Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMEB
A°. 1891.
WEEKBLAD YOOK NEDEKLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Dit nommer bevat twee Platen.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel b\j de Vijzelstraat, 542.
Zondag 18 October.
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/1 1.65
Voor Indiëper jaar mail 12.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.125
Advertentiën van 1?5 regels /'l.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel 0.40
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Rosalba. tooneelspel in drie bedrijven.
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te
Amsterdam, door H. J. M. Muziek in de
hoofdBtad, door v. Milligen. Muzikale kritieken, door
v. Milligen. Antwerpen, door Prof. Dr. P.
Alberdingk ThHm. Aanteekeningen Schilderkunst,
door V. VARIA. SCHAAKSPEL. Een
ro nan naar de natuur, van C. Paolozzi. Voor
Dames, door E-e. ALLERLEI. RECLA
MES. PEN- EN POTLOODKRASSEN AD
VERTENTIËN.
BIJVOEGSEL: Bekende tydgenooten, VIII.
Prof. Dr. M. de Vries.
Van verre en van
nabij
Wat heeft de Russische staatsman Von
Giers te Monza met den koning van Itali
en met diens minister-president besproken ?
Ziedaar de vraag, die in de internationale
politiek het onderwerp uitmaakt van alle
beschouwingen. Men weet alleen, dat de heer
Di Kudini van Rome naar Milaan is gereisd
om een onderhoud te hebben met den heer
Von Giers; dat de beide ministers zich
hebben begeven naar Monza, waar zich de
Russische gezant te Rome, de heer Vlangali,
bij hen voegde; dat de heer Von Giers twee
uren lang met koning Umberto heef t gecon
fereerd, en dat op denzelfden dag ook de
Italiaansche gezanten te Weenen en te
Parijs, de heeren Nigra en Menabrea, bene
vens de onderstaatssecretaris graaf d'Arco
in de koninklijke zomerresidentie zijn ver
schenen. Deze omstandigheden wettigen het
vermoeden, dat het hier iets meer geldt,
dan eene gewone beleefdheid. Maar wat er
wel gebeurd is, daarover loopen de meenin
gen zér uiteen.
De Parijsche Tïwes-correspondent, voor
wien geen geheimen bestaan, verzekert, dat
de heer Di Rudini naar Milaan en naar
Monza is gegaan om den heer Von Giers
bekend te maken met den geschreven tekst
der triple alliantie en met de verplichtingen,
welke Italiëtegenover zijne bondgenooten
had op zich genomen.
Russische bladen beweren dat de heer
Von Giers den markies Di Rudini om een
onderhoud heeft verzocht, ten einde eene
toenadering tusschen Rusland en Italiëtot
stand te brengen. Rusland zou aan Itali
Feuilleton,
ROSALBA.
Tooneelspel in 3 bedrijven.
Mijnheer Bastiaan liep naar de veertig.
Hij kreeg reeds een weinig van de gezetheid,
die bejaarde heeren dikwijls hebben. Zijn
knevel was keurig onderhouden en zijn
zwart haar kreeg hier en daar een grijzig
tintje. Hij droeg altijd dezelfde zwarte jas,
glimmend door langdurig gebruik, maar
zonder het minste vlekje.
Hij was steeds precies op tijd. Om acht
uur stond hij op, om negen ontbeet hij.
Tien minuten vóór tienen liep hij de groote
binnenplaats van het gebouw van het mi
nisterie over. In twee minuten klom hij de
trap op, in drie minuten ontdeed hij zich
van overjas, hoed en handschoenen en als
de pendule tien sloeg, zat hij op zijn lede
ren armstoel voor zijn werktafel.
Hij stond niet op voor het uur van ver
trek. Het lichaam voorovergebogen, de neus
op zijn werk, maakte hij zijn keurige letters
vol zorg en nauwlettendheid. Hij was
calligraaf geboren, zooals men artiste is.
Als de dag afgeloopen was, veegde hij
zorgvuldig zijn pen af, sloot zijn papieren
in de lade en stak den sleutel in zijn zak.
Hij stond op, nam hoed en handschoenen,
knoopte bedaard zijn jas dicht, klom de trap
af en ging naar huis.
Bijna twintig jaar had hij de werkdagen
zoo doorgebracht, op dezelfde stoel gezeten,
op dezelfde uren gewerkt en hetzelfde keu
rige schrift geschreven. Hij kende noch
vermoedde een ander bestaan en gevoelde
zich gelukkig.
Hij had onder verschillende chefs ge
diend en ze waren hem allen even
onverEchillig geweest. Hij bekommerde zich niet
het juiste karakter der Dardanellen-quaestie
uiteenzetten en zich tegelijkertijd vergewis
sen, welke houding Italiëzou aannemen
indien in Bulgarije zekere gebeurtenissen
plaats grepen.
De Italiaansche officieuse pers waarschuwt
voor overdreven voorstellingen. Volgens h?ar
is er te Monza en te Milaan geen sprake
geweest van politiek, maar alleen van een
handelstraktaat.
De Fransche pers sluit zich voor een goed
deel bij deze voorstelling aan. Immers in
dien de Novoje Vremi/a gelijk had, en de
toenadering tusschen Rusland en Italiëge
paard ging met de losmaking van den laatsten
staat van de banden der triple alliantie,
dan zou het niet verstandig zijn, hierover
te spreken, voordat de zaak haar beslag
had gekregen.
Volledigheidshalve vermelden wij nog de
conjectuur, dat op de bijeenkomst zou zijn
gehandeld over Rusland's en Italië's belan
gen in Abyssinië.
In Duitschland wordt de zaak met eene
kalme onverschilligheid behandeld, die wel
een weinig gemaakt schijnt te zijn. Maar de
heer Von Caprivi heeft den toon aangege
ven, waarin over de laatste zetten op het
Europeesche schaakbord moet worden ge
sproken, toen hij zeide,- dat de demonstra
tieve ontvangst der Fransche vloot te
Kroonstad eigenlijk niets anders was dan eene
bevestiging van een sedert lang bestaanden
toestand. Bij deze variatiën op het »niets
nieuws onder de zon" en het »)til mirar?'
tegelijk, gaf de heer Von Caprivi wederom
zijn vertrouwen te kennen op de groote vre
delievendheid van vorsten en volken. Het
gaat dus niet aan, thans de alarmtrom te
slaan over de bijeenkomst te Monza, die,
volgens officieuse en niet officieuse verzeke
ringen, ook alweder een volkomen vredelie
vend karakter heeft.
Het duidelijkst openbaart zich de onge
rustheid in Oostenrijk. Zoo wijdt de Xeiie
Freie Presse een uitvoerig artikel aan liet
betoog, dat Italiëzijn eigen belangen met
voeten zou treden, als het zich met Rusland
verbond. Italië" zegtiiet Weener blad
»heeft geen grooter zorg dan die, dat de
Middellandsche Zee geen Fransen domein
worde; om zich hiertegen te beveiligen heeft
het met Engeland eene overeenkomst
ge
om hun komen of heengaan: zijn werk
bleef toch hetzelfde. En allen hadden hem
een compliment gemaakt over zijn nauwkeu
righeid en fraai schrift.
Wat de wereidscho genoegens betreft, die
verachtte hij. Hij was geen driemaal in zijn
leven naar den schouwburg geweest. De
lectuur van zijn dagelijksche courant en
zijn partijtje piket met zijn buurman, den
boekbinder, voldeden volkomen aan zijn be
hoefte aan genot.
In de kleine kamer waar hij werkte, stond
nog een tweede schrijftafel en op een morgen
vertoonde zich daaraan een nieuwe ambtenaar.
Deze was een jongmensch, in zijn vrijen tijd
redacteur van een blad, voornamelijk aan
tooneelcritiek gewijd. Hij was tevens auteur
en correspondent van een provinciaal blaadje.
De nieuwe buurman had de gewoonte zijn
werk haastig af te raffelen en den tijd, die
hem overschoot, aan zijn eigen letterkundige
bezigheden te wijden. Soms kwamen vrienden
en medewerkers hem bezoeken en werd er
met halfluide stem gesproken over sensatie
artikelen, romans naur de mode en
tooneelstukken, die succes hadden.
Mijnheer Bastiaan, hoewel hij onafgebro
ken doorging met zijn werk, hoorde de con
versatie, zonder er naar te luisteren. Een
voortdurend gegons van stemmen weerklonk
in de naïeve ooren van den stipten amb
tenaar :
Wat zeg jij van die kleine dinges ?
Ze was prachtig, vooral in het derde
bedrijf.
? Het nieuwe stuk doet het, hè?
Subliem!
Mijnheer Bastiaan, die in den beginne
met een minachtenden blik naar ze gezien
had, als naar een hoop jonge gekken, werd
langzamerhand besmet door de gevaarlijke
nabuurBchap. Hij begon te begrijpen, wat ze
vertelden en er belang in te stellen. Hij
was weldra op de hoogte van al de stuk
ken, die gespeeld moesten worden. Hij wist
troffen over de bescherming van zijne kusten
en in het Oosten staat het overal aan die
zijde waar Frankrijk niet staat. Het legt
sympathie aan den dag voor Roemenen en
Bulgaren, het neemt te Constantinopel deel
aan den diplomatieken arbeid die zich ten
doel stelt de invloeden tegen te werken,
welke zich daar tegen de triple alliantie doen
gelden. En doordat het de zelfstandigheid
der Balkanstaten bevordert, komt het bij
elke schrede in tegenstelling met Rusland,
dat zich zijnerzijds in het Oosten kan ver
heugen in de onvoorwaardelijke diplomatieke
ondersteuning van Frankrijk. Deze tegen
stelling is daarenboven, als men Frankrijk
buiten rekening laat, volkomen natuurlijk,
want ook Rusland tracht uit de Zwarte
Zee naar de Middellandsche Zee te komen;
ook Rusland zou, indien het er in slaagde,
zich over Roemeniëen Bulgarije heen in
Constantinopel vast te zetten, een gevaarlijk
mededinger voor Italiëworden. Voor Rus
land's doeleinden blijft de brief, dien gene
raal Ignatieff, toen hij nog gezant te Con
stantinopel was, aan den khedive
IsmaelPacha schreef, steeds een leerrijk document;
er was in dien brief sprake van een
Russischen inval in het Nijldal, waartoe
IsmaelPacha zou medewerken. Kan het met En
geland bevriende en in zijne politiek ter zee
aan Engelands hulp zooveel behoefte heb
bende Italiëzich eenige illusie maken, dat
het met Frankrijk bevriende en van Enge
land door onverzoenlijke tegenstelling van
belangen gescheiden Rusland ooit Italië's
streven in de Middellandsche Zee zal willen
steunen? Moet het niet Italië's eerste zorg
zijn, de hindernissen te vermeerderen, die
Rusland verre houden van Constantinopel
en van de Middellandsche Zee? En wordt
het daardoor niet kategorisch verwezen naar
de beide mogendheden met welke het zich,
in het juist begrip zijner belangen, heeft
verbonden".
In een volgend artikel brengt de Presse
de «volkomen juiste" opmerking van de
Jfamburyer XacJirichtcn (Bismarck's orgaan) in
herinnering, dat alle pogingen, om in de
triple alliantie eenige verandering te bren
gen, allereerst moeten gericht zijn op Italië.
Onder de gegeven omstandigheden ziet de
Presse in deze uitlating van het Hambur
ger blad eene uiting van wantrouwen, en
dat mevrouw Die en Die talent had en dat
mijnheer Zoo en Zoo tot op de laatste repe
titie zijn rol niet kende. Hij las de
tooneelkritieken en kende den datum van iedere
première.
Als hij thuis was, begon hij, onder het
spelletje piket, af en toe eens over het
tooneel in het algemeen te spreken en op
een avond stelde hij zelfs voor, in plaats
van kaart te spelen, naar de komedie te
gaan en een nieuw stuk te hooren. Daar
de boekbinder liever thuis wilde blijven,
drong hij er niet verder op aan, maar eeuige
dagen daarna kwam hij er toch weer op
terug.
Sinds zes jaar zet ik geen voet meer
in den schouwburg. Ik ga er niet heen en
ik heb me zelf beloofd er nooit weer te ko
men, zei de boekbinder.
Basiiuan gaf geen antwoord, maar den
volgenden avond liet hij zijn vriend zitten
en ging alleen naar de komedie.
Er had een geheele verandering in hem
plaats, niet alleen thuis, maar ook op het
ministerie. Op een dag gaf men hem een
brief om te copieeren, waarin twee- of drie
maal herhaald werd : de som waarvan sprake
is. Hij veranderde, uit zich zelf, de woor
den : de som waarvan sprake is, in: ge
zegde som. Dit was voor het eerst, in twin
tig jaar, dat hij zich een dergelijke veran
dering permitteerde. Zijn chef zag de ver
andering en maakte er hem schertsend een
compliment over.
Van dat oogenblik meende Bastiaan dat
hij letterkundigen aanleg moest hebben. Hij
las van den roem en het kolossale honora
rium, dat sommige schrijvers met hun werk
verkrijgen; dat maakte hem het hoofd ge
heel op hol. Hij begon het zeer te betreuren,
dat hij zich niet aan de letteren had gewijd.
In zijn kleeding liet hij ook reeds zijn
veranderde idees bemerken. Zijn jas, altijd
zoo zorgvuldig dichtgeknoopt, gaapte op
nonchalante wijze. Zijn haar liet hij groeien
zij acht dit wantrouwen eenigszins gerecht
vaardigd door hetgeen de Russische bladen
over de samenkomst schrijven. »Men zou,
als de onderstellingen der Novoje Vremya
op waarheid berustten, wel dienen aan te
nemen, dat al de verzekeringen, volgens
welke in Rusland niemand den oorlog wil,
niets anders zijn dan een goed berekende
prospectus voor de nieuwe Russische leening.''
Die leening is nu, naar men beweert,
volteekend, en wel hoofdzakelijk in Frankrijk.
Booze tongen zeggen, dat de warme aan
bevelingen der Fransche regeeringsbladen niet
bij machte zijn geweest, den nijveren bur
gers de spaarduitjes uit den zak te kloppen.
Het is trouwens gemakkelijker >Vive la
Russie!" en »Vive Ie czar!" te roepen, dan die
sympathie om te zetten in klinkende bewij
zen. »Men" zegt dat de particuliere inschrij
vingen uiterst gering zijn geweest; dat de
bankiers met hunne obligatiën zijn blijven
zitten en dat zij nu bonne mine a mauvais jeu
maken, door te verklaren dat de leening
een ontzaglijk succes heeft gehad en dat
men blijde mag zijn, als men een klein deel
van zijne inschrijvingen toegewezen krijgt.
Wij zullen ons wel wachten, over deze
on-dit's een oordeel uit te spreken, en even
eens veiligheidshalve aan onze lezers de
keuze overlaten tusschen de interpretatiën
der verschillende bladen van de bijeenkomst
te Monza. Die bijeenkomst blijft inderdaad
een verrassend feit, maar het merkwaar
digste is wellicht nog, dat men, daar
over sprekende, zich overal haast op te mer
ken : »Toch gelooven wij niet, dat de vrede
door deze onderhandelingen bedreigd, of zelfs
minder goed verzekerd zal blijken te zijn."
Een ding is zeker, dat niettegenstaande
de gemoedelijke verzekering van den heer
Von Caprivi door de toenadering tusschen
Rusland en Frankrijk overal verandering in
de stemming is gekomen. Eén voorbeeld uit
velen : de heer Buis, burgemeester van Brus
sel, is met eene volgens zijn eigen beweren
officieuse opdracht naar Frankrijk getogen,
om daar te verzekeren, dat er tusschen
Belgiëen Duitschland heusch geen geheim
tractaat bestond, bestaat of zal bestaan.
Mevrouw Edmond Adam zal nu voor haar
Nouvelle Revue een ander sensatie-onderwerp
moeten opzoeken. De bijeenkomst te Monza
zal haar ongetwijfeld rijker stof leveren.
tot het op zijn schouders viel en de zwart
satijnen das veranderde in een lichtkleurige
Lavallière, los en artistiek geknoopt.
Hij stond verscheidene malen op van zijn.
leeren werkstoel en begon de kamer, op en
neer te wandelen, onverstaanbare woorden
prevelend.
Maakt u verzen, mijnheer Bastiaan?
vroeg zijn buurman, de redacteur, met een
spottend lachje.
En als dat zoo was, jongmensch, wat
dan ? antwoordde hij uit de hoogte.
* *
Er werd een nieuw stuk gegeven.
Bastiaan,die door zijn nieuwen smaak nieuwe
kennissen had opgedaan, had van een bu
reaulist twee plaatsen voor het parterre ge
kregen.
Den avond, vóór het stuk gespeeld werd,
zocht hij den boekbinder op en zei:
Nu zul je toch niet weigeren met me
naar de komedie te gaan? Ik heb twee vrij
plaatsen.
Het is heel vriendelijk van je en het spijt
me, maar ik kan niet gaan.
Je gaat dus nooit.
Neen.
Zeg me dan tenminste, waarom niet ?
Ik wil het je wel zeggen, maar spreek
er niemand over; ik wil het niet weten.
Toen verhaalde hij zijn vriend een treu
rige geschiedenis. Hij was getrouwd geweest
en zijn vrouw was vroeg gestorven. Hij had
n meisje, Rosalie, waar hij dol op was.
Zij had een uitstekende opvoeding geno
ten, en hij hoopte dat ze later, daar ze
zeer mooi was, een goed huwelijk zou doen.
Alles had hij gedaan om haar genot te geven ;
het mooiste speelgoed voor haar gekocht en
haar, toen ze ouder werd, mee naar den
schouwburg genomen. Dat gaf haar den lust
om aan het tooneel te gaan. Hij wilde nim
mer toestaan en op een avond vond hij
een brief bij zijn thuiskomst, dat ze heen was
gegaan, zonder zijn toestemming. Sinds dien