Historisch Archief 1877-1940
4
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 753
aan 't oordeel van bet pnbliek.
Zoolang de spelling van De Vries en Te Winkel
de officieel erkende is, zal evenwel het onderwijs
met geen vereenvoudiging, door hoeveel personen
ook op eigen verantwoordelijkheid in hun schrijven
toegepast, gebaat zijn.
J. L. C. A. MEIJEK.
1) Vragen v. d. Dag. Jaargang 1891. Afl. 10
blz. 577.
2) t. a. p. blz. 585.
3) t. a. p. blz. 594.
4) t. a. p. blz. 588.
5) De Redactie der Vragen van den Dag be
tuigde in een naschrift hare instemming met het
streven des schrijvers.
EEN BIZONDERHEID.
Dat in het artikel over de nieuwe letterkun
dige richting, in No. 749 van dit Weekblad ge
plaatst, onze beoordeeling van een werkje der
schrijfster te pas wordt gebracht, moet verklaard
worden uit hare onbekendheid met het feit, dat
een lid der redaktie van het Weekblad, de heer
Jjistus Van Maurik Jr., ons uitdrukkelijk verzocht
heeft dat werkje met toegevendheid te behan
delen. 1)
Immers, al zijn wij ons bewus*, dat dit verzoek
ons oordeel niet beïnvloed heeft in eene mate,
die in strijd zoude zijn met de letterkundige eer
lijkheid, al handhaven wij dus de meening, dat
in het werkje eenig talent niet te miskennen is,
en al bly'ft daartegenover, zoo als immers van
zelf spreekt, de verdienstelijke schrijfster in hare
meeningen geheel en al vry, toch zoude het,
dunkt ons, kwalijk met de eischen der vrou elijke
kieschheid overeen te brengen zijn, dat een
bewjjs van achting, een geschenk, dat men
onsverzocht heeft te geven, gebruikt werd in een aanval
op personen, die wy, naar uit onze hier geplaatste
opstellen blijkt, in alle opzichten de meerderen
dezer schryfster achten, en voor wie wij sympathie
gevoelen.
Er is hier geen sprake van logica, van recht,
doch alleen van kieschheid. En al beschuldigt de
schrijfster hare tegenpartij, wellicht niet ten on
rechte, van verregaande onkieschheden, dat
wettige toch niet eene onkieschheid van haren
kant.
Daarom kan men er zeker van zijn, dat deze
bijzonderheid haar onbekend is geweest.
A. J.
1) Den heer A. J. werd indertijd verzocht, in het
oog te houden dat het werkje een eersteling was.
J. v. M. JB.
Indien ge een ander uwer aangezichten tot mij
gewend en by voorbeeld door den mond van L.
van Deijssel hadt gesproken, zou ik niet geant
woord hebben; nu A. J. aan het woord is, doe ik
dat wel.
Over kieschheid moest ge liever niet preeken.
Indien ge wist wat kieschheid is, zoudt ge een
bizonderheid'' tusschen redacteur en criticus een
bizonderheid" gelaten hebben, in plaats van die
in het publiek te behandelen, een jaar later. Dat
ik er niet van af wist, hebt ge goed begrepen.
6e weet wel, niet waar, dat een fatsoenlijk man
van zijn hoffelijkheid geen geschenk maakt aan
een vrouw, waarvoor de brenger een fooitje ver
wacht. Dat ge blijft erkennen, dat er eenig talent
in myn eersteling steekt en een gedwongen gun
stige kritiek dus niet noodig was, doet uw beschul
diging te niet, dat het een onkieschheid van mij
zoude geweest zijn, my' er op te beroepen. Trou
wens ook mannen, die ik voor invloed onvatbaar
acht, hebben gelukkig myn werkje gunstig be
oordeeld.
Men is onpartydig of men is het niet. Men
is criticus of iemand die geschenkjes rond
brengt op verzoek. Zijt gij het rste, dan heeft
uw bijzonderheid" geen doel, zijt ge het tweede,
dan geeft ge u, als criticus, een sJag in het ge
zicht.
Ik heb na dit geen lust meer, mijn tijd te of
feren aan antwoorden op artikels zoo ze nog
komen mochten die op mijn aanval passen als
het deksel van een ronde op een vierkante doos.
Die het voor de aangevallenen opneemt of zelf
zich daaronder telt, had dadelijk mijn aanval
behooren te ontzenuwen of moeten zwijgen, dan
had men tenminste den schijn van hooghartigheid
bewaard.
Jo VAN SLOTEN.
Wy meenen dat wij hiermede de debatten over
het algemeene en het bijzondere kunnen sluiten.
RED.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
Door de Vereeniging ter bevordering van de
belangen des Boekhandels wordt eene internati
onale tentoonstelling voor boekhandel en aanver
wante vakken georganiseerd. Zij zal in het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam in de maanden Juli
Augustus 1892 gehouden worden. Eerevoorzitters
zyn de ministers van binnenlandsche zaken en
van waterstaat, handel en nijverheid, benevens de
burgemeester van Amsterdam.
De tentoonstelling, die zal dienen om het
75jarig bestaan der Vereeniging te vieren, zal de
volgende groepen en afdeelingen omvatten :
Groep a. I. Het boek van den tegenwoordigen
tyd in al zijn vormen, II. Muziekwerken, III. De
courant; nieuws-, dag- en weekbladen.
Tijdschrifttn; en IV. Landkaarten, atlassen, plattegronden.
Wandplaten.
Groep b. I. Boekdrukkerij, Hand , trap- en
snelpersen, II. Lettergieterij, zet- en
distribueermachines en andere materiaal; stereotypie ; III.
Drukinkten; IV. Houtsnêedruk; galvanoplastiek;
en V. Druk- en smoutwerk, let terproeven.
Groep c. I. Plaatdrukkerij. Persen en hulp
middelen ; daartoe behoorend materiaal; en II.
Koper- en staalgravure; etsen.
Groep d. I. Steendrukkerij. Persen en hulp
middelen. Hand- en snelpersen, enz., II. Steenen,
verven en vernissen, enz. III, Voortbrengselen der
lithographie.
Groep e. I. De nieuwe vijzen van reproductie
waaraan de photographie ten grondslag ligt; als:
Photochemiegraphie; autotypie; chromotypie;
photholihographie; lichtdruk; photogravure ; en II.
Voortbrengselen en hulpmiddelen.
Groep ?. I. Boekbinderij. Gereedschappen, werk
tuigen, machinerieën; II. Boekbanden; hand- en
maehinewerk, III. Ontwerpen voor boekbanden;
stempels en teekeningen; IV. Boekbandversierin
gen; en V. Grondstoffen: leder;perkament; linnen;
papieren; ly'm, enz.
Groep g. I. Papier en II. Grondstoffen, vervaar
diging, machinerieën.
Groep h. l. Kantoorboekhandel. Grootboeken;
journalen; agenda's; almanakken, II. Schrijf- en
postpapier; enveloppen; monogrammen; stempels;
laksoorten; en JJI. Schrijfgereedschap; pennen;
potlooken; inkt; schrijfmachines; hectographen.
Groep i. I. Boekerij; boekenkasten, enz. en
II. Benoodigdheden ; boekensteunsels ; ex libris.
Groep k. I. Retrospectieve tentoonstelling (uit
gaven enz. vóór de laatste 50 jaren verschenen).
Geschiedenis van den boekhandel en aanverwante
vakken; en II. Antiquariaat.
Oorspronkelijke teekeningen en gravures zullen
onder de verschillende groepen gaarne ter opluis
tering worden opgenomen.
Er zullen eere diploma's en diploma's voor gou
den, zilveren en bronzen eerepenningen worden
uitgeloofd; eene jury zal worden benoemd, in
alle opzichten bevoegd om de bekroningen aan
te wy'zen.
Het Comitébestaat uit de H H. F. Adama van
Scheltema, Amsterdam, voorzitter, (firma:
Frederik Muller & Co.), Jan F. M. Sterck, Amsterdam,
secretaris, (firma: C. L. van Langenhuysen ), S.
Warendorf Jr., Amsterdam, penningmeester, (firma:
van Holkema en Warendorf), deze drie als uit
voerend comité. Voorts uit de H.H. K. Groesbeek,
Amsterdam, (firma: Scheltema & Holkema's boek
handel.). N. G. van Kampen, Amsterdam, (firma:
P. N. van Kampen & Zoon ), L. van Leer, Am
sterdam, (firma : L. van Leer & C.>.), J. Proost
Jr., Amsterdam, (firma J. Brandt & Zoon.), A.
Roeloffzen, Amsterdam, (firma: Roeloffzen & H
bner.), C. Schillemans, Zutphen, (firma: W. J.
Thieme & Cie.), F. C. D. Thieme, Nijmegen,
(firma: H. C. A. Thieme.). R. W. P. de Vries,
Amsterdam. Gedelegeerde van het Comitéis Mr.
J. E. van Someren Brand, 25 Oosteinde, Amsterdam.
De schatten van Croesus. Zullen de onmetelijke
rijkdommen van Croesus teruggevonden worden?
Dat zou in het belang der wetenschap te
wenschen zijn. De zaak schijnt waarschijnlijk, want
men gaat te Sardes, de oude hoofdstad van ko
ning Croesu?, opgravingen ondernemen, die zeker
met succes zullen worden bekroond. Het PeUt
Journal bevat er het volgende over: Na de
archeologische vonden in Susiana, die de namen
van den heer en mevrouw Dieulafoy populair heb
ben gemaakt, gaat nu binnenkort een zending
Fransche ingenieurs en geleerden opgravingen
doen in Sardes (Klein Azië).
Vóór de veroveringen van Cyru=, was Lydiëbe
grensd door lonië, Mysiëen den Meander. Tegen
woordig omvat deze landstreek de sandjaks
Karassi, Saroekhan, Saghali en AïJin. Daar stroomde
de Pactolus, de gouden vloed, die nu opgedroogd
is; daar verhief zich een der machtigste steden
van de oude wereld, Sardes, hot middelpunt van
het rijk van Lydië, de hoofdstad van koning Croesus
Onder de regeering van Croesus was Sardes op
het toppunt van zijn macht gekomen. Babyion en
Niniveh waren er jaloersch op; hare rijkdom
men waren zoo groot, dat zij de begeerlijkheid
opwekte van de Medisch-Perzische volkeren, die
Cyrus tot zijn voordeel wist aan te wenden. De
monumenten van Sardes waren prachtig; hot
goud, uit de wateren vanden Pactolus gewasschen,
was er zoo overvloedig, dat Croesus, zegt de geschie
denis, er straatsteenen van liet vervaardigen,
waarmee hij zijn tempels plaveide. De paleizen
en huizen waren niet minder weelderig; overal
schitterde goud en gesteenten.
Daar ook liet Croesus stapels juweelen, kost
bare steenen en de schoonste parelen der Perzi
sche golf bewaren. Niets kan verwondering
opwekken bij een monarch, die geschenken
van twintig millioen aanbood aan het orakel
van Delphi en die een gelijke som besteedde
aan het maken van zijne staatsiegewaden. De
verovering van LyJiëdoor Cyrus was tevens de
val van de weelderige stad. Sardes vond nog eens zijn
voorspoed terug onder de Romeinsche Cesars en
schitterde nog een oogenblik onder de
Ottomaansche overheersching. Toen kwam er eenzaamheid
te midden harer ruïnen en er is van deze be
roemde hoofdstad niets over dan het kleine dorpje
Sart, op welks gebied de Fransche archeologen
de sporen van de Lydische beschaving gaan zoeken.
Het is voor den naam van de Fransche
wetensehe wetenschap te hopen, dat de opgravingen
van Sardes even goede resultaten geven als die,
welke in het midden van deze eeuw door de
Franschman Rotta werden uitgevoerd, die de ruïnen van
Niniveh aan het licht bracht,''
TOONEEL EN MUZIEK.
De Noorsche bladen zijn vol berichten over de
feesten van verleden Zondag ter eere van den
componist Grieg. Het is 25 jaar geleden dat de
beroemde componist en pianist te Christiania zijn
eerste concert gaf: de studenten der Universiteit
van deze oude stad, vereenigd met allerlei belang
stellenden in Noorsche kunst, vierden er hun
landgenooten Edvard och Nina Grieg".
Ibsen was ook onder de gasten, en toen een
der sprekers op hem dronk als op een der
uitstekendste vertellers van Europa en de gcheele
wereld," antwoordde Ibsen bescheiden, dat muziek
een wijderen kring van vrienden wint dan woor
den, en dat Noorwegen zijn vriend Grieg aan
de geheele wereld" had geschonken.
In de Drievuldi'heidskerk te Alfergrund werd.
zooals de Ween er bladen melden, den 17 den dezer
mevrouw Karoline van Beethoven begraven. Zij
had den leeftijd van 84 jaar bereikt, en was de
laatste Beethoven, de weduwe van den neef Karel,
die zijn oom, den grooten componist, veel leed en
zorg heeft veroorzaakt, en sedert lang overleden
is. Karoline bleef met hare drie dochters in
armoede achter; een van de drie is kort geleden
gestorven, de beide anderen zijn getrouwd, en de
weduwe leefde de laatste jaren van een jaargeld,
dat eenige vereerders van den componist haar
ieder jaar op diens sterfdag deden uitbetalen,
vermeerderd (naar de dochters melden) met het
geen verschillende hoftheaters haar als tantième
van Fidelio-opvoeringen lieten zenden.
Het Théatre du Vaudeville te Parys heeft het
nieuwe saizoen geopend met een blijspel in drie
bedrijven, Les Jobards, van Guinon en Denier;
het moet een zeer goed stuk zijn, echt komisch,
berustend op een ernstig gegeven. Les Jobards
beteekent de domme eerlijken" die aan eer en
rechtschapenheid hechten, zonder te bedenken,
dat niemand hen daarvoor dankt en de business
man hen daarover uitlacht. Het stuk werd zeer
goed opgenomen.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Op liet onlangs gehouden internationaal hygi
nisch congres sprak miss Margaret Bleanor Scott
over den grooten invloed, dien de vrouwen kun
nen uitoefenen op de verspreiding van juiste
denkbeelden over hygiëne. Zulke hygiënische
congressen, meende zij, waren hoogst nuttig voor
hen, die hervormingen kunuen invoeren, en voor
hen, die wetenschappelijke proefnemingen doen,
maar zeker zouden de pogingen der mannen voor
een goed deel vruchteloos blijven, als ze niet
ondersteund werden door vrouwen. Alle vrouwen
hadden, als zo er toe werden voorbereid, de macht
om door hare kennis der gezondheidsleer in haar
huis veel leed te voorkomen en veel goeds te
stichten. Ook buitenshuis, bijua in elk bedrijf
dat voor vrouwen openstond, zou ze kennis om
trent hygiënische eischen kunnen verspreiden en
dwalingen helpen opruimen.
Liefdadige vrouwen eu zij, die door de wereld
gaan met de ccne of a,udere verheven roeping,
moeten niet vergeten, dat de menscheii slechts
voor hoogere dingen te vinden zijn, als aan de
behoeften van hun lichaam is voldaan en zij, die
in armbesturen zitting hebben, of mcisjesclubs
leiden, hebben een heerlijke gelegenheid, om
eenvoudige gezondheidswetten algemeen bekend
te maken, liet is haar plicht, die gelegenheden
niet te laten voorbijgaan. Van haar, die zieken
oppassen en van de onderwijzeressen geldt dit
alles in nog hoogcr mate. Miss Scott drong in
dit opzicht asn op samenwerking tusschen mannen
eu vrouwen. Mannen zijn de baanbrekers voor
goede hervormingen van sanitairen aard, maar zij
kunnen plannen ontwerpen en zelfs de wetgeving
te hulp roepen en zullen toch bemerken, dat hun
pogen ijdel is en luiinic woorden voorbijgaan als
een klinkend metaal en een luidende schel, zoo
lang ze, niet op de sympathie en de hulp der
vrouwen kunnen rekenen.
Ilécits de guerrc, 1HÏO 71, par Ludovic Halévy.
Dessins par L. Marchetti et Alfred Paris. Uitgave
van lioiissor), Valadon it Cie.
Ludovic lïalóvy, de ondeugende en geestige
.schrijver, die met zijn Abbi' Comstnilin de brave
zielen heeft verzoend en zich den toegang tot
de Académie francaise heeft zien ontsluiten, doet
zich in het bovengenoemde werk kennen als een
ernstig mededinger van Erckmann-Chatrian, wat
het sobere en pakkende betreft van deze
oorlogsverhalen. liet sentimenteele element ontbreekt
er geheel in, maar een levendig, scherp geteekend
verhaal van enkele episodes uit den grooten
worsteistrijd heeft ook niet de hulp van eene liefdes
geschiedenis noodig, om in hooge mate belangrijk
te zijn. Bij eene warme vaderlandsliefde vinden
wij in Halévy's schetsen telkens de bittere ironie,
die vriend noch vijand spaart. Men leze hoe hij
vertelt van den Franschen Maarschalk (Bazaine),
die, toen zich een soldaat bij hem beklaagde, in
vier-en-twintig uren niet te hebben gegeten, uit
de hoogte en met vollen mond antwoordde: wat
zou dat? Ik zelf heb m vier-en-twintig uur niets
dan chocolade gegeten."
De beide teekenaars hebben den schrijver waardig
ter zijde gestaan en uitmuntende illustratiën ge
geven. De talrijke gravures en chromo typogravures
naar aquarellen zijn zeer goed uitgevoerd en de
geheele uitgave is verzorgd, zoo als men dit van
de firma Boussod, Valadon & Cie gewoon is.
Het geheel vormt voor een betrekkelijk lagen
prijs een fraai prachtwerk.
Het Leven en Lijden der Ballingen in Siberië,
door George Kennan, is een werk, dat een diepen
en blijvenden indruk zal maken. Door eigen oogen
heeft de Amerikaansche reiziger het vreeselijk lot
leeren kennen van deze slachtoffers van een
despotisch wanbeheer, on zijn reisgezel, de schilder
Trost, heeft de hoogst belangrijke en plaatselijke
beschrijvingen van Kennan door tal van teeke
ningen nog aanschouwelijker gemaakt.
Naar de eerste aflevering te oordeelen. is door
den heer Tjeenk Willink aan de uitgave veel zorg
besteed, terwijl mej. Van Uildriks zich op voor
treffelijke wijze van de bewerking van den tekst
heeft gekweten.
Mijnwerkers, eene Delrersnorelle", door Piet
Vluchtig. (Amsterdam, bij L. J. Veen) is geen
novelle, maar eene politiek-maatschappelijke satire,
die er bij winnen zou als ze wat vluchtiger" was,
maar toch tal van aardige trekjes bevat.
Van de Natuurkunde ran onzen tijd", eene
populaire beschrijving der nieuwste ontdekkingen
van Edison, zijn thans de slotalleveringen (18
20) verschenen. Het door dr. Goudsmit zorgvuldig
bewerkte boek van Desbeaux is inderdaad op de
hoogte van den tijd en is voor liefhebbers en
beoefenaars der populaire wetenschap een zeer
geschikt St.-Nicolaas cadeau. De uitgever W. J.
Thieme & Co. te Zutphen zou het fraai ge
drukte bock voor dit doel nog geschikter maken,
indien hij linnen stempelbanden verkrijgbaar stelde.
De Nederlandsche Almanak van II. D. Tjeenk
Willink te Haarlem, eigenlijk een geïllustreerde
Staatsalmanak", is weer voor 18!)2 verschenen.
Hij bevat op den omslag het portret van H. M.
de Koningin, een beetje kleurig maar toch smaak
vol. Voorts kaarten, portretten (Z. M. Koning
Willem III, Verhulst, De Veer, admiraal Binkes,
Mr. Verniers van der Loeff, Herman F C. ten
Kate, Artz, Bosboom, Bilders, Springer, Greive)
illustratiën, een jaaroverzicht enz. en al wat men
meer gewoon is in dezen almanak op te zoeken.
De firma Martinus Nijhoff te 's Hage heefteen
fraai gedrukten en geïllustreerden catalogus doen
verschijnen van zeldzame en curieuse historische
stukken uit de XVe, XVIe en XVIIeeeuw, tegen
bijgevoegde prijzen bij hen verkrijgbaar.
Wetenschap.
DE HONIGDAUW.
Jaren geleden, misschien wel vijf en twintig,
bestond er een kinderboekje De Iiiselcl-nwereld, dat
zich ten doel stelde de jeugd op aangename wijze
eenige entomologische keunis aan te brengen. Deze
mededeelingen werden gewoonlijk verschaft inden
vorm van een gesprek tusschen een of meer leer
gierige kinderen en een alwctenden vader, moeder,
oom of vriend des huizes. Een jougen vindt op
de wandeling een mooie rups, hij neemt haar
mede naar huis, en binnen kort heeft hij van zijn
vader de meest volledige inlichtingen ontvangen
zoowel over de gedaanteverwisseling van vlinders
in 't algemeen, als over die van liet gevonden
dier in 't bijzonder, met en benevens berichten
over de schadelijke werking der schubvleugeligeu
op het vcldgewas. Of wel, Mietje is jarig, en ter
eere van deze gebeurtenis gaat, de heele familie
uit roeien. Daar geraaken zij midden in eeu zwerm
haften; de kinderen lachen en slaan ze van zich
af, maar de hemel heeft de goedhartigheid gehad
aan het spelevarende gezelschap Mietje's peetoom
toe te voegen, en deze weet het vermakelijke
voorval nuttig te maken, door de treffende levens
geschiedenis van het u-dags-iiisekt te beschrijveu.
In dit boekje werd ook liet verschijnsel bespro
ken, dat de honig flauw heet, en daarin bestaat, dat
op zonnige zomcrdagen van sommige boomeii kleine
druppeltjes van een helder en zoet vocht vallen.
Deze zoete regen werd zonder aarzeling aan de
U«(llai:e» toegeschreven, die vocht, zuigen uit de
wceke derion der bladeren, eu, nadat het in hun
lijf verwerkt is geworden, het, eindprodakt, afschei
den in twee huisjes, op het achterlijf geplaatst.
Evenwel is de meening der geleerden over den
oorsprong van den liouigdauw gedurende geruimen
tijd verre van eenstemmig geweest. Plinius, die in
den aanvang o:izer jaartelling leefde, schreef den
houigdauw aan de werking van het weder toe, en
vele zijn na iicm de opvattingen geweest. In den
laatsten tijd eHiter beperkten zij zich tot twee :
volgens de eene zou de houigduuw een afschei
dingsproduct, van de plant zelve zijn, volgens de
andere opvatting waren het de gewone parasieten
der booinen, bladliiizen en schildluizeu, die den
vreemdsoortige!! regen veroorzaakten.
Een duitsch geleerde, de heer Bibgcn, heeft de
kwestie weder opgevat en onderzocht met een
degelijkheid van methode en kritiek, die ain de
juistheid van zijn resultaat nauwelijks te twijfelen
overlaat. Eu zijn uitkomst, stelt den kindervriend
van De liiseldi-iiii'i't'el.d in hoofdzaak in het gelijk ;
liet, zijn de boomhcwouemlo luizen, die den
honigdauw maken en geeu andere. Den gang van het
onderzoek nauwkeurig weer te, geven, kan hier
niet, geschieden ; slechts zij vermeld, dat, de heer
liiïsgen door ccii globale meting'van de hoeveel
heid dauw heeft aangetoond, dat, een matig aantal
bladluizen reeds in staat was het verschijnsel iu
redelijke sterkte te weeg te brengen. De
monddccleu van liet insekt zijn zó:') ingericht, dat, de
zachte deden van de plant voor hen toegan
kelijk zijn, terwijl het stcekwerktuig tevens
tegen breken en kneuzen door bijzondere bij
organen wordt beschermd. De opgezogen vloeistof,
die niet de pliismasubstantie is, doch enkel
liet celvocht, verlaat liet lichaam, niet zooals de
wijze vader of peetoom zeide, uit de rugbuisjes,
doch door de anale opening. De rugbuisjes
dienen ter afscheiding van een andere stof, die
de luis tegen den aanval van sommige vijanden
beschermt. Hoewel de plant door de bladluis
schade lijdt, schijnt, de honigdauw echter zelve
Eceeu nadeeligc werking op de bladeren uit te
oefenen, terwijl de luis daardoor een gewaardeerde
kameraad voor velen van zijn gelede
natuurgeI nooten wordt. Want, velen, en vooral vele mieren
zijn bijzonder verzot op het zoete vocht, en gaan
tot de, bladluizen en bclikkcu ze, voor zoover ze
dat, kunnen, en beschermen ze waarschijnlijk ook
wel. Ja, de geleerden weten zelfs te verhalen,
dat i u miercnkoloniëu vaak bladluizen worden
aangetroffen, die daar niets anders schijnen uit
te voeren, dan zich af en toe te laten allikkcu.
/elfs een bladluis kan een benijdenswaardig lot
hebben ! Want, niet alleen weet hij zich de vij
anden van het lijf te houden, maar hij krijgt
bovendien nog vrienden door middel van iets,
waarvan ecu mcusch, om zoo te zeggen, niets
weten wil. En misschien is zoo'n eenvoudig
luisjc nog veel meer te, benijden, dan de
eiitomologen wel denken. \Vaut wie weet, wat, de mie
ren al niet van dcu dauw ondervinden 'J. Wie
j weet, of die dauw voor hen niet is de
Walhallamcde, door welke begeesterd zij gedichten zingen
op de lieldenfcit.en, door hun dapperen tcgcii de
vijandige koloniën bedreven, en lofliederen op de
heerlijkheid hunner maagdelijke koningin. Wie
weet liet,!' Van y.oo'ji raar dier, dat zelfs in het,
donker zien kan, kan men alles verwachten.
DE VERHUISWAGEN.
(Ken 2>hotor/rai>hietje, bij stil weder).
Juist komt Wanna van den groenwinkel met
eene kan botennelk buiten het poortje van Mie
Koba's hof. Na een uurtje overgebracht te heb
ben bij de klapzieke boerin, onder het drinken
van oen kommeke koffie, en een praatje te heb
ben geslagen, rollend over alles wat in 't durp
om-, maar geen van beiden aanging (ze verklaren
het overigens zelf), vangt Wanna met haar volle
kruik, nu de terugreis aan. Heur kloek lijf hangt
over bij 't gaan, door de zwaarte der vracht; den
vrijen arm zwaait ze, een eind van 't lichaam af.
Gekomen ter hoogte van 't Looverken" blijft de
meid eensklaps staan, en zet heure kan te gronde,
zoodanig verbauwereerd ot ze van iet verschoten