Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na 754
ItuaBMk geven. Dit zeggende denk ik aan een
dfccuarie tussefcen de heeren A. Bot, voorzitter
iMn 4en soctaal-demoeratischen bond, en F. van
dkr Gbes in Recht vow Allen en aan eerrige
opnerkiBgen daarover onder de rubriek
vertcheidentafen £n bet Sociaal Weekblad.
De discussie tusschen de heeren Rot en Van
der Goes behandelde de vraag of het sociaal-de
mocratisch beginsel gemeenschappelijk bezit van
productiemiddelen alleen, of van productie- en
gebruiksmiddelen beide eischt. De eerste stelling
«erd verdedigd door den heer Van der Goes, de
tweede door den heer Rot.
Nu moet ik erkennen, dat beide stellingen in
IMBT ttlgermeerren vorm zich a. i. niet door
bizwdera dnidriijkkeid onderscheiden.
Wat bedoelt men met gemeenschappelijk eigen
den der gebruiksmiddelen ?
Wflft een stuk brood b. v. gemeenschappelijk
eigendom tot men het in den mond gestoken of
torgcaüfct hesft? Waarschijnlijk is dit de be
doeling van den heer Rot niet.
En wat moet men aan den anderen kant ver
staan onder den bizonderen eigendom der
getTTtftsmiddelen ?
Dit, dat ieéer gebruiksmiddel onmiddelijk na
X^D productie bizonder eigendom wordt van den
jvodnceut?
Maar dan staat men aan den eenen kant voor
de moeieiijkheid, dat vele gebruiksmiddelen ook
alfl productiemiddelen kunnen aangewend worden
m een eenvoudig voorbeeld te noemen: Wie zal
vooraf uitmaken of het in een
meelfabriek'geprodfoceerde meel een huismoeder zal dienen om er
pop TOST h*ar kinderen van te koken of een
hakker om er brood van te bakken?
En aan den anderen kant blijven alle kwalen
r .concurrentie, waartegen de sociatisten zoo
jjverig te velde trekken, bestaan in de concurren
tie tusschen de voortbrengers van
verbruiksmiddelen, die immers onmiddellijk eigenaars zouden
worden van de door hen voortgebrachte producten.
Deze bezwaren hebben geleid tot het bekende
besluit van het sociaal-democratisch congres ge
houden te Gotha van 23?26 Mei 18 [ft. (Xider
goedkeuring van Marx en met verwerping van het
recht op de volle opbrengst van den arb3id werd
daar besloten, dat het gezamentlijke arbeidspro
duct behoort aan de maatschappij d. i. aan alle
leden (Jaarvan, bij algemeene arbeidsp'icltf, naar
gelijk recht, aan ieder naar gclung van zijn
redelyke behoeften. Men wenschte dus gemeenschap
pelijke voortbrenging, oorspronkelijk gemeenschap
pelijk eigendom der producten (hoe zou dit na den
eersten wensch anlers kunnen?) en verdeeling
van het gemeenschappelijk geproduceerde door
de gemeenschap naar ieders redelijke behoeften.
Iets geheel andars dus dan de boven genoemde
uiterste vorm van gemeenschappelijk eigendom
der gebruiksmiddelen.
En voor zoo ver ik daarover uit de mij bekende
geschriften van den heer van der Goes kan
oordeelen, is dit ook zijn wensch en sluit bij zich
in dit opzicht aan bij het program der Duitsche
sociaal-democratische partij.
Nu wil ik daarom niet beweren, dat hij het
eigealijk met den heer Rot eens is; maar wel, dat
z^jn geschil met deze slechts kan loopen over hot
oogenblik, waarop de gebruiksmiddelen van ge
meenschappelijk bizonder eigendom moeten worden.
En verschil in meening hierover, hoe dwaas een
der verdedigde meeningen misschien ook moge
zijn, kan niet verhinderen, dat beide heeren tot
de sociaal democratische partij behooren.
Gsheel anders oordeelt daarover de bovenge
noemde schrijver in het Sociaal Weekblad. Volgens
dezen staat de heer Rot en mot hem de geheele
tegenwoordige sociaal-democratische partij tenge
volge van het te Gotha genomen besluit op com
munistisch standpunt; de heer van der Goes
daarentegen met zijn verdediging van gemeen
schappelijk eigendom der productiemiddelen alleen
op socialistisch standpunt.
Een opmerking vooraf; deze schrijver heeft
klaarblijkelijk een andere opvatting van de
rneening des heeren van der Goes dan ik. Bij gelooft,
werij. Ik heb ook met dat bijltje gehakt.
Toen ik kennis an m'n meisje kreet;, \\-as
ik bij Droes en Colier. op kantoor en daar
had ik twaalf gulden. Ik was bij m'n
moeder in huis en daar had ik 't goed.
Maar toen ik eenmaal aan 't verkeercn was,
?wou ik natuurlijk meer verdienen. Toen
ben ik aan 't schrijven gegaan op adverten
ties, afijn, je weet er alles van, dat, is 'n
liefhebberij; ik heb zeker wel honderd brie
ven geschreven. Eindelijk kreeg ik ant
woord van den baas hier, een paar dagen
later was ik klaar en een maand daarna
zat ik hier an dezen lessenaar met zes
tien gulden salaris en daar zit ik nou nog
op. Ik ben acht jaar bij 'm en ik heb nog
nooit opslag gehad. Zie je, hij had het me
wel beloofd, maar... afijn jij praat er niet
van, niewaar?" vraagt hij snel, als is hij
bang zich versproken te hebben.
»Ben je dwaas, daar hoef je niet bang
voor te zijn; maar ik zie nu nog altijd niet
in waarom het zoo stom is om te trouwen."
»Nou ja, dat komt nog. Toen ik hier
zestien gulden verdiende begon ik wat over
te leggen, want ik kreeg er een
nvondkantoor bij, dat gaf nog tweehonderd gulden in
't jaar, en toen ik drie jaar gcvrejeu had,
bedroegen mijn spaarduitcn zoowat duizend
gulden. Nu konden we 't wol wagen, dacht
ik, want ik verdiende alles bij mekaar zoo
wat duizend gulden en toen zijn we ge
trouwd . . .."
»En nu heb ie er berouw van?" vorscht
de geduldige jongeling.
»Berouw? Neen, God bewaar me, neen,
berouw niet, zie je? Of dat is te zeggen,
berouw en berouw is twee. M'n vrouw is
een best wijf, daar niet van, maar.... ze
krijgt zooveel kinderen."
»Kom, is dat nu om zoo te klagen, ieder
dat deze een voorstander is van eigendom der
producten door de voortbrengers onmiddelijk na
de voortbrenging; van gemeenschappelijk eigen
dom der productiemiddelen dus met individqeele
of, wa»r deze onmogelijk is, met
genootschappelijke exploitatie daarvan. Laten wij aannemen,
dat hij daarin gelijk heeit.
Het blijft dan echter de vraag of er reden be
staat de meeningen uitgedrukt in het Gothasche
program in onderscheiding van die van den heer
v. d. Goes communistisch te noemen. Communisme
is een woord met een leelijken klank, dat doet
denken aan revolutie-maken, brandstichten, moor
den enz. Op zieh zeil beschouwd beteekent het
niet veel anders dan socialisme. Gemeenschappe
lijk eigendom der productiemiddelen en toewijzing
daarvan door den staat ter exploitatie aan indivi
duen ot' genootschappen is, dunkt mij, communisme
der productiemiddelen; gemeenschappelijk eigendom
der gebruiksmiddelen en verdeeling daarvan door
den staat onder allen naar hun verdienste is commu
nisme der gebruiksmiddelen; en verdeeling onder
allen naar ieders redelijke behoefte is ook communis
me; maar al deze dingen dragen met evenveel recht
evenzeer den naam van socialisme. Daarmede wil
ik niet ontkennen, dat wij bij voorkeur den naam
communisme geven aan dat volledig leven in ge
meenschap, waarbij nooit sprake is van verdeel! ng
maar altijd slechts van toeeigening naar gelang
der oogenblikkelijke behoeften ; maar van dezen
toestand is die, welke door het Gothasche pro
gram voor wenschelijk wordt verklaard, nog bijna
even ver verwijderd als onze tegenwoordige
toestand.
Het komt mij daarom voor, dat men het be
staande misverstand en de bestaande verwarrii g
slechts kan vermeerderen door, zooals bovenge
noemde schrijver in het Sociaal Weekblad doet,
de tegenwoordige sociaal-democratische partij een
communistische te noemen, omdat zij net recht
op de volle opbrengst van den arbeid heeft prijs
gegeven en daarvoor in de plaats heeft gesteld
het: Aan ieder volgens ziijn redelijke bchoc/ten,
Ook na het te Gotha genomen, besluit is zij
m. i. even socialistisch als vroeger eu bovendien
even democratisch, omdat zij nog steeds met
evenveel ijver de democratie voorstaat.
liet is waar; dit is slechts een kwestie van
woorden. Maar woordenkwesties zijn ia weten
schappelijke zoowel als in politieke vragen dik
wijls niet zonder belang, al was liet alleen om
de bijkomende gedachten, waarmede ieder woord
verbonden is. Met zulke kwesties bovendien hiel
den deze beide artikelen zien uitsluitend bezig.
In een volgend artikel iets anders.
I). G. Jl-'.r.GKRSMA
Kunst en Letteren.
MDZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Toen ik op jeugdigen leeftijd de romans van
Walter Scott verslond, bob ik don schrijver in
mijn hart dikwijls zijne lange beschrijvingen kwa
lijk genomen, te meer omd it hij (in mijn on;!)
de lezers altijd trachte te paaien met een geniepig:
Om kort te gaan.
Dan wist ik wel hoe laat het was!
Later leerds ik die beschrijvingen evenals bij
van Lenncp (dien men wel eens onze WalterScvtt
noemde) b^ter waardecren.
Voor o era-librettisten hebben die helJheftigc
en avontuurlijke verhalen van Scott veel aantrek
kelijks, terwijl een regisseur juist in die beschrij
vingen een vpiligon gids voor trouw-historische
monteering heelt. In den laatsten lijd is weer
van twee opera's naar Scott bewerkt melding
gemaakt n.l. Jcaithoc door Sul i i van gecomponeerd
en in Londen met zulk een schitterend succes
opgevoerd, benevens Amy Itobvirt (Kenilworllt),
waaraan Massenet r,u bezig is.
Dinsdagavond werd eene opera. Qitenlin Vm ir ir:l
(eveneens naar Scott bewerkt) van Gevaert door
het Fransche Oporagezelschap alhier opgvoerd.
Onze tij l- en landgonooten kennen van dezen
kind brengt toch duizend gulden mee.''
l »Jawel, morgen-brengen, ik heb ze nooit
j gevonden. Maar afijn, '( eerste jaar van
m'11 huwelijk ging 'L heel goed en 't, tweede
jaar ook nog, ofschoon we toen al met ons
j drieën waren. Daarna heeft, IH'II vrouw
: er weer centje gehad en toen werd de soep
l mager; ik raakte mijn avondkantofir onge
lukkig ook nog kwijt en nou heb ik vijf
kinderen en m'n vrouw loopt op alle dac;."
i Hier ontstaat een oogenblik stilte, waarin
i Dorreboom voor zich uit Maart en zijn jolige
collcira aan zijne goed onderhouden nagels
i peutert. Plotseling verbreekt de laatste
' liet zwijgen niet de vraag: »maar kerel, heb
je dan nooit naar een andere betrekking
omgezien '?''
»Ja zeker,'' antwoordt de magere met cru
zucht: omgezien wel. maar 't gaat zoo
makkelijk nier, vooral niet. als je getrouwd
bent. En ik had 'n groot struikelblok! ik
i ben niet genoeg op de hoogte van de l alen.
Zie je, toon ik kennis an m n meisje kreeg,
was ik pas bezig met Fransch en Knselsch,
maar dat. is aan het versloffen geraakt,
doordat ik vec-1 met m'n meisje uitging,
zoodat ik er nou niet genoeg van weet.
Afijn, zie je, ik wil maai' zoggen, dut hel
altijd stom is om aan 't vrijen te gaan als
je nog te jong bent, of nog geen geld genoeg
verdient. Met jou is dat nog wat anders,
jij bent op de hoogere burgerschool gewee-t
en jij weet dus je weetje al zoowal, maar
mijn vader was maai' bruggewacliter en daar
zat geen hoogere burgerschool an. Pa,- op,
daar komt de baas," besluit hij snel en
springt vlug op zijn kruk en dadelijk is hij
weer aan 't tellen.
De patroon komt op het kantoor en na
goeden avond gezegd te hebben vraagt hij
of er nog wat is. Óp liet ontkennend
jintcomponist alleen een paar mannenkoren, terwijl
de kunstenaars hem bewonderen om zijn: Traite
d'instrumentation, dat onder zijne theoretische
werken eene eervolle plaats inneemt.
Hoewel Gevaert vroeger verschillende opera's
gecomponeerd heeft, stelde hij zich sedert zijne
benoeming tot directeur van het Conser^atoire te
Brussel, in de plaats van Fétis, uitsluitend ten
doel paedagogische werken te schrijven, terwijl
verschillende onbekende oude werken van Fransche
en Italiaansche meesters door hem zijn opgezocht
en op nieuw uitgegeven.
Q'tentm Durward is geene noviteit. Voor drie
en dertig jiren is deze opera reeds in Parijs
opgevoerd en voor elf jaar te Brussel. Zij had toen
, geen blijvend succes.
j Dat du heer Mertens dit werk thans weer voor
j het voetlicht heeft gebracht, is eene brave daad.
| Deze opera ademt e"n gezonden geest, terwijl zij
thans veel succes had.
De schoonheden zijn zonder pretentie en heb
ben daardoor groote waarde. Zij ontsnappen hier
en daar aan het oor van den minder muzikaal
ontwikkelden hoorder.
De illustreering door het orkest is vooral zeer
belangrijk, ja ik zou zeggen, het belangrijkst.
Tal van schoonheden in lichten geestigen vorm,
ondersteund door sobere, doch kleurrijke instru
mentatie, gaau u in dartele vlucht voorbij, ter
wijl ook in de zangpartijen vele geestige afge
wisseld door dankbaar lyrische momenten niet
ontbreken.
Wel is niet alles belangrijk, doch dit wordt
altijd door het orkestrale goed gemaakt. (De
Ouverture kwatn mij echter zeur onbeduidend voor.) l
Ik moet volstaan met van het libretto in een j
piar woorden te verhalen, dat het sluk speelt aan
hot hof van Lodewijk XI. Twee edelvrouwen,
liubdle de Croye en hare tante, zijn den dwang
van Karet de titoute ontvlucit en hebben steun
gezocht en gevonden aan Lodewijk's hof.
Een jong Schotsen edelman, (Jnentin Durward,
op reis gegaan zijnde om fortuin te zoeken, heeft j
onder weg beide dames uit een gevaar gered en
vindt ze nu terug ie Piessis. Spoedig neemt god j
Amor (leiiien in beslag, hetgeen iJurward doet ?'
besluiten aldaar te blijven en zich bij de
Schotsche archers" in hot leger aan te sluiten. j
Een ridder van het Bourgondische hof, Cri-ce- \
coeur, die 1-tabelle ook bemint, komt haar op- !
eisenen namens Karel. Lodewijk maakt er zich j
van at, doch na scherper aandringen weigert hij, |
waarop de oorlog wordt verklaard. i
Jj'jdewijk laat de vrouwen, door (Jitentin boge- j
leid, naar den bisschop van i rier voeren. Op weg
worden zij echter overvallen en vluchten in een
luit, waar Cr'etecoeur, die thans verbonden is met
Lodewijk tegen een getneenscïiappeJijken vijand,
hen verrast, (^nentin en Ciè.vecoeur dagen el
kander uit, dueh zij vernemen dat de koning i
J-iibclle tot vrouw belooft aan hem die den vijand j
verslaat. (Jiimtin is de gelukkige en trouwt dus !
(volgens alle tooneolregelO. niet Iwbelle. j
.Mijne opinie over de muziek heb ik eigenlijk al
gezegd. In het kort voeg ik er dus nog aan toe,
dat sommige soli benevens de duo's, terzetten en
bovenal het kwintet jl ine'tt'' in de .'!>.; acte
schocme nummers zijn. Ojk de Haale van de ;
tweede acte maakt veel indruk. Dit is eene dub
bele verdienste bij een werk waarin de componist
bijna nergens groot.scho of pompeuse eitVcten kan
te hulp roepen.
Drie nummers werden gebisseerd, n.i. het man- i
nenkoor in de Ie acte A u suuniiir de l/t fintrie,
het drinklied: Verse Ie i'iu en het trio: Ainix,
mort <M i'cbellc.
Ik betreur bij opera's altijd het bissecrcn, om
dat, a! staan ook in dit werk de nummers op
zichzelf, de handeling toch verstoord wordt.
De beer Mertens dirigeerde ditmaal. Hem komt
oen woord van groote hulde toe voor zijne be
zielde en zekere leiding. Hij vo'.gt niet het voor
beeld \an vele Fransche opara-dirigontcn, die
hunne bewegingen en wenken vo;;r het publiek
zorgvuldig verbergen. Neen! vol vuur en leven
zich nu eens leelits. dan weer links wendende.
woord geeft hij zijn bedienden verlof ,,m ie
vertrekken; beiden maken daarvan gebruik
door zoo spoedig mogelijk hun boei op te
bergen, hun kantoorjas te verwisselen voor
een meer ooglij k kleedingstuk, vervolgens
haastig hun hoed en overjas (e grijpen en
liet kantoor te verlaten met een half ver
staanbaar: -goeden, avond, mijnheer.''
.Dorreboom, ben je daar nog", roept, de
chef, zonder om te zien.
Om u Ie dienen, mijnheer '."
Wacht dan eens even. uier heb je een
pakje, reik dat bij mij thuis even aan en,
hier, steek maar eens op."
'???Asjeblieft, mijnheer." antwoordde
Dorreboom, een pakje, en een sigaar in ontvangst
nemend.
Nog iets, mijnheer?'' j
Neen, plei/.ierige Sinterklaas.''
.Dank je wel, mijnheer, van 't zelfde,"
zegt Dorreboom zachtjes, zijn hoed verleiren
in de hand draaiende.
Heb je nog iets'J" vraagt de patroon,
bemerkende, dat zijn bediende hhjl't Maan.
De bediende is getrolien door het bewijs
van welwillendheid, dat hij in den vorm van
een sigaar in de band houdt. De baas
schijnt, in een goeden luim te zijn, als hij
hel nu nog eens vroeg, misschien .... en
hij stamelt verlegen :
? Mijnheer ik wou u vragen of
u mij niet een beetje -- opslag zou
willen geven. V'jf kinderen en mijn
vrouw op alle dag . . . ."
Ja, hm ! Dorreboom, het spijt me jonden,
erg slecht jaar - - waarom trouw je ook
zoo vroeg? Enliu, ik zal er nog eens
over donken."
Dorreboom zucht en gaat; hij weel, wat
dat overdenken" beteekent.
Als hij op straat komt, staat zijn collega
tracht hij allen te bezielen en aan allen zjjne
intentiën te snggereeren. V
Bij zulk eene directie wint (vooral b\j een zoo
ervaren dirigent als de heer Mertens) de voor
stelling aan warmte. Met buitengewone zorg was
alles ingestudeerd. Zoowel Mlle Sibens (Imbelle)
als de heeren Sama'y (Durward) en llly (Cr
vecoeur) verdienen onverdeelden lof, teiwijl ook de
kleinere rollen goed gezongen en vooral goed ge
speeld werden.
Wat spel betreft, moet ik bijzonder de opvatting
van den heer Lefèvre van de rol van Louis XI ge
denken. Van dit ingewikkelde karakter (een
mengsel van boosaardige geslepenheid, schijnheilig
heid en ridderlijkheid) had deze heer een ernstige
studie gemaakt.
Ook de heer Fiavigny speelde de rol van den
Luikschen babbelachtigen burger Pavillon zeer
vermakelijk Zijn Belgisch accent, doorspekt met
oué's en savei-vons, was verdienstelijk nagebootst.
Koor en orkest hielden zich uitstekend, boven
dien werd er door de solisten niet gevibreerd.
Bravo!
Hoewel er te veel dialoog in deze opera is,
was dit geen bezwaar, omdat het spel zeer goed
was.
De derde kamermuzieksoirée van de Maatschappij
t. b. v. Toonkunst verkreeg groote aantrekkelijk
heid, door de medewerking van mevr. S
BjsmansBsnedicts als pianiste.
Daar ik deze kunstenares toevallig nog nooit
gehoord had. was mijne verwachting zeer gespan
nen. Zij deed zich hooren in een Trio van Beet
hoven, eene Sonate van Grieg voor piano en
violor.eel (met haar echtgenoot) en in een kwintet
van Dvorak, waardoor men hare gaven in ver
schillende richting kon loeren kennen.
Om met de Sjnate van Grieg te beginnen, heeft
bel mij getrolt'en, dat de heer en mevrouw
Bosmans in hunne artistieke eigenschappen zooveel
overeenkomst hebben. Beide beschikken over eene
voortrclfulijke en streng-geschoolde techniek, ter
wijl de muzikale opvatting bij beiden zeer hoog
staat.
Dit begaafde en ernstige kunstenaarspaar ver
mocht das eene zeer schoono interpretatie te
geven.
Hoewel Grieg's Sonate opug 30 A-mol mij niet
in u He opzichten als compositie aantrekt, heb ik
door de schoone vertolking zeer genoten. (Ik heb
o. a. bezwaar tegen dj cadenz in het eerste deel,
die aan den indruk van het schoone eerste deel
schade doet, ook is in de wij/.e van harmonisatie
vaak niet genoeg afwisseling, volgens mijne
meening.)
In Dvorak's werk had Mevr. Bosmans eveneens
alle gelegenheid om hare schoone eigenschappen,
zooals kleurrijke aanslag, artistieke opvatting en
virtuositeit te toonen. Mevr. Bosmans zij dus van
harte gelukgewenscht met baar groot en welver
diend succes, waarin haar echtgenoot, die bij alle
soirees toont op hoe ernstige wijze hij zijn taak
opvat, nu;t volle recht deelde.
Ook den beer Hofmeester zij een woord van
lot voor zijn steeds zorgvuldig miuikaal spel
gebrarlit. I»,: goede en schoone eigenschappen van
het f.p?l van den lieer Craruer heb ik meermalen
vermeld. Ik geloof dan ook, dat ik hem als kun
stenaar steeds volle recht heb laten wedervaren.
De afjfcloopen soirees hebben mij echter de over
tuiging gegeven, dat de beer Cramer aan de détails
wel eens te weinig aandacht schenkt. Wanneer
hij in een meesterwerk zijne partij vervult, geniet
hij zichtbaar van zulk een werk. Hij glimlacht
bij een geestig scherzo en knikt onder het spelen
zijne vrienden in de zaal r.og al eene toe, of zij
het ook niet mooi vin len; doch juist daardoor
gaat hij r.iot altijd zoo geheel in het werk op, en
sluipen er wel eens kleine technische onregel
matigheden in zijn fipel.
Zoo verklaar ik mij althans sommige ongelukjes,
die bij hem niet behoeven voor te komsn. Ot
schuilt er misschien ook een gevaar in, wanneer
men bij bet instiuleeron alb; aandacht uitsluitend
op bet muzikale concentreert ~'.
hem op te wachten en vraagt of hij zoover
meegaat.
J l ij lu.-eft, er niet legen en als hij
onderweg van zijn jonden vriend nog een
sigaar heei'i gekregen en deze hem boven
dien een paar banket Ieders voor zijne vrotuv
gckoclüheel'i. belooft hij gaarne ook diens
pakje aan hel adres te bezorgen, en de twee
nemen afscheid.
Dorreboom loopt voort, schurkende van
koude in zijn dunne ovcrja-je, onder lederen
arm een pakje, in zijn beide handen voor
zichtig voor liet lijf de nog warme
bankelleller.- dragend en c'jn brandende sigaar
in den mond.
l'k-rst bezorgt hij het pakje aan het huis
van den patroon, vervolgens dat, voor zijn
collega; maar dan verhaast hij zijn tred en
spoedt zieh naar huis.
In de volkrijke buurten, waar hij
doorgaal, loopon be:n telkens menschcn met
: grooi;> oi' kleine, pakken, soms met, heelc
stapd-, tegen het lijf: haastig vervolgt hij
zijn weg. bij zichzelf overleggende, hoc
pleizier'g of het wel zijn moet, als ze je van
die aardige surprises thuis bezorgen.
Eindelijk slaat hij den hoek van zijn
straat om, en daar loopt hem weer iemand
legen het lijf, maar die iemand blijft dade
lijk staan en zesit verrast:
. liecrc, meneer Dorrebotmi, ik was uwes
i juist tegemoet, gegaan, wél geliüscteerd
j ze zijn er."
l Wie?"
l )e tweelingen en uwes vrouw is
vol; maakt wM," antwoordt de vrouw.
Dorreboom laat van schrik zijn
banketj lellers in den modder vallen en stamelt
i ontzet:
^Allemachtig! Xou heb ik ook 'u sur
prise !"