Historisch Archief 1877-1940
747
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
In afwachting van de beslissing in de Steenkamp-quaestie.
DE MINISTER.
A qui Ie dites-vous? Pardon 't is naar, maar waar.
Maar hoe kan ik, mijn vrienden, dezen last verlichten ?
EERSTE SPREKER.
Gij zult u in ons hart een eeuwge eerzuil stichten,
AÏs gij ons van den last der Universiteit
Door uwen invloed zeer genadiglijk bevrijdt.
DE MINISTER (opspringend).
Meneeren! dit t is schandlijk! 't Geldt hier Arastels glorie,
Der vaad'ron erideel, 't geldt der wetenschap victorie!
Opheffing duld ik nooit! En vraagt ge mij dat, mij?
EERSTE SPREKER.
Neen, Excellentie, neen ! Zoo dom zijn wij niet. "Wij
Verlangen slechts als Utrecht, Groningen en Leiden,
Een «vy/.'.s'instelling, die wij lang met smart verbeiden.
DE MIMSTKII (iji'tnl ive.er -zitten).
Een rijksinstelling... 7.00 Ge wenscht dus het behoud
Der Universiteit,? Haar bloei laat u niet koud!
EERSTE SPREKER.
O neen! Wii roemen in haar glorierijk verleden
En zien met grooten trots op 't even roemrijk heden,
Maar d' Universiteit is geen gemeentezaak,
En ieder houde zich bij d'aangewezen taak.
Waarom zou onze stad een ton of drie betalen
Voor 't geen de Staat moet doen? Er is niet veel te halen
Bij ons; de bodem onzer schatkist is te zien.
DK MINISTER.
Ik weet er alles van. Gij wilt dus, goede lién,....
EKIWTE SPIIEKICI: (miei inruilend).
O >k voor de toekomst der D >orluchte Sohole zorgen
En die beschermen voor een steeds onzeekren morgen.
DE MINISTER.
Zóó klinkt het heusch niet kwaad. Het wordt een rijksMang.
Uw Raad is onder ons niet veilig, en 'k ben bang,
Dat die alvast probeer!, n faculteit te wippen,
Eu later licht een tweede nog zal laten glippen.
EERSTE SPREKER
Gij wilt dus helpen?
DE MINISTER.
'k Zal probeeren of ik kan.
C.r3 went, een diplomaat is een gebonden man.
EERSTE SPREKER.
Wij danken u reeds thans, vertrouwend, Excellentie,
Op uw bskeud beleid, en op uw competentie.
SNUIFJES.
De hoofdcommissaris zingt:
Vreugdevol, l eed vol
Door onrust geplaagd;
Hangend en hangend
Do toekomst gevraagd;
Hemelhoog juichend
Ten doode bedroefd
Zalig alleen is ....
Burgemeester Ycning 3Ie.iws,: : Hm?
EENE AUDIËNTIE BIJ DEN MINISTER VAN BUITENUANDSCHE ZAKEN.
(De m/nis'er, een bode.)
DE MINISTER.
Dus zijn ze uit Amsterdam? Zoo laat de hecven binnen.
Gij, Amstelstad, vervult nog steeds mijn hart en zinnen!
Wis klopt, na mijn vertrek, het hart der hoofdstad flauw,
En brengt het droef gemis de burgers in het nauw.
Maar mag ik, zelfs als 'k hen een tranenvloed zie plengen,
Nog even als voorheen m' in hunne zaken mengen ?
Tak is jaloersch, een ijvrig en naijvrig man,
Maar veel toch is er, dat hij zonder mij niet kan.
Enfin, wij zullen zien. Daar zijn ze.
(Ik drjiiitfttir uil den Aniitlirdainnclim (icinmilrrnad Irecdl hamen.)
EKRSTE SPREKER.
Excellentie!
DE MINISTKI:.
Wel, hoeren, dat is lief! Een vriendlijke attentie!
Voorwaar, het doet mij goed v; allen weer te zien.
Waar blijft de tijd ! 't Is waarlijk al een week of tien
Sinds het mij duidlijk werd, dat ik u moest verlaten ....
Maar neemt een stoel, en laat ons rustig samen praten.
(Jir ile/)ii/n/ir g/int ?.?i/ten.)
E u nu, vertelt mij duadlijk : kan 'k iets voor u doen '.'
Zegt ronduit wat'ge wenscht. Waar wringt bij u de schoen?
Mijn arm reikt verder thans dan Y- on Amstelboorden ;
Europa, ja de wereld luistert naar mijn woorden.
( l'/'r//'<nni:r/i/k.)
Maar dat blijft onder ons en komt niet in de krant;
Een diplomaat is steeds bescheiden en charmant..
(Uf d<'i»tlll/ir Illligl I/tljfrlijl:'.)
Wenscht gij een consulaat in Midden-Afrika 't
In Patagonië'f
At, DE LEDEN DEI: DEPUTATIE.
O ja. voor Steenkamp,
ja
DE MINISTEI:.
Ik zie, de hoeren houden steeds nog van oen grapje.
Die goede Steenkamp?.. .. Maar ge houdt mij niet voor 't lapje.
Go wenscht iuts anders. Deel 't, mij in vertrouwen mé.
DE KKRSTE SPI:KKEU.
Een rrrmg eerst. Excellentie. Zijl, gij heus e h premier?
DE MIMSTEI:.
Premier ?
(Trr :,i/dr>.} Wat moet, ik op y.oo'n malle vraag wel zeggen ?
(Luide..) "'t Is niet gemakkelijk, u dat zoo uil te leggen.
Ik ben bescheiden, ziet ge. Tak on ik zijn n.
Maar zegt mij, waarde vrienden, waar toch wilt ge heen?
EERSTE SPREKER.
Vergun ons. Excellentie, dat wij u ontvouwen
Het doel van onze komst Het is niet, uit te houén,
Of meer parlementair -- de lasten drukken zwaar!
l >r Tijd heeft aan Dr. Sehaepman voorge
steld het geschil, dat hen verdeelt te onder
werpen aan een seheidsgoricht. een college
van rechters, wier competentie evenmin door
hem als door Ik Tijd betwijfeld wordt. Wie
zouden dat kunnen zijn? De Bisschoppen ?
Maar die zijn op de hand van ] i? Tijd en in
de politiek verheft Sehaepman zich verre
boven hen; alleen de Aartsbisschop is, gelijk
bekend is, een intimus van den Dr. met wien
hij dit jaar nog op Goeden Vrijdag hij
alleen allerfamiliaarst heeft gegeten. En
nu zal Sehaepman een aartsbisschop toch al- '
loos voor nog competenter houden dan de
bisschoppen allen te zamen. Dit wordt tussehen
II" Tijil en Sehaepman een nieuw punt van
geschil.
j<
Naar ik vernoem is Steenkamp dezer dagen
go/ien op een nachtelijke ronde lor
?soordermarkt. Men brengt dit in verband met hot
plan dat hij moet hebbon om de geschiedenis
van liet palingoproer te, boek te stellen. De
situatie van het terrein was hem niet. helder
meer. Hot werk wordt opgedragen aan een
u-owo/.en opperbevelhebber, on zal liet eerste
deel vormen van een complete geschiedenis
van /.''?// ///'?/'////'?'/'/'/ /in/it/i'hr/r/d 'il l >/' /,'/ilixt
>-iii> hrrrii-H. De tiiel van bet laatste deel /.al
'/UU' ?'" ../'//v1'' (tl' l'.:in II'Kf'd'-// ni .'///.s'-Vr //V.N' iltrti
:ni n uil! 1,'nn i'i'in'i ilt/'niilri',-' n. A Is stijlproOVO
zal «Ie nota van den heel' Steenkamp in het
prospectus worden opgenomen.
* :;;
Men heeft mij verleid, dat oen der eerste
uiniroii die Mr. Veiling Meines/: hier is komen
d
he
zien. het open bakje was. waarn
SiecnUamp hem woldra bij de ontvangst van
vorstelijke po.rsoiien zul voorrijden.
De nieuwe burgemeester betoonde zich, naai'
men mij vertelde, volstrekt niet voldaan over
do inrichting van dat voertuig. Hol zat z. i.
niet gemakkelijk genoeg; de achlrrwand stond
te steil on het gemis vnn gulta pcreha banden
aan de wielen achtte hij ee.n al te groot
gobi'ck.dal onmiddellijk veranderd moest, worden.
Mijn Napoleon, zoo zou Vening Moinesz
?rozoird hebben, moet zijner waardig vervoerd
worden- De Majesteit van hot gezag dient men
hoog to houden. Wal zoudt gij er van
denkrn als we eens een sjees voor u bestelden ...
gij hebt slechts te bevelen. Bevelhebber,
Bescheiden heeft daarop de
hoofdcommis-ans het hoofd geschud.
Uit een koopmans oogpunt beschouwd vindt
het Jlnndelshl/Hl de theologische faculteit
met do kerkelijke hoogleoraren bepaald
oen koopje. Als handelsartikel is er met de
theologie van Amsterdam wel wat te verdie
nen. En nu kan die idealist van de
Pijpenmarkt maar niet begrijpen, hoe er in de
hoofdstad nog tnenschen leven, die daar iets
logen hebben. Zulke lui, zegt hot
Handelsblad, zijn tegen zich zelf. Zoo is het, en men
zal dat langzamerhand ook, hopen wij, begin
nen in te zien. Uit een koopmans oogpunt"
kan men _nu ook rekenen op een voorstel
tot subsidieering van de Vrije Universiteit.
De heer Domela Nieuwen huis krijgt tegen
woordig klop van alle kanten. Dat is met
recht: pik op don kleinen jongen. Zij willen
niets van zijn .revolutie weten. Als'ik hem
was, gaf ik er zelf de revolutie nu ook maar
aan Wat heb je er aan je uit te sloven voor
oen proJotarior, die zich riet dood wil vechten ?
Voor zulk soort van lui is de revolutie een
onverdiende gave. Bovendien wat kan het hem
scholen of do heel e boel weg loopt, juist nu.
liet zoo precies aan do revolutie toe is? Hij
houdt immers zijn Fortuyn .. . on n vogel iu
de hand, is boter dan tien in de lucht. "
^Die beweging logen het militaire Huis der
Koningin komt mij zeer ongepast voor.
Waarom zou eeno koningin niet een mili
taire educatie mogen gegeven worden ? Burger
deugden zul zij om zoo to zeggen van zelf wel
loeren ;_ haar gouvernantes staan en stonden
builen hel leger en zelfs haar onderwijzer was
oen gewoon hoofd eener lagere school. Ook
do_ kimlerboekjes gaan bij ons geheel on al
builen het leger om, of 't zou moeten zijn de
rarekiek van korporaal Smit.. . . Daarom
vormt nu.... het Militaire Huis een heilzaam
tegenwicht; wam men moot niet vergeten,
dat, Iaior_de hoiconversalie toch geheel'en al
miiiiair is, en hoe zou nu een vrouw zich
daarbij op haar gemak kunnen gevoelen, als
/.ij mei van der jeugd af een
regimcnts-opvoedmg had genoten? Maar het is zoo,
togonwoordij.' wil men alles uit zijn verband
nikken !
Zoo is het dan toch oen feil, meent men to
s I lage, dut we hier te lande geen enkel man
hebben, genoeg met paarden bekend om nis
II. M.'s stalmecster (e kunnen fungeeren. En
dat nogal nu wij wedrennen en
harddraverijon hebbon, waar men in hel buitenland een
punlje__aan kan zuigen. Zelfs oen
bokkenwcdstnjd werd hier mol goud gevolg gegeven.
Tien tegen n, wanneer hel Hof bij den wak
keren secretaris van de Ned. Sport-club, den
Heer de Wit had geïnformeerd, hij zou wel
oen twaalftal paarden ken nors hebben kunnen
aanbieden om uit te kiezen. Daar zit dus
ongetwijfeld iets anders achter.