De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 11 oktober pagina 7

11 oktober 1891 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

TOQ& NEDERLAND. De jaarlijksche bedelpartij. Me lieve menschen nog meer Ik kom al zooveel lekort. AMSTKRDAMSCIIE STIOI>KMA.\(;I> HET MILITAIRE HUIS DER KOXINGLX. (1) (Ontbocxemiiiy ra n een tuiden Oranyisl.) Eau vriendlijk, aardig kind, t<>t zware taak geboren, Maar nu Goddank nog jong, 't aanvaüig Kind van Staat,... Och! laat haar jong zijn! 'c Is maar al te ras te laat Voor vroolijk, zorgloos spel. Zij moet zooveel reeds hooren Van wat haar spoedig; wacht, van d'eischen van haar rang; Haar jeugd duurt maar zoo kort en 't leven is zoo lang. Gun haar de frischhcid van haar schoone kinderjaren; Laat haar voor hoofd en hart veel eêls en goals vergaren; Maar spaar onnut vertoon, omvaren, dwazen schijn; Laat alles om haar heen natuurlijk, eerlijk zijn ! De Kroon ontleeh? haar luister aan haar eigen waarde. Zij wenscht een hof'stoet? Goed, men gunt haar ook dien glans: Grootmeesters, cerom micineesters, al wat thans Begeerlijk zijn moog1 voor de grooten dezer aarde; Een tros van kamcrheeren, sleutel op den rok ('t Ontbreekt aan plaatsen niet. en elk krijgt licht een brok, Van 't, vorstlijk gunslhot.oon, die in de hoogste kringen Naar zulk een onderscheiding > rechtens" mee mag dingen) Maar spaar onwaar vertoon, vcrkwisling van 's lands kracht, Verspilling van 's lands geld verzwakking van 's lands macht! Ons Jeger is niet groot, geen krachten kan 't ontberen; Geen hofdienst is zijn taak, vooral niet, nu geen vorst Den veldhfiersstaf en tevens ook den schepter torscht, Maar teêre vrouwenhanden Nederland regeeren. Ga naar uw vloot terug, gij vice-adrairaal! Maak kennis met den troep, gestrenge generaal! Laat schout-bijnacht en kapitein-ter-zce gaan varen! Laat kolonels, kapteins en luitenants sinds jaren Tot zalig nietsdoen aangewezen weer wat doen ! Geloof me in d'ouden sleur, duur wringt bij ons de schoen! De luister van de Kroon moet niet belaehlijk schijnen. Het militaire Huis der kleine Koningin Wie durft h?t te ontkennen 'i heeft, heusch slot noch zin, En moet dus in 't belang der Kroon zelf ras verdwijnen. Als 't spreekwoord waar is, vegen nieuwe bezems schoon: Minister Sfiyffardt! spreid nu eens uw kracht len toon! Zeg (}g aan uw collega's: 'k heb die lieeren noodig En aan het Hof zijn al hun diensten overbodig." 't Is waar de cli'/nc is machtig en heeft heel wat praats; Maar 't kloek en manlijk woord vindt óók een goede plaats. 1) Het Militaire Huis der Koningin bestaat uit l vice-admiraal (dief van het Huis), l generaal majoor, 2 kapiteins-ter-zee, l kolonel, l kolunel-UUiliiir, 'A kapiteins, l ritmeester, allen adjudanten: voort» 'i rit meesters en 4 eerste luitenants, allen ordomiance-oflicieren. Deze officieren zijn aan den dienst van liet leger onttrokken, doch maken ds promotie mede en worden door het Bijk bezoldigd. ' SEQUAH-OLIE. En het geschiedde in deze dagen in de Darde Dorre-dwarsstraat, dat er een man woonde in een huisje met een hekje om de stoep. Als de zon warm was en het windje luw, zag men hem daar zitten, zich koesterend in het heer lijke licht. Zjn krukken stonden dan naast hem, want hij was stijf' van de rhumatiok aan armen en boenen. Toch zat hij daar niet zoo dikwijls, als hij wel wenschte, want zijn vrouw had niet altijd lust om hem er heen te brengen, en dan liet zij hem ver geefs klagen en bidden in de donkere achterka mer, waar hij niet dan een zwakken weerschijn zag van het gouden licht. En zij verhardde haar hart tegen hem en schonk haar liefde aan haar buurman links, en aan haar buurman rechts en aan nog eenige buren aan de overzijde, want zij was rijk aan liefde, en wie veel heeft, kan veel geven. En in het diepste baars harten verheugde zij zich, dat hij ? geraakt was door den verstijvenden . vinger van de rhumatiek; hij kon haar niet vol gen op hare wegen, waar zij vreugde zocht met haar vrienden. En daarin verheugde zij zich, en zij lachte, als zij er aan dacht, dat hij met onverbreekbare banden gebonden was aan de plek, waar hij neierzat. En zij genoot hare vrijheid en schonk haar liefde weg met de mildheid van eene, die te veel heeft. Toon kwam er een man uit een vreemd land zittende in een gouden wagen, met muziek on geschal, en de roem van zijn daden ging hem vooruit, want hij had velen genezen, en hij had loopende gemaakt, die in droefheid neerzaten. En toen die blijde mire ook weerklonk iu de Derde Dorre dwarsstraat, verhelderde het oog van den verstijfden man, en hij riep zijne vrou>v, un zijn mond sprak woorden van liefde en hoop. Xcem mij op. zei hij, en breng mij tot den womlerinan, op lat hij ook mij geneze, zooals hij velen genezen heeft. Versaag niet, en laat dezen tijd niet ongebruikt voorbijgaan. S'.el u voor, o vrouw, die mijn lood deelt, dat ik het gebruik mijner voeten terugkrijg, opdat ik naast u wa;idele en de kracht mijner armen , opdat ik u omhclze, en breng mij naar den hof, waar gene zing te vinden is van m\jnc kwaal. i Ka de vrouw stelde zich dat voor, en haar aan gezicht betrok, want zij dacht er aan, dat hij haar dan zou kunnen volgen op den weg harer vreugde. (iij liehtgeloovige, sprak zij, wilt ge u toever trouwen aan den leugen'.-1 Hij ij een valsche pro feet, die het oor bekoort inet zoete tonen, en het verstand misleidt door spitsvondige redevoeringen, Hij is de slang in het paradijs. Ga heen , of liever, blijf zitten, waar je zit, want jo zit mij volstrekt niet in den weg. En zij liet hem alleen met zijn smart en maakte zich op om troost te zoeken bij hare vrienden. Toen verhief hij zijne stem en weende bitter- i lijk, en zijn klachten waren hoorbaar, drie hui zen ver. En voor zijne woning verzamelde zich eene bonte menigte, en als vracheidene vrouwen zijne klachten hadden aangehoord en zijn wer.sch om naar den wonderdokter gebracht te worden, sloe gen zij de handen op de breed-; heupen en spra ken schande over de vrouw, die hem alleen had gelaten niet zijn smart, /ij allen toch beschouw den luar als een vijandin, want zij benijdden haar hare vrijheid, haren rijkdom aan vrienden en hare overvloedige liefde. Toen legden zij geld te zamen, en zij huurden een voertuig en brachten hem naar den hof van den wonderman, dien zijn vrouw de slang in hot paralijs had genoemd. Ki de wonderdokter wreef hem met olie, en gaf hem thee te drinken va;i bloemen, die bloeien in de landen ver over de grootc zee, en zie, hij werd genezen. De pijn was verdwenen, en zoo ook de stijfheid zijner ledematen, en op het geschal der bazuinen danste bij voor de oogen des volks. Ei als bet volk dat zag, juichte het met groot geschreeuw. DJ wonderdokter nu na-n zijn krukken en brak er oen van in stukken, maar toen hij de tweede wille breken, greep dj genczene zijn arm en zei: Stop, deze zult ge niet breken, waut die zal een roede zijn in mijn hand. Kti hij ging naar huls, vroolijk springende langs den weg. In zijn woning gekomen, posteerde bij zich met zijn kruk achter de deur, en toen ziju vrouw binnentrad, sprong bij op haar toe en hij verhief zijn stem, zeggende: thans zult ge boeten vooral h?t leed mij aangedaan ! En zij verschrikte zeer, want zie, hij die roerloos vele jaren had gezeten op zijn stool, sprong als een wilde in het ronil en hij sloeg haar met zijn kruk. uitroep'ivle: jij zit me niet in den weg, hè'' en het is een valsche profeet, bc? een slang i» het paradij'. l:èy En bij ieder hèkwam de kruk met kraditigen vlag neder. DJ vrouwen nu, die hem geholpen hadden, stonden voor do deur te luisteren en hitsten hem aan. Ea hij ging voort met slaan, (oidat hij moede wer 1. Toen beleed zij hare zonden en beloofde beter schap. Doch des anderen daags liep de gcheele Derde Dorre-dwarsstraat, te hoop. Achter bet hekje bij de stoop was de kruk blijven slaan en aan bet b oveueiudc links en rechts waren zachte uitspruitsols zichtbaar geworden als de gele l mtelofen van een wilgeboorn. En mannen en vrouwen vroegen elkander, wij zende op dit wonder: wat is dit ? En niemand kou zeggen wat daar geschied was. Mdar daar kwam de man uit zijn woning en lachte, zeggende: Vrienden, een wonder is dit niet. Dez; oude houten kruk is in aanraking geweest met het Mesehje .rtoipah-olio dat ik in mijn hand h-id genomen, en dat dorre hout is daardoor weder groen geworden. Toen vielen de ouden on jongen op hun knieën en riepen in vervoering den naam van S.'ipiah uit, en begonnen hem te prijzen met lotliederen en gebeden; doch de kruk, al te gevoelig voor deze hulde, liet hare iftspruitsels droevig neerhangen. En zij draaide zich om en om en verzette baar voet. deed eenige stappen voorwaarts en toen weer eenige stappen achter A-aar!s en sprong daarop plotseling over het bokjn en over de hoofden der schare heen, om de Derde Dorre Dwarsstraat uit te wandelen en oen bad te nemen in de nabij liggende gracht. Toen waren de aandoeningen van vreeze en grooten schrik ouder de menigte onheschrijllijk. De. vrouw uit do Derde Dorre, Dwarsstraat ijlde de roede, waarnnde zij tot bekeering gekas tijd was, na, en stortte zich voor de oogen der onthutste Ihvarsstraters in het groengrijze water. Doch da man bleef rustig bij zijn hekje staan, en do bende aanstarende, dio de kruk en de vrouw wilde redden, zeide hij zacht: mij verwondert dit alles niet. want niet alleen het liescbje had de kruk aangeraakt, maar ook een druppel van die olie was op haar gevallen. Toch scheen ook hij niet langer zoo opgeruimd, Ken angstige trek verving de plooi der vrpolijkheid van zijn lippen. /svijgend ging hij zijn huis binnen. Xwijgend liep bij naar de haardstede, greep de tang, vatte daarmede voorzichtig het lieschje Sequah-olie op en, zorgdragend dat niemand zag wat hij deed, droeg hij het recht voor zich uit naar de Egelantiersgracht henen, om het daarin te doen verdwijnen. Nauwelijks was de Sequah olie in haar glazen omhulsel in hot water afgedaald, of do troebele massa begon zich te scheiden, bot klare en het duistere, als op den oersten scheppingsdag. liet doode element werd levend Zachte tril lingen gleden over do oppervlakte, (loltjes be gonnen to dansen, te dartelen, te schuimen .... en dit is nu de eenvoudige verklaring van het mysterieuse feit, dat de stadszwanen in de Jordaan tegenwoordig zoo blank zijn en de obli gaties van de Duinwatermaatschappij weer begin nen to rijzen. Dio goddelijke Seq/iah'. l A L L E R L E I. Neef. Dus je trouwt niet niet hem? Juicht .Neen, papa vindt dat hij niet rijk genoeg is. Mama maakt aanmerking op -zijn familie. Mij bevallen zijn manieren niet. En behalve dat alles, heeft hij me eigenlijk nog niet gevraagd. Zér beschroomd jongmensch. Aheiu, Dora. ahem. ik-he . Dora (aanmoedigend). Wel, Herman, je hebt me wal Ie vragen '! .Jongmensch. Dora, HOU jou ma wel mijn schoonmoeder willen worden '! Rechter. (Jevangene, ge hebt de beschuldi ging geboord. Hebt. go er ook iets aan toe te voegen'.' Il gehuldigde. Neon, mijnheer de rechter, ik /ou er liever iets van willen afdoen. ('lienl. Me dunkt, mijn zaak is zoo klaar als de dag, ik moei ze winnen. Advocaat, Ja, in theorie bezien. Maar u begrijp!, als ze voor het hof komt, hebben we mei klaarheid niets meer te maken. Dandy. Men hoeft me verteld, dar, de rijke juUroiiw Zomer nooit tweemaal hetzelfde toi let di-aiist. Modedingster van jnli'rouw Zomer. Dat kan wel waar zijn, want ik heli gehoord, dat ze zelfs voor icderen dag der week een ander ;-tc! landen heeft Ilakvisehjc. \Val zijn die mannen toch on beleefd. Een beer stond voor mij op in de l ram en hij bedankte, niet eens, toen ik zijn plaats innam. Kapitein (op de schietoefening, lot twee sol daten). Jullie schiet allercilendigst(neemthet, geweer van een, schiet en mist. Tolden eerste): Zie je, zóó schiet ji.j (schiet en mist weer, tot, don tweede): En zóó schiet jij (schiet en raakt eindelijkj. En zóó schiet ik. Dame (tot schoenmaker). Dat zijn de laar zen niet. die ik besteld heb, ik had vél een voudiger uitgezocht. Schoenmaker, l* hebt, liet verkeerde pak opengemaakt, mevrouw. Deze zijn voor heü, dienstmeisje.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl