Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 756
deze tegenstelling kwam het eigenlijk geheel on
gemotiveerde van de Freycinet's verkiezing te mepr
nlt. '?Natuurlek,'' zegt Geoffroy in de Justice, heeft
de récipiendaire tal van betuigingen van beschei
denheid uitgesproken, zich onwaardig verklaard,
enz. En aan het eind van zyn rede heeft hy
ge? sproken van een ondeugend toeval, dat er de men
schen toe brengt, redevoeringen te houden over
onderwerpen, die hem tot dusver geheel vreemd
geweest z^jn." Dat behoort er zoo bij. Maar zal
er dan nooit iemand opstaan, om met die
stijlgewoonten te breken? Er bestaat geen ondeu
gend toeval, en al praat mijnheer de Freycinet
nog zoo over zyn onwaardigheid, het is toch wel
zeker dat hy zich heeft aangeboden om Eraile
Augier op te volgen, dat hij er ruim dertig visi
tes voor gemaakt heeft, de gunst heeft verkregen
van den hertog d'Aumale, den heer Paul D
rou? lede en anderen, en dat bij er alleen is, omdat
hy' er graag wezen wou. Als hy' zich werkelijk
zoover beneden Augier vond, dan had hy maar
moeten wachten tot er een fauteuil van een min
der soort académicien vacant kwam."
Later zagt Geoffroy nog zeer juist:
Mijnheer de Freycinet is eigenlijk een van die
academiciens zooals de Académie ze gaarne heeft,
een académicien die geen poëet, geen
romanof tooneelschrijver, geen philosoof of historicus is,
'een académicien die alleen op het randje van de
litteratuur staat, een vertegenwoordiger van het
sociaal gezag. Hjj behoort tot de groep, waarde
Staathuishoudkunde, de financiën, het episcopaat,
het doorgraven van landengten by' behooren, en
die gewoonlijk wordt aangevuld door de verkie
zing van een persoon die in de plaats komt van
? den vroeger onmisbaren grand seigneur."
Dat de Freycinet dit zelf ingezien heeft, is in
zjjn rede op Augier duidelyk te bemerken. Hij
ontleedt in dezen natuurlijk ook den dramatischen
dichter, maar beschouwt hem, veel meer dan
noodig was, ook als politiek persoon, als sociaal
hervormer. De betrekkingen die er tusschen Au
gier en het hof der Tuileriën bestaan hebben, wor
den door hem tot een soort van raadgeverschap bij
Napoleon III uitgewerkt. De Freycinet reikt,
over Napoleon en Louis Philippe heen, aan
Richelieu de hand", zegt Geoffroy, en Augier moet
deze verre handreiking ook al gemakkelijk maken.
Wy halen een klein gedeelte van de Freycinet's
rede aan: niet dat waarin hij Augier's verschil
lende drama's blijkbaar aan de hand van een
tooneelfeuilletonnist of een handboek van littera
tuur, nagaat.
Na gewezen te hebben op Augiers vrosgtijdig
succes en de aan zoo weinigen verleende gunst
van dit succes tot zijn dood te mogen blijven ge
nieten, zegt de Freycinet :
Een dergelijk lot is zelden bestemd voor talent
zonder meer. Het ondersfeit gewoonlijk in geljjke
mate een hart dat iets waard is en een verheven
karakter, zonder welke het talent vaak in zijne
vlucht wordt tegengehouden. Emile Augier bezat
al deze gaven tegelijk. Hij was niet alleen een
dichter en schrijver, maar ook een boven alles een
moralist en wijsgeer, een rechtschapen man en
diep denker. Hy heeft het tooneel gebruikt als
een uitstekend middel om kracht van uitdrukking
te geven aan eenige leidende denkbeelden en die
onder den vorm waarin zij het gemakkelijkst kon
den opgeromen worden, te verspreiden. Enkel
litterair succes is altoos zijn minste begeerte ge
weest, hij vond dit, zonder het te zoeken. Hetgeen
hy' vurig nastreefde was het moreel succes, de
triomf der waarheid, de verbetering van het
maatschappelijk milieu.
Deze neiging was zoo overheerschend in hem,
dat men haar zelfs opmerkt in het gedeelte van
zy'n leven, dat voor het algemeen verborgen bleef,
in het gedeelte van overpeinzing en eenzaam
heid, dat zich niet door geschriften voor de bui
tenwereld vertolkte, waar alleen eenige intimi
kennis van kregen of waarvan eenige verspreide
aanteekeningen, met eerbied weder bij een gegaard,
getuigenis geven. Men ziet uit deze, dat Emile
Augier verteerd werd door den hartstocht voor
het goede in alle dingen, dat geen vraagstuk hem
vreemd was, dat de politiek zelfs, in hetgeen
haar organisatie en haar grondslag uitmaakt
hem tot onderzoek aanlokte, als een aanzienlijken
invloed kunnende uitoefenen op het lot zijner me
deburgers. En er bestaan in dit opzicht eenige
zeer curieuse bladzijden, waarover ik zou geaar
zeld hebben te spreken, als hij zelf er niet aan
herinnerd had in een van zijn Préfaccs en als zij
hem niet tot hoogste eer strekten.
Men weet dat Emile Augier met veel welwil
lendheid ontvangen werd door den keizer; maar
men weet over 't algemeen niet, dat uit die be
trekkingen tusschen den keizer en den dichter
eene werkelijke samenwerking op politiek terrein
ontstaan was. Augier dreef tot liberale en demo
cratische oplossingen. Diep doordrongen van de
noodzakelijkheid het algemeen stemrecht op
oprechte wijze te doen werken, en de getrouwe
afspiegeling van het land in de vertegenwoordi
ging te waarborgen, koesterde hij het denkbeeld
van eene grondwetsherziening, bestemd naar hij
meende, om de bestendigheid der regeering te
vermeerderen, en de kans op revolutionnaire wis
selingen geheel te doen verdwijnen. De keizer was
niet ongeneigd om deze hervorming te onderne
men en er is, omstreeks 1889. een oogenblik
geweest, waarop een grootsche daad, door het
land in 't geheel niet vermoed, op het punt was,
volvoerd te worden. In de ontworpen organisatie
speelde het Institut een zeer belangrijke rol. en
wie zou zich daarover kunnen verwon deren'? Emile
Augier had een krachtigen indruk ontvangen toen
hij in uw corps werd opgenomen. Hij bewonderde
den stralengloed dien het Institut, met zijne
vijf afdeelingen, op alle takken van menschelijke
wetenschap verspreidt. Hij volgde sedert twaalf
jaren uwe werkzaamheden, en kende den intel
lectuelen rijkdom, dien dit paleis omsluit. Hij
had zich afgevraagd of zulk eene kracht, zoo
machtig van werking tot het ontwikkelen van de
vorderingen des geestes, niet ten nutte der leiding
van 's lands belangen kon worden aangewend, en
of uit dit oogpunt, zij niet vatbaar was in een
oordeelkundig geëvenredigd régime, om nog
uitstekender diensten te bewijzen aan de Fransche
maatschappij.
De man van geest, wiens vuur en talent het
publiek bewonderde, formuleerde omtrent de
samenstelling der regeering denkbeelden, die ge
heel een staatsman waardig waren. Op het
tijdstip der officieele candidatuur was hij zoo
verstandig te zeggen: Waarom gevoelen wij niet
onder onze voeten een vasten bodem? Omdat
sedert de verzinking van het droit divin, de orde
alleen kan gegrondvest worden op de toestemming
der menschen, dat wil zeggen op het beginsel der
volks-soevereiuiteit. De volks-soevereiniteit heeft
slechts twee wyzen van werking, het kiezen van
een regeerings-vorm en het deelnemen van het
land door middel van zijn vertegenwoordigers aan
de daden van de gekozen regeering. En als de
vertegenwoordigers van het land dit nu eens niet
vertegenwoordigen, wat wordt er dan van de
tweede en misschien de belangrijkste iunctie van
de volks-soevereiniteit? Dan wordt zij eene functie,
even gevaarlijk voor het land als voor de regeering,
en onze eenige basis blijft in den toestand van
drijfzand, steeds gereed om weg te zakken bij elk
voetgetrappel der vrijheid". Deze woorden, gedrukt
vóór de woelingen van 1869, waren profetisch.
Hy' sprak ze nog sterker uit: de kortste
weg van eene regeering tot eene revolutie, is eene
meerderheid zonder verband met het land; zij kan
alleen de regeering eene illusie geven, zij ont
veinst haar de steeds toenemende gaping tusschen
de openbare meening en haar; zij moedigt haar
aan op den verkeerden weg dien de regeering
gaat en stelt haar nog gerust op den rand vau
den afgrond, zonder op dat oogenblik in staat te
zijn om haar te steunen, evenmin als vroeger om
haar voor te lichten. Revolutiën zijn alleen mis
verstanden ; geen souverein is zoo zijn eigen vijand
om zich willens en wetens af te scheiden van de
openbare meening; zoodat men met evenveel ze
kerheid kan bevestigen, dat wanneer eene regee
ring valt, de nationale vertegenwoordiging fictief
was, als voorspellen dat, wanneer de vertegen
woordiging fictief is, de regeering vallen zal."
Onmogelyk konden met meer helderheid en ge
zag, de oorzaken worden genoemd die de keizer
lijke regeering ten val moesten brengen."
* #
Waar zooveel ruimte werd ingenomen door
Augier, den hervormer op politiek gebied," kon
er voor den geestigen satiricus en moralist van
Philiberte, Les effrontés, Le mariage d'Olympe,
L'aventurière, Maitre Guérin, Les Fourchambault
niet heel veei overblijven; de Freycinet's rede is een
zonderling voorbeeld, hoe men iemand prijzen kan,
en de veertig jaren van zijn voornaamste werk
buiten rekening laten. De heer Gréard, die ant
woorden moest, heeft dat een weinig goed ge
maakt; hij heelt niet verzuimd met eenigen hoffe
lijke scherts te wijzen op de weinig gemotiveerde
opneming van de Freycinet in de Academie, en
na den récipiendaire geprezen te hebben over zijn
heldere rapporten, zijn verhandelingen over kana
lisatie en rioleering, over arbeid in fabrieken, enz.,
gezegd :
En toen hebt u, ge zult het me niet kwalijk
nemen, dat ik eene confidence van een uwer
vrienden aanhaal en toen hebt u, om de kracht
en den omvang van uw stijl te versterken en te
verbeteren naarmate ge den kring van uw studiën
uitbreiddet, met vlijt en ijver, drie jaar langden
Dictionnaire de r Académie gelezen Dat was
zeker een nieuwe en origineeie wijs om u voor
onze stemmen aan te bevelen. Hoe konden wij
nalaten, tot het werk van den Dictionnaire een
der drie of vier lezers toe te laten, die hij mis
schien ooit gehad heeft ?"
Gréard's rede was overigens uitmuntend. Hij
wist eene goede vergelijking te vinden tusschen
Augier en de Freycinet in hun talent om grootsche
schema's op te vatten en ze met juistheid uit
te werken, en maakte een warm, patriottisch slot
aan zijne rede, die men tot de beste modellen van
academische welsprekendheid, vernuftig, vleiend,
edel van vorm, niets vergetend on aan niets on
evenredig gewicht gevend, aangenaam voor het
gehoor en voor het gevoel, kan rekenen.
VARIA.
TOONEEL EN MUZIEK.
De Nationale Engelfche Opera, onder D'Oyly
Carte, heeft aan de oorspronkelijke opera Iraniioe
30,000 pond verloren. Toen is de schouwburg een
week gesloten, nu maakt zij met La Basoche van
Messager volle zalen; maar het publiek en de bla
der, Punch onder anderen, spotten met de on
derneming. De directeur is zeker al heel slecht
beloond voor zijn nationaal streven, llij heefteen
aantal Engelsche opera's aan Engelsche compo
nisten besteld; de monteering van Icanhoe was
prachtig en de muziek verdienstelijk, toch had het
publiek er al zeer spoedig genoeg van.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Alliert Jager. Te Inr.sbruck is op 17 dezer de
gesch'ed-chrijver Dr. Albert Jiiger, die twee dagen
tevoren zijn Disten geboortedag vierde, gestorven.
Te Schwaz in Tirol den 8sten December 18(11
geboren, vestigde hij zich na volbrachte studiën
in de philosophie in het Benedictiner-gesticht
Mariaberg. Jiiger wijdde zich aan het leeraars
ambt en gaf vele jaren lang aan de universiteit
te Innsbruck de algemeene wereld- en
Oostenrijksche staatsgeschiedenis. Later werd hij
administreerend directeur van het gymnasium te Meran
en in het jaar 1850 als professor in de
Oostenrijksche geschiedenis aan de universiteit te Wcenen
aangesteld, waar hij ook als mededirecteur van
de palaeographische school, die er in het jaar 185!)
gesticht werd, werkzaam was. In het jaar 1855
stichtte Jiiger te Weenen het intituut voor
onderzoek in de Oostenrijksche geschiedenis, dat
hij in den beginne alleen en later met
Theodoor v. Sickel tot het jaar 18(59 bestuurde.
Daarna ging hij weer naar zijn geboorteland, (e
Innsbruck, om zijn werkzaamheid als geschied
schrijver voort te zetten. Talrijk zijn zijne ge
schiedkundige opstellen in verschillende tijdschrif
ten verschenen. Van zijne zelfstandige werken
zijn bekend: Tirol und der Baieri-ch-Franzosiaelie
Einfall int Jahr l'i<)3 (Innsbruck 1844), Die alle
Sründische Verfaasung Tiroh (Innsbruck 1848),
Die Wiederrereinigung Tirot's mit Oexterreich in
dun Jalircn JSl.'l 'bis 'JSIG (Weenen 185(5), Der
Streit des Cardinals Nicolam von Cusa mit dem
Herzoge Sigmund von Oesterreich als Grafen von
Tirol (Innsbruck 1861) en Die G-eschichte der
landstdndischen Verfassung Tirols (drie deelen),
welke Jager zes jaar geleden, als 84-jarig grijs
aard, voltooide.
Een inzender vraagt een adres om Russische
les te krijgen. Daar bij de populariteit, welke
Tolstoi, Dostojevsky en hun landger.ooten bij ons
genieten, dezelfde gedachte wellicht bij anderen
opgekomen is, vermelden wij hier den naam van
den onderwijzer in het Russisch; het is de heer
J. W. Bakker, Van Swindenstraat 35.
Gehoornde menschen. In de laatste zitting van
de vereeniging voor inwendige geneeskunde stelde
de geheime uiedicinaal-raad professor George
Lewin te Berlin, een zieke voor, die aan de band
en voetpalmen met werkelijke, anders alleen bij
het hoornvee voorkomende huidhoornen bedeeld
was. Terwijl zij aan de voeten reeds afgevallen
waren, waren zij rog aan de handen aanwezig.
Eerst sedert de 14e eeuw werden huidhoorns
wetenschappelijk geconstateerd doch men be
weerde, zonderling genoeg, dat de daarmee bezochte
individuen ook herkauwers zijn, eene meening, die
eerst door Morgagei definitief weerlegd werd.
Welke belangstelling de hoorndragers verwekten,
blijkt daaruit, dat zij destijds aan de koningen van
Frankrijk werden voorgesteld. In het museum te
Edinburg bevindt zich ook een hoorn met een
zilveren gedenkmunt, waarop de naam van den
operateur, die den hoorn van het voorhoofd van
een knaap heeft verwijderd, en de namen der
getuigen van deze operatie zijn gegraveerd.
Dikwijls komen deze hoorns niet voor. De be
roemde dermatoloog Hebra te Weenen heeft
onder de 100,000 zieken slechts twee gevallen,
prcffessor Lewin onder de 130000 zieken slechts
n enkel gehad. Meestal is slechts n hoorn
voorhanden, bij den voorgestelden zieke waren er
vijf. Het merkwaardigst geval heeft Manzurof
te Moskou waargenomen, een ISjarig meisje met
130 kleine hoorntjes. Het komt ook voor, dat
een hoorn afvalt en in zijn plaats een groot aan
tal nieuwe, tot '20 stuks, zich ontwikkelen. De
lievelingsplaats der uitwassen is het hoofd, vooral het
voorhoofd, maar ook alle andere plaatsen van
het lichaam kunnen bezocht worden, zooals de
oogleden, lippen ei z. en daardoor groote moei
lijkheden ontstaan. De vorm van deze hoorns
is zeer verschillend, zelfs ramshoornen en
ammonshoornen komen voor, die met hun punten
in de nabijheid liggende huiddeelen doorboren.
De grootte der uitwassen kan zelts l voet bedra
gen. Gelijktijdig vindt men nevens volkomen
gevormde hoorns, ook uitwassen op andere
deelen van bet lichaam, zoo b.v. aan bet oog en op
de tong, vooral van oude lieden. De oorzaak van
liet ontstaan van zulke hoorns is zeer verschillend,
niet zelden ontstaan zij uit htüdgezwellen, vooral
aan het hoofd. De behandeling bestaat meestal
in verwijdering door operatie. In eenige gevallen,
als hij den voorgestelden zieke, is eene inwendige
behandeling noodig.
Kort na den dood van den aartsbisschop van
Parijs, de (^uélin, lid van de Fransche Académie,
schreef het Journal lies Debat*: liet is bijna
zeker dat Victor Hugo de opvolger van den aarts
bisschop van Parijs wordt." Mlle Duponr, de
soubrette, die in Le Roi s'amuse de Mague.'onr.e
gespeeld bad, las in baar kleedvertrek dezen
volzin, wreef zich de oogen en las hem nogmaals.
Plotseling snelt zij naar den foyer, waar verschei
dene van bare collega's bijecnwaren, en riep, het
blad zwaaiend: Neen, dat is nu al te erg! ik
heb u iets verbazend» te vertellen. Zeker, Victor
Ilngo bezit talenten, dat wil ik niet tegenspreken,
maar zooiets had ik toen niet gedacht. Nu be
hoeft men zich over niets meer te verwonderen!
Victor Hugo wordt aartsbisschop van Parijs!"
Wetenschap.
,SAMEX\VEI:KIXO ix DE WETENSCHAP.
EE BEL-VAX '1 l K) El'.
Velen y.ijn de redenen, om welke geleerden
gemeenschappeliik eeu onderzoek aanvatten. Som
wijlen is \riemlscbnp de aanleiding, zooals bij
Eicbiu' eu \Vohler; somwijlen moeten de mede
werkers elkander verdedigen, zooals (ierhard en
Eaurcnt: somwijlen beslaat de combinatie uit
meester en leerling, zooals Dcville eu Debray :
somwijlen uit geleerden uit aanverwante vakken.
terwijl /.ij elkanders speciale kennis noodig heb
ben, xooals bij EavoisiiT en Eaplaee: somwijlen
is de samenwerking ecu vriendelijkheid van ecu
ouderen voor een jongeren : somwijlen is de eene
meer de man vau de theorie, de ander meer die
vau het experiment : somwijlen is samenwerking
nnnoodiir. \aak daarentegen door den aard vau
het omlcr/ock geboden: somw ijlen . . .de/c en an
dere redenen brengen de tuiliuirondcr/ockcrs lot
npzctlijkc samenwerking.
Toevallige samenwerking gebeurt in yoovcr
icdcrcu da;;-, (lat de resultaten \an eeiieu
oiidcry.ockcr eeu anderen 1c pas komen. Eu soms ook
wel eens te onpas. \\ant niettegenstaande het
verzoek dat iemand richt tol de vakgenootcu om
een /ckcre afdechnu' \an ondci'/ock aan hem over
j 1e laten, irebeurt het niet ycldcu, dat mijnheer
s A. ecu. iredachte of experimenten publiceert,
waarte zullen maken. Eu men moge uu /eer wet c u se h a pi ij k
van aard zijn. en /eggen: het komt er niet op
aan. wie de waarheid \iudt, zoo /ij slechts aan
den dair komt : -- ook een f\sikiis is een mcnsch.
eu \oor u'ccu mcnsch is het aangenaam het per
soonlijke loon voor y.ijn studie, hier in den vorm
\an ecu publikatie eu vat bekendheid, te missen.
In alle opzichten exceptioneel is de samenwer
king tnsseheu den hollandsclien scheikundige \an
'1 l'lnl]'. en den IVansclien Ee Bel. Beide hccreii
kenden elkander, spraken elkander, doch spraken
| niet over wat ieder het. naast aan het hart lag.
de theorie, waarmede y.ij rondliepen. En het
gej beurde nu meer dan zeventien jaren geleden, dat
j vau 'tllolVin een hollandseh tijdschrift
ccntheo| ric publiceerde, en bijna op hetzelfde oogenblik
l publiceerde Ee Bel iu ecu fraiisch tijdsehrilt ecu
theorie, cu. beide theorieën geleken zeer \ cel op el
kander ; het fundamenteele idee was hetzelfde, de
experimcnteele bewijsgronden waren van gelijken
aard, en in de neven-gedachten was veel verwant
schap. En toch had Le Bel niets van van 't
Hof!' s theorie afgeweten, en vau 't Hoff niets van
Le Bel's plannen. Dit is het eerste exccptioneele,
want hoewel het opkomen vau een zelfde gedachte
in meer dan n hoofd niet zoo uiterst zeldzaam is,
zulk een samentreffen van ideeën en oogenblik
belioort tot de groote uitzonderingen.
De grondgedachte der theorie is deze, dat som
mige verschijnselen, vertoond door
koolstofhoudeude lichamen, verklaard kunnen worden, indien
men zich voorstelt, dat de bcstanddeelen van het
molecuul der lichamen niet iu n plat vlak ge
legen zijn, doch eeu liguur vau drie afmetingen
vormen. Lit die, voorstelling liet zich afleiden
een verklaring vau het gedrag door vele
koolstofhoudende stoffen vertoond ten opzichte van zoo
genaamd gepolariseerd licht, ecu verklaring, die
zich grondde op de analogie tussehen den bouw
van het molecule als lichaam vau drie afmetingen,
en sommige krvstallen, /ooals kwarts, die even
eens het gepolariseerde licht, zooals men zegt,
draaien.
liet bijzondere in de geboorte der theorie bleef
be.staan in de verhouding tusscliea de beide
vaders. Want tegen alle regels vau een cynische
psvcliologic in, zijn de hcereii vau 't Iloft' eu Lo
Bel vrienden gebleven, eu samemverkers geworden
op eeu eigenaardige manier. "VVant niettegen
staande de groote overeenkomst in theorie en
argiuncntccring, waren er verschillen iu beide op
zichten tusschen de uitvinders, en eveuzoo was
er verschil tusscheii de methode in liet opsporen
vau nieuwe argumenten. Met behoud vau de
vrieudschaplijke betrekking, van 't lloff heeft
in 'S7 zijn boek over de theorie aan Le. Bel op
gedragen , is ieder der lierren doorgegaan met
op zijn wijze nieuwe bewijsgronden op te sporen.
Het persoonlijk eigendom vau Le Bel was een
speciale methode om draaiende koolstofverbindin
gen te ontdekken, het persoonlijke vau vau 't Iloff
een strengere samenhang tusschen de
fundamenteele gedachte en de neven-theorieën. Eu
door«raand op hun eigen weg, hebben zij theoretisch en ex
perimenteel de leer van de s/rui't/iur in de ruimte
voor koolstolVerlumlingen een a.ehtbaiir geheel ge
maakt, dat gaandeweg meer geaccepteerd werd,
tot voor enkele jaren eenige groote, duitsche
scheikundigen zelf nieuwe gevolgtrekkingen op
stelden en daarover experimenteerden, zoodat men
voortdurend in de duitsehe tijdschriften de na
men van 't l lol]'-Ec Bel in siameesehe combinatie
als substantief cu bijvoeglijk naamwoord zag op
treden.
Doch hoewel de naam van Le Bel niet verge
ten werd, de aansluiting der diiitsehe geleerden
raakte ecu bijzonderheid, welke meer tot vau
't llnfTs aandeel in de theorie behoorde, yoodat,
het licht meer op hem viel dan op zijn mede
werker, en van 't lloll' voor het oogenblik de
groote man scheen van de theorie.
Of de/e stand vau zaken de ambitie van Lo
Bel heeft, geprikkeld, weet, ik niet, doch zeker is,
dat, wanneer men ma<j gelooven, wat men nu vau
hem leest, de dramatische toestand /al verande
ren ; wanneer men mag gclooveu, wat men vau
hem leest, zal in den eei>i.'U tijd Le Bel de
hoofdliiruur wc/cu vau de scheikunde iu de ruimte,
want dan heeft hij het eerste hoofdstuk gemaakt
van het tweede deel der leer. De
koolstolvcrhiiidiiitr.cn als moleculen van drie afmetingen heet
het eerste deel : Iriilimfiixiniiiilii s/il,'xlr>/'i:er/iiii<:'inyen
heet het deel door Le Bel thans geïnaugurecrd.
\Vel moet czeird worden, dat van duitsehe zijde
reeds eeu poging iu die richting was gewaagd,
dneli Ee Bel heeft de stikstofverbindingen op
hetzelfde punt aangegrepen, waaruit vau 't. Holt'
en hij indertijd samen voor de koolstof de schei
kunde in de ruimte 1e voorschijn brachten, hij
h >eft 'otracht stikstofverbindingen Ie maken, die
het irepohiiïsccrdo licht, draaien, cu volgens de
voorloopiuv berichten is hij daarin geslaagd.
De ircdachtcinrant; en de experimcuteclc methode
door Ee lVI bij dit onderzoek gevolgd, kunnen
hier niet worden medegedeeld, doch er y.ij nog
trrzcird, dat /OOM cl Ec Bel als van '1 lloll' tot de,
bctrekliik jonu'c geleerden bchooivn, en hun y.oo
bijzondere wijze van samenwerken nog jaren lang
verrassende uitkomsten kan opleveren.
DE EiEEnESKUMAN
VAN LUCIEN BUN APARTE.
Het overlijden van prins Lucien Bonaparte roept
do romantische levens- en liefdesgeschiedenis
van zijn vader weder iu herinnering, (lic eveneens
den naam Lucien Jïonararte dnxg en de jongste
! broeder van keizer Napoleon was. Prins
! Lucien Bonaparte (de vader) was tweemaal ge
trouwd : teu eerste met Catherinc Boycr, eene
j kleine l'roveheaal.-che, dochter van een herbergier,
die, hij in den ergsteii tijd vau het Schrikbewind
' getrouwd had cu die hij, nadat zij hem Uvee kin
deren geschonken luid, door een vroegtij ligcu dood
| verloor; en hierop met AU xaudrine de Blécliamps,
weduwe Jouberthou, die hij tegen den formeelen
wil vau den kei/er tot zijne gade gemaakt had eu
die hem nog acht kinderen schonk. Dit tweede
! huwelijk van" prins Lucieu vormt een der zonder
lingste' episoden uit de histcire iutime van het
Eerste Keizerrijk.
Na den coup d'état van IS Brumairc was Na
poleon van plan, Lucien uit te huwelijken; cii
hij had voor hem Marie Eouise uitgekozen, derde
dochter van koning Karel IV van r p aije, w cdu\ve
van Eodewijk I, koning van Etrnric. Het gedenk
waardig onderhoud, waarin de eerste consul zijnen
broeder vau deze voor hem beoogde, zeker niet
slechte partij onderrichtte, is woordelijk over
leven), .losepl', de oudere broeder, dezelfde die
koiiimr. van Spanje moest w-orden, woonde het
ge|' sprck bij. Napoleon begon op vriend:
chappelijkvertrouwclijke wijze, maakte allerlei grappen
en plaairdc de beide broeders met hunne liefdes
avonturen. Langzamerhand ging hij vau den
sehcrt! senden toon af en begon over hef eigenlijk thema
te spreken. Hij had Lucien laten komen, zcidc hij,
om hem een huwelijk voor te slaan, ecnc konings
dochter, niets meer en niets minder dan de ko
ningin van Etrunë; Talleyrand had haar daarover
gcp'olsd : zij wcuschte niets liever. Maar," merkte
Lucien. op, cenigziiis verlegen, ,,ecrst had mcii er