Historisch Archief 1877-1940
STËDAMMER
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Ieder nonuner bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam.
Singel bij de Vijzelstraat 542.
Zondag 22 November.
Abonnement per 3 maanden f\,50, fr. p
Voor Indiëper jaar .
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar
Advertentiën van l?5 regels ?1.10, elke regel meer
Reclames per regel
post/7 1.65
. mail B 12.
. . . 0.12»
0.40
I H H O U n s
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Het elixer van den eerwaarden Vader
Gaucher, naar het Franschvan Alphonse Daudet.
(Slot.) Socialisme, door Dr. D. G. Jelgersma.
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am
sterdam, door H. J. M. Aan Frans Netscher,
(Ingee.) door Jan C. de Vos. Muziek in !de
hoofdstad, door Van Milligen. Panorama-Je
ruzalem, door V. Aanteekeningen Schilderkunst,
door V. Zuster Bertha, door A. Aletrino, be
oordeeld door A. J. Zola te Brussel. VA
RIA. SCHAAKSPEL. WETENSCHAP:
Een redevoering van Helmholtz. Parysche
krabbel^ door T. J. Z. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. RECLAMES. - PEN- EN
POTLOODKRASSEN. AD VERTEN TIEN.
Van verre en van nabij.
Wij hebben de vorige week gewezen op
het verschil in toon en stemming, tussehen
de redevoering, welke keizer Franz Joseph
tot de Oostenrijksche en Hongaarsche
delegatiën richtte, en de politieke toespraken
welke bijna tegelijkertijd door den
Italiaanschen premier in het La Scala-theater te
Milaan en door den Engelschen premier op
het feestmaal van den nieuwen Lord Mayor
van Londen werden gehouden. De zeer ge
reserveerde, om niet te zeggen sombere en
gedrukte toon, waarop de keizer sprak, heeft
in alle' hoofdsteden van Europa een grooten
indruk gemaakt. Niet het minst te Weenen
zelf, waar de beursspeculatie er dadelijk van
zocht partij te trekken. Er waren geruchten
verspreid over een onderhoud, dat de keizer
zou hebben gelfad met den Poolschen afge
vaardigde Jaworski, en waarin hij onder
anderen zou hebben beweerd, dat de hon
gersnood in Rusland eene oorlogsverklaring
van die zijde wellicht zou bespoedigen. Dit
gerucht, dat later bleek valsch te zijn, was
voldoende om op de beurs een ware paniek
te veroorzaken, aan welke door een ter
beurze voorgelezen officieel schrijven van de
regeering te nauwernood een einde werd ge
maakt.
Op graaf Kalnoky rustte nu de onaan
gename taak, zooveel mogelijk den
ongunstigen indruk weg te nemen, dien 's keizers
woorden tengevolge van de groote zenuw
achtigheid van het publiek en de
gewetenlooze speculatiezucht van enkelen hadden
gemaakt. Hij slaagde hierin echter slechts
ten deele, ofschoon de Hongaarsche delegatie
vooral hem de zaak gemakkelijk maakte,
Feuilleton.
Het Eliier van den Eerwaarlta
aier Gancler.
naar het Fransch
van ALPHONSE DAUDET.
(Slot.)
Verbeeld u, dat hij op zekeren avond
onder den dienst buitengewoon opgewonden
in de kerk kwam; rood, opgezet, met zijn
kap achterste voren. Van brevier tot brevier
werd gefluisterd:
»Wat mankeert Vader Gaucher ? Wat
heeft Vader Gaucher toch?"
Tot tweemalen toe liet de prior ongedul
dig zijn staf op de zerken neerkomen, om
stilte te gebieden.... Ginder, achter in het
koor, gingen de psalmen steeds door, maar
de responsen klonken flauw.
Plotseling, midden in het Ave verum, laat
onze Vader Gaucher zich achterover in zijn
stoel vallen en heft uit volle borst aan:
Dans Paris, il y a un Père blanc,
Patatin, paiatan, tarabin, taraban ...
Algemeene verslagenheid: Iedereen staat
op. Geroep van:
»Breng hem weg ... Hij is bezeten !"
De kanunniken slaan een kruis. Mon
seigneur zwaait toornig zijn staf... Maar
Vader Gaacher ziet niets, hoort niets, en
twee stevige monniken zijn genoodzaakt hem
door het deurtje van het koor te sleuren,
terwijl hij zich als een bezetene te weer stelt
en hoe langer hoe lustiger blijft doorgalmen
van patatin en taraban...
door naar alles en nog wat te vragen. Het
hoofdargument van de regeering ter bestrij
ding van ongegronde vrees is van tamelijk
negatieven aard: indien wij inderdaad vrees
den dat een oorlog spoedig zou uitbreken,
dan zouden wij heel wat grooter credieten
voor het leger van u hebben aangevraagd.
Voorts werd met nadruk gewezen op de
hernieuwing der triple alliantie, een feit,
dat volgens den heer Kalnoky zoozeer uit
zichzelf kon worden verklaard, dat eigenlijk
geen der verbonden mogendheden daarvoor
het initiatief had behoeven te nemen. Over
de toenadering tussehen Frankrijk en Rus
land en de demonstratieve ontvangst te
Kroonstad liet de Oostenrijksche staats
man zich uit in denzelfden geest als
eenige weken geleden de heer Von Caprivi:
hij kon daarin niets nieuws zien, geen wij
ziging in de bestaande internationale ver
houdingen en groepeeringen, maar slechts
de bevestiging van een sedert geruimen tijd
bestaanden toestand.
Interessant waren 's ministers uitlatingen
over de Balkanstaten, zijn waardeering van
de verstandige politiek des sultans, zijn
bonne mdrque voor Roemenië, zijn warme
lof voor de kalme en voortdurende ontwik
keling van Bulgarië, zijne waarschuwing aan
Serviëom het voorbeeld van het naburig
vorstendom te volgen en zich van »groote
politiek" te onthouden. De verklaring dat
het niet op den weg van
Oostenrijk-Hongarije lag het initiatief te nemen in de
teedere quaestie der erkenning van vorst
Ferdinand, is te St. Petersburg bijzonder
goed opgenomen. Zij vormt dan ook eene
vrij scherpe tegenstelling met de woorden,
een jaar geleden door den keizer gebruikt,
woorden, die door Rusland als eene
reehtstreeksche aanmoediging van »den Coburger"
werden opgevat en zeer kwalijk werden
genomen. De heer Kalnoky had ongetwijfeld
gelijk, toen hij zeide, dat aan het nemen
van dit initiatief groote gevaren verbonden
konden zijn ; voor de Bulgaren is dit ech
ter een schrale troost.
De Neue Freie Presse vraagt zich af, hoe
de minister de toenadering tussehen Rus
land en Frankrijk, welke door de openbare
meening is opgevat als eene ingrijpende
verandering in den Europeeschen toestand,
kon voorstellen als de eenvoudige uitdruk
king van reeds bestaande verhoudingen, als
iets volkomen natuurlijks, dat door iedereen
Den volgenden morgen voor dag en dauw
lag de ongelukkige op de knieën in het
bidvertrek van den prior en beleed zijn zonde,
onder een stroom van tranen.
»Het is het elixer, Monseigneur, het is
het elixer, dat mij heeft overrompeld," zeide
hij, zich op de borst slaande. En hij was
zoo bedroefd, zoo berouwvol, dat de goede
prior bij den aanblik er van zelf bewogen
werd.
»Kom, kom, vader Gaucher, wees kalm,
dat zal allemaal weer opdrogen als dauw in
de zon. . . Welbeschouwd is het schandaal
niet zoo erg geweest, als ge denkt. Het
liedje, ja dat was een weinig. . . hum !
hum ! . . . Enfin, we willen hopen, dat de
novicen het niet gehoord hebbeu. Maar
kom, vertel mij nu eens goed hoe het u
zoo is overkomen.... Met probeeren van het
elixer, niet waar?.... Uw hand zal een weinig
gebeefd hebben. Ja, ja, ik kan mij dat voor
stellen.... Precies als met broeder Schwartz,
die het buiskruit heeft uitgevonden : ge zijt
het slachtoffer van u w uitvinding geworden...
En zeg me eens, brave vriend, is het wer
kelijk noodig, dat ge dit vreeselijk elixer op
uzelf probeert ?"
«Ongelukkig ja, monseigneur.... de
vochtweger toont wel de sterkte en het alcohol
gehalte aan, maar voor den bouquct, het
ftuweelige verlaat ik mij nergens anders op
dan op mijn tong...."
»Ah ! heel goed.... Maar luister ik wilde
nog vragen.... Als ge dus om zoo te zeggen
gedwongen het elixer proeft, vindt ge het
dan lekker ? Hebt ge er smaak in ?"....
»Helaas! ja, Monseigneur," bekende de
ongelukkige vader met een donkeren blos....
Sedert twee avonden bespeur ik een bouquet
er aan, een aroma!.... 't Is zeker de duivel,
die mij dezen streek heeft gespeeld... Daarom
ben ik vast besloten mij voortaan alleen van
te verwachten was en dus niemand behoef
de te verbazen. Het blad herinnert, hoe het
jaren lang, en in het bijzonder na den
dood van den vorigen czar, het duidelijk
uitgesproken streven is geweest van vorst
Bismarck's staatkunde, juist die toenadering
tussehen Frankrijk en Rusland te voorko
men. Destijds echter kostte het den
rijkskanselier niet weinig moeite bij zijne toehoorders
het geloof aan de mogelijkheid dier toena
dering op te wekken en te bevestigen, om
dat men uitging van de onderstelling eener
onoverwinnelijke incompatibilitéd humeur
tussehen de autocratie van den czar en het
republikeinsche Frankrijk. Met zijne eigen
aardige zonderlinge openhartigheid herinner
de Bismarck, hoe hij bij het congres van
Berlijn eigenlijk de derde gevolmachtigde en
zeker niet de minst ijverige pleitbezorger
van Rusland was geweest; luide verkondig
de hij het bij iedere gelegenheid, dat het
lot van Bulgarije aan Duitschland te
eenenmale onverschillig was en moest blijven, en
bij zijn laatste onderhoud met den czar gaf
hij de?en ongevraagd ophelderingen, die
moesten bewijzen, dat Duitschland, trots de
triple alliantie, een belangeloos vriend van
Rusland was gebleven.
Heeft de heer Von Bismarck zich ver
gist? Heeft de nauwe verbintenis tussehen
Frankrijk en Rusland al lang bestaan, zoo
als thans de heer Von Caprivi en graaf
Kalnoky beweren, en zijn de opgewonden
redevoeringen bij het bezoek van het
Fransche eskader te Rusland en de tussehen
den czar en den heer Carnot gewisselde
telegrammen daarvan slechts de uiterlijke
kenteekenen geweest? Dat wil er bij de
Neue Freie Presse niet in. Maar wat doet
hot, er eigenlijk toe ? »De ernst van den
Europeeschen toestand" zoo erkent het
blad zelf «wordt er niet door verminderd,
dat men de toenadering tussehen Frankrijk
en Rusland als iets onvermijdelijks leert
beschouwen; maar hij wordt er evenmin
door vermeerderd, wanneer men overhelt tot
de zienswijze van graaf Kalnoky en den
heer Von Caprivi, dat de bedoelde entent e
na het bezoek der Fransche vloot aan
Kronstadt, evenals voor dien tijd, niet zoo
gevaarlijk was voor Europa als de openbare
meening tot nu toe heeft aangenomen."
Trouwens ook graaf Kalnoky heeft niet
ontkend, dat de toenadering »de donkere
schaduw (was), die den Europeeschen toe
den vochtweger te bedienen. Of de likeur
dan niet zoo fijn is, of niet genoeg fonkelt..."
»Pas daarvoor op," viel de prior hem le
vendig in de rede. »Men moet zich niet
blootstellen aan het gevaar, de klanten te
mishagen.... Alles wat ge te doen hebt, nu
ge eenmaal gewaarschuwd zijt, is op uw
hoede te wezen. Laat zien, hoeveel hebt ge
noodig om u rekenschap te geven ?.... Vijf
tien tot twintig droppels, niet waar ? Laat
ons zeggen: twintig.... De duivel moet al
erg slim zijn, als hij u met twintig droppels
kan vangen.... Bovendien geef ik u, om alle
ongelukken te voorkomen, voortaan vrijstel
ling van naar de kerk te gaan. Ge zult de
avondgodsdienst-oefening in de distilleerderij
houden. En nu, ga in vrede mijn Eerwaarde,
en vooral... tel uw droppels goed."
Helaas! De arme Eerwaarde had goed
zijn droppels tellen.... De duivel had hem te
pakken en liet hem niet meer los.
De distilleerderij hoorde zonderlinge oefe
ningen!
# *
?\Overdag ging alles nog goed. Dan was
Vader Gaucher kalm genoeg: hij prepareerde
zijn kornforen en kolven, trok behoedzaam
zijn kruiden, de fijne, sappige, getande krui
den van Provence, gestoofd in geuren en
zonneschijn.... Maar 's avonds, als de kruiden
waren afgetrokken en het elixer in groote
roodkoperen pannen stond af te koelen, dan
begon voor den armen Vader de marteling.
.... Zeventien .... achttien.... negentien....
twintig!...
De droppels vielen uit het buisje in den
kristallen beker. Die twintig, Vader Gau
cher verzwolg ze in een enkelen teug; bijna
zonder genot. Maar de eenigste waar hij
naar verlangde, dat was de een en twintigste.
O, die een en twintigste droppel! ... Toen,
om aan de verzoeking te ontkomen, knielde
hij in den versten hoek van het laboratorium
stand verduisterde." Vorst Bismarck heelt
zich sterk genoeg gewaand om Frankrijk en
Rusland van elkander gescheiden te houden,
en niet willen erkennen, dat de toenadering
reeds had plaats gehad, terwijl hij nog aan
het roer was. Eene reden voor die ont
kenning bestaat thans niet meer, maar juist
daarom kan men het gevaar beter op zijne
rechte waarde schatten en er rekening mede
houden. »Dit is" zoo besluit de .Neue
Freie Presse »in de redevoeringen der
(Oostenrijksche) ministers geschied, en men
kan tevreden zijn dat, waar het schaakbord
der Europeesche politiek voor ervaren oogen
open ligt, het gevaar niet wordt overschat,
maar ook niet zorgeloos wordt ontkend."
Intusschen is de heer Von Giers naar
Parijs vertrokken. Heeft hij soms ook den
tekst Vin het Fransch-Russische alliantie
traktaat in den zak ? Neen zegt de Figaro
in een artikel, waarin de schrijver geheel de
allures van een ingewijde aanneemt. Omtrent
de hoofdpunten der entente is men het al
eens geworden tijdens het verblijf van ad
miraal Gervais te St. Petersburg. Die pun
ten komen hierop neer, dat de Fransche en
de Russische diplomatie elkander zullen
steunen overal, waar hiertoe aanleiding be
staat, en dat elk der rijken het ander ter
hulp zal komen, wanneer dit door een
buitenlandsehen vijand wordt aangevallen.
Tot een officieel traktaat is het niet geko
men en zal het vooreerst ook niet komen,
daar men eene openbare discussie in de
Fransche Kamer wil vermijden. Er moeten
echter nog bijzonderheden worden vastge
steld ; de bedoeling was, deze taak aan den
heer Von Giers op te dragen, maar dat is
thans niet meer noodig, daar alles is ge
regeld, toen onlangs twee Russische
grootvorsten Parijs bezochten. Derhalve zoo
besluit de Fiqaro kan men, ook zonder
traktaat, de Fransch-Russiche alliantie als
een voldongen feit beschouwen.
Volgens deze opvatting is er dus na
Kronstadt wel degelijk iets veranderd en
?/.ouden de voorstellingen van den heer Von
Caprivi en graaf Kalnoky slechts moeten
dienen om bonne mine il inauvais jeu te
maken.
SOCIALISME.
Socialisme is een verzamelnaam voor een aan
tal verschillende richtingen. Daarom is het voor
ieder, die over socialisme schrijft, van belang met
neder en verdiepte zich in zijn paternosters.
Maar uit de nog warme likeur steeg een
zachte damp op, bezwangerd met streelende
geuren, die om hem heen zweefde en tegen
wil en dank naar de pannen terugvoerde,
De likeur had een prachtig groengouden
tint. Met wijdgeopende neusgaten over de
pan gebogen, roerde de Vader er zachtjes
met zijn buisje in, en in de kleine tintelende
loovers, die de smaragden stroom afvloeide
meende hij de oogen van tante Begon te
zien, die lachten en fonkelden, terwijl zij hem
aankeken ....
»Kom! nog een droppel!"
En zoo, droppel voor droppel, eindigde de
rampzalige met zijn beker ten boorde toe
te vullen. Toen liet hij zich uitgeput in een
grooten leunstoel zinken en met half gesloten
oogleden achterover liggend, smaakte hij zijn
zonde met kleine teugrjes, onderwijl met kos
telijke wroeging in zich zelf prevelend :
»Ach, ik drink mijn verderf! Ik drink
mijn verderf!"
Het ergste was, dat hij, door ik weet niet
welken duivelschen streek, op den bodem
van dat helsche elixer, alle jolige liedjes
van tante Begon terugvond: Ce sont trois
pctiles coiiitiitres, <]ui patiënt de faire tin
bant/net... of Bcrgerette de maitre Andr
s en va-t-au bois seulclte... en aldoor dat
fameuze van de Witte Vaders: Patatin,
patatan. .
Denk eens welk een verlegenheid den
volgenden morgen, wanneer zijn buren hem.
plaagden :
»Hé! hé! Vader Gaucher, wat een ge
roezemoes in je cel! Was 't wel pluis met
je, toen je gisteren avond ging slapen ?"
Dan was het berouw, tranen, wanhoop,
vasten, boete, kastijding maar niets ver
mocht den duivel van het elixer te bezwe
ren en iederen avond op hetzelfde uur kwam
hij opnieuw in hem gevaren.