Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 757
Het schip zal dan ook in het meer gebouwd
worden op eene vaste fundeering, maar overigens
zal liet eene zeer nauwkeurige nabootsing zijn
yan de grootste oorlogschepen, die tegenwoordig
gebouwd worden en voorzien zijn van alle toe
rustingen en oorlogswerktuigen, die in den
laatsten tijd zijn uitgedacht.
Het hoofdgebouw, dat voornamelijk afdeeling H
(Industrieën) zal bevatten, moet 540 M. lang,
250 M. breed worden en krijgt dus, wanneer men
de beide binnenplaatsen er afrekent, eene opper
vlakte van ongeveer tien hectaren ; om het ge
heele gebouw zal eene dubbele galerij loopen,
vanwaar men het geheele terrein en het meer zal
overzien. Van de verdere paleizen verdient nog
afzonderlijke vermelding liet Women's Building,
een gebouw, geheel gewijd aan de belangen der
vrouwen. Er heeft zich nl. naast de Columbian
Commission nog een Board of Lady Managers,
een dames-bestuur gevormd, dat directeuren in
het algemeen ter zijde staat en in liet bijzonder
het toeziebt heeft op het gebouw voor de vrou
wen, waar alles, wat op den arbeid der vrouw
betrekking heeft, zal worden geëxposeerd en
waarin bovendien samenkomsten zullen worden
?gehouden.
Een dergelijk afzonderlijk gebouw zal ook wor
den opgericht voor liet tentoonstellen van de
methoden en resultaten van godsdienstige missiën
en. philantropische werken; het congres, dat op
deze zaken betrekking beeft, een der vele con
gressen die gehouden zullen worden, moet in dit
gebouw plaats hebben.
Het groote terrein, waar de voornaamste ge
bouwen zullen worden opgericht, en dat dezen
zomer nog eene zandvlakte was, zal een zijner be
koringen moeten vinden in het Bosch-eüand, dat,
ia den vijver zal worden aangelegd. Het klinkt
eenigszins overmoedig te spreken van een
boscheiland, dat over twee jaar zal moeten bestaan op
' een plaats, waar nu nog slechts enkele
boomgroepen te vinden zijn. Het is echter waar, dat de
Amerikanen in tuinbouw en boschcultuur zeer
bedreven zijn. In Amerika worden met goed re
sultaat groote boomen verplant en al moeten wij
rekening houden met den eigenaardigen couran
tenstijl der Yankees, wanneer wij lezen, dat de
bezoeker op dit eiland zal kunnen wandelen //als
ia een maagdelijk woud zoader paden en door
geen mensclielijke kunst ontwijd," iets dat op een
boseh gelijkt zal er wel tot stand worden ge
bracht.
Van den hoogen toren, waarvoor plannen ge
maakt zijn, zal wel niets komen. De ontworpen
Proctor Tower, ongeveer van deuzelfdeu vorm als
de Eiffeltoren, alleen nog minder gracieus, zou
honderd voet hooger geworden zijn, dan deze;
men heeft het voornemen hem te bouwen
opge? geven, met de overweging, dat het toch slechts
eene imitatie worden zou en dat de kosten onmo
gelijk gedekt zouden kunnen worden, doordat,
volgens het besluit van de Commissie voor
Jackspn Park, alles wat op haar terreinen is ge
bouwd, terstond na de tentoonstelling zal moeten
worden verwijderd.
De gebouwen, die door de Staten der Unie en
vreemde landen zullen worden gezet, zijn niet be
stemd ter exposeering van de producten dier
landen, tenminste niet wanneer die voortbreng
selen door de jary zullen worden beoordeeld. Al
wat aan den wedstrijd om medailles deelneemt,
moet geplaatst worden in de paleizen voor de
verschillende soorten inzendingen bestemd. De
' afzonderlijke gebouwen zullen dan ook voorname
lijk gebruikt worden als bureaux of pied-a-terre's
voor commissiën van Buitenlanders en voor
reclame-inzeudingen. Een zeer bijzonder gebouw
zal dat zijn, waar de voortbrengselen van de
boschcultuur worden tentoongesteld, het zal ge
heel van hout worden gebouwd, en alle staten der
' Unie zullen een deel van het materiaal er voor
leveren, o. a. is aan de regeering van iederen
staat verzocht, drie stammen van verschillende
soorten boomen en van bepaalde lengte en dikte
te verschaffen; de 132 stammen, die men op de ie
wijze bijeen hoopt te krijgen zullen gebruikt wor
den als zuilen voor een groote galerij, die van
binnen langs de wanden van het gebouw wordt
gemaakt.
Het zal zeker maanden kosten, de geheele ten
toonstelling te bezien, trouwens wie beziet derge
lijke tentoonstellingen geheel en al ? Van
belangi's, of het er amusant zal zijn. Dat was de
Parijsche tentoonstelling wel en daardoor was zij
zoo aantrekkelijk en behaalde een cijfer van 2S
millioen bezoekers.
Doet de uitgestrektheid van het terrein, dat in
Ghicago meer dan 4 maal zoo groot wordt als dat
te Parijs, tot het welslagen weinig af, de ligging
maakt wel verschil. Ea het moet gezegd worden,
ook in dit opzicht wint de World's Pair het van
hare voorgangster.
Van den bestaanden parkaanlcg wil ik niet
spreken, maar de meeroever geeft aan het geheele
terrein eene groote bekoring. Langs dien oever is
thans reeds eene breede promenade gemaakt; van
die promenade zal het gezicht op hot groote ter
rein met zijn aantal paleizen, waarvan de hoofd
kleuren blauw en goud zullen zijn, met zijn la
gunes en gondels, zijn bloemen en grasvelden
zeer schoon zijn, maar vooral des avonds, wan
neer de vele spitsen van het electriciteitsgebouw
gekleurde straalbundels zullen schieten over de
glazen daken der gebouwen, over de landings
plaats en het groote glinsterende meer daarachter,
zal eene wandeling langs den oever doen denken
aan de verhalen uit de Duizend en een nacht.
Het is waar, die Arabische vertellingen worden
spoedig vervelend, die eeuwigdurende pracht zon
der vroolijkheid is niet boeiend de Parij <che
tentoonstelling zal eerst werkelijk overtroffen zijn
wanneer het te Chicago even amusant zal worden
als te Parijs.
LEOPOLD's ZOON.
In de dagen onzer prille jeugd bezaten wij kin
derboeken met al zeer primitieve en zeer aan
schouwelijke moraal. Bespotte bijv. een kind uit
zoo'n boek een lamme, geen seconde duurde het,
of het kind zijn beenen waren zoo totaal tot loo
pen ongeschikt, dat zelfs Sequah's geheele voor
raad prairie-olie niet bij machte zou zijn geweest
hem een stap verder te krijgen. Mej. Catharina
P. van Rees heeft het noodig geacht deze lang
vergeten lessen weer eens voor ons op te warmen
en heeft daarom een boek geschreven, waarin een
man voorkomt die eenige jaren lang een verkeerde
toepassing maakt van het zwijgen is van goud";
en zie, wanneer hij eindelijk wil gaan spreken dan,
o onvolprezen kinderboeken-moraal van 30 jaar
feleden, komt er een beroerte (ter vervanging van
e toovergodin van voorheen) om hem met spraak
verlamming te slaan.
Maar laat ik liever met het begin beginnen; de
historie is toc'i al doolhofachtig genoeg, dan dat
ik het kluwen der gebeurtenissen, door aan een
verkeerden draad te gaan trekken, nog meer iu de
war zou willen brengen.
Ziehier dan wat er in den doolhof van 1891,
waar boven den ingang staat Leopold's zoon", te
kijk is.
Ten eerste een koninklijk landgoed", waar eer
tijds voorname stervelingen" gewoond hebben en
dat thans het eigendom is een zekeren Heer'
Adolf Minsma, wegens zijn verblijf in Indiëdoor
mej. v. K. gemakshalve steeds als de Oosterling"
betiteld. Deze man bezit fabelachtige sommen,
die hij in vlagen van goedgeluimdheid aan den
burgervader van zijn dorp ter hand stelt tot stich
ting van kerken en scholen. Over het algemeen
munt echter de Oosterling niet door aangename
manieren uit Hij ontvangt niemand op zijn kas
teel, zelfs zijn eigen familie niet, die hij echter
een heerenhuis'' dicht bij zijn landgoed, ter be
woning heeft afgestaan. Deze afkeer van zijn
maagschap wordt echter eenigszins gemotiveerd als
men hoort dat de broeder van den Oosterling
Johan Miusma een zwaarlijvige, logge, vadzige,
zwijgzame figuur (is) met een vollemaansgezicht en
lodderige oogen", terwijl zijn wederhelft uitmunt
door uiterste schraalte, geelbleekte en smalte".
Dit ongelijk echtpaar heeft 5 zoons, die zich onder
elkander vermaken met hun oom, den Oosterling,
na te doen, en daarbij van hun vernuft blijk geven
door een nieuwe titulatuur, zooals negerkoning,
wildeman, tiran enz." voor hem te bedenken.
De Oosterling is echter niet heel zijn leven zoo
af keerig van familieneigingen" geweest; hij heeft
indertijd een passie gehad voor een broer Leopold,
van wien hij een laatsten brief' bezit, dien hij
ten gerieve van den lezer na 26 jaar nog eens
herleest, en door welke heuscliheid de lezer
in de gelegenheid wordt gesteld te vernemen
dat genoemde Leopold van zich zelf verzekert
dat hij vroeger een doüemau" was en er
vermaakzuchtige" vrienden op heeft na gehou
den. Op het oogen blik echter dat hij dezen
brief schrijft, is hij een bekeerde zondaar", en
tot staving van dit beweren dient, dat hij voor
de helft zijn hart kwijt is aan een
beeldschoone Italiaansclie, dochter eener secon/a donna
aan de opera, en dat hij, om nog van zijn hart
téredden wat er van te redden is, Napels zal
ontvluchten". Aan het, slot van dit schrijven
bericht hij, dat hij een vriend en bewonderaar"
heeft, graaf van Gaglioni, die alleen wat
hcetbloedig" is en om de 14 dagen duelleert.
Na lezing van dit epistel houdt de welwillende
Oosterling een monoloog, waaruit de scherpzin
nige lezer kan gissen, dat genoemde graaf, toon
het dan weer eens duelleertijd voor hem gewor
den was en er zich geen partner voor hem op
deed, het voorwerp zijner bewondering en vriend
schap tot mikpunt voor zijn revolver heeft uit
gekozen en den bewonderden vriend bij die ge
legenheid morsdood" geschoten heeft. Finis
Leopoli/i, om bij het Latijn te blijven.
De lezer verkeert nu in een stemming van vol
slagen moedeloosheid: Leopold dooi, nadat hij
een bekeerd zondaar" is, en er is toch een zoon
van Leopold door mej. Van Rees beloofd.
Even geduld, Cathari.ia beloofde niet te veel;
Leopold's zoon zal te voorschijn komen, maarniet
zoo plotseling, hij moet eerst nog uit een
pcstkolk" opgehaald worden, en dat gaat, zoo gemak
kelijk niet. De lezer, die goed raadseltjes raden
kan, ziet echter al een staartje van Leopold's
zoon, wanneer hij iets verneemt vau e n
Franschen dreigbrief, door een zekere Gialietta
Minsma-Geli aan den vadzigen Johan Minsma
geschreven; maar voordat wij dezen draad kun
nen vervolgen, worden wij eerst in kennis ge
bracht met den oudsten der veelbelovende Minsma
spruiten, een zekeren Frans, die voorheen niet
mee deed aan het oom-spel", maar in Leipzig
voor den handel wordt opgeleid. Deze Frans nu
krijgt van mej. Van Rees een por om aan /.ijn
oom eeu brief vol germanismen te schrijven, en
daarin mee te deelen, dat hij alle handclsplanncu
opgeeft en hecrboer" wil worden Dank zij deze
beschikking, komt hij juist tijdig genoeg op het
kasteel om daar de verradersrol te spelen cu
iedereen bij den neus te hebben, behalve den
menschkundigen hond Torn, een van het gedierte"
van den rentmeester des Oosterlings, die, getuige
zijn constant gegrom tegen Frans, blijk geeft
diens snoode plannen volkomen te doorgronden.
Frans, reeds lang ingelicht omtrent het bestaan
van een Italiaanschen neef, en bevreesd dat zijn
oom door een anderen tusschenpcrsoou aan
Leopold's zoon" zal worden voorgesteld, gaat,
na zich verzekerd te hebben dat. alle papieren"
door zijn vader zijn afgekocht, met
bovengeiiocinden dreigbrief naar den Oosterling, hem meldende,
dat hij een schrijven heeft ontvangen van een
.oplicht-ter'1.
Zeer ontroerd is de Oosterling niet op het
hooren van dit bericht. Dit i- uu niet, zoozeer
te wijten aan zijn ougcvoeligheid, als wel aan het
toeval, drt, juist een logévan hem, een zekere
ritmeester Hulst, niet een verhaal van de
ollicierstafel bij hem is aangekomen, alwaar hij den zoon
heeft ontmoet van den secondant, die indertijd
getuige is geweest van Gaglio i's
morsdoodschiet.erij, en die aan de vrouw" van den ver
slagen Leopold haar weduwschap heeft geannon
ceerd, en kort daarop heeft vernomen dat mevrouw
Miusma het, bij de geboorte van haar kind heeft
afgelegd. Het assimilatie-vermogen van den Ooster
ling komt nu prachtig tot zijn recht, en binnen
een uur zit de Oosterling met zijn gast op den
sneltrein naar Parijs (die zeker een halt beeft brj
het kasteel) om gezegden zoon vau Leopold uit
een pestkolk" op te halen.
De pestkolk blijkt bij nadere beschouwing een
smerige herberg, Aiiberge La'nberti in een befaamde
Parijsehc achterbuurt te zijn, alwaar een zekere
l'aunini een vergadering van binnen- en
buitenlandsche boeven belegt. Deze Pannini is de echt
genoot van de briefschrijfster Gialietta; hij heeft
Leopold's zoon als zijn eigen dito geadopteerd en
hem in die qualiteit les gegeven in boevenstreken.
Leopold's zoon is echter, ondanks zijn opgroeien
in een boevenbende, zonder eenigen smet gebleven,
evenals zijne zoogzuster Minna, Paunini's eigen
vleesch en bloed. We worden even de pestkolk
binnengeleid om er Gialietta te hooren rochelen
en te zien sterven en het geheim van Leo's ge
boorte (Leopold's zoon heet Leo) te vernemen.
Leo zweert aan Gialietta Minna nimmer te zullen
verlaten.
Onderwijl dat deze gebeurtenissen de pestkolk
in beroering brengen, toeft de Oosterling in een
Salon rite de la Pui.r no. l, waar eeu schilderij
verloot zal worden ten behoeve van een wonder
kind op de viool; op welke soiree beroemde schil
ders, muziekbcoefenaars en min-muzikale jongehcoren
zicli verdringen met voorname vreemdelingen, waar
onder ook de graaf van Gaglioni, de duelleer-graaf.
Pannina is hier als markies de Béteul tegenwoordig.
Het blijkt, dat de te verloten schilderij een
kunstgewrocht is van Leopold uit zijn bekeerde-zondaars
lijd; de Oosterling en Gaglioni maken kennis en
onder al de onthullingen die liet gevolg zijn van
deze ontdekking, slaat Pannini-Béteul zijn slag en
laat door zijn collectie van binnen- en
buitenlandsche boeven de brandkast der soiree-geefster nazien.
Pannini neemt na dit heldenfeit de vlucht en be
geeft zich met zijn bende, waaronder de van nu
af aan onafscheidelijke Leo en Minna, naar het
kasteel van den Oosterling.
Wanneer laatstgenoemde nu van zijn Parijsch
uitstapje naar de pestkolk is teruggekeerd, zonder
daaruit iets opgevischt te hebben, krijgt hij zijn
neef door het venster te gast" volgens zijn eigen
getuigenis, nadat de nieuwe neef eerst den vadzigen
Johan verschrikt, heeft door zijn sprekende gelijkenis
op zijn vader. Natuurlijk volgt dadelijk tusschen
den Oosterling eu Leopold's zoon een blijde her
kenning en niet lang daarna gaat Leo als een
voornaam sterveling gekleed Gedachtig echter aan
zij u eed aan Gialietta, die nu Catina blijkt te heeten,
wühij bij den Oosterling slechts blijven op voor
waarde dat bij niet van Minna zal behoeven te
scheiden, waarop deze wordt ingekwartierd bij den
rentmeester, alwaar zij zeer spoedig een teedere
vriendschap sluit met de ranke lieftallige dochter
Dora, eigenaresse van den meuscheukenuer-hond.
Onderwijl ervaart de Oosterling van een paar van
Pannini's bende het snood bedrog, door deu zwaar
lijvige jarenlang aan hern gepleegd, en het is bij
deze gelegenheid, wanneer hij zijn broeder ter ver
antwoording wil roepen, dat de verzwijger van
Leo's bestaan de spraak verliest".
Nu zou de oppervlakkige lezer allicht denken
dat het thans wél was en wij voldoende kennis
gemaakt hebbeu met Leopold's zoon. maar mej.
vau R. heeft nog een wandeling langs allerlei
sliugerpadeii voor ons bewaard, die w i.1 eciiter maar
met snellen pas zullen afleggen, daar de tocht geen
schooiie gezichten aanbiedt.
In de eerste plaats zien wij den valschaardigen
Frans een verbond met Panuini sluiten en liein
zijn geheim met, geld afkoopen, welke som hij, o
wonderlijke speling van mej. v. K/s vernuft, van
den wcdergevouden Leo leent, die daarvoor gelden
moet, opnemen bij eeu bankier. Vervolgens sterft
de zwaarlijvige Johan aan een ,,zenuwschok, die 't
logge lichaam van 't hoofd tot de voeten in be
weging brengt." Daarna trekt Leo naar Amster
dam om zich daar ingevolge den wensch van deu
Oosterling, in den handel te bekwamen en zoo
doende de opvolger 1e kunnen worden in zijn
Crocsiis-oiidernemingeu. Iu Amsterdam komt Leo
veel aau huis bij den ritmeester Hulst, dezelfde
die hem indertijd uit, den pestkolk had willen
opvissehen en wiens herhaaldelijke uitstapjes met den
Oosterling geen bezwaar voor zijn dienst schijnen
op te leveren eu evenmin zijn promotie in den
weg staan, tenminste liij wordt op den bepaalden
tijd tot majoor bevorderd. Bij deze visite's on
derscheidt, Leo zich niet door aangename ma
nieren, getuige zijn gedrag als hij daar de tante,
de gastvrouw der Parijsche soiree, ontmoet en hij
liefst zonder een woord te spreken, de deur uit
holt.
Een zeer kronkelend, duister paadje moeten wc
uu in, en dan wonen \vc een feest bij ter eere van
des Oosterliug's verjaardag, grooteudeels voorbe
reid door Leo om zijn dankbaarheid en zijn
Italiaansch kunstgevoel te luchten. Op deu morgen
echter van den heiigelijken dag ontvangt de jubi
laris van zijn getrouwen rentmeester het bericht,
dat zijn veelgcliefde neef een ^losbol" is, daar hij
achter den rug van zijn veelgeveudeu oom bij
bankiers gelden opneemt. Zeer tactvol om daar
juist iemand op zijn verjaardag méaan boord te
komen en hem dien dag te vergallen! Dienzelfden
feestdag, of liever avond, neemt ook liet, giftig
gespuis", cx-vriendenschaar vau Leo, te baat om
de schatten van den Oosterling iu hun zakken te
hevelen eu juist als Leo op ecu romantisch bankje
zijn hart vol liefde aan Dora, de dochter des rent
meesters openbaart, wordt de diefstal ontdekt.
Ook Minna behoort ouder de gestolen schatten.
Zoodra de Oosterling Leo onder vier oogen heeft,
wint deze inlichtingen in omtrent de schuld bij
deu bankier. Leo, gebonden do ir zijn belofte
aau Frans, verraadt, zijn neef door geen kik, maar
iu plaats daarvan stuift hij op en is zeer veront
waardigd dat de Oosterling geen onbeperkt ver
trouwen stelt, in hem, die ](> jaar ouder eeu
dievenen moordcnaarsbcnde heeft doorgebracht.
Dehcethoofdige Leo nu vertrekt iu dolle drift naar
Italii', en passant maakt hij zich meester vau
Parmiui met diens gespuis en bevrijdt, Minna uit
een hol, waar /ij gebonden eu met een prop in
den mond ligt. Op deze geheele reis gaat hij zoo
woest eu zoo /ouder egards te werk, dat Minna
tengevolge vau die vreemde manier vau reizen, iu
haar geboorteland aangekomen, de tering krijgt en
sterft.
Op haar laatsten gondcltocht vóór haar
tocht, met Charon wordt zij opgemerkt door
graaf vau Gaglioni, die eindelijk, u a SOjarige af
wezigheid, het over zijn gevoelig hart heeft kun
nen verkrijgen Napels weer te zien, doch niet, om
te sterven. Hij komt er net op het rechte
oogeublik om Leo, die in dien tussclicntijd zich op het
schilderen heeft, toegelegd, den weg ter beroemd
heid te openen. Dat was hij aan Leopold ver
schuldigd." Verder weet hij, door afschuwelijke
voorbeelden aan te halen van familieleden, die
gestorven zijn, in den tusschentijd dat
stijfkoppige zoons of neven ver weg vertoefden, Leo's
neefhart zoodanig te beroeren, dat deze het
koene besluit opvat zich naar den Oosterling te
spoeden.
En zoo keert Leo dan na zeven jaar terug en
heeft zijn inspringersmanieren nog niet afgeleerd,
maar huppelt door hetzelfde venster het kasteel
binnen, waardoor hij de eerste maal als vagebond
zijn opwachting heeft gemaakt.
Onderwijl is de veinzaard" Frans ontmaskerd,
dank zij de aanklacht zijner moeder, die in het
vinden van een verscheurden brief van Leo aan
Frans »den vinger Gods erkende.''
Dora; ofschoon haar schoonheid van dien aard
was, dat ze iedereen moest bekoren" en zij vu
rige aanbidders" heeft, valt op het eerste gezicht
Leo aan zijn hart en beiden hervatten het lief
desgesprek 7 jaar geleden afgebroken. De Ooster
ling daukt den Algoede, die het aldus beschikte,
dat hij tocli nog zijn geliefden Leo wederzag" en
tont est pour Ie mieux dans Ie mtilleur des mondes
jiossible.
Dit ten opzichte vau den inhoud ; wat de spel
ling betreft, hierbij dient opgemerkt dat mej. v.
R. nog radicaler te werk gaat dan Kollewijn in
zijn stoutste droomen zou durven wenschen: niet
alleen toch dat zij somtijds aan het, lidwoord niet
het geslacht geeft van het woord, waar het bij
hoort, maar in veel gevallen laat zij het lidwoord
geheel weg, zooals geregeld voor Heer, Ritmees
ter en Rentmeester.
Verder maakt mej. v. R. een zeer eigenaardig
gebruik van hoofdletters. Tot dusver keurden wij
alleen den beginletter van een volzin of van een
eigeuzelfst. n.w. die eer waardig, maar mej. v. R.
houdt er zoo eenige favoriet-woorden op na, die
ze op deze wijze onderscheidt. Dat ze uu kas
teel" met een hoofdletter schrijft, begrijp ik me ;
dat is vanwege zijn koninklijkheid" ; maar wat
er de schrijfster toe beweegt, om alle samenstel
lingen met tuchthuis" te behoofdletteren, is mij
een ondoorgrondelijk raadsel; te meer daar zij
consequent aan hare liefde voor dat woord vol
houdt ; zoo zijn tuchthuisboef en
tuchthuisstraf" geregeld bij haar iu de gratie, Verder wil
zij gaarne het leger de hand een beetje boven
het hoofd houden eu meent dat op geen waar
diger manier te kunnen doen dan door steeds
met bizouder respect Ritmeester eu Majoor te
schrijven.
TTlLLY.
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
Een Deensch gedenkteeken. Te Rome wordt,
naar van daar geschreven wordt, thans het mo
del gevormd voor een monument, dat ter gele
genheid van de gouden bruiloft van het Deensch
koningspaar in Mei 1892 te Kopenhagen zal
worden opgericht. Den Deenscben beeldhouwer
Hasselriis, die ook het gedenkteeken voor Heine
voor de villa van keizerin Elisabeth te Corfu uit
gevoerd heeft, is opgedragen, alle kinderen en
kinds kinderen van bet I)e«insche koningspaar aan
het monument in beeltenis <e vereenigen. Het
monument zal een hoog granieten voetstuk krijgen,
waarop de symbolische figuur van Denemarken
uit brons zich verheffen zal, omgeven door drie
leeuwen met de wapens van Engeland, Rusland
en Griekenland. Aan de basis van het monument
zullen rondom meer dan vijftig medaillons uit
brons met de reliefportretten van den keizer en
de keizerin van Rusland CH hunne familie, den
prins van Wales met gemalin, kinderen en klein
kind, den koning van Griekenland met gemalin,
kinderen, schoondochter en kleinzoon en eindelijk
de hertog en hertogin van Cumberland en hunne
kinderen aangebracht worden. Ook de drie
kronen van Rusland, Engeland en Griekenland,
zullen op het monument te zien zijn.
TOONEEL EN MUZIEK.
Naar aanleiding van de opmerkingen van den
heer Van Milligen over de geringe liefhebberij
die dilettanten nog voor blaasinstrumenten toonen,
zendt men ons de volgende medcileeling:
Te Uirecht bestaat sddert een jaar een Stu
denten-fanfarecorps. Het telt thans, behalve veel
donateurs, 15 werkende leden, die cornets, alt
en tenorhoorns. trombone, trompetten, tuba, groote
en kleine trom, en fluit bespelen, welke laatste
dus als vreemde eend in d e bijt moet beschouwd
worden. De heer P. de Vries, eerste hoornist in
het schutterij-orkest, is dirigent en geeft tevens
het noodige onderricht. Op 15 Dec. 1,1. gal het
gezelschap op de Studentensociëteit S. H. R. M ,
eene uitvoering, die zeer tot genoegen van direc
teur, medewerkers en auditorium afliep, en die
de toehoorders vcrgast'e op Am JUter van
Sclnibert (met solo voor cornet en trombone), ettelijke
marsehen, gavotten enz., en een paar werkelijk
zeer goed geblazen kwartetten voor twee cornets,
hoorn en bariton.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Fransche oordeden over Duitsche toestanden.
Het ligt voor de band dat hetgeen door Franscheu
over Duitscbland geschreven wordt, in Duitscbland
zeer kritisch wordt beoordeeld. Wat de beoor.
deelingen over Moltke en diens Memoires betreft,
is hot gemis aan waardeering eenigszins begrijpe
lijk, maar ook zeer sterk. Meer onder ieders be
voegdheid liggen de brieven uit Berlijn, door
Marcel Prévost in den Gil Bias geschreven. De
Kölnisclte zegt, dat er het streven in merkbaar
is, niet in de voetstappen van Tissot (Au pays
des Milliards) te treden, maar in nauwkeurigheid
en onpartijdigheid Ie père Didon en J. J. Weiss
te evenaren. En toch", zegt de KölniscJie,
hoeveel scheve, hoeveel onbillijke oordeelen over
Berlijn en het tegenwoordige litteraire
Duitschland. In de evolutie der denkbeelden is
Duitschminstens twintig jaren bij Frankrijk ten achter",
schrijft Prévost, ik zeg uitdrukkelijk ten achter,
omdat de evolutie er precies op dezelfde wijze vol
bracht wordt, als destijds bij ons geschied is. Ten
opzichte van beroemde talenten zou men van liet
litterair Duitschland een getrouwe voorstelling