl