De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 8 november pagina 5

8 november 1891 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 750 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. tels, de kopjes en schoteltjes, de bladen van biscu.it en de grootere tafelstukken van de laatste eeuw, zooals zij in de koninklijke fabriek voor koningen of voor de ganstelingen van koningen werden ver vaardigd, ziet men hier in verblindenden overvloed. Zij vormen den buit uit eenige der prachtigste collecties van Europa, publieke en particuliere, en in hun volkomen t amenvoeging van eiken vorm van schoonheid eigen aan deze soort van werk, kan men zeggen, dat zij tot een der verloren kunsten behooren." De inleiding van Garnier bevat een helder overzicht van den oorsprong en het verloop der industrie, met facsimiles van alle meer be langrijke werken. HET KLEINE STADJE. Schetsen door MAX C. VI. De Kluis." Het stadje ligt in een dal, het eene gedeelte nauwelijks hooger dan de oppervlakte der rivier, het andere gedeelte op een lage heuvelhelling gebouwd, en het geheel omsloten door hooge heuvelen. Met de drie groote grintwegen en de verschil lende landwegen, die er op uit loopen, maakt het, op de landkaart gezien, den indruk van een groote spin te zijn, die naar alle kanten haar magere pooten heeft uitgestrekt. Nadert men het stadje langs den grintweg ten ?westen, die, in de laagte, langs de rivi r loopt, dan is de aanblik niet zoo verrassend als indien men van het noorden of oosten afkomt. Langs den noorder weg heeft men het stadje ?op een paar minuten, een honderd meters, na be?reikt, zonder daarvan iets te bespeuren. Men be treedt een bergpas, in de rotsen uitgehouwen, waar het bij dag zelfs niet zoo helder is als elders, en aan het eind van den bergpas (of heuvelpas) ziet men eensklaps het stadje in zijn geheel voor zich liggen. Men staat dan nog op een betrekke lijk groote hoogte en geen enkel huis der geheele stad ontsnapt aan den blik. Langs den ooster weg is het op de stad aan wandelen wel niet zóó rijk aan schilderachtige verrassingen, maar biedt toch altijd nog eeu fraai gezicht aan, des zomers ten minste, als de geheele bebouwde ruimte half verscholen ligt in het welige groen. Van de hoogvlakte af, daalt deze weg geleide lijk naar omlaag, door de hooge-stad heen, tot aan den brug over de rivier, die de hooge-stad van de lage-stad scheidt. Nog op do vlakte richt de weg zich plotseling met een scherpen hoek naar links en in de verte, tusschen de hooge boomen, ziet men de glimmende daken van de eerste, nog afgelegen, huizen, en enkele plekken der witte muren door het groen uit komen. Het eerste huis, aan den voet der heuvelhclling, waarover de weg loopt, gelegen, is de zoo genaamde Kluis", een soort oud heerenhuis met twee verdiepingen, groote binnenplaats en geflan keerd door eene daarbij behoorende boereuhofstede. De Kluis is aldus genoemd om de eenzaamheid der ligging. Het huis is slechts langs een smallen zandweg met diepe wagensporen te bereiken. Het ligt geheel in de diepte, in het door steile heuvelhelliugen omsloten enge dal; aan het oog der wandelaars bijna geheel onttrokken door het dicht geboomte zijner onmiddellijke omgeving, dat, met de heuvels, tevens voor de bewoners den omtrek -geheel en al verbergt. Het huis, voor spotprijs indertijd het eigen Schaakspel. 3de Jaargang. 8 November 1891. Eedacteur RÜD. J. LOMAN te Londen. Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne HUI, Londen. S. E. Verzoeke alle berichten, de schaakrubriek be treffende, aan bovenstaand adres te richten. Probleem no. 105. Zwart 6 stukken. abc. de fgh Wit i) stukken. Wit geeft in 2 zetten mat. Probleem no. 10t>. Zwart 8 stukken. a b cd e f g Wit 5 stukken. Wit geeft in 3 zetten mat. dom geworden van een der notabelen uit de stad, staat nog al eens ledig, want de enkele vreemdelingen, die des zomers de streek bezoe ken en die, vrij zijnde zich te vestigen waar zij willen, bekoord door den poëtischen aanblik der woning, voor een tijdje beproeven willen er ver blijf te houden, betreuren in den eersten zomer zelf reeds het gesloten huurkoutrakt, of voorzien zich, indien er geene verbintenis bestaat, zoo spoedig mogelijk van eene andere woning, wijl zij niet langer teil prooi willen zijn aau de vochtigheid en andere eigenaardigheden, door de lage ligging in het enge moerassige dal veroor zaakt. Het laatst woonde er een zonderling, wat grillig, alleenleveud rentenier, liefhebber slechts van lektuur, jacht en visscherij, en wiens gevoe lige, dichterlijke, aard verschalkt was door den vriendelijken aanblik der heldere witte mureu, het hooge, dichte, rijke groen der bosschage, de dartelend pikkende kippetjes en de gemoedelijk waggelende eendjes op de open plaats, liet kwispelstaarten van den makken wachtlund en de minzame voorkomendheid der hoevebewoners. O, wat een aangenaam leventje, verdeeld tus schen zijn meest geliefde bezigheden, had de ren tenier zich voorgesteld daar te zullen leiden, en ach, hoe bitter was het hem tegengevallen l Toen hij dien eersten ochtend zijner vestiging, tegen zijn vroegere gewoonte, zoo tijdig op de been was geweest om, recht landelijk, het volle genot van den ochtendstond te smaken, en hij, vol verwach ting, het venster en de blinden van zijn slaap vertrek opende, wat had hij toen moeten ervaren'. Zijne bedoeling, toen hij zich hoopvol het bod uitspoedde bij de plotselinge herinnering aau zijn nieuwe verblijfplaats, die hem stil deed glimlachen, was geweest: voor het geopende venster te zitten, op het venster te leunen, en zoo, den door het welkom-getrompetter van den haan begeleiden zonsopgang te zien plaats hebben. Maar o wee, nauwelijks waren de veusterdeurtjes naar binnen opengetrokken, of een kille natte mist, veel gelij kend op dooi-weer in bet hartje van den winter zooals hem dit heugde van de vroeger door hem bewoonde stadsgracht, was tegen zijn aangezicht gewascmd en had de kamer met een onaangename atmosfeer vervuld. De haan kraaide in dor daad en heel in de verte werd die lustige kreet, als door een echo, door een andere hanenstem beantwoord. Maar de rentenier vloekte heel onrechtvaardig tegen den haan, omdat, hij niet van den dageraad, maar alleen vau de mist de heraut, scheen te zijn. Van den dageraad was geen spoor te zien. In de lucht boven, was het bleek licht, maar dat was nog nauwelijks te bespeuren door de blauw-wittc mistwolk heen, die alles had omsluierd. De ven sterbank was nat, de boomen waren nat. het, vocht, was gesproeid over alle bladeren en droop van do stammen, zooals, neen, erger clan, -wanneer het regent. De rentenier begreep dat dit de hoogge roemde dauw was. Ja, de dauw. dien had hij wis en zeker niet vergeten, toen hij zijn voornemen overwoog om ergens op ecu schilderachtig plekje buiten" te gaan wonen. Hij had zich herinnerd, hoe do dichter zong van Persephonc, die 's och tends met haar bloote voetjes door het hooge blauwe dauwtapijt huppelde, en ofschoon hij liet zich nauwelijks bekennen durfde, had hij vergelijkin gen gemaakt... . Hij was wei geen kind meer, maar zijn hart was jong gebleven en hij ook, waarom niet, in de nabijheid van zijn kluis", waar geen spotter hem zoude opmerken! stolde zich voor te wandelen en te huppelen in deii dauw. Maar vau eeu dauw, die zich huizen hoog verhief, die door klecrcn en alles heendrong en OPLOSSINGEN DEI! OCTOBEK-l'llOBLEJIEN. No. 95 van T. Taverner te Bolton. l Db5 enz. No. 96 van baron Wardener te Klosterneuburg. l Tdl, h5 2 Tel!!, Kd5: 3 Lf'5, enz. No. 97 van G. Chooliolous te Bodenbach. l La5, Kb3: 2 Db5 t en/. Kd5 2 Dh5f: Lb3: 2 De:6 f ,. Kd4 2 DeG Ti'2: 2 DeG f met meer varianten. No. 98 van Shinkman en Jones. l Le2! enz. No. 9!l van A. E. 11. te Delft. l Kda, Kf3 2 Dg5:! enz. Overige varianten gemakkelijk. No. 100 van Moiïtz Ehrenstein te Prcllenkirelien. l Pf"), d2 2 Ldl. Kfö: 3 Dg-1:-;-' enz d4 3 Lb3 -;P speelt 3 Hel f de2: 2 Dc7, Kfü3 Lc2 f ., Pe7 3 Dc7: Pe7 2 De?:-!-, Kt'5: 3 Df" l'bü2 el!, Pa4f 3 Kal Pc4f 3 Li-4 : met meer varianten. No 101 van J. Obermann te I.eipzig. l 1'eS, Pf5 2 Pe5:! en/. riiö: 2 Dli.V. l'g ad lib 2 Pe2 T LaG ad lib 2 Pb.j f Lb8 2 Dbfi: t . LV7 2 Dg7 ' ., b5 2 Dg7 e-t 2 Dg7 v eü2 Pi.-5 : No. 102 van l' J. ('oliën te Ams:eL-dum. l Tg5 enz. i Goede oplossingen (van allo S problemen) van C. T. i van Ham, Gorredijli : Haannan, 's Bosdi : A II. do Yo.s, Dordt: schaakclub Morphy", Kaatsheuvel: S.vanCmningen, 's Hage: J. J. Speet, J. Ilne^e .n \V. Se-verijn, Breda: J. Hoes, llottenlam en W. J;. II. .Mciner.s, Amsterdam. Behalve No 100, van W. A. Wi;bramls en (i. J. Nol te, Amsterdam. Behalve No. '.ifl. van .7. A. Termos, Kotterdam en W. v. H., Delft. Behalve No. !U en 100, van '\V. Muntjewerlï, Amsterdam, lielialve No. 119, 100 en 101, van W. Alhreg:*. AiM-t»rdam Goede oplossingen van No. 1)7 en U-i van J. A. Kocde-rs \Vzn., Amsterdam. Wij richten aan allo secretarissen van -.rliaakclulis in ons land 't beleefde verzoek ons van tijd j tot tijd op de hoogte te brengen van 'tgcon in j hun rcsp. verceriigingen voorvalt. Alle partijen en berichten zijn ons hoogst welkom. i CORRESPONDENTIE. i i V. M. C. te Arnhem. De lieer .). r. Hei n^k,rk, Noordeinde 's Hage kan n de noodige inlichtingen verschaffen. Doe uw best alle 12 leden tot den bond te doen toetreden en zoodoende een i'niki- ahl. te stichten, l'-en bondswedstrijd te Arnhem ; liefst iu 't schoon gelegen Bellevue) zou ongetwijfeld alle leden uw hoofd en handen als met koud zweet over dekte, daarvan had hij nooit gedroomd. Mistroostig wendde hij zich van het venster af en keek de kamer rond. Het glimmende mahonie hout der stoelen was door den liefelijken dauw beslagen, de leuningen voelden reeds vochtig aan. Kuorrig kleedde hij zich verder aan; de voering van zijn kleedingstukken was vochtig geworden, als eeu bad-handdoek streken de mouwen over zijn armen. Hij wilde zich echter zoo spoedig niet laten te leurstellen en wilde vluchten, naar boven, naar de hoogvlakte, om boven den dauw verheven te zijn en den dageraad werkelijk te zien. Hij greep zijn hoed. Ook die klemde zich als een natte band om zijn slapen. Eeu kroon van parelende dauw ! Kou hij het nog dichterlijker wenschen. Hij werd Apollo gelijk, die aan Aurora ziju hoffelijken groet ging brengen. Geen kroon! het lijkt meer op een kompres, gromde de rentenier. Eeu verband, gelegd om de kwetsuren, die aan mijn illusies worden geslagen ! Met snelleu stap verliet hij zijn nieuwe wouing. Op de plaats, door de open staldeur, zag hij de vrouw van de hoeve, die bezig was haar koe te meikou. Goeie morgen!" riep zij hem toe. Hm ! Goeje morgen !" bromde hij terug, zon der op te letten met welke verwondering de vrouw hem nakeek, die in 't minst niet vermoeden kon, om welke reden de nieuwe heer van de Kluis" zulk een stuursch gezicht zette, hij, die zoo min zaam van natuur scheen en zoo in de wolkeu was over zijn nieuwe huisvesting. In de wolken was hij nu niet meer, alleen in de dauwwolkeu, waar hij, het kostte wat liet wilde, aau wilde ont komen, al moest hij er tot de wolkeu des hemels voor stijgen. Met rappeu tred spoedde de buiten-man" zich op den zandweg uaar boven. Maar gemakkelijk ging het uiet. Hij was niet gewend bergen te beklimmen en zich over zoo goed als ougcbaande wegen te spoeden. Telkens stapte hij mis, wan kelde, verzwikte zijn voet op de harde aardkorsten der wagonsporcn en indrukken van paarden hoeven. Toen hij den Rijks-grintweg had bereikt, was hij buiteu adem en: den dauw was hij nog lang uiet ontweken. liet moeiclijkste vau den tocht moest nog komen: om tot de hoogvlakte te gera ken moest hij of deu langen grintweg in zijn geleidclijken opgang volgen, wat een heele wandeling zou ziju, of wei zich aan de beklautering der steile helling wagen, over de geiten- en jagerspaadjes, dwars door het kreupelhout, dwars door het dicht samcngegroeide heestergewas, dat zoo nat was vau don dauw. Mistroostig keek hij rond. Hij zag nu het i onrustbarende verschijnsel aan alle kanten, in de verte en dicht bij. Op de bergruggen in het ver schiet, zag hij het als groote stroomen van witten ] stoom bewegen en dan opstijgen in de lucht. Dit j deed hem wanhopen om op de hoogte deu vrede to vinden. Hij wilde het evenwel beproeven, en, in ziju ongeduld, koos hij een steil jagerspad. Hij wilde immers ook jager zijn ! Hij, die zoo goed i schieten kon, had immers alom verteld, dat de jacht tot zijn grootste liefhebberijen behoorde, nu, dan moest hij zich ook in zijn eentje in het be klimmen van steile hoogten oefenen. 7>oo gezegd, zoo gedaan. Hij keek nog ccus of niemand het zou kunnen zien als hij op het geitenpad oen bokkensprong mocht maken, cu zette den voet in het gele zand, waai' een paadje naar boven begon, Hij sulde uit cu viel met de knie in het zand, welkom zijn. Diagram zullen wij zoeken. J. l1. H. te 's Hage. Vriendelijk bedankt voor toe zending. Ik Loop dat de af d. te Arnhem tot stand komt, ik heb ruijn best gedaan. Een blindséance uwerzijds in de nieuw opgerichte elnb aldaar zou wellicht den doorslag geven en tevens zou dit ge schikt zijn om de club meer algemeen bekend te maken. Hond dit eens in gedaehte. Hoeveel hebt ge reeds voor internat, wedstrijd bij elkaar? W. MuiitjewcifT te A. in No. 99 volgt op l Kc5 Pelï'j' en verhindert mat. Voor den correspondentiewedstrijd hebben zich tot nog toe slechts acht heeren aangemeld. (C. T'V. Ham, Goi-redijk: J. F. Heemskerk, 's Hage : W. K. H. Mei ners, W. Muntjewerlïen \V. H. v. d. Menlen, Amster dam : -7. Steegstra, Druten: J. Hoes, lïotterdam en J. J. Speet, lïreda). ]Mct 't oog op deze geringe deelneiüing achten wij 't beter den wedstrijd tot, Jan. '92 uit te stellen, hopende dat in dien tnsschentijel meer deelnemers zullen opdagen, zoo niet onder de oude dan onder de nieuwe abonnes. Overzicht van. den voorgift-wedstrijd, gehouden onder de leden van het Schaakgezelschap ,,l)isccndo discimus" te 's Ilage. TEUUGl'.LIK <>!> DEX WF.DSTUUD. Hel. ideaal van ecu voorgii'i wedstrijd is dat ieder ih-r spelers ovemeel partijen wint als verliest. Daarbij kan men niet. rekenen op te groot welslagen van een ecr.^tr klasse speler ot' te gering van een iaagstc klasse speler, Hoogste'ns zou dit hewij/en dat er nog eoiie klasse ]mi(-r nooilig is, en Jal is onuitvoerbaar, waai de- onderlinge kracht der spelers van iedere klasse splitsing verbiedt. \Vaar bovendien enkele speler.' zich terugtrekken moeten, en dus hun ware klacht niet toonen, kan hun dat een weinig nat was van den dauw. Maar hij greep zich aan een boomwortel boven zijn hoofd vast en trok zich op tot hij op een hoogte van ongeveer drie meter boven den grintweg op de helling was gevorderd, waar het kreupelhout en heestergewas begon. Hij drong de dicht samengegroeide massa bin nen, maar de grond was er glibberig door de dorre blaren van tien herfsten, die alom dicht opgehoopt lagen en het spoor van het voetpad was de koene wandelaar weldra bijster. Bij eiken pas greep hij de takken voor zich uit in de hoogte om zich, door ze op zij te buigen, den doorgang mogelijk te maken en te gelijk zich er aan op te trekken en zich voor een val te be hoeden. Maar hij kou niet beletten, dat zijne handen op die wijze vuil en nat werden, en dat de natte eiken-blaadjes zijn wangen streelden en ziju jas en broekspijpen door en door bevoch tigden. Na eenigcn tijd stond hij stil Er scheen geen eind aau het kreupelhout te komen. Van alle kanten was hij door het dicht gewas omsloten. Hij dacht: zou ik ook maar liever weer terugkeoren': Hij vermoedde dat de afgelegde afstand nog steeds kleiner was dan die, welke hem van de hoogvlakte scheidde. Maar hij bedacht zich : neen, hij wilde uiet vertsageu, hij zou standvastig ziju en den tocht voortzetten. En dus begon lui. mot vernieuwden moed. Zij voet raakte beklemd tusschen de tronken van het houtgewas, dat was niets, hij trok hem voorzichtig los en trad voor waarts. Hij gleed uit en viel lang-uit op den grond : dat deed er niet toe, hij stond weer op en ging vorder. Hij kwetste zijne hand aan een scherpe takpunt: dat liet hem koud, hij zou er boven een goudvliesje opleggen Hij greep de takken maar en trok zich op, vooruit, altijd maar vooruit. Eindelijk werd er iu de verte eene opsning zichtbaar. Nu eu dan verloor hij haar uit het oog, als hij zich wat veel links of' rechts wendde, eu zij zich achter het gebladerte verj school. Maar telkens kwam zij weer voor den dag j cu telkens was zij grooter. i Nog twintig passen, nog tien, nog vijf, en hij trad in het vrije veld en had het onaangenaamste gedeelte van den tocht achter zich. Met een blik vol van ziju zegepraal keek hij om naar het vij andelijke lage eikeubosch. l)c hoogte was echter nog altijd niet bereikt, de berghelling was nog slechts ten halve be klommen. De helft waar de wandelaar nu aau toe was, werd geheel ingenomen door versch beploegde akkers. Nu nog eeu beetje door de vochtige, mulle aarde te kuieren mocht al niet het voor uitzicht wezen, waarop mijnheer zicli had ver wacht, hij zou uu in elk geval zijn plan door zetten, daarover kou hij niet eens aarzelen. j Hij zou wel een anderen terugweg trachten te i vinden. Hij zocht, oen paadje tussclieu de akkers, maar vond niets dat dien naam mocht dragen. De grens tusschen de verschillende landen, werd gevormd door eene voor, die nauwelijks breeder eu meer begaanbaar was dan de evenwijdige ploegsporen. i Hij sloeg zijn broekspijpen wat op tot boven de j schoenen en stapte wat aau. Plotseling werd zijn aandacht, in hooge mate j gaande gemaakt door iets bruins, dat, hij, op geringen afstand, snel zag bewegen. Het was een haas! Ecu wezenlijke, een heusche haas! Het i bloed steeg onzen wandelaar on aspirant-jager naar i het. hoofd. Welk ecu verrassende gcïegenhei4, j om onbespied ilc proef te nemen vau zijn jachtcijfer ook niet medetelleu. Ook dwong het behalen van den eersten prijs in een tweede klasse wedstrijd (geschat op een paarel zwakker elan de eerste klasse) den heer Van Eek de vierde klasse blank te laten, terwijl hij bovendien nu beneden zijne kracht speelde, zooelat ten slotte alleen de $]:-2 punten van den heer Moresco eenigszins abnormaal blijken, te meer daar hij door het verspelen van eene gewonnen partij tegeu Eelersheim eersten prijs en hooger winstpunten verj loor en bovendien verloor tegen Van Yoornveld, die tegen Moresco's mededingers winststellingen uithan* : den gal', ef ook niet speelde. Echter wees niets vaa vroeger aan, dat de heer Moresco in eene hooger i klasse tehuis behoorde; wellicht zelfs eerder ineens ? lagere. Hoe het zij, het ongeveer gelijk eindigen van Andriessen, Heemskerk, TUttenbogaard, Elseiij Van eler Pot, Prins en d'Aumerie pleit sterk voor de regeling der voorgift. Wat het verkregen nut van elen wedstrijd betreft, dit is gering. 7n ele e-erste plaats teekende ongeveer niemand zijne partij op: en toch. indien men zijne partijen niet opteekent, zal men nooit hooger dan een zeker ' (laag) peil van schaakkracht bereiken. In ele tweede plaats werden de meeste wedstrijd. partijen bijna even onachtzaam ge>peelel als ete ge wone partijtjes op de vereenigingsavondcn. In ele derde plaats spe-len sedert elen vvedstrijcl alleen de- he-eren Eisen en d'Aumerie wat sterker dan te voren: de meesten zelfs schijnen achteruit te gaan; tionweiis natuurlijk waar niet opgeteekend worelt. Het is te hopen dat een klassewedstrijd dezen wiater moer belangstelling en meer oefening zal wekken. (l'i-riottii'kr, medfd'''-l!ngen), Onlangs gespeeld in het Vereenigd Amsterdamseh Schaabgenootsctap. SCIIOTSC1IE PARTIJ. A. JJleykmans. Jhr. A. E. van Foreest. l e4 ' e"> 10 0?0 ha :> Pf.'! Peil 11 f4 h4 ;; dl ed4: 12 Kul (?) Lf5 4 1M4: l.rf) 13 h3 Lc2! 5 Leo ]>W 1-1 IM2 Pf4 l! e.'! PgcT 15 Li'2 Le4 7 Le2 Ld4: 1H Lg4 Dg4: 8 d4: [15 17 g4: b.3 !t c"> DJ(> Opgegeven. Gelegenheden om te Amsterdam te schaken: Yereeiiigd Amst. Sehaakgenootschap CaféRoocle Leeuw, Vijgendam. Speelavonden Woensdag en Zaterdag 8?12, jiarl. contributie /' G. Amst. Schaakclub. CaféWiederholt, Damrak» Speelavond Maandag 8?12, contributie /' 3.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl