Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEEDAMMEE
A*. 1891.
WEEKBLAD YOOE NEDEELAND
Ieder nommer bevat een Plaat.
Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTÜS VAN MAÜRIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam.
Singel bij de Vijzelstraat 542.
Zondag 27 December.
Abonnement per 3 maanden ..... ?1.50, fr.
Voor Indiëper jaar ............
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .
Advertentiën van l 5 regels ?1.10, elke regel meer .
Reclames per regel
p. post ?
. mail
1.65
9.
0-18*
0.20
0.40
B R KI C H T.
In liet begin der maand Januari
verschQnt
PEN- en POTLOODKRASSEN.
Album van teekeningen, verschenen in
den afgeloopen Jaargang van
DE AMSTERDAMMER, Weekblad voor Nederland.
DU album, bevattende teekeningen
door Joh. Braakenaiek voor de 7de
pagina van net Weekblad vervaardigd.
?al tegen zending van 25 Cents door
den uitgever franco toegezonden worden.
Van Holkema & Warendorf.
I N H O V D:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: Rupert's Kerstgeschenk, naar het
Engelsch van Bret Harte. KUNST EN LETTE
REN: Het tooneel te Amsterdam, door H. J. M.
Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen.
Een nieuwe studie over Israëls, door V.
De tentoonstelling te Chicago in 1893. (Slot).
Leopold's zoon, doorWilly. VARIA. Potache,
naar Maxime Andoin. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLA
MES. PEN- EN POTLOODKRASSEN.
ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.__
De Fransche republiek heeft er voor ge
zorgd, dat de vreedzame toon der Kerstmis
artikelen door een wanklank wordt gestoord.
Het besluit van de regeering te Parijs om
de diplomatieke betrekkingen met Bulgarije
af te breken, wordt dan ook in Europa bijna
algemeen afgekeurd.
De aanleiding tot dezen forschen maatre
gel is de uitzetting van den Franschen jour
nalist Chadourne, die te Sofia als corres
pondent van de Agence Havas werkzaam
was, uit het vorstendom. Frankrijk beweert,
dat hierdoor de capitulatiën zijn geschon
den ; Bulgarije beroept zich op het recht van
eiken staat, om voor de handhaving van de
orde en rust te zorgen, zonder vooraf te vra
gen, of eene andere mogendheid hier iets
tegen in te brengen heeft.
Feuilleton.
Rupert's Kerstgeschenk,
naar het Engelsch van
BEET HARTE.
't Was Kersttijd in Californië, een tijd van
regenvlagen en ontkiemend gras. Er waren
tusischenpoozen waarin de zon, doorjagende
wolken en stortbuien heen, de woeste heu
velen wonderlijk verheerlijkte, en dood en
opstanding waren als een, en uit de eigenste
weeën van het versterven worstelde een
nieuw krachtig leven naar buiten, omhoog.
Zelfs de stormen, die de doode bladeren
neder schudden, laafden de teedere knoppen
die hun plaatsen innamen. Er waren geen
tijdruimten van sneeuwige rust; snel volgde de
ploegschaar van den landbouwer in de voren,
door de laatste regens gegraven in de ont
wakende velden. Misschien was het daarom,
dat het groen, dat de huiskamer versierde,
een vreemd uiterlijk aannam en een geheim
zinnige tegenstelling aanbood met de rozen,
schemerachtig zichtbaar door de vensters,
wanneer de zuidwestenwind haar zachte
kronen tegen de ruiten sloeg.
»Komaan", zeide de doctor, terwijl hij zijn
stoel dichter naar het vuur schoof en vrien
delijk maar vastberaden den hem
omringenden halven cirkel vlaskopjes rondzag, »vóór
ik mijn geschiedenis begin, waarschuw ik
uitdrukkelijk, dat ik door geen malle vragen
in de rede verkies te worden gevallen. Bij
de_eerste schei ik uit. Bij de tweede zal ik
mij verplicht voelen, rondom een dosis
wonderolie toe te dienen. En dan, stilzitten jon
gens! Met armen of beenen woelen, zal ik
beschouwen als een verzoek om ze af te
snijden. Ik heb mijn instrumenten meege
bracht en houd er nooit van, mijn zaken in
de war te laten sturen door de vermaken.
Is 't afgesproken ?"
Houdt men zich aan de letter der wet,
dan moet men erkennen, dat de Fransche
minister Ribot in zijn recht was. Wij zagen
reeds, dat hij zich beriep op de capitulatiën,
dat wil zeggen op de tusschen de verschil
lende Europeesche mogendheden endePorte
gesloten traktaten, krachtens welke de in
Turkije en in Turksche provinciën woonach
tige onderdanen dier mogendheden onder
worpen zijn aan de jurisdictie hunner eigene
consuls. Bulgarije is voor den heer Ribot,
die de zaken natuurlijk door een Russischen
bril bekijkt, nog steeds eene Turksche pro
vincie. Daar nu de Sultan geen Fransch
onderdaan uit het Turksch gebied mag zetten
zonder daartoe verlof te hebben gevraagd en
verkregen te hebben van de Fransche auto
riteiten, kan vorst Ferdinand of zijn mi
nister-president dit evenmin doen.
Voor de Fransche regeering, evenals voor
de Russische, heeft de geschiedenis sedert
1878 stilgestaan. Stilgestaan althans in
zekere opzichten. Enkele gebeurtenissen, die
in lijnrechten strijd waren met internationale
verbintenissen men denke aan Batoetn
en aan Tunis! worden eenvoudig als
voldongen feiten beschouwd. Wat echter
niet te pas komt in de kraam van den Rus
en van zijne goede Fransche vrienden, wordt
eenvoudig genegeerd. Frankrijk weigert aan
Bulgarije de rechten toe te kennen van een
zichzelf besturenden staat, omdat Bulgarije
in eene abnormale positie verkeert. Maar
van die abnormale positie draagt alleen
Rusland de schuld. Het traktaat van Ber
lijn heeft bepaald, dat de vorst van Bul
garije in de eerste plaats moet worden ver
kozen door de Bulgaren zelven; dat die ver
kiezing moest worden goedgekeurd door den
Sultan en dat de verkozen vorst als zoo
danig moest worden erkend door de Euro
peesche groote mogendheden, die het trak
taat onderteekenden. Aan al die voorwaar
den heeft de Battenberger voldaan; maar
toen deze in het vorstendom genoeg invloed
had gewonnen om te weigeren, een Russi
sche satraap te blijven, liet de Russische
regeering hem door hare vrienden oplichten
en over de grenzen zetten. En toen de
Bulgaren daarna den Coburger tot vorst
verkozen en de Sultan tegen die verkiezing
»Ja, mijnheer," riepen zes kinderstemmetjes
tegelijk. De uitval werd echter onmiddellijk
gevolgd door een half dozijn vragen.
»Stilte! Bob, zet je voeten neer en laat
dat rammelen met die sabel. Flora mag
naast mij zitten, als een dametje, en al de
rest het voorbeeld geven. Fung Tang kan
ook blijven, als hij er lust in heeft. Draai
het gas een beetje neer ; zoo, meer niet, dat's
juist genoeg om het vuurtje en de kaarsen
aan den boom helderder te laten uitkomen.
Stil nu, allemaal! Wie een amandel kraakt
of te hard snuft over zijn rozijnen, wordt
de kamer uitgezet."
Er was een diepe stilte. Bob legde be
hoedzaam zijn sabel neer en streelde peinzend
zijn broekspijpen. Flora, na koket het zakje
van haar schort te hebbeu glad gestreken,
legde haar hand op des dokters schouder en
liet zich naar hem toetrekken. Fung Tang,
de kleine heidenknaap, wien bij deze zeld
zame gelegenheid was toegestaan, de feest
vreugde boven te deelen, overzag de groep
met een glimlach, die tegelijk innemend en
wijsgeerig was.
Het zacht getik-tak eener pendule op den
schoorsteenmantel, gedragen door eeu jeug
dige herderm yan bronzen complexie en
groote symmetrie van ledematen, was het
eenige geluid, dat de kerstmisachtige kalmte
van het vertrek verstoorde een kalmte,
die de geuren van sparregroen, nieuw
speelgoed, sigarenkistjes, lijm en vernis bijeen
hield in een harmonische verbinding, die elk
begrip te boven ging.
»Voor ongeveer vier jaren om dezen tijd",
begon de dokter, »woonde ik in zekere stad
een reeks lezingen bij. Een der professors,
die een vriendelijk, hupsch mensch was
ofschoon een weinig praktisch en koppig
noodigcle mij op kerstavond bij zich uan huis.
Ik was daar zeer mee ingenomen, want ik
verlangde een zijner zonen te zien, die, hoe
wel hij pas twaalf jaren oud was, voor ver
bazend knap doorging. Ik durf heusch
niet zeggen, hoeveel Latijnsche verzen dat
ventje uit het hoofd kon opzeggen, of hoe
geen bezwaar maakte, kwam Rusland weder
met zijn veto. De Bulgaren hebben zich
aan het keizerlijk misnoegen niet gestoord,
het vorstendom beeft zich op verrassende
wijze ontwikkeld, en al is de officieele er
kenning van de zijde van Oostenrijk,
Duitschland, Italiëen Engeland uitgebleven, toch
hebben deze mogendheden, en Frankrijk
met haar, getoond het gezag te Sofia als
eene regeering de facto te beschsuwen.
Het is steeds Rusland's politiek geweest,
zich aan internationale traktaten, die het
niet aangenaam vond, slechts zoolang te
houden, als het zich daaraan niet kon ont,
trekken en, zoodra het de kans schoon
zagdoor eenzijdige opzegging, of zelfs zonder die
formaliteit, de mede-contractanten te plaat
sen tegenover een voldongen feit. Wanneer
het echter andere belangen gold dan Rus
sische, was zelfs een gansche reeks van vol
dongen feiten niet in staat, Rusland's ver
kleefdheid aan de letter der internationale
overeenkomsten te overwinnen. Voor de
regeerirg van de czar is Oost-Roemeliënog
altijd een integreerend deel van het Turk
sche rijk en bestaat de Bulgaarsche regeering
in 't geheel niet. En toch de natuur is
sterker dan de leer! heeft dezelfde Rus
sische regeering zich nog niet lang geleden
gewend tot die niet bestaande Bulgaarsche
regeering (zij het dan ook door tusschenkomst
van den Duitschen zaakgelastigde) met het
verzoek om eenige door haar als nihilisten
aangewezen personen uit te leveren!
Overgedienstige vrienden kunnen het
iemand soms zeer lastig maken. De Fran
sche regeering, uitgaande van de leer, dat
navolging de meest oprechte vorm van
vleierij is, heeft het goed gedacht tegenover
Bulgarije dezelfde houding als Rusland
aantenemen. De bedoeling is zeker allervriende
lijkst voor Rusland wel te verstaan. Maar
wat zal het gevolg zijn ?
Zoolang Frankrijk met de Bulgaarsche
regeering diplomatieke betrekkingen onder
hield, kon het daar zijne bescherming
verleenen aan de intriges der Russophile partij.
Dat heeft het dan ook in ruime mate gedaan.
Onder de veilige hoede van het Fransche
consulaat zond dezelfde heer Chadourne,
voor wiens weinig belangwekkende
persoonveel Eugelsche hijzelf al had gemaakt. In
de eerste plaats, zou jelui maar willen dat
ik ze ook ging opzeggen; ten tweede, heb
ik geen verstand van gedichten, Latijnsche
of EngeUche. Maar er waren kenners, die
zeiden, dat ze verwonderlijk waren voor een
jongen, en iedereen voorspelde hem een
schitterende toekomst. Iedereen, behalve zijn
vader. Die schudde ongeloovig het hoofd,
telkens wanneer het ter sprake kwam, want,
zooals ik jelui vertelde, hij was een practisch,
nuchter mensch.
»'t Was een vroolijke partij op dien avond,
bij den professor. Al de kinderen uit de
buurt waren er, en onder hen het knappe
zoontje van den professor, Rupert zooals ze
hem noemden, een tenger kereltje, zoo
groot ongeveer als Bobby daar, en eveu
blond en fijn als Flora naast mij. Hij had
een zwakke gezondheid, zei zijn vader; hij
liep zelden met de andere jongens te spelen,
maar zat liever thuis over zijn boeken te
suffen en te peuteren aan wat hij zijn ge
dichten noemde.
»Nu, we hadden een kerstboom, juist als
deze, en we hadden gepraat en gelachen,
onder het afroepen van de namen der kin
deren, die geschenken aan den boom hadden
hangen en iedereen was erg gelukkig en
vroolijk, toen een van de kinderen plotseling,
half verwonderd en half lachend uitriep:
-.kijk', hier is wat voor Rupert; en wat
denk jelui, dat het is?''
»Wij begonnen allemaal te raden. »Een
lessenaar"; »de gedichten van Milton"; zeen
ivoren penhouder": »een rijmwoordenboek";
^niet:1 wat dan?"
:;Een trommel!"
»Een wat?" vroeg iedereen.
»Een trommel! met Ruperts naam er op."
>.En jawel het was zoo. Een groote, glim
mende, nieuwe, koperen trommel, met een
strookje papier er aan, met het opschrift:
»Voor Rupert."
«Natuurlijk schaterden wij het allen uit en
vonden we het een kostelijke grap. ; Zie
je, je zult in de wereld van je laten hooren.
lijkheid de minister Ribot thans met zooveel
ijver in de bres is gesprongen, eene lange
reeks van verdachtmakingen de wereld in
en voorzag hij de Fransche bladen van aan
doenlijke berichten over de gruwelen door
de Bulgaarsche regeering gepleegd en over
de snoode plannen van Stamboeloff en van
vorst Ferdinand. De Bulgaarsche regeering
waarschuwde den onruststoker herhaaldelijk
en wendde zich ook tot den Franschen
zaakgelastigde. Doch niets baatte, en ten
slotte werd Chadourne over de grenzen
gezet.
Nu Frankrijk de diplomatieke betrekkin
gen heeft afgebroken, is de invloed der ver
tegenwoordigers van Duitschland, Oostenrijk,
Italiëen Engeland zonder eenig officieel
tegenwicht, en het behoeft niet te worden
gezegd, dat die invloed niet zal worden uit
geoefend ten gunste van Rusland's plannen.
Hoe onaangenaam men dit in Rusland vindt,
bljjkt voldoende uit de artikelen van vele
Russische bladen, die er op aandringen, dat
Frankrijk zich tot de Porte zelve zal wenden,
om voldoening te verkrijgen van den al te
zelfstandigen vazalstaat.
Dat de sultan aan zulk een verzoek van
Fransche zijde zal gehoor geven, is moeilijk
aan te nemen. Hij weet te goed, dat elk
krachtig ingrijpen zijnerzijds in de aangele
genheden van Bulgarije slechts de onafhan
kelijkheidsverklaring van Bulgarije zou ver
haasten, te meer omdat de hongersnood in
Rusland de handen der regeering aldaar
bindt. Overigens kan men niet verwachten,
dat eene schending der voor Turkije verne
derende capitulatiën in de oogen van den
sultan een groot misdrijf zal zijn.
Intusschen wordt niets nagelaten om den
Sultan tegen den Coburger op te zetten.
Vermakelijk is de voorgewende verontwaar
diging der Fransche pers over de
beleediging, welke vorst Ferdinand volgens haar
den Grooten Heer heeft aangedaan, door
zijn beeltenis op Bulgaarsche munten te
slaan. De Groote Heer is daar zeer kalm
onder gebleven; hij verstaat uitstekend de
kunst om zich met gratie in het onvermijde
lijke te schikken.
Vraagt men ten slotte, of de Bulgaarsche
regeering wel verstandig deed, met den
intri
Rupert!" zei er een. »Hier is perkament
voor den dichter'', riep een ander. «Rupert's
laatste werk in kalfsleer", lachte een
derde. »Toe, geef ons een klassiek taptoetje,
Rupert ?" vroeg een vierde; enzoovoort.
Maar Rupert scheen te ontstemd om te
spreken; hij werd bleek, beet zich op de
lippen en barstte eindelijk in een hartstoch
telijk schreien uit en verliet de kamer. Toen
voelden degenen, die hem hadden beetgeno
men, schaamte en iedereen begon te vragen,
wie de trom daar gehangen had. Maar nie
mand wist het, of als zij het wisten, hield de
onverwacht ontwaakte sympathie voor den
gevoeligen knaap hun mond gesloten. Zelfs de
dienstboden werden boven geroepen en onder
vraagd, maar niemand kon een verklaring ge
ven, vanwaar het ding kwam. En, wat nog
vreemder was, ieder verklaarde, dat tot op
het oogenblik, dat het voor den dag werd
gebracht, niemand het aan den boom had
zien hangen. Wat ik er van denk ? Och
ik heb zoo mijn eigen opinie. Maar, geen
vragen! Stel jelui tevreden met te weten, dat
Rupert dien avond niet beneden meer kwam
en het gezelschap kort daarna uiteenging.
»Ik had het geheele geval bijna vergeten,
want in de volgende lente ontbrandde de Vrij
heidsoorlog en ik was als officier van gezond
heid bij een der nieuwe regimenten aangesteld
en op weg naar het oorlogstooneel. Maar ik
moest de stad passeeren, waar de professor
woonde en daar ontmoette ik hem. Mijn
eerste vraag was naar Rupert. De professor
schudde treurig het hoofd. »Hij is niet erg
wel," zeide hij ; »sedert verleden kerstmis,
toen gij hem gezien hebt, is hij gaan kwij
nen. n vreemd geval," voegde hij er bij,
het met een langen Latijnschen naam noe
mende, :-een bizonder vreemd geval. Maar
loop mee en ga hem zelf zien," drong hij
aan; »'t zal misschien zijn gedachten af
leiden en hem goed doen."
»Ik volgde dus den professor naar zijn
woning en vond Rupert door kussens onder
steund op de sofa liggen. Zijn boeken lagen
om hem heen verspreid en, wat in
wonder