Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 761
breken heeft hu overgenomen.
Zoo was de kat, die hier op eens voorden dag
. kwam, vooreerst het toonbeeld van een schooier.
H\j was mager als zijn baas; zijn, hier en daar
uitgevallen, pels hing om zyn gebeente als een
Stuk goed dat te droogen hangt over latjes HU
had veel te lyden van den baas, van de vrouw
en van de kinderen. Zijn staart vooral droeg daar
de duidelijke kenteekenen van. Die zag er droevig
berooid uit. Van regelmatigheid in de begroeiing
was geen sprake meer. Hier en daar zaten, als
miniatuur-kokardes, kleine pluimpjes stijve haartjes
bjj elkaar, alsof zij er op geprikt stonden.
Ons katje was ook niet zindelijk, verre van
daar. Ook had hij no* maar n halven snor en
zag er in alle opzichten hoogst vervallen uit.
? Maar zooals de wijze en zooals de straat
jongen was bij van een bewonderenswaardig
gelijkmatig humeur, of liever als hij met rust ge
laten werd, was hij altijd opgeruimd, en als hij
even boos was geweest, werd hij terstond weer
vrooljjk en tevreden.
HU was buitendien gluiperig, listig, diefachtig
en brutaal, zoo als zijn huisgenooten.
De kop in de hoogte voor aan den dunnen
hals, de kale ooren gespitst, de slimme oogen
wj)d open n starend naar het punt waar hij een
buit had geroken, de staart als een zinnebeeld
van moed in de hoogte gestrekt, sloop hn on
hoorbaar, behoedzaam toe, op zijn goore pootjes.
Een oogenblik later zat z\jn hals en kop snuf
felend weggedoken in den eak. Maar toen zag
de baas 'em, en stil zyn eene been van de bank
af wendend, bracht bij zijn voet onder de kat, en
gooide hem zoo de hoogte in dat hij bij de deur
te lande kwam.
De kat had een salto mortale gemaakt, maar
was natuurlek op zijn pooten terecht gekomen.
Een oogenblik had hij noodig om van den schrik
te bekomen, en bleef hij. als in elkander gedoken,
op in-een-getrokken pooten staan om het onmid
dellijk op een loopen te zetten, indien dat noodig
mocht blijken. Daarna schudde hij zijn kop heen
en weer om de onaangename gebeurtenis van
zich af te schudden en vervolgde toen sluipend
sïjn weg alsof er niets geschied ware, den blik
gevestigd op een vogeltje; dat zaadjes op den weg
zat te pikken.
Intusschen had de vrouw op de waggelende
tafel, die nooit geschilderd was geweest, maar in
het gebruik gry's en zwart was geworden, een
grooten gekramden schotel geplaatst, waarin zy den
pot, die te vuur hing, had leeg geschud. Het
eten bestond uit een moes van aardappelen en
fijn gestoofde buitenste koolbladen, met een heel
klein stukje Amerikaansch spek gestoofd.
De man, de vrouw en de zeven kinderen namen
plaats aan de tafel, op de banken en op een paar
rieten krukjes en een stoel, die beter dagen had
gekend. Er gaan veel makke kinderen op n
bankje en met etenstijd waren de kinderen steeds
onder een hoedje te vangen, doodelijk bang dat
zy tot straf een halven dag vasten zouden
oploopen.
leder had zijn stalen vork en allen pikten ze
uit dezelfde schaal, die in 't midden stond. Al
spoedig was de bodem overal duidelijk te zien, en
het duurde niet lang of de schotel was zoo schoon
leeggegeten, met behulp van duimen en wijsvin
gers, dat zelfs de poes geen zweem van een hapje
meer gevonden zou hebben.
Die nu dorst had, mocht in een houten napje
of in zijn handen aan den emmer wat gaan drin
ken
VOOR DAMES.
Historische kapsels. Orchideeën.
Goudleer behangsel. De vrouw in
Amerika. Arme vogels.
In een vorig nummer bespraken wij van het
belangrijk werk ovw het vrouwenkapsel, van Mad.
de Vïllermont, de hoofdstukken, aan de kapsels
der oudheid gewyd. Naarmate de geschiedenis
met meer zorg wordt geschreven, in de Midden
eeuwen, en de missalen met zorgvuldiger bewerkte
miniaturen voorzien, vindt men ook meer bijzon
derheden over dit belangrijk deel van het toilet.
Vooreerst kwamen er telkens nieuwe stoffen in
handel. Al spoedig heeft men naast het goud- en
zilverlaken de verschillende bewerkingen van
zijde; in de dertiende eeuw reeds satijn,
halfsatijn en fluweel. Langzamerhand kwam er gaas,
krip, doorschijnend neteldoek, met strepen van
borduursel, met goud- en zilverstrooisel, bij; men
gebruikte dit alles voor het vrouwenkapsel, het
is de periode van den sluier bij uitnemendheid.
Maar ook de hoeden en mutsen, door de oud
heid weinig geëerd, komen in allerlei vorm. De
mortier en de crépine zijn leelijk, maar de capes,
capotes, capuchons des te mooier. De baret, waar
de haren onderuit golfden, stond gracieus; de
guimpe, het gezicht overschaduwend of omge
vend, verhoogde de zedigheid en deed een lief ge
zichtje nog liever uitkomen; de sluier. In al zijn
variatiën, gaf waardigheid of bekoorlijkheid; de
kronen, kransen, diademen, die den rang aanduid
den, veredelden ook het voorhoofd. Daarentegen
waren er misbruiken : de reusachtige hcnnin, een ge
vaarte van zijden stof, neteldoek en kant. waarmede
de draagster alle moeite had het evenwicht niet te
verliezen; de lionffants, kussentjes, die langzamer
hand de ooren gingen bedekken en in de XVde eeuw
tot twee groote monsterachtige horens aangroeiden.
Een prediker uit dien tijd zegt: Zie die vrouw
eens, die aan den duivel behoort! Zij ontziet zich
niet, de haren te nemen van een doodo, van
iemand die wellicht in het -vagevuur ot in de hel
vertoeft, om er de horens, de kenteekenen van
den duivel, mee r,a te maken!'
In de veertiende en vijftiende eeuw, met al den
rijkdom van Vlaanderen, Bourgondie en Venetië,
hebben de vrouwen geheele gebouwen, torens
van goud en edel gesteenten, op het hoofd Het
was weer mode geworden blond te zijn; in de
rekeningen van Blancbe de Bourbon leest meu:
een zak om de asch voor de haarwasschingen in
te bewaren." Bij het blonde haar behoorde blank
vel en allerlei kunstmiddelen: krokodillendrek,
gedroogde wildezwijnshersens, tanden van een
hoorns, met safraan en Arabische olie gewreven,
al wat maar vreemd was en van verre kwam.
In dien tyd kwam ook de birette, geheel een
valhoed, maar van kostbare stof, en de escoffion,
een bijvorm van den hennin, met edelgesteenten
bezet. Het gold als schoonheid, onder een breeden
escoifion, een boog blank voorhoofd te kunnen
toonen. Daartoe liet men zich de haren van het
voorhoofd en de slapen uittrekken; dan werd, met
koordjes en tangetjes, het vel onder een kapje
naar boven getrokken, hetgeen een werkelijke
marteling was. De hennin had verschillende vormen,
rond en naar boven wijder wordend, als een
trechter, met een kroon er boven op (Isabeau
van Beieren), puntig, met een sluier er aan (dit
is na 1440 het gewone type geworden), met
ijzerdraad en baleinen omhoog gehouden,
vlindervormig, peervormig, cylindervormig, soms met af
hangende zijstukken van donkere stof, met spira
len van kant, edelgesteenten en bont; tegen het
begin der zestiende eeuw verdwenen ze in de
landen der mode.
De Renaissance kwam en de weelde werd er
niet minder op. Onder Frans I droeg men capu
chons met franjesgen staarten, die op den grond
sleepten. Daarna ere kleine fraaie Spaar,sche toque,
met een zoompje van juweelen en een klein piketje
veeren, die ook Maria Stuart op een harer por
tretten draagt. Maar het typisch kapsel der zes
tiende eeuw is de cale, de huif, met een punt op
het voorhoofd, en boven de slapen wijd uitstaande.
Men vindt ze op honderde portrettenin alle standen.
eeuwen later droegen de burgervrouwen er nog
een overblijfsel van.
In Frankrijk intusschen ging men verder. Hen
drik III vond iederen dag nieuwe kapsels uit.
Hij kapte zelf de koningin en zich zelf; er be
hoorde blanketsel bij, en men overdreef dit zoo,
dat men niet enkel de lijnen der aderen met zwart
en blauw crayon aangaf, maar ze zelf van zwart
tal uitknipte en tegen de slapen plakte, om zich
mooi te maken. Daarbij mouches zoo groot als
een rijksdaalder, en juweelen in de ooren.
Als reactie tegen deze overdrijving droegen de
dames der Ligue enkel donker laken, zwart of
bruin, en een kap van zwart fluweel, waaronder
het haar glad werd opgestreken. Maar haar ver
zet was vergeefs, de Spaansche mode met den
stijven vertugadin, de hooge dofmouwen en den
breede stijven kraag overwon, en ook de kapsels
bleven uitbundig, tot Anna van Oostenrijk een
geheel nieuw kapsel inwijdde, gracieus en echt
vrouwelijk. Men vindt het op haar portretten, op
die van Mad. de Sévigré. Madlle deScudéry en nog
veel later. Het was: de haren plat midden op
het hoofd, van achteren een ronde chignon, niet
te groot, en op zijde twee touffes gekroesde ha
ren. De chignon heette culbute; het is hetzelfde
kapsel dat men in de eerste helft dezer eeuw
droeg, met lange krullen (anylaiseti) in plaats van
de gecrepeerde touft'es. Er behoorde een
garcettebij, een randje poi y-haar of franje van kleine
frison?.
In dezen tijd, 1635, verscheen de eerste dames
kapper. Champagne. Deze kwast", vertelt
Taliemant des Réaux, wist door zijne behendigheid
en orbeschaamdheid, zich door alle vrouwen te
doen naloopen en vleien. Haar zwaMiaid deed
hem zoo onuitstaanbaar worden, dat hij haar da
gelijks honderd impertinenties zeide. De eene
liet hij half gekapt zitten; anderen wilde hij, na
haar den rechterkant gekapt te hebben, niet verder
helpen, als ze hem niet kusten."
* *
De manie voor chrysanthemums en voor pioenen
heeft die voor de orchideeën nog niet verdreven.
In Engeland zijn verzamelingen die honderdduizen
den guldens vertegenwoordigen. De grootste verza
melaars zijn de politicus Chamberlain, eenzekere
baron Schröder te Egham, en een Sir Trevor
Lawrence. Een heer Measures te Streatham heeft
ook eene enorme collectie, maar enkel
cypripedium's, de heer White, te Ardarroc, enkel
Cattleya's, en onder deze het grootste exemplaar, dat
ter wereld bestaat.
Onlangs heeft te Londen een merkwaardige
verkooping plaats gehad. De oudst bekende soort der
Cattleya's, een mooie sterke plant, C.labiata
autumnalis, heette sedert vijftig jaar uitgestorven en men
heeft haar weer ontdekt. Het was onder de lief heb
bers een sensatie zonder wederga. Exemplaren die
dor en gekneusd waren, brachten nog van 5 tot 20
pond op. Een andere soort werd ook met succes
aangeboden, misschien om het verhaal dat er bij ge
daan werd. Het was de ElephantMoth Dendrobe",
of Dendrobium Phalaenopsis Schröderiamirn. De
man die ze uit Nieuw-Guinea inporteerde, ver
telde erbij, dat de plaats waar hij ze gevonden
had, door de inboorlingen gebruikt werd om ook
hun' doode broeders in te planten," en dus het
omwoelen van den grond heiiigschennend en zeer
gevaarlijk was. Hij had hun bezwaar tcch met een
groote uitgave aan kralen, koperdraad, keUirgen,
spiegeltjes, enz. overwonnen, maar zij hadden
bedongen, dat met de planten een hunner af
goden, een houten fetiscb, mee naar Europa
zou reizen. Toen was er nog rondom de kisten
een krijgsdans en ee;ie reeks van plechtigheden
gehouden, en men bad afscheid ger.omen. Inder
daad bleek, toen de kisten geopend werden, dat
een der orchidei inplanten zijn wortels in
eeupapoea-schedel bad g.r.iö-tekl. 1)3 verkooping bracht
ver over de tweeduizend pond op; ook de bege
leidende afgod werd verkocht, voor een guinje.
* * ? i
Naar aanleiding van ecu iKiriclu, omangs uoor
ons uit een K'.igelsch blad overgenomen, wijst IIM.ÜI
ons op de Lincrusta Walton", een
goudleerbchangsel van Schotsen fabnhpaf, waarvoor de tirma
Wijdoogen Janz., Lelicgracht 10, alhier, agent K
Wij zouden betwijfelen of tut bet bedoelde wa«,
omdat de Liucrusta Walton reeds een jaar of
twaalf in den handel is, en in Engeland voor
buizen in stijl'' heel vee! gebruikt wordt, maar
naar d f, stalen en do lijst van patronen is het
niet venvojidorr'jk dat hot fabiikaat de aandacht
trekt. Vooral tió p'iti'onc.i, door do Frans-die
filiaal der iabriok govaaakt, vallen op bet vasto
land in den smuak. Du Linerusta'' bootst zoovel
goudleer als grstieduii limit en faïsnce r.;;; men
kiest dus bij elkaar hut goud..eer-behangsel, de
friezen, lamiiriseeiingcn, lijsten, pancelen, alic-s
van hetzelfde fabrikaat. Onder de 70 patronen
dio het album geeft, kaa n.en reeds R Mvissauc:-,
Venetiaansch en Per/iisdi, Japnnscb en Momx.ij,
Ilenri II, Frareois Ier, Louis XIII, XiV, XV en
XVI, Alhambra en Smyrnaasch kiezen ; maar er
komen nog telkens ni«uwere patronen bij.
In het Decembernummer van The Forum geeft
miss Alice Rhene een overzicht van hetgeen de
vrouwen in Amerika door haar ai beid en
aaneensluitftig verkregen hebben :
In vijfentwintig jaren hebben zij in achten
twintig staten der Unie het recht verkregen, over
schoolzaken te stemmer, als dok;er en oppasser
in hospitalen op te treden, als regentes in stads
gevangenissen en politieposten de vrouwen hulp
te verleenen. In twee staten hebben zij gelijk
stemrecht met den man; in verscheidene andere
alleen wat hervormingen in de gemeenteadmi
nistratie betrett. Scholen en colleges, die haar
in vroeger tijd den toegang weigerden, zetten nu
de deuren wijd open, om haar kennis te laten
vergaren."
Eene firma te Londen bestelde dezen winter
32,000 lijkjes van zangvogels, 80,000 watervogels
en 800,000 paar vleugels. Op ne veiling aldaar
werden 404,389 West-Indische en Braziliaansche
vogels verkocht, en 358,389 Oost-Indische,
ongerekend de duizenden fazanten en paradijsvogels.
Eenige soorten zijn dan ook in een paar jaar
reeds zoo goed als verdelgd; de Smyrnascbe
aleyon, een juweeltje, is geheel in de strikken
ondergegaan; en op de markt, waar men nog
niet weet dat het de laatste zijn die verkocht
worden, gelden zij een halven shilling. De vogels
worden in den paartijd gezocht en levend gevild,
omdat dan de kleuren schitterender blijven.
De vereeniging tegen het dragen van kleine
vogel?, door de hertogin van Portland opgericht,
telt nog maar 950 leden.
Aan de universiteit te Leipzig heeft men, naar
de AerMiche Rundschau meldt, eindelijk aan de
eischen der d&mes, om ook de colleges der medi
sche professoren te mogen bijwonen, toegegeven.
Toch heeft men ondei scheid willen maken: de
dames, meest Engelsche en Amerikaansche, be
talen namelijk geen collegegeld. Door dezen vorm
van vernedering zullen de ijverige studentinnen
zich allicht niet laten tegenhouden.
E-e.
Allerlei.
Monsieur de Paris. De beul van Parijs, mon
sieur Deibier, heeft plan zijn pensioen te nemen.
Niet dat de zaken slecht gaan, integendeel. Met
het verval der zeden komt er voor den guillotineur
steeds meer te doen. Maar monsieur de Paris''
is oud en vindt het aangenamer, op een villa te
Auteuil of Ville a'Avray zijn kool te gaan planten,
visschen en kippen houden, dan de guillotine te
verzorgen. Als Deibler's opvolger is zijn eerste
knecht, Berger, aangewezen, en de cliënten zullen,
naar men hoopt, over dezen even weinig klagen,
als zij het over zyn voorganger deden. Slechts
218 personen heeft Deibier geëxecuteerd, en dat
steeds kalin en correct. Alleen in den eersten tijd
heeft men eenige onzekerheid bij hem opgemerkt,
wellicht l'émotion inséparable d'un premier début",
en de vrees voor de aanwezige critici, de journa
listen, die niet zenden nalaten, den volgerden dag
in hun bladen ieder van zijn misgrepen te ver
kondigen. De oene misdadiger maakt het den
patron de la butte" natuurlijk gemakkelijker dan
de ander; het gebeurt niet vaak, dat deze woor
den hoort als: je dcsira vivement. monsieur, que
vous me guillotinassiez" men wordt verzocht
op den imparfait du subjonctif te letten.
In het gewone leven is Deibier beschroomd;
als een rechter tot hem spreekt, antwoordt hij
met moeite en zoekt naar woorden, als een school
kind. Deibier woont met zijne vrouw en zijn
zoon', die een zijner helpers is, in een eenvoudi
ge woning' in de rue Vicq d'Azir, in de buurt
van den boulevard La Villette. Het ameublement
is er heel eenvoudig; op de schrijftafel van den
heer des huizes vindt men eene reeks souvenirs,
van allerlei geëxecuteerden afkomstig; hun por
tretten staan erbij. Op den schoorsteenmantel,
onder een stolp, ziet men eene guillotine in
miniatuur; aan een der muren hangt eene viool,
want Deibier is een uitmuntend violist en houdt
heel veel van zijn instrument. In de woning
wordt bijna nooit een vreemdeling toegelaten;
schelt een ondernemend reporter aan, dan wordt
de deur op een kier geopend, en over een dikke
veiligheidi-ketting heer, roept het dienstmeisje:
tnijiiheer is niet thuis."
Deibler's leven is geregeld als een klok. Hij
staat vroeg op, brengt den ochtend door met vi
oolspelen en lezen, dpjcuneert en familie en gaat
dan, te voet, r,aar de loods in do rue de la Folie
Keg'nault, waar de guillotines worden bewaard.
Er°zijn er twee, de groote Lom'sette," die te
Parijs werkt, en een kleinere, die voer de
fxetumoet dus weer de provincie bij de hoofdstad ach
terstaan.
Den gansenen namiddag brengt mor.ricur Dei
bier bij de twee machines door, o,u poetst en
huj mort er aan. Nu en dar, houdt hij i-.c ook
rcpoj titie mee, en kort voor eer.e terechtstelling zelfs
eene generale repetitie n:ct al zijn persrr.ocl.
: Dcibler's vrouw is een goboren n!,u!ein;;ise!'e
j liasc-r.oeuf, de dochter van den boni van Algiers
mou kan dus n in t zoggen dat Duibh r zie!;
gemesaüieo.rd hooit, l'it dit huwelijk \v Hen _,h.cb!s
twee kinderen gt boren, de zoon me in zij u
vadeis \ak wordt opgevoed en eer.e dochter
Chlotilde, die een allerliefste brunello moot
«oweos-t zij", en, zovei.tie-n jaar oud, i-, ovorlodoo.
Dit verlies tro!' >icn va lor zooi' M:iar;oli:k; liet
wordt ais ctv. 11 o r oov/aLen v:i:i PoüirOi .<
oi.t-lagkennis, dat de ander meende, een hoog
ambtenaarvan de administratie der gevangenissen voor zich
te hebben.
Men kwam aan het station, en de industrieel,
zeer ingenomen met het gesprek, noodigde den
vreemdeling uit, den avond bij hem door te bren
gen. Hij zou juist eenige vrienden ontvangen.
De scherprechter accepteerde, en 's avonds kwam
bij, in het beste humeur, bij zijn reisgezel aan,
behoorlijk in den zwarten rok gedost. Men stelle
zich de verbazing der andere gasten voor, toen
hij geannonceerd werd: monsieur Deibier." De
stemming der gasten daalde beneden nul, de
partij liep al heel spoedig af. Waarschijnlijk ten
gevolge van deze, toch niet
onbegrypelijketeleurstelling, is monsieur Deibier geheel
menschenschuw geworden.
Het mooiste en rijkste Jiuis van de Piazza di
Spagna te Rome is.Zondag morgen geheel afge
brand. Het had als drie voornaamste bewoners
eene gravin, bloedverwante van den hertog
van Gaetani, burgemeester van Rome, een rijken
Engeltchman, Moore genaamd, en een schilder van
Europeeschen naam, Hermann Corrodi. De be
woners hebben, behalve het leven, niets ge
red; juweelen, effecten, zilverwerk, oude kostbare
schilderijen en zeldzame meubels, cassetten met
Brabantsche kant, alles is een prooi der vlammen
geworden; de schade bedraagt meer dan 2
millioen lire.
De schuld van de groote schade rust op de brand
weer. Op het eerste signaal verschenen vijf man
met een handspuit. Zij konden de kranen der wa
terleiding niet vinden; de spuit bleef een vol
uur werkeloos. Toen riep men versterking in,
die na drie kwartier kwam, en de dunne stra
len nauwelijks zoo hoog als de vlammen kon krij
gen. Toen de stoomspuit kwam, was het gansche
paleis een vlammenhoop.
De bevolking van Rome, en al de bladen, zijn
verontwaardigd. Er schijnt dan ook voor de vei
ligheid van personen en eigendommen niet de
minste zekerheid te zijn.
De brandweer is een toevluchtsoord voor allerlei
onbruikbare oude Romoi di Roma''; met hun
helmen, en unitormen figureeren zij in alle op
tochten; maar wat blusschen betreft, denken zij
alleen om de hitte van hun dorstige keel. Het
blad Don Cliisciotte geeft een satirieke plaat,
waar het vijftal rondom een brandspuit staat en
zegt: De straal reikt niet tot de derde verdie
ping; wij wachten dus tot de eerste verdieping
aan 't branden is".
In Duitschland, bij boerenbruiloften, is steeds
de verkwisting in evenredigheid met het vermo
gen der familiën. Bij een huwelijk te Gleinicke bij
Hernsdorf, dezer dagen gevierd, waren 150 per
sonen genoodigd, en om dezen geen gebrek te
laten lijden, had de vader der bruid, behalve vele
kippen en eenige honderde porden karpers, een
koe, eenige kalveren, twee varkens 'en veertig
ganzen laten slachten. De wijn vloeide in stroo
men en de kleeding der dames streefde naar ver
blindende pracht.
Naar wij vernemen heeft de burgemeester mr.
S. A. Vening Meinesz het Onderling
Diamantslijpers Weduwen en Weezenionds alhier, dat
sedert 1847 in een werkelijke behoefte voorziet,
onder zijn bescherming genomen,
Tengevolge van de goedgunstige beslissing der
directiën van het Paleis voor Volksvlijt en van
de Kon. Vereeniging Het Ned. Tooneel zal op
16 Maart e.k. ten bate van bovengenoemd fonds
de 32e jaarlijksche benefice-voorstelling gegeven
worden, waarbij opgevoerd zal worden het drama
Se Koerier van Lyon.
tien'in de provincie wordt mer-irononu n. Ook bier l
Ingezonden.
Gcachte Redactie.
Mag ik u, omdat ik er niet best tegen kan,
juist zulke kleinigheden niet te begrijpen, een
verklaring vragen van een klein voorval, waar ik
nu niets van vat. Verleden Zaterdag vroeg ik
aan het spoor aan een kranten jongen het Week
blad. De jongen krijgt gewoonlijk een fooitje van
me, en heeft dus geen reden om aan mijn vraag
geen gevolg te geven. Maar tot mijn verbazing
zei de jongen, in plaats van zich te haasten mij
den Groenen toe te reiken: Neemt u liever het
Ilamhhbliifl, meneer, dat is veel mooier". Nu
heb ik, eigenlijk sezead, ook wel eens dagen dat
ik het IIun'l.elMad begeer boven Uw krant,
l geachte relactie. maar ik vind toch niet dat
j zoo'n jongen mijn smaak hoeft te drillen. En ik
i vraag u: wat heeft die jongen er voor belang bij,
! zoo mal te doen?
Hoogachtend,
i Uw bestendige lezer:
A. B. C.
Wij kunnnn hier moeilijk aan op?flt denken.
De kiMutenjongea zal eens aardig hebben willen
zijn, en dat is iemand te vergeven, die dagelijk
i met zooveel aardigs onder den arm loopt.
IiKD.
Reclames
40 fents per regel
Magazijn Keizershof",
volgende: Hij ging n.iar eene !-:H: c pi^-, ,T<. ,VMU,!,
| waar hij dra volenden uag oen v>.".?:?"!,-? ..J.M.-oos!
exu-uleereü. cu snaalifo in (ie ? 'ro;:i ncyns ic.t
een mijnheer X.. ee;i ile;1 yroo'.o oo'<i ?'? :"o!t;-i i;i
het sta':jo. T.is-Ahoh <!<; t'.voo h cc iv:\ fo.Ktci ;i een
gesprek; de schei prerhu-r, aneV.'r; i:;< r^iuixioit,
babbelde ro,; over hei strafrecht met zoovcc! zaak
Grooh> s:>rta.;ring STOFFEL. Sorties,
Eaharpes, Kuehes, iriudsdiiMTi e:i Kousen voor
Bals en Soirees,
SCÏI ADM & O L D K N KOT T.
;-!« v >K"1 <\ )lCI-''"*rr van
i Dr T^Eï-ER's Oriïr \orrn. Wolartikelen.
i " K. F oaJSCHLE-BENGER.
' Knh-c.-airnal 157, Amsterdam.
| Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland