De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 13 december pagina 7

13 december 1891 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Fra Diavolo Pierson. r f7 Voyez ...... Ce brave a l'air fier et hardi; Son mousquet est pres de lui C'est un fidele ami. Tremblez! (Voor de vermogensbelasting.) JULIUS PRUTTELMAN BROMMEIJER. Als je toch maar den naam hebt van vroeg opstaan! Sinds ze op het Loo ken nis met me gemaakt hebben en ze schik gekregen hebben in mijn eenvoudige opmerkingen en vrij moedige kwinksla gen, laten ze geen. gelegenheid voorbij gaan om me weer eens te inviteeren. Dat loopt dan altijd over den Haag, langs v. Tienhoven. Zoo nu weer met de S t Niklaas. Net alsof hij niets anders voor had dan naar mijn welstand te inforrneeren, komt Gijs een dag of wat ge leden bij me en praat over koetjes en kalfjes, dat wil zeggen over Tobie en Charles en Eluard, enfin honderd uit, om eindelijk over het weer te beginnen, over de kou van verleden jaar en den zachten winter van nu, met het doel om schijn baar zonder een sprongetje te komen op S t. Niklaas, 't Was of ik er een voorgevoel van had, en al had ik dat niet gehad, ik heb toch de gewoonte, als ik mat iemand spreek altijd te denken: wat zou hij in zijn schild voeren, waar wil hij heen? want daar kun ,j*e zeker van zijn, als de lui op het alleronschuldigst met je redeneeren, is het gevaar, dat ze je op de een of andere wijs bij het lijf nemen, 't grootst. Van S t. Niklaas ge sproken, zei hij, alsof hij een inval kreeg, maar 't was natuurlijk degelijk overlegd spul en nu ik jou daar voor me zie, komt van zelf de gedachte bij me op, zou jij geen lust hebben eens als bisschop uit rijden te gaan ? Je figuur, je gezicht, je handen ... Kom, zeg ik, houd me nu niet voor deu mal. Neen, zei hij weer, ik weet, datje erg wel kom zou zijn. Waarachtig, je bont er juist de man voor.... Waarvoor ? De hofheeren en dames willen een grapje hebben, maar het moet iets zijn, geheel 111 overeenstemming met de hoogte hunner personatien en met de verhevenheid van den gedachten kring, waarin- zij gewoon zijn te leven. Je begrijpt wel, met zoo iets als door den schoorsteen te roepen, of met kwartjes te strooien, gesteld dat je die er voor over hebt, kom je er niet. En dan dien je er bij in het oog te houden, dat het een opvoedend karakter moet hebben, daar het niet onmo gelijk is, dat ook het koninginnetje eens zal komen kijken, want het leven op het lustslot is eentonig, en elke variatie iets waard. Nu is er een deputatie van het gezel schap eerst naar du Tour geweest, die nis opper-ceremoniemeester niet gepasseerd mocht worden, om hem te vragen of hij ook een ideetje had. Du Tour was zeer welwillend, maar wist hun geen raad te geven. Niet dat ik af keerig ben van een grapje, moet hij ge antwoord hebben, ik houd zelfs veel van een jokkernijtje; herinner u maar eens hoe ik daar van het bewijs geleverd heb, toen ik met Justitia speelde; maar zulk een Sint-Nicolaasaardigheid ligt buiten mijn emplooi en daarop heeft hij hen naar mij verwezen. Of hij gelijk had, jij weet immers overal raad voor.... en dan je relatiën. . . Ja Brommeijer maar dit was toch ,p<tn erg moeielijk geval. Menschen als jij en ik die een burgermans opvoeding hebbeu geno ten, blijven, wat zij ook doen, altoos een eind beneden de fijne beschaving, welke in zulke kringen heerscht. Hoeveel moeite je je ook geeft, je verraadt telkens den bourgeois, al mocht je je ook uit den regenboog een uniform laten snijden, zoodat je er nog kakelbonter zoudt uitzien dan een hof-generaal op zijn zondagsch. Maar Gijs, gooi je zelf zoo niet weg. Neen, sprak hij zacht terwijl hij zijn vingers door zijn lange haarlok streek, wat voor mij steeds het bewijs is, dat hij liet heel ernstig meent neen man, ik gevoel toch dat je om als St. Niklaas aan 't hof te verschij nen meer in je mars moet hebben dan ik. Vooral corporeel. Mijn ondervinding heeft me geleerd, dat in de hoogste kringen het mens sana in eorpore sano, de absoluut harmonische ontwikkeling van lichaam en geest te zamen, een onverbiddelijke wet is, zoodat je zonder dit daar op den duur niet zoudt kunnen slagen. Het is opmerkelijk, zei (rijs op wijsgeerigen toon, dat hoe meer je boven het gewoon maatschappelijk peil uitrijst, je ook des te scherper oog krijgt voor kleinigheden, natuurlijk betrekkelijke kleinig heden, die iemand als jij en ik over het hoofd zien. Eu nu schijn jij, Julius, zoo iets te hebben, dat de vorstelijke harten steelt. Een barones van leeftijd is niets minder dan een bewonderaarster van je geworden. Die Jlir. van Brommeijor. zoo moet ze gezegd hebben, want ze kan zich maar niet voorstellen, dat je niet van adel zoudt zijn, is voor mij de compleetste combinatie van savoir vivre en saus gêne die ik ooit ontmoet heb ... alles aan hem is even geacheveerd en een paar knuistjes zóó supra-fijn gemodeleerd.. . Als hij zijn linkerhand iu zijn zak heeft, wat nog al een gewoonte van hem schijnt te zijn, is het precies alsof' je hef mancsenijfje ziet schuil gaan achter de wolken, dat toch nu en dan iets van zijn vorm te bespieden geeft. W ggestoken spreekt het nog lot je. Het is hel handje, dunkt me, van een diplomaat. Nu schei nou maar uit. Je heet te lijken op den een of anderen graaf, die verbazend sterk in het quadrillecren is en met wicn het een genot moet zijn een partijtje te maken, alleen om zich te verlustigen in do hemulsehe manier waarop hij de kaarten schudt. Loop naar don .... Neen dat handje van je is niet /.onder bcteekenis in de historie. Want het plannetje dat, ik bedacht heb is het volgende. Jij laat je aandienen op het Loo, vraagt naar I)umoncean of'de Ranitz, die zorgen er voor dat je in de groote zaal wordt toegelaten, waar je bijeen zult vinden een twintigtal hecrcn en dames, er zijn ook eenigc i n vito's onder .... en dan kom jij daar heel plechtig met een mijter op je hoofd en je kromstaf' in deeene hand, en naast je je zwarte knechtje, die een goud presenteerblaadje voor zich uithoudt, bedekt met een fluweelen kleed. Al die acces soires verschaften ze je daar. En dan begin, je een toespraak te houden over goed oppas sen, over braaf wezen, of' over zeldzaam uit blinken in godsdienstzin, zedelijkheid, vader landsliefde enz., enz., allemaal qualiteitcn j die beloond moeten worden. Als dat uit is, j pauseer je even, zet je kromstaf' zoo, dat hij ! tegen je schouders steunt, en je je beide han] den vrij krijgt, en je begint je oogen naar het j plafond te richten en klapt in je handen, alsof je zeggen wilde, lieve hemelsche vader, vanwaar komen zooveel aardsche verdienste lijkheden bij elkaar. Daarop laat je je door je j knechtje een naamlijst van al die voortreffei lijke gasten geven. En dan roep je: alleruitste; kendste A. ... nader mij, en je hecht hem i het grootkruis van de Oranje-Nassau-orde op de borst?en daarna: onvergelijkelijke B en zonder-voorbeeldige ('. . . . beiden ook een grootkrui?, en dan ga je over tot de groot-officierskruizen, vervolgens tot do com, mandeurskruisjes, tot de officierskruisen en j tot de gewone ridderkruisen, die zijn natuurlijk l voor het mindere personeel. Het spreekt van l zelf, geen echte kruisen, want dat kan niet j en dan zou 't ook geen grap zijn. Neen, zij zijn in suiker en chocolade, bcdriegcTijk nagemaakt. En als dat zoo ver afgcloopcn is en die heele rij giebelend voor jo staat, komt het mooiste nog. Daar 7,0 op het .Loo het niet eens er. over zijn of' de orde wel goed zal staan, wil len ze er op zoo'n manier eens een proef' mede nomen, en hot zou mo niet verwonderen of ze noodigdcn II. M. uit even te komen kijken. Zoo zie je, er zit, meer zin in die grap dan je wel vermoedde en nu kun jij er nog meer zin aan geven, dan zij reeds heeft. A Van t ik heb nog iets bedacht, /ooal.s je weet Gijs haalde een papiertje uit zijn zak en las voor: ,Het versiersel dezer Orde bestaat in een kruis mot acht geparelde punten en een doorloopendeu laurierkrans tusseheii de armen en gedekt: met eene koninklijke kroon, alles van goud voor de eerste vier kinsson en van zil ver voor de vijfde klasse: de armen van hot kruis zijn wit geëmailleerd mot blauw ge mailleerd hart, iu het midden van het kruis bevindt, zich een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven door een wit gtëmailieerden rand, beide met goud omlijst, aan de eene zijde op het ronde schild de Leeuw, zooais hij iu het wapen van het Kijk voorkomt, en op den rand in gouden letters do woorden -.lc. i>iniiiH<'inlmi", en aan de togonzijde op het ronde schild eene met eon gouden koninklijke kroon gedekte W en op den rand in «?ouden : letters do woorden: (!<><! :ij niri >nix.'' AToor militairen worden, in stede van den laurierkrans, aan het: versiersel aangebracht twee zilveren zwaarden met; gouden gevest, schuin gekruist achter hel, roode schild,1' '?? Maar hoe volledig dit stel riddc.rorde.il ook zij, hot heeft, n gebrek het past met voor de schoono soxo. Kn do hofdames zijn niet i wr inig jaloersch op al die linten, waarmee de deugden der hof hoeren worden erkend on aan den' volkc ziohlbaav gemaakt. Nu kom jij, aartspracticus die je bont, met ecu nieuwe editie, en in presentie van de Regentes roep i je. in je bischoppclijke kwaliteit, do hofdames oen voor een on spelt ze nu hoogst eigenhan dig het versiersel, maar gevat in een krans van oranjeblocsem in plaats van laurieren, en vervroolijkt met een breipen en een tapis serienaald in stede van de twee zwaarden, op den boezem. Op die manier, mijn waarde, zat je vriend Hartsen nog in de schaduw stel len en Jou ook zoo voltooide ik den zin ? maar ik geef er den brui van.... Kom, toe, vleide Gijs. Neen, ik heb een principieel bezwaar. En dat is ? Je kunt me voor alles krijgen, dat weet je wel. Ik heb je zelf die onderscheiding van een en dezelfde orde in het AVeekblad aan de hand gedaan als een navolging van de Duitsehe orde van De Roode. Adelaar maar »God zij met ons" laat ik niet bakken in speelgoed van suiker of chocolade. Sta je me toe, dat ik er op laat zetten: De duivel zij met ons". . . . dan ben ik je man. . . . Ja om dat ne woordje hebben ze me op het Loo moeten missen. Wie er nu ge reden heeft bleef mij onbekend. Sedert mijn obstinate weigering heb ik van Gijs niets meer vernomen. SNUIFJES, Ik lees in het Nieuwsblad dat prof. N. G. Pierson, onze minister van financiën, een brief aan Domela Nieuvvenhuis geschreven heeft, om zijn sympathie te betuigen met diens pogen, ten einde Geel, die indertijd op den commissaris van politie Stork geschoten heeft, gratie te doen verwerven En men heeft mij verteld, dat Quack, in Consiantia tegen woordig, zooveel ongeduld aan den dag gelegd heeft, dat hij zijn mede vergaderden in opge wonden taal heeft voorgesteld eens per week een oploop voor het paleis van Justitie te gaan maken. Hoe de tijden toch veranderen kunnen ! Als je zulke dingen hoort moet je \yel denken dat het kapitaal zelf door socia lisme is aangetast. * # * Het Departement Dordrecht van hef Nut" wil het daarheen leiden, dat, tot aankweeking van onderling vertrouwen en wederzijdsche waardeering tusschen de verschillende stan den, de minder bedeelde klassen in staat ge steld worden ... lid te worden van fliet Nut" zonder al te groote geldelijke opofferingen". Een voornemen, dat toejuiching verdient. Het middel is niet precies nieuw, want het is de Kerk afgekeken, maar het zal uitstekend werken. Ik sta daar borg voor. Dat Dor drecht heeft toch altoos iets voor. Het had het voorrecht indertijd door zijn Synode der Herv. Kerk vastheid te geven, en nu twee en een halve eeuw later zal het de sociale quaestie den nek omdraaien en dat met zoo iets onschuldigs als »//d Nut". Dat noem ik nu een vogeltje vangen door het zout op zijn staart te loggen. * * * Wanneer ze in ons land iemand niet lijden mogen kan hij ook nooit iots goeds doen. Daar geeft du Tour, ais opper-ceremonie meester zich alle moeite om den boel bij ons wat ceremonieeier te maken, en publiceert hij in de Staatscourant niet zijn naam voluit er onder, dat het hot' drie weken lichten rouw zal aannemen over 'L. M. Keizer Dom Pedro II d'Alcantara en dadelijk komen de vitters vertellen, dat du Tour zijn naam wel tehuis had kunnen houden, dat Dom Pedro geeu keizer meer was en de Ned. Regeering de Republiek in Braziliëerkend heeft, ik vind dat laf. Du Tour van Bellinchave is zoo'n mooie naam, dat ik hem graag onder al de stukkeu van de Staatscourant KOU willen lezen; verder, het is niet de vraag of de Nederiandsche Regeering, maar of de opperceremoniemoesler de Republiek in Brazili erkend heeft; dit laatste is nog uit niets gebleken, en eindelijk het zou, dunkt me, weinig smaak en lakt verraden van een afgezetten keizer te gewagen, als men iu de hoedanigheid van opperceremoniemeester over zoo iemand hofrouw aankondigt. Het feit is, dat li. M. treurt over den ood van een Xuid Ameiikaan dien zij nooit iu haar leven gezien lieeit, en uu vind ik er iets benhnneJijks in van Du Tour, dat hij bij zichzelf zegt: dan moet die Heer Pedro d'Alcantara toch minstens een keizer zijn. ALLERLEI. Op ons redactie-bureau. Ri'<:riwii(. (O jrrigeerend,). Wel allemachtig! N.r;v/i/m. (OpKijiiend). Scheelt er iets aan? It'rri'itKi'iti. (Verontwaardigd,). Kijk eens wat daar staat! Nv/r/'<m. In die vuile proef'? (Leest). Me juffrouw .... zong hare partij met schorre stem en hare mond dicht.... (onschuldig). O ja, met linrot mond moot het zijn. /af ik het maar veranderen ? 1,'cce.itm'iil. in 's hemelsnaam, meneer, denkt u (ttit ik zoo iets schrijf? Uier is mijn hand schrift. En wat .staat daar? ,^e/:/'i'/'j.i'iü. Hm!.... L-jest u het liever voor. li'ri-n/tfteitt (niet wnntile). Mejuffrouw zong hare partij met B c h o o u o stem en w «i r m e voordracht. Dat staat er, meneer! ^i'rretüi'ia. Ja, Ja, nu zie ik het ook. Och, die zetters! Tourist. Het zij u. prachtige borgen hier, maar het zou veel pittoresker zijn, als hier of daar een oude ruïne stond. llótelhouder. Daar gebt u wel gelijk aan. Ik zal togen het volgend jaar er toch een laten bouwen. Jonge dame. AVat zou jij doen, als je zulk een stem had als ik? Vriendin Zorgen dat ik zo niet zoo oveix werkte in gezelschappen, lieve.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl