Historisch Archief 1877-1940
No. 753
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De eerste candidaat voor de Oranje-Nassau-Orde
MINISTER TAK: Onvoorwaardelijk ministerieel", zegt hij! Een man naar ons liarl,!
ME. DE KANTEK : Dat wil zeggen. .. wat de volgorde der hervormingen betreft.
MINISTER VAN TIEXIIOVEN : Daar zit het 'm juist Laat mij u de hand drukken ! Collega Tak. hecht
DE OVERIGE MINISTERS : Ja, ja, hij verdient liet!
zelf hem hot teeken onzer eerste hervorming op de kloeke borst.
SNUIFJES.
De Heer de Kanter heeft zich verklaard
?te zijn onvoorwaardelijk ministerieel en de Heer
Braakensiek heeft, zoo deelde mij de redactie
mede, in zijn al wijsheid gemeend hem daarvoor
de orde van Oranje-Nassau te moeten toe
kennen. Dat lijkt nu wel een onschuldige
grap, maar is het geenszins ; het is veeleer
een zich vergrijpen aan de praerogatieven
van de Kroon. Toen de Heeren v. Tienhoven
en Tak als hun eerste hervorming een
OranjeNassau-schepping in de lintjes wereld annon
ceerden, deden zij dat natuurlijk vooral om
H. M. de Regentes een genoegen te berei
den, die daardoor in staat gesteld zal worden,
elk jaar een honderd of wat onderdanen en
vreemdelingen blij te maken. Gaat nu een
artist, al is het ook een zoo gezaghebbend
man als de Heer Braakensiek, over dien voor
raad beschikken vóór deze aanwezig is. dan is
dat niets anders dan roof', die met majesteits
schennis gelijk staat. Wanneer ik v. Tien
hoven was, zou ik zulke schandalen trachten
te voorkomen; ik had dien teekenaar al lang
voor een Lseuw voorgedragen, niet alleen
omdat hij dat wel verdiend heeft, maar op
dat hij verder zijn vingers zou thuishouden.
*
En dus is de Jonas van het ministerie niet
over boord geworpen, maar in eere hersteld.
Het schijnt zelfs, dat de stuurlui van het
scheepje in hem eene buitengewone nautische
specialiteit erkennen. Immers de heer Van
Tien hoven heeft verklaard, dat de heer
Heyffardt in het Kabinet is opgenomen,
>omdat, in zijne kennis en voortvarendheid groot
vertrouwen werd gesteld en hij de aangewezen
man was om de vele klippen te omzeilen
waarop vroegere ontwerpen zijn gestrand."
Dat was ten minste een duidelijke verkla
ring. ^ Minder begrijpelijk was [ictgeen de
heer Tak van Poortvliet vertelde over den
hoeksteen" (die hem een blok aan 't been
is geworden). Het kiesrecht blijft de hoek
steen van het staatsgebouw, maar dit (d. w.
z. dit feit) neemt niet weg, dat het gebouw
(dat nog geen hoeksteen heeft) intiisschen
moet worden onderhouden en dat ook alle
verbeteringen kunnen worden aangebracht
om het bewoonbaar te maken.
Och, die beeldspraak' Wat kan een mensch
daar last van hebben.
* "" *
De regeering hee_ft een onverwachten bond
genoot gevonden in den heer Keuchenius.
Niet omdat deze ? een heldenstuk! bij
?de algemeene beschouwingen over koloniën
heeft gezwegen, maar omdat hij de motie van
den heer Tijdens, die verlangde te weten, wan
neer de veelbesproken hoeksteen nu eigenlijk
gereed zou zijn, en voor de voltooiing van dit
werk een termijn wenschte bepaald te zien,
in strijd achtte met de waardigheid der re
geering.
Hoe kon die eenzame radicaal (zie het
kaartje van het Nieuws) dan ook zoo indis- :
creet zijn!
De Heer Poelman wil de maatschappelijke
ongelijkheid opheffen. Hij heeft daarin vol
komen gelijk, 't Heeft mij reeds lang ver
wonderd dat niemand daarmede eerder voor
den dag is gekomen. Nu heeft de geleerde
spreker echter vergeten er bij te voegen, in
welke richting hij denkt te werken. Moet het
hooge laag of het lage hoog worden ? l k zou
het liefst het laatste zien. Heb ik kans ook ;
nog eens Majesteit of Hoogheid te worden,
dan kan de geachte afgevaardigde bepaald
rekenen op mijn steun.
. * *
De redactie van die Gcsellseltaft, een maand
schrift voor letteren, kunst, enz dat te I^eipzig
verschijnt, looft drie prijzen uit, tot een bedrag
van *2üO, 17)0 en DO Mark, voor de beste satire
op de preutschheid in kritiek, litteratuur en
kunst. In 't bijzonder verlangt men een voor- i
beeldige afstraffing van het aanmatigend
ge; kritiseer door vrouwen en vrouwtjes '. Dat
| zou in ons land geen zin hebben; als de
! Nederlandsche dames een kritiekje schrijven,
l zijn ze de bescheidenheid in persoon en zij
argumenteeren zoo degelijk en geleidelijk, dat
l het mij steeds een lust, is, naar haar butoogen
te luisteren.
De Heer lütter heeft een preek van Lucas
Egeling gereconstrueerd uit de woorden : ..
Lu} cas Egeling heeft deze weck aardappelen
op! gedaan." Dit was een verdienstelijk werk. want
? «die toespraak zelf is, helaas, verloren
gei gaan." Wij meenen echter, dat er een klein
foutje in die nieuwe preek schuilt. De Heer
Kitt.er vergat dat Lncas JCgeling niet steeds van
toehoorders" en .hoorders" heeft gesproken,
maar zeer zeker van geliefden" van broe
ders en zusters" enz. En nu moge deze
opI merking onbeduidend schijnen, wij vragen
den Heer Jutter of hij zelf niet gelooft, dat
zijn artikeltje nog heel wat pakkonder zou
zijn geweest, als ook die zoete woordekens er
' niet aan ontbroken hadden.
i
j De circulaire van het dames-comitévoor
kindervoeding heeft waarde niet alleen om
het goede doel dat er mede beoogd wordt,
maar ook ais stijlproeve. Verleden jaar werd
den lezers en lezeressen medegedeeld dat in
de maag de sleutel tot het. hart ligt en dit
jaar dat de oogst van het zaaikoren niet
alI tijd in de studeerkamer terecht komt. m. a. w.
l de maag werd voorgesteld als een
sleutelmandje en nu de studeerkamer bij een
graan'. pakhuis vergeleken. Toch zou het. dunkt mij.
] beter zijn, niet de kindermaag Iegelijk met,
den stijl te willen weldoen. Die aardige
zegs| wijzen leiden de aandacht van de hoofdzaak
j af; menschen, gevoelig voor een literair
lek! ker hapje zouden er toe kunnen komen al
i smullende de heele kindervoeding te vergeten,
| en dat zou jammer zijn.
i *
* *
! De Ariilieiiif"-l/f ' 'utirant was dezer dagen
in een trieste bui en kon haar leed niet lan
ger verkroppen. Zoo maar, onder een berichtje
over heel andere dingen, riep de redactie uit:
-?Gisteren geen geld, van daag geen geld, o,
wat is liet leven toch vrceselijk eentonig"
Dit vind ik nu volstrekt geen goede manier
om _over de slechte tijden te klagen. Wat
heeft het publiek daarmee noodig? Men mag
zoo iets openhartigheid noemen, mij gaat het
te ver.
*
* *
/. M. de Duitsche J\eizer heeft weer eene
nieuwe zijde van zijn veelzijdig talent geopen
baard. J)e Evangelische veldprediker van
het leger, do eerwaarde heer Kichter, heeft
de prceken uitgegeven, die Z. M. aan boord
van de llulint \oUrni, gedurende zijne reis naar
het hooge noorden, op Zon- en feestdagen
heeft gehouden.
De eerwaarde heer ik bedoel den heer
Kichter, niet den keizer, die als xiunnuix
rj)ix/_-o/>iix op een veel hooger qualiiicatie aan
spraak heeft. gaf deze verzameling uit onder
den titel: De stem des Heereu op de wate
ren.'' Gelukkig heeft de keizer nog pas ge
zegd: ,,Einer uur is Herr ini Lande., umi das
bin ich;" anders zou men aan een even
kruiperige als profane dubbelzinnigheid
denken.
's Keizers kanselredenen zullen ongetwijfeld
niet minder stof tot commentaren geven,
dan die van Jjiicas J^gcling.
I'A K DAGOGISCIIK ORKEST- 13KSCHOU WIXÜ.
! Hebben dr eerste fagotspeler en zijn coul'ratcr
bij geval in hun kleppen veel hinder viiu «ater,
j gij ontwaart liet in Robert Ie Diable direct,
'; ais bun duo de sluimerende nounetjes nekt.
VM nu naadrai wij 't koper. Ue glans straalt ous tegen
iler trompetten, wier eigenaars brei lang reeds zwegen,
uant ze telden vier honderd en tien maten rnst!
Spoedig scheltren zij scheller allicht dan 't u lust.
Ginder ziet gij ds hoorns, 't Is een zwak van dieheereii.
"t in-tnimcnl dikwijls 't onderste boven te kceren ;
en al staan ze op bun beenen zou \ast als ecu muur,
ze /ijn geenszins van omslaan recht vrij op den duur.
Kn \\anneer deze /es die door 's Hemels clementie
zich verheugen in loniren van slaal d'assistentie
van trombones en tuba ten deel valt. waarbij
O'ilv liet sla^\\erk zich loü< lijk \\cert, /eg dau \rij:
D.inr kan ik" niet mijn Heehstein-klavier niet bij halen,
/rlt's al speel 'k niet mijn vuisten aceoordcn en schalen!
Ni en; al tjingcl, al trommel, al beuk ik geducht,
k n a.ik toch nooit zóó 'n (jodsjammcrlijk burengerucht,
k l.aat uil daar; doch ik zegïe u: een klarinettist
: A L L E K L E I.
('oilfeur. Ziet u eens, mevrouw, dit is een
[ tlacon van de Nieuwe Ham-hersteller, maakt
[ grijs haar jong, onfeilbaar.
l Dame. Maar dat goed gebruik ik al een
halfjaar en het geeft me niets.
('oitt'eur Neem me niet kwalijk, mevrouw,
maar dan ligt dat aan uw haar.
Dame (in twist met een huurkoctsier). Je
zult nader van me hooren. Wat is je nummer
en hoe is je naam.
Koetsier. Mijn nummer mag je gaan kijken
maar mijn naam kan ik je niet geven, ik ben
getrouwd juf'fie.
Voorbijganger (voorbij een huis komend,
waaruit iemand begraven wordt). Weet je ook
wie er dood is, vriendje?
Straatjongen (grijnzend). De melieer, die
in de kist lei t.
Konmnfrase. Zij droeg zoo diepen rouw over
den dood van haar verloofden, dat zij bij het
pianospelen alleen de zwarte toetsen wilde
aanraken.
211 lid van een schoolcommissie vroeg in
der hoogste klassen van een school:
-- Wat is een staatsman?
Iemand die redevoeringen houdt, zei na
i ge stilte, aarzelend een knaap.
Niet, kwaad, zei de inspecteur
gliinla;nd maar toch niet juist, vriendje. Ik houd
voorbeeld ook wel redevoeringen en toch
ben ik geen staatsman.
Iemand die goede redevoeringen houdt,
.cl de knaap verbeterend.
Man. Een Duitsch geleerde heeft onlangs
verklaard, dat vrouwen veel meer slaap noodig
hebben dan mannen.
Vrouw. Zou het werkelijk waar zijn ?
Man- Ja. lieve, daarom, hm. moet je maar
niet op me wachten als ik 's avonds naar de
'.-i u b ga.
Vriend (tot een winkelier, wiens toonbank
opgestapeld is met allerlei stoffen). Ga
jeveri huizen of ben je aan het schoonmaken?
Winkelier. Men kan wel zien dat je geen
i winkelier bent. We hebben al dat goed
mpeI ten omhalen voor een dame, die twee el lint;
kwam koopen.
J
een