De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 15 november pagina 3

15 november 1891 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 751 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. steenspiegels vervangen door schilderijen, drape rieën of decoratieve voorwerpen. Verster heeft ons wel eens dingen laten zien waarin heel mooi uit gesproken was, hoe zulk een schoorsteenstuk op gevat en geschilderd kan worden. Daarenboven is de pein/are van Verster bizonder knap. In onze eeheele schildersschool weet ik niemand die hem daarin evenaart. Zoo vinden we op een van de in Arti geëxposeerde doeken een bruinen pot waarin lelies staan, deze en de sappig roode bloem daarbij, zijn meesterlijk geschilderd. Het decora tieve karakter van Onnes' kunst is minder gemo tiveerd en daardoor gevaarlijker. Hij moet ook oppassen niet ordinair van kleur te worden en vooral minder misbruik van chromaat geel maken, waarmee men een al te goedkoop effect bereikt. Jac van Looy is meer artiest dan schilder, 't Is of hij de materie die Verster zoo volkomen beheerscht, maar niet de baas kan worden. Van het motief waarvan hij een mooie teekening op de etsclub-tentoönaesteld had, geeft hij hier geen ge lukkig schilderij en ook zijn damesportret, is zwaar en drabbig. Toch zie ik het duizendmaal liever dan het oleographische portret van een procureurgeneraal daar naast. Als de Josselin de Jong zulk werk gaat leveren dan zal hij wel veel bestellingen krijgen, maar dan is hij evenmin een kunstenaar als de eerste de beste fotograaf. We willen echter niet spreken over 't werk dat ons niets zegt, en ook het knappe werk van Witsen willen we dezen keer voorbijgaan om nos: een oogenblik stil te staan bij dat van artiesten die naar ?ons idee nu werklijk' behooren tot de schilders die ons hier iets ,-heloven". Het zijn Roland Holst, Wally Moes en Lary. Roland Holst heeft een zonnig groen schilderijtje gestuurd, degelijk van schilde ring en zeer persoonlijk van zien. Maar de schil derij waarmee deze artiest op de expositie te Utrecht zooveel succes had, was toch veel beter. Vreemd genoeg werd dat verleden jaar in Arti geweigerd; waarschijnlijk omdat het, hoege naamd geen kleurverwantschap met de Hollandsche school verried, alsof liet daarom minder de aandacht verdiende! Maar ook 't leelijke jonge eendje had het tnsschen de oude eenden hard te verantwoorden, omdat zij het onbetamelijk vonden dat hij er zoo anders uitzag. Wat er nu van dezen jongen vogel groeien zal, is nog niet te zeggen, maar hij gelijkt op geen ander en dat 13 een goed besiii. Van iemand als de heer Kever kan men dat bijvoorbeeld niet zeggen, die begint zulke knappe Neuhuijsjes te maken, dat de Engelsche kunstkoopers, die op dit punt weinig ?nauwgezet zijn, in de verzoeking zullen komen den naam te veranderen. Minder aangename tonen zitten er wel is waar in het binnenhuis van Wally Moes, dan in de intérieurs van Kever, maar die zijn ten minste niet afgekeken van een ander en als men die wegdenkt, dan is er veel goeds iia haar schilderij. Er is gezocht, naar de expressie vau de vlijtig naaiende meisjes. Sommig ? doen het heel goed en het geheel zit, ook wat de verdeeling van licht en donker betreft, zeer aan elkaar. Als men het gereproduceerd zag in wit en zwart eouden al deze goede hoedanigheden nog meer tot hun recht komen. Wij zien in dit doek een zeer ernstig streven, het behoort, wat :djn karakter betreft, tot dezelfde kunstrichting van Veth en Karsen n.l. tot die vau kunst die niet teweeg wordt gebracht door een aandoening van buiten maar die de vrucht is van intelligentie en nadenken, en van een eenigzins wijsgcerig aange legde natuur. Het is voor de eerste maal aan deze artieste zoo duidelijk gelukt hare intentie uit te spreken en daarom meenen we er terecht een belofte voor de toekomst in te mogen zien. Ver der behoort het artistieke studietje van Roland Lary stellig onder het beste der ingezondeue werken. Nu willen wij alleen no<; de aandacht, vestigen op Carl Breitenstein's Regen" en op het schilderijtje van Edzard Koning ; in beide dingen is te veel goeds dan dat, we ze niet als bezienswaard zouden vermolden, en dan moeten we nog dankbaar erkennen dat de commissie uitstekend voor de plaatsing der goede schilderijen gezorgd heeft. Deze ontvineeu n.l' allen de plaats die hun toekwam, natuurlijk moest het minder «roede werk daaronder lijden, maar men moet in zoo'n geval kiezen of deden en niet, bang Zijn OTI veel exposanten tesen zich in het, harnas te jagen. De commissie zal heel wat, zure gezich ten op den vernisdag gezien hebben, maar /.ij is met talent te werk gegaan en we weten dat dit maar van weinig commissie", getuigd kan worden. E. E. AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST. Ofschoon hij zoo oud nog niet is, behoorde de tyd van zijn productie reeds tot een verleden, en was het al tien jaar sinds de populaire Wilhelm Busch zijn laatste prentenboek de wereld inzond. En nu heeft die dolle, bolle, aldervroolijkste maker van Hans Huckebein, van de Jobsiade, van Die fromme Helene, Schnippsthörchen enFipps der A ff e en van zooveel heerlijke paskwillen, eindelijk toch weer iets gemaakt. Maar de man die meer dan iemand van zijn tijdgenooten de Duitschers liet lachen is nu serieus willen zijn. en er is in den vorm van een droom, E'lunrd* Traiuii, een soort van filosofische proza-satire op onze samenleving voor den dag gekomen waar niets in is van de gezelligheid van zijn vindingrijk knoedelrijm, en waar, wat nog erger is, zelfs de lustige prentjes aan ontbreken. Waar moet bet dan naar toe. als de enkelen die zoo de genade der vroolijkheid hebben, ons niet eens meer willen laten lachen. Karsen exposeerde op Arti" o. a. een morgen in het voorjaar" en een namiddag in het najaar''. Nu waren bij ongeluk de nummers van die schil derijtjes verkeerd gehangen, zoodat de critici zich vergisten, wat nu wel niet erg is. want zooiets kan den besten gebeuren, maar wat toch vrij komiek werd, waar een van hen zich lyriesch ging ontboezemen over de weelderighoid van dien mor gen, enz., terwijl hij meer bepaald den namiddag voor had. De nummers zijn nu verhangen. In een lijstenwinkel te Amsterdam hangt een schilderijtje, geteekend II. M. Rond, '91, waar een schaapherder op staat die treifend veel lijkt op een bekende ets van Witsen, zóó veel dat, aangezien het schilderstuk ook op dezelfde grootte is als die ets, en in vergelijk met de onbekwame schilde ring, de teekening ervan een soort vastheid ver toont, de ets waarschgnlijk brutaalweg doorge trokken en dan opgeverfd is. Maar wat een industrie, zooiets^ Bij Sampson Low, Marston en Co. te Londen zal een werk uitkomen over Charles Keene: The life and letters of the Punch"-artist, door G. S. Layard, versierd met een portret, 15 groote en 44 kleine illustraties. Zulk een boek over den grooten zedeteekenaar die in het begin van dit jaar stierf, en over wien het nog moeilijk is iets na te slaan, moet velen welkom zijn. Zooals de dagbladen gemeld hebben, denkt het Rotterdamsche TooneelgezeHchap van de Vos en van Korlaar, Van Eedens Don Torribio op te voe ren. Voor een stuk als dit hangt bizonder veel af van de monteering. En goede decoraties vooral, om hier de gewenschte sprookjeskleur te geven, verwacht men in een Hollandtchen schouwburg niet te vinder. Nu zal echter, naar ik verneem, de Haagsche schilder M Bauer, wiens talent in zulke zaken uniek is, de directie ter zijde staan. Ik geloof dat daar iets zeer moois van komen kan. De Schutters van Sint George, het groote por tret-stuk van Frans-Hals, dat men op het Stadhuis te Haarlem vindt, is door den bekwame etser Charles Koepping, die zulk een inderdaad respectable plaat naar de Staalmfesters gemaakt heeft, in koper gebracht, bij Sedelmeijer te Parijs ver schenen. Er worden 125 proeven van gedrukt, die door den etser geteekend worden. Daarna wordt de plaat vernield. De p'ijs van den afdruk is 1000 francs. Hollandsche kunst in Amerika : Boussod Valadon in New-York heeft een portret door Rembrandt van Joris de Coulery. Bij Max Bleiman te New-York vindt men een schilderij van Israëls: Op weg naar huis, geëxposeerd, beschreven als : een vrouwtje dat met een kind op den arm en een kind aan de hand door een laanlje gaat van een burenbezoek terugkeerend. Bij Knoedler & Co. vindt men er een zeer geroemden Mauve : een meisje dat een koe melkt die terwijl aan een wilgentak knabbelt, en nog verschillende werken van dien meester. En be halve de stukken van de Marissen, Israëls en Mesdag die men er altijd aantreft, zijn er ook specimens van Neuhnys, Ter Meulen, en verscheidene van Kever, die in Amerika tegenwoordig veel opgang maakt. De firma C. F. Roos & Co. te Amsterdam ver koopt den 24sten November eet.e verzameling moderne schilderijen, uitmakende de collectie I). F. De catalogus is royaal uitgevoerd op de wijze van die der collectie-P, maar deze auctie zou overi gens noodwendig lijden hij verdere vergelijking met de fameuse van den heer Post. Dit schijnt dan meer een allegaartje, en de smaak er van wordt juist niet gelukkig aangegeven door tegen over het titelblad van den catalogus een fototypio naar een geparfumeerde jufi'er, bloot van boezem, door Chaplin. Intusschen vindt men verder veel belangrijks opgenoemd: Paneeltjes van Th. Rousseau en C F. Daubigny, een zeer importante Jozef Israëls, de Ankerdra gers, en nog een jongemansportretje van hem, een kazernestuk van Isatic Israëls uit zijn Haagschen tijd, een Stiand en een Schemering van Jacob en een Weide van Willem Maris, een Mauve, drie Alhert Neuhuysen waarvan een vrij groot, vier van Bakker Korft waaronder blijkbaar aardige, twee van De Bock, een IJlomrners, een Segantini, verdere namen nog: de Oyensen, de Weissenbruchs, Rcchussen, Gabriel Max, Maignan, Roelofs. De particuliere kijkdagen zijn 21 en 22 Nov., de publieke dag is 2U Nov. Van het merkwaardige, rijk geïllustreerde werk over Leonardo da Vinci door Dr. Paul Muller Walde, is na deel I en II en do eerste helft van III, die al geruimen tijd uit zijn, niets meer ver schenen. Op navraag bericht nu de uitgever, dat de reden van die vertraging ligt in het tijdroovend werk van het fotografeeren der eenige honderden bladen uit den beroemden Codex Athtnticun, die in de Bibliotheca Ambrosiana te Milaan is. Door do toestemming tot reproduceeren, van de directie der genoemde bibliotheek verkregen, zal het ver dere gedeelte dezer uitgaven een schat van bijna geheel onbekende teekeningen van Leonardo in reproductie kunnen aanbieden. Gezien heb ik het nog niet, maar het nieuwe boek van Walter Crane: Qiaeeti Nummer, or The Tourney of the Lihj and the Rtifte, met veertig teekeningen in kleur, is verschenen, (London, Cassell & Co.) Van A Vision of Suints door Levds Morris is (eveneens bij Cassell) een luxe-uitgave uitgekomen inet ter illustratie, twintig reproducties naar schil derijen van de oude meesters en naar hedendaagsche portretten. Donderdagavond werd in Arti de eerste kunst beschouwing van teekeningen van de leden der maatschappij gehouden. Daarvan zegt mij een bevoegde: Er waren ruim l zestig stuks, waaronder slechts enkelo bezienswaardïgen. De twee anuareilen van lireitner en Witsen i verreweg het belangrijkst. ! Van Brcituer, cer.e ruime zandvlakte met stoo- j mende hei-machine.s en werkende mcnschen, en | op den achtergrond blokken huizenrijen: ecu : vlotte aquarel met mooie rijpe tonen. j Van Witsen, een wijd stadsgezicht, knap en ! streng geteekend en mooi volgehouden in de grijze gamma. Verder van A. G. A. van Rappard een sulicde vrij expressieve teekening, en van mej. Kool een l origineele blij-geilane aquarel. De volgende kunstbeschouwing van teekonin^cn der leden zal over een maand gehouden worden en belooft belangrijker te zullen zjjn. Was ik een Hollandsche uitgever die graag eens wat moois wou maken, dan wist ik een goed idee. Er bestaat van een alleraardigst verhaal van Hoffmann een zeer goede Hollandsche bewerking door Jacob van Lennep: Notekraker en Muizen koning Dat vermakelijke boekje nu, dat voor kinderen en veel groote menschen een heerlijk heid is, moest, wellicht een weinigje bijgewerkt, weer eens royaal uitgegeven worden met illustratic'n door drie Hollandsche artisten geteekend: door Bauer, van Looij en Dijsselhof namelijk, door die drie en geen andere Ik weet zeker dat die den illustrativen kant van dit dol genoeglijke sprookje zouden pakken, elk op hunne wijze, en dat er uit bijeenvoeging van hunne teekeningen een karak teristiek Iloilandsch Picturebook zou voor den dag komen, dat, ik weet zoo gauw geen anderen maat staf, ik heel graag hebben zou. V. EEX NIEUW-IJSLANDSCHE NOVELLE 1). In een Liefderijk Tehuis" maken wij kennis met een IJslandsohe novelle door de meesterlijke hand van Gcstur Pulssou geteekend , door de diepe uenscheiikrmiis van dien dichter en schrijver met leven bezield. In het woeste,, als vau de beschaafde wereld afgesneden I'sland, heeft zieh een nieuwe litte ratuur baan gebroken, waarvan mannen als Hallgrimsson, Thórarensen, Thóroddsen en anderen zich de vertolkers hebben gemaakt. Bedenkt men hoe omvangrijk en belangwekkend de Oud-lislandschc letterkunde is, die zich in ontelbare sagen uit, hoe haar voortbrengselen tot op onze dagen met het volk voortleven, dan verwondert, het ons niet, dat ook de jongere dichters en hcdendaagsche schrijvers bij voorkeur de, lyrische poëzie beoefenen. Ettelijke jonge inaimcii (ook vrouwen) echter hebben hun krachten aan de novelle beproefd en zooals ook de tweede druk van bovengenoemd werkje getuigt lang niet- zonder de erkentelijkheid van het publiek te veroveren. Met een enkel woord stel ik mij voor een der Nieuw-l Jslandscho novellen bij de lezers vau dit blad iu te leiden. De weinige bekendheid met de ITslandsehe, in zonderheid met de Nieuw-IJslaiidsche laai maakte dat haar jonaste producten zich tot voor konen tijd tot, den k'rinïder eilandbewoners beperkten. Ge lukkig hebben proiVssor Poestion uit Weenen, dr. l'hilipp Si'hweitzer, frJiiilein Lehmanii-F'ilhés en Carl K \ichlev door voortreffelijke Duif sche vertalingen ons het voorrecht sreschonkcn een blik te slaan iu het leve n,de den k beelden en de sociale toestanden van het aan Denemarken behooremle eiland. De laatste, die een studie gemaakt, heeft van de oud- zoowel als vau de nieuw-l.Islaudsche taal, heeft zijn ver taling van ren «Liefderijk Tehuis" doen volgen door ecu reeks belangrijke ophelderingen van den tekst. Naast den vader van de Nieuw-Uslandschc novellen-litteratuur, den begaafden doch helaas vroeg; gestorven Jonas Jlallsrimssou, noemen wij als kunstenaars op het gebied vau de/en tak der lyrische poëzie; in de eerste plaats Thóroddsen en na hem Jon Borlrifsson, den rcnvoudiifen boer Jonsson Mvrdal en de begaafde schrijfster Torfuildur BorsteiusdóUer Hólm, om 1e eindiircn met Gestur Piilsson, den schrijver van het, voor ons liggende werkje, eeue persoonlijkheid met wie wij eenigszius nader kennis willen maken. l u 18r>;> «rehoren, kwam hij op 10 jariffcn leef tijd op de hoogere school te Reykjavik, die hij in 1875 na afgeleerd eiud-exameu verliet. Evenals vele zijner jeitsdige landirrnoot.cn stak hij naar het, moederland over om te Kopenhagen in de godge leerdheid te studccren. Xpm'dig echter werd die studie bijzaak, de beoefening der letterkunde hoofd zaak. Hij keerde terug naar zijn geboorteland, werd redakteur van een Uslandseh tijdschrift, en stak in l S90 naar Amerika over. Ken m Wimiipeg gevestigde Uslandsche kolonie n.l. verzocht hem de redaktie van een aldaar verschijnend dagblad op zieh te willen nemen. Tijdens zijn verblijf in Kopenhagen gaf hij zijn Liefderijk Tehuis'' uit, een satire, op de zoogenaamde ('hfifli-lijlf,' Itrneitni-liffi/t: algemeen met den mond beleden, in het openbaar gepredikt, doch helaas zoo zelden door het, hart iniresrrveu. Oe critischc geest van IVtlsson dwong hem als liet ware ook in zijn andere pennevruehten de wondeplekken in de maatschappij bloot, te leggen. De hoomnocd en minachting der rijken tegenover de armen en ongelukkige», het misbruik dat, cru invloedrijk koopman vau zijn schatten maakt, om zijn plannen ten koste vau het geluk zijner natuurgenoot.cn te verwezenlijken, de verregaande 'evoclloosheid, waarmee de incusch zijn trouwste huisdieren behandelt, worden in een reeks zijner bestgesdaagdo novellen gegecscld. Kunnen wij niet verzwijgen dut Palsson zich hier en daar aan iet,wat, al tfi pessimistische beschou wingen overgeeft, des te liever wordt ons de auteur waar hij niet warmte en ir. lood en toch zoo sober en cenvoudiir het ongelukkig leven schetst van dr hoofdpersoon uit de bovengenoemde novelle, de lieftallige, schoone, beklagenswaardige Ajina. l u den naam van irodsdu'nst, en fatsoen zien wij dr hardvochtige Tlinrid en den herrselizuchlkreu predikant l'ggerl. het levensgeluk -van tweo irelirvcn verstoren, /ij weten de licfdelooslieiil te doen zegevieren, het geweten vau den onbeduidenden .Ion die Anna ontrouw werd, om dat hij zijn moeder niet durfde weerstaan, iu slaap te wiegen en door hun iuvlo d en geld de gcmeente aar, zie!; te onderwerpen. Toen Th umi's gasten van de bruiloft, van haar zoon Jou met de dochter van Eirirert. huiswaarts keerden, zagen zij lioe de bruisende golven liet lijk vau de eens zou levenslustige Anna aanspoelden. Lit de lijkrede, dooi' den voorgiuwr der C!iri>t,clijke gemeente nit;:T:-prokeii, kon Jon den troost putten, dat. hij door voor een erin olie begrafenis te zorgen, alle schuld had uitgcwi'-cht, UIT ONZE OUDE AMSTELSTAD. Schetsen en Tafereelen be treffende de geschiedenis der Veste, het leven en de zeden harer vroegste bewoners door mr. N. de Roever, archivaris van Amsterdam (Derde bundel). Amsterdam. S. L. vau Looy, 1891. Een ondeugend congreslid schreef als een zijner epigrammen: O Lys, aan uwen stillen oever, Zat lachend mr. N. de Roever, En spoelde het archievcustof Voor u keer van zijn voeten of. Zij, die het, voorrecht missen den Amsterdamschen archivaris persoonlijk te kennen, en zich zoo'n archivaris allicht voorstellen als een uitgedroogd wezen, een houterige klaas te midden vau onhan delbare folianten en mulle papieren, zij zullen van den heer De Roever een zér verkeerden indruk krijgen, e metsten weten intusscheu wel beter, de geleerden ook ; eii de navorschers of geschied schrijvers, die den waardigen opvolger van dr. P. Scheïtcma op het Amsterdamsche archief hebben leeren waardeeren als een altijd behulpzamen, prettigen, nimmer faleiideu gids, zullen als u man ge tuigen, dat de inhoud van de rijke archieven mr. de Roever wel in liet hoofd is gevaren, doch dat het stof der charters en registers geen vat op hem heeft, Wilt ge nog andere bewijzen, zoo neem zijn boekje Van Vrijen en Trouwen" (*) ter hand of schaf u voor eenige kwartjes de bundeltjes aan, welke hij doopte Uit onze Amstelstad" eu waar van het 3>; dezer dagen verscheen. Een dergelijke aanbeveling schijnt nog niet geheel ounoodig, als ik bedenk, hoc velen uog een geheel verkeerde opvatting van den archievenarbeid hebben, of is het al zoo lang geleden, toen een thans ook nog altijd jonge archivaris van een ouzer provii.ciesteden zich bij het gemeentebestu ar van een provinciale hoofdstad meldde ten einde in aanmer king te komen voor de aldaar vaceerende betrek king van archief-chef, maar hem door den burge meester werd medegedeeld: U is niet de eeuige sollicitant; voor deze betrekking hebben zich mede aangeboden twee . . . gepasportecrde sergeanten ?" Ecu archivaris zou slechts een bewaarder vau de oude stadspapieren zijn r Het, tijdschrift Oud Hol land" kan u wat anders leeren. lidocli de brave Hollander aast liever op de bekende Erausche boeken met gelen omslag, dan wel, hij stelt zich tevreden met, de vertaalde romans, welke -zijn leeaa'ezelscliap of bibliotheekhouder hem biedt. Ter Gonw's Geschiedenis van Amsterdam" vindt, nau welijks koopers eu het Amsterdamsche Jaarboekje voor geschiedenis eu letteren" bleek na zijn vier den jtuirsang geen levensvatbaarheid te bezitten. Voelt dan de Amsterdammer niets meer voor de o-eschiedcuis vau zijn stad V Ik wensch den moe digen uitgever van den hierboven aangekondigde!! bundel van harte toe, dat, die vraag ontkennend kan beantwoord worden, opdat, de heer De Roever zich ook daardoor voele aangespoord om met de uitgave van zijne geschiedkundige aanteekeiiingeu, tot' prettige schetsen eu tafererleii verwerkt, voort te traan. Veel vau hetgeen anders ons onbekend of in zuivcr-wcteuschappelijko werken als droge rnededeelingeu verborgen zou blijven, wordt, ons nu in ?zeer neiiietUareii vorm aangeboden. Al heul van pas is in deze dagen van Sequah-reclame het hoofdstuk over Mur/ilxi'hret'ttiri'rs^ waaronder dan in de eerste plaats wordt genoemd de oculist Johanues van Duren, wiens aanplakbillet. vermeldde, dat hij was ..wytbèrocmd, konstrijck ende ervaren". Waar is zijlis s-elijek te vinden in gantz Nederlaudt, ?" In het bijzonder belangwekkend voor den Amsterdam mer, die nog een greintje voelt, voor het, verleden, waaruit het heden geboren is, zijn wel de merk waardige mcdedeelinu'en betreffende twee der voormaliu'e kloosters, dat der bekeerde zusters en dat der oude nonnen ; curieus zijn »de plichten van kantoorbedienden iu de zevciitiendcn eeuw", in 't bijzonder het contract, van dien Jeroniinus SpongIer, die zijn meester den ,.gantschcn tijdt vau ses jaren lanck" had te dienen tegen vergoeding ,soo mond eost ende slacpplaat.se, als wassclieu oude wringen tsyneu te versorgen ende l.em bovendien voor loon toe t.egeven, namelijek de eerste drye jaren de soinine vau twintich rycxdaelders veder jarr en de resterende drie jaeren de somma van veertieh rvexdaelders veder jucr. te betalen jaer]yc\ sondcr meer, ende hem voorts eenen goeden ende geaffeetionueerdon meester te weseu." Voor hem wien de ffcschicdcnis van zijn woon plaats een gesloten boek is. is die stad een nietszeg gend agglomeraat, van huizen " schreef onlangs de heer F. Adeina van Schclteiua, voor hem daareuteiren, die aan de hand zijner vcizameling pren ten eu kaarten den oorsprong, aanwas, uitleg eu voortdurende verandering der stad bestudeert, wordt elke \\andeliim' een ontdekkingstocht, een bron vau h-crinu' e» sreiioegeu. Zij u fantasie, opgewekt door de afbeeldingen die zijn atlas verrijken, verleven digd door lectuur vau boekeu, zooals die van Wagenaar en ter Gouw, doet, het verleden weer voor zijn geest, opdoemen..... ^u.fii loi/ititn/ur, de stceneu spreken maar alleen voor hem, die hun taal heeft lorren verstaan." Met Waarnaar en Ter (jouw mogen wij zeker nog noemen Mr. de Koever, en wij danken hem reeds meuiu'e bijdrage tot. de geschiedenis van Am sterdam. Ik wil hartelijk hopen, dat het Amster damsche publiek even verlangend als ik uitziet, naar dergelijke bundeltjes ,,schetsen en tafercelen," als het, hier aangekondigde. Naarden, 10 Nov. E. A. Bris. (*) Haarlem, de Erven F. Bohn. 1S01. VARIA. PLASTISCHE KUNST. In Frankrijk zal eene ..C'aisse des Musées" wor den gevestigd, een fonds waaruit kunstwerken voor de nationale verzamelingen zuilen worden aan gekocht. Hot: fonds zal ook uit deze verzamelingen gevoed worden; maar stelt zieh namelijk voor, van de bezoekers der musea, paleizen en monu menten,'eeneen tree te heften. Vrijgesteld zouden zijn de Zondag en de Donderdag, de vacantiedag

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl