De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1891 20 december pagina 1

20 december 1891 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEBDAMMER A'. 1891. WEEKBLAD VOOK NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam. Singel b« de Vijzelstraat 542. Zondag 20 December. Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post f 1.66 Voor Indiëper jaar , . mail 12. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . , 0.1S* Advertentiën van l?B regels ?1.10, elke regel meer . . . , 0.20 Reclames per regel 0.40 I H K O V D: VAN VEERE EN VAN NABIJ. FEUIL LETON: De Pbotograaf, naar het Fransch van Alphonse Daudet. Socialisme en staatkundige vrijheid, door D. G. Jelgersma. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door H. J. M. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. De tentoonstelling te Chicago in 1893. I. Aanteekeningen Schilderkunst, door V. Vereenvoudiging der spelling, door Dr. R. A. Kollewvjn. De Freycinet, académicien. VARIA. SCHAAKSPEL. WETENSCHAP: Samenwer king in de wetenschap. De liefdesroman van Lucien Bonaparte. Voor Dames, door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVEETENTEEN. Van verre en van nab^j »De meest kenmerkende karaktertrek van 1891" schrijft bet Journal des Débats »is misschien voor de geheele beschaafde ?wereld de zoo goed als eenstemmige rehabi litatie der handelstraktaten. Van alle zijden keeren de natiën, met eene zekere geestdrift, tot die tractaten terug. Men sluit die vol gens de goede methode, van welke Frank rijk in 1860 het voorbeeld .heeft gegeven, dat wil zeggen zonder de voorafgaande enquêtes, die slechts aanleiding geven tot verwarring, tot eene overstrooming van kleine en kleingeestige belangen en van tegenstrij dige hebzuchtigheden, tot het minachten van het algemeen belang. De pers der belang hebbende landen juicht die traktaten bijna zonder oppositie toe; zij worden bijna en bloc aangenomen, en niet eens verzonden naar eene parlementaire commissie, die ze uitpluist en er het materiaal voor allerlei spitsvondigheden in ontdekt." De gansche beschaafde wereld zoo be toogt het Fransche blad verder past de methode toe van Cobden en van Michel Chevalier: Duitschland, Oostenrijk-Hongarije, Italië, Zwitserland en Belgiëvoor de reeds gesloten traktaten; Roemenië, Servië, Bul garije en wellicht nog andere staten voor die traktaten, over welke nog onderhandeld wordt. Al deze landen verbinden zich voor minstens elf jaren, en wel door nauwkeurig en in bijzonderheden vastgestelde tarieven. En niet slechts Europa alleen begroet de handelstraktaten als het beste werktuig voor de internationale betrekkingen. Amerika doet hetzelfde, al is het dan ook op eenigszins andere wijze; het heeft reeds traktaten ge sloten met Braziliëen met Cuba, en zal er weldra sluiten met Mexico en met Duitsch land. DE PHOTOGRAAF. Kaar het Fransch van ALPHONSE DAUDET. Daar zij heel eenvoudige menschen gele ken en al hun have op n handkar ging, hadden zij de huur vooruit moeten betalen een zeer bescheiden huur trouwens, want zij bewoonden de vijfde verdieping van een splinternieuw huis, op een der groote, nog in aanbouw zijnde kaden, vol verhuurbordjes, puin en otnschutte bouwterreinen. Er heerscht een lucht van versche verf in de drie kleine vertrekken met hun recht inval lend licht, dat de naaktheid de muren nog aangrijpender maakt. Ziehier ten eerste het atelier, met zijn glazen koepeltje als een kaasstolp, zijn sombere, koude stookplaats en een kacheltje met een klaarliggend coke vuurtje, dat niet zal worden ontstoken, dan wanneer er volk komt. De portretten deifamilie zijn langs de wanden opgehangen, de vader, de moeder, de drie kinderen, zit tend, staande, gegroepeerd, afzonderlijk, in alle denkbare poses; verder eenige publieke gebouwen en door de zon verbleekte land schappen. Deze dagteekenen uit den tijd toen zij rijk waren en de vader uit liefheb berij fotograveerde. Nu is de armoede ge komen, en geen ander vak bij de hand heb bende, tracht hij er een te maken van zijn voormalig Zondags-tijdverdrijf. Het toestel waar de kinderen met eene schuwe bewondering omheen staan, beslaat Alleen Frankrijk van Rusland spreken wij later schijnt aan deze algemeene be weging geen deel te willen nemen. Met zijne oppervlakte, welke een negentiende bedraagt van die der »geconfedereerde" staten, met zijne bevolking van 38 millioen eene be volking welke niet eens toeneemt tegen over de 500 millioen van de landen, welke zich door traktaten verbinden, wil het ge soleerd blijven. Het schijnt aan zijne binnenlandsche markten genoeg te hebben;het wil een kluizenaarsleven leiden. »De land bouw van dit land zal ongetwijfeld vooruit gaan, tenzij de bescherming mocht leiden tot sleur; de nijverheid zal zich volmaken, de voortbrengselen zullen zich vermenigvultigen ; maar die producten, vermeerderd door de wetenschap en de verbeterde techniek, door de opeenhooping der kapitalen, zullen steeds niet meer dan 38 millioen verbruikers vinden, geen enkelen meer, mogelijk enkelen minder. Ziedaar het wonderlijke ideaal van dit goede volk: het zal den horizont zijner producenten, zijner uitvinders, zijner sparen den beperken tot zijne 38 millioen verbrui kers. Ziedaar het contract, dat het jaar 1891 oplevert tusschen de houding van de geheele beschaafde wereld en van Frankrijk. Wie heeft nu gelijk ?" Het antwoord van Paul Eeroy-Beaulieu, den schrijver van het artikel in het Journal des l)ébats, laat aan duidelijkheid niets te werschen over. Frankrijk heeft ongelijk. Het vrijwillig economisch isolement, waarin het zich heeft geplaatst, is eene schromelijke fout. De aanraking met menschen is uit stekend voor de ontwikkeling van het indi vidu ; de aanvulling der natiën onderling is onmisbaar om de eigenschappen eener natie te ontwikkelen. De tegenstelling tusschen Frankrijk en de meerderheid der West-Europeesche staten bestaat niet daarin, dat men in Frankrijk protectionistisch is en elders de beginselen van den vrijen handel huldigt. De tarieven, welke na Februari 1892 voor Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en Italië(om slechts de groote mogendheden te noemen) van kracht zullen zijn, beantwoorden al zeer weinig aan de idealen van den freelradcr. Zelfs zullen de invoerrechten op verschil lende artikelen in Frankrijk nog lager zijn dan bijvoorbeeld in Duitschland. Maar het groote verschil ligt hierin, dat de bovenge noemde mogendheden het beginsel van een autonoom tarief, van eene eenzijdige vast stelling der invoerrechten hebben opgegeven. Zij hebben volstrekt niet afgezien van het heffen van beschermende rechten; integen deel zij handhaven die zooveel mogelijk. de eereplaats midden in het atelier en schijnt in zijn glimmende koperen buizen, zijn groote bolle en heldere lenzen alle weelde, alle pracht van het klein, armoedig verblijf te hebben opgenomen. De weinige overige meu belen zijn oud, stuk en vermolmd. De moe der draagt een verfrommelde, zwart zijden japon, een strook versleten kant op liet hoofd, het uiterlijk van een winkel zonder klanten. De vader heeft zich een fraaie artistieke baret aangeschaft en een fluweelen vest, om indruk op de burgerij te maken. Zoo schit terend aangedaan, met zijn hoog, blank voor hoofd vol illusiën en zijn goedige, verbaasde oogen, ziet hjj er even nieuw uit als zijn toestel. En wat heeft hij het druk de arme man! En wat neemt hij het ernstig op! Men moet hem hooren, als hij tegen de kin deren zegt: ;>Kom niet in de donkere kamer, hoor!" xDe donkere kamer!... O!'" Eigenlijk is de ongelukkige allesbehalve gerust. Nu de huur betaald is, het hout en de cokes, is er geen sou in kas meer over. En als er geen klanten komen, als het uitstalkastje beneden naast de deur niemand naar liet atelier lokt, wat zullen de kinderen dan van avond eten? Enfin, Gode aanbe volen! de installatie is afgeloopen; er is niets meer te verschikken, te repareeren of op te poetsen. Alles hangt nu af van de passage. Bange minuten van spanning en onzeker heid. Vader, moeder, kinderen, allen staan op den uitkijk op het balkon. Onder zoo veel menschen, die daar rondloopen, zal toch wel n liefhebber zijn, wat duivel! Maar neen, de menigte komt en gaat van Doch zij toonen te begrijpen, dat landbouw en nijverheid ook buiten de grenzen d bouchés moeten hebben, en dat diegenen, welke hunne grenzen voor buitenlandsch fabrikaat sluiten, ook de onmisbare buitenlandsche grondstoffen duur moeten betalen. En zoo worden zij als van zelf gedrongen tot wederzijdsche concessiën, bij welke het belang van het algemeen den doorslag moet geven. Die concessiën zijn het onderwerp geweest van langdurige diplomatieke onderhandelingen, want elk der betrokken partijen heeft na tuurlijk getracht, zooveel mogelijk te ver krijgen en zoo weinig mogelijk te geven. Maar de overeenkomsten zijn tot stand ge komen en zullen ongetwijfeld door de parle menten worden goedgekeurd. En dat is de hoofdzaak. Niet slechts uit een economisch oogpunt, maar ook wanneer men zich door zuiver politieke overwegingen laat leiden. De heer Von Caprivi heeft door zijne handelspolitiek aan de zaak der triple alliantie een zeer grooten dienst bewezen. Terecht wijst Leroy-Beaulieu er op, dat men aan deze zijde der quaestie in Frankrijk veel te weinig de aandacht heeft geschon ken. »Iedere internationale groepeering heeft een dubbele uitwerking: zij brengt de deel nemers dichter bij elkander en verzoent hen, en zij verwijdert en vervreemdt hen die er buiten staan meer van elkander. Nu zijn vervreemd en vijandig twee termen, die al heel weinig van elkaar verschillen. Daaruit volgt dat Belgiëen Zwitserland, om slechts van deze beide neutrale landen te spreken, nader bij Duitschland zullen komen en dat Frankrijk zich van Belgiëen Zwitserland meer verwijderd zal gevoelen. Dat men die kleine neutrale landen, waar voor een groot deel de Fransche taal wordt gesproken en die aan Frankrijk grenzen, in de spheer van den Duitschen invloed laat komen, is een meesterstuk van politiek, dat eene waardige aanvulling zal zijn van het in den steek laten van Egypte." Zal Frankrijk nu zijn heil zoeken bij Rus land ? Zeker, Rusland is een landbouwende staat en Frankrijk in de eerste plaats een industriestaat; beiden zouden dus elkander kunnen helpen en de wederzijdsche conces siën bij den ruil der producten zouden geen al te groote opofferingen behoeven te kosten. Doch nog daar gelaten, dat Rusland's pro tectionistische traditiën moeilijk zijn te ver eenigen met eene dergelijke politiek, is deze voorloopig geheel uitgesloten door den hon gersnood in Rusland zelf, die de regeering te St. Petersburg heeft gedwongen den uit voer van granen te verbieden. Sedert maanden is de Fransche Kamer weerskanten de trottoirs langs; maar nie mand blijft staan. «Ia, toch. Daar is een mijnheer, die op het uitstalkastje afkomt. Hij bekijkt de portretten, een voor een ze schijnen hem te bevallen; zoo meteen komt hij de trap op. De opgewonden kinderen willen de kachel reeds aansteken. »Even wachten tot wc zekerheid hebben," zegt de moeder voorzichtig. »Of haar raad ook goed was! De mijn heer slentert langzaam verder. Een uur. twee uren. 't AVordt minder helder weer; groote wolken drijven voorbij. Toch zou men, op die hoogte, nog uitstekende proeven kunnen maken. Maar wat hindert het of de lucht betrekt er komt immers tocli niemand. Elk oogenblik afwisselende gevoelens: blijde hoop, teleurgestelde verwachtingen, voetstappen op de trap, die tot vlak voor de deur komen en zich dan weer eensklaps verwijderen. Eens zelfs is er gescheld: -i O iemand om den vorigen bewoner te spreken. De gezichten worden langer, de oogen vullen zich met tranen. »'t Is niet mogelijk ,'' zegt de vader. »Men heeft bepaald onze uitstalling weggenomen. Ga eens kijken, kind." Een oogenblik later komt de kleine terug. Het kastje hangt aldoor op zijn plaats, maar 't kan er even goed niet hanger.; nie mand let er op of kijkt er naar. Bovendien, 't begint te regenen... Met een l'cht spottend gekletter tikken de droppels op de glazen van het atelier. De straat ziet zwart van parapluien. Zij gaan naar binnen en sluiten het venster. De kinderen i zijn koud, maar zij durven de kachel, die bezig met de beraadslaging over autonome, d. i. eenzijdige tarief bepalingen. De regee ring heeft de behandeling dezer zaak geheel overgelaten aan de ministers van landbouw en van koophandel, en uit de discussiën is een dubbel tarief voortgekomen: een maximum-tarief, dat in vele opzichten met eene verbodsbepaling gelijk staat, en een minimum tarief, dat veel vrijgeviger is. Het is intusschen thans reeds gebleken, dat de Kamer hiermede «monnikenwerk" gedaan heeft. De minister van buitenlandsche zaken de heer Ribot, heeft een paar dagen geleden in de Kamer verklaard, dat hij ten opzichte van sommige staten beneden het minimum-tarief zou moeten gaan. Die verklaring is eene duidelijke veroordeeling van de eenzijdige tariefvaststelling. Jammer maar, dat zij zoo laat komt. SOCIALISME EN STAATKUNDIGE VRIJHEID. Gemeenschappelijk eigendom en gezamentlijke exploitatie der productiemiddelen en verdeeling van het verkregen product door den staat. Dat noemde ik socialisme, en deze toestand, zeide ik. onderstelt een regeering met zoo uitge breide bevoegdheden als geen regeering nog ooit gehad heeft. Men stelle zich de zaak voor: het gouvernement heeft behalve zijn tegenwoordige macht ook nog de volledige regeling der productie in handen en bovendien de verdeeling der producten onder al zijne onderdanen. Wat blijft er over van de staatkundige vrijheid, van de vrijheid van gedachtenuiting onder zulk een gouvernement? Niets natuurlyk, wanneer het absolutislisch, aristocratisch of theocratisch is. Het is onnoodig daarover verder te spreken. En ak het democratisch is ? Hoeveel staatkun dige vrijheid, hoeveel vrijheid van spreken zou het dan wel aan zijn onderdanen laten ? Hooren wij daarover het oordeel van een so cialist. Ik heb het oog op den heer E. Belfort Bax, den schrijver van the Religion of Socialism", the Etbics of Socialism". van een handboek voor de geschiedenis der wijsbegeerte enz. Wanneer niet zijne werken m. i. veel verdienstelijks bevatten, zou ik zijn oordeel niet aanhalen. Hij is verontwaardigd over de bewering, dat de overwinning van het socialisme de dood zou zijn van alle vrijheid en schrijft daarom in een onlangs verschenen wertje: Outlooks from the new standpoint" een opstel over Individueele rechten onder het Socialisme". De conclusie, waartoe hij komt, is echter nieft zeer bemoedigend voor verdedigers der vrijheid. Recht op zelfstandigheid", zegt hij, heeft een individu slechts bij die daden, welke op geen enkele wijze direct in verband staan met zijn betrekking tot de maatschappij". Hij had van zijn nieuw standpunt moeten zeg» gen; direct of indirect in verband staan enz. Laten wij hem echter deze consequentie van zijn het laatste restje brandstof bevat, niet aan steken. Verslagenheid. De vader loopt met gebalde vuisten en groote stappen op en neer; de moeder verschuilt zich in de don kere kamer, om niet te laten zien, dat zij schreit. Plotseling tikt een der kinderen, die van een droog buitje heeft geprofiteerd, om op het balkon te stappen, opgewonden tegen de ruiten. »Pa ! Pa ! Er staat iemand beneden voor de uitstalling." Hij heeft zich niet vergist, 't is een dame, een heele dame zelfs. Zij bekijkt de photografiën even, weifelt, kijkt op. Ach! als die vijf paren van boven op haar gerichte oogen maar een aasjo magneetkracht had den, wat zou zij hals over kop de trap opklautcren. Eindelijk heeft de dame haar besluit ge nomen ; zij treedt binnen, stijgt de trap op. Daar is zij ! Gauw de lucifer onder het rooster, de kindeien in het zijkamertje. En terwijl de vader zijn baret goed zot, snelt de moeder heen om open te doen, gejaagd glimlachend onder het knetterend ruischen van haar oude, zijden japon. »,!a, mevrouw... dat is hier." Zij wordt allervoorkomendst ontvangen wilt u plaats nemen... het is iemand van buiten, ccn beetje praatziek uitgevallen, maar welwillend genoeg en lang niet karig met haar profiel. De eerste proef is mislukt. Nu, dan maar eens overdoen, wel ja zeker! En zonder het geringste misnoegen te toonen, zet de dame van buiten haar elleboog weer op de tafel en legt de kin weer in haar hand. Terwijl de photograaf de plooien van haar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl