Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Niet proportioneel.
Het Militaire Huis en de Oud-Militairen zonder huis.
SNUIFJES.
van den voorzitter in werking gebracht, de
woorden van de Génegtet sprak:
Als u het hart. tot spreken dringt, !
Zoo spreek ! [
Kort, krachtig zij uw vraag, uw speech, j
Uw preek!
* *
*
?Edison heeft een wekkerklok uitgevonden,
een pop, die op het bepaalde uur den mond
opent en dan met een sterke, duidelijke stem
zegt: 0/itwaak, ontwaak, 't w tijd dm op te
staan Die toepassing van de allernieuwste
ontdekkingen vind ik wel aardig. Maar zou
het niet veel aardiger, en vooral veel nuttiger
zijn als de toovenaar van Munroe-Park eens
een beeld maakte, dat in de Tweede Kamer
geplaatst, en door het drukken op een knopje
Mr. Levyssohn Norman heeft het
Biliton'contract verdedigd met een vuur alsof het niet
<om tin, maar orn de hoogere goederen des levens
ging. De belangen der aandeelhouders waren
hem heilig. Menschen die goed geëxploiteerd
hadden moest men niet uit hun zaak zetten.
Daarvoor is inderdaad veel te zeggen. Hoe
'dit zij; de heer Norman heeft zich verdien
stelijk gemaakt voor dit deel der lijdende
menschheid, en als het werkelijk tot een proces
moest komen, hopen wij dat de
BilitonMaatschappij hem tot haar advocaat heeft.
Hij heeft getoond, hart voor die zaak te heb
ben; dat is in sommige gevallen nog meer
waard dan verstand.
De lieer Domela Nieuwenhuis gelooft, dat
iemand, die het vormen van een
scheidsger-echt voorstelt, over de vraag of de heer
Mansholt zijn arbeiders goed behandeld heeft,
en die het dan niet met D. X. eens is over de
samenstelling van zulk een scheidsgerecht,
onmogelijk te goeder trouw kan zijn. Ook mij
komt het voor, dat men zoo iets gerust mag
aannemen. Toevallig werden D. N. en ik be
vestigd in deze meening door een ongenoemde,
die aan Nieuwenhuis dadelijk na liet lezen
vjan B'cuinsma's brieven zei.- »Hij voelt nat
tigheid en daarom wil hij er af." En toch
geloof ik. niet dat dit de volle waarheid is.
Bruinsma wilde er af, vermoedelijk al vóór
hij nattigheid voelde. De meeste menschen
kunnen zich maar niet goed voorstellen hoe
gemeen een ander wel is.
M1LITAIRE-HUIS LIED.
Op de vois van "Wilhelmus van
Naödouwen.
We zijn met drie en zessen,
De Koningin getrouw;
Wij dragen gouden tressen
n strepen op de mouw.
Ons siert een steek met pluimen
En ook een zijdgeweer:
Om uit den weg te ruimen,
Wie tegen Haar zich keer.
Geen vijand zal Haar naken,
Of, namens Willemijn,
Zijn wij gereed te braken
Den dood dien Filistijn.
"Wij zijn het Huis des Konings
En geven geen pardon,
Want de eerzaamheid deez' wonings *)
Zij schittrend als de zon.
Wij exerceeren daaglijks
En werken ons in 't zweet,
Dat is iets zeer behaaglijks,
Voor ieder die het weet.
Opdat de Troon in
vredeEn ook in oorlogstijd,
Niet sulle naar beneden
Of van zijn voetstuk glijd'.
Wij zijn die dapp're vreters
Van vuur, en zwelgen bloed
Bij liters, kubiekmcters.
En dat bekomt ons goed.
En 't Nederlandsche Maagie
Verrukt van 't geen wij doen
Borduurt met goud ons kraagie
En geeft ons soms een zoen.
En dan nog dertig mille
Telt ze iu ons taschje lijn.
Zij is zoon' gooit; /.iele,
Ons Neerlandseh maagddiju!
Maar wij zijn voor de natie
Wel dertig tonnen waardv
Want 't is bij onze gratie
Dat zij zoo grootscheeps vaart.
En mocht aan 't Hof' verschijnen
Een groote potentaat,
Die denkt: die \Villemijne
Weel tegen mij geen raad,
Dan komen wij, vol glorie,
Het Militaire Huis,
En hij roept uit: Potdorie,
't Is hier voor mij niet pluis !
*) Met Kollewijns toestemming.
OUD-STRIJDERS-LIED.
We zijn met veertienhonderd
Eu hebben goed noch geld;
Het is (pardon!) bedonderd
En naar met ons gesteld.
Het ridderkruis der braven
Bleef' ons in onzen nood;
Maar zonder uwe gaven
Wacht ons de hongerdood.
Ruim zestig jaar geleden
Kiep ons des konings stem;
Wij hebben toen gestreden
En volgden gaarne hem.
Den dans zijn wij ontsprongen ;
We kregen elk een kruis;
Men heeft ons mooi bezongen
.En ??zond ons toen naar huis.
We zwoegden heel ons leven,
Maar kunnen nu niet meer.
(rij, die zoo mild kunt geven,
Helpt ons nu dezen keer'
Ge zij t die hulp, waarachtig,
Verschuldigd aan 't fatsoen.
Denkt: om en bij de tachtig
En dun geen cent pensioen !
Gij wilt ons helpen? Heerlijk!
Dan zijn wij uit den brand
En drukken trouw en eerlijk
En dankbaar u de hand.
.Lang zullen w' u niet plagen :
Wc zijn reeds oud en stram.
Ge weet, dat we slechts vragen
Een droge boterham.
Wat soest go en overlegt ge
En lelt uw vingers kiom?
Tien duizend gulden, zegt ge?
KL ei, een mooie som ?
Ze blijft dus /f/v beleeknen,
De eer van land en vlag
Maar als we 't. goed bereeknen
Krijgt, elk 't/'C'" t-ri/t I/PI- ilci'j'.
Als wij van honger sterven,
Daar moet liet heen op 't end
D;ui luide voor onze erven
Mdus ???:!« e.-taineut:
...l.aai i;'.: on-, graf niet spreken :
Verzwijg liefst naam en i-tund ;
Maar zond mis ridderteeken
.Van 't il'i>>/;>i'Htr vaderland."
A L L E R L E I.
jjr ;'.,.//v/> ,'i>nr-'if-/"i/fi'r rail- -!ri/ ])n<lxi'lirn
'Lri-fr. keizor Vi hehn heeft, naar aanleiding
van de aanneming der handelstniktatcn door
ilen Duilseiieii Kijksdtig, den rijkskanselier
Von ('aprivi verheven in den graveiistaud.
Hij hooft hem dus van hoogwelgeboren
hooggehoron gemaaki en toch heeft hij er wel
aan gedaan.
Dochter. Pa, hier is de circulaire voor de
Commissie tot viering van het vierde eeuw
feest van de ontdekking van Amerika.
Jt'cn/eiiier ex JwinntiJHuaas. Amerika! Daar
geef ik geen rooic cent aan. Dat is een
muizenval. Eerst hebben ze me wat laten verdie
nen aan het spek, en toen hebben ze mij te1
pakken genomen met haarlui mooie
Amerikaansche sporen, die er niet waren. Neen,
dank je, geen rooie cent, hoor !
In den Utrechtschen Studentenalmanak
voor 1S!I2 staat Richard Hol in gezelschap
van den heer M. W. Petri opgegeven als
eere-directeur, resp. directeur van de
?/w/vcreeniging Triton!
; Arts. Neem me niet kwalijk, mevrouw, maar.
heeft uw echtgenoot soms het zwak om te
j drinken.
l'roi'/r. Zwak? Ik vrees dat hij er veel te
sterk in is.
Zij. Heere- man, kijk de kleine eens vreemd
kijken. J k geloof dat ze een stuip heeft.
Hij (amateur-fotograaf)? Laat stil liggen
even. Mijn hemel, waar is nu mijn camera
toch.
Zij i sentimenteel). Ach, hoe melancholiek
ziet die vriend van u er uit. Juist als was
hij ongelukkig geweest in de liefde.
Hij. Dat is hij ook. Hij trouwde met een
rijk meisje, dacht, en een week later sloeg
haai1 vader bankroet.
J {echter. Je hebt dien hond dus gestolen?
Beschuldigde. Hij is mij
nageloupenRechter. Maar'de agent zegt dat je een
lever bij je htu.lt.
Beschuldigde (onbeschaamd). Nu wat zou
dat? Iemand kan toch niet zonder zijn lever
wandelen.
Hl ii a cl i i nc r KiiiiTl. Vader, waarom Z3gt men
wel ,;guten ^ppetit'' en niet guten Durst"?
Omdat dat niet nuoilig is.
Realisme at kitiixl. In mijn nieuwe stuk zult
ge echt water en echte zwanen zien. Nog
liever zag ik echte acteurs.
Loterij. Daar kunnen tweeërlei meeningen voor
zijn, of loterijen zedelijk ot onzedelijk zijn. O,
natuurlijk, al naar mate men wint of verliest!
l'rainceniist. Paul! dat doet zeer! ik weet het,
ik zie het wel, dat je niet meer van me houdt.
Maar wijfje, moet ik ja nog moer zeggen, dat je
mijn alles bent V Neen, o neen. ik weet het
wel, van een vrouw met zoo'n luik van een
kan je niet houden !