Historisch Archief 1877-1940
No. 762
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Tien jonge meisjes kwamen aanloopen, en reik
ten er naar.
Ik juffrouw! ik! ik!"
Hier, Lucie, jij bent de netste. Jy mag hem
maken, maar pas er goed op, de japon moet on
berispelijk z\jn, geen kerfje in het satijn."
Het werkstertje bloosde van genoegen.
Het is voor een net zoo groot als jij."
Ik zal mijn best doen, juffrouw", zei Lucie.
Zij ging met het stuk satijn naar haar plaats.
Altgd een buitenkansje voor jou !" riepen de
anderen. Hoe kan het nu oMt blijken of wij ze
«ven goed maken, als we er nooit een te maken
tr\jgen?"
Lucie antwoordde niet, deed een groot wit
boezelaar voor, witte mouwen aan, en legde op
?de werktafel een groot stuk ueteldoek, om het
satijn te sparen.
Rondom haar werd gemompeld: ze is
?grootsch! waarom wil ze zoo graag trouwjaponnen
maken? 't Is lastig, 't is besmettelijk, je moet er
laat voor opblyven."
En dan, het brengt ongeluk aan; wie trouw
japonnen maakt, trouwt niet, of wel pas zeven
jaar later."
En jij, die wat graag een huishoudentje
zou hebben," zei een ander.
Lucie keek op.
Dat heb ik nooit gezegd!"
Neen, maar dat is wel te zien? Je gaat
altoos kijken in de kerk als er getrouwd wordt...."
Trouwen gaat zoo gemakkelijk niet/' zei
Lucie.
Dat hangt er van af, hoeveel pretentie je
maakt! Maar jy zoudt niet den eerste den beste
nemen; je bent zoo grootsch ..."
Wou je me dat laten nahouden?" zei
Lucie, terwijl ze met een glimlachje aan 't werk
gingMaar in zich zelve mompelde zij zachter:
Maar waarom ook niet.... grootsch?"
* * *
Twee dagen gingen voorbij, al piekende. Lucie
zat in stilte te werken, de handen onder de
bouillonnés en de strooken point d'Angleterre
begraven, en genoegen vindend in het kraken der
stof onder de naald en het glinsteren onder de
lamp.
Zeker een mooi meisje, die bruid."
Er was een spiegel op het atelier, en zij kon
zich er in zien,bleeke lippen, een tenger kleurloos
gezichtje, ziekelijk en zonder gratie, alleen met
twee mooie zwarte oogen.
Och, ik ben te lealijk, dan dat hij ooit van
mij houden zou, en toch..."
En de oogen even sluitend zag zij dien glim
lach weer, die haar sedert twee jaren iederen
ochtend verkwikte, die halve groet van eene hand
vol ringen, die zwarte knevel, dat heldere vriende
lijke oog, waarnaar zij 's morgens al uitkeek, op
den hoek van de rue de la Paix, voor een juwe
lierswinkel.
Hij is te mooi, te rijk voor mij, natuurlijk,
en toch... wie weet?"
En zij wond zich op met een kinderdroom,
met den koningszoon die het herderinnetje trouwt.
En waarom zou dan die juwelier niet een naai
stertje trouwen?...
Eensklaps hoorde zij roepen:
Hoe is het met de japon, Lucie? Haast
je wat, de dame is beneden."
Nog een paar steken, een zoompje, juffrouw,
en u kunt hem krijgen."
Zij was bang geweest, dat men hem haar zou
afnemen. Zij keek rechts en links, iedereen was
aan 't werk. Toen boog zij het hoofd ter zijde,
en trok zich dan achter, uit de krulletjes in haar
nek, een haar uit, een lijn haartje, midden in den
nek, daar waar zij, uit de praatjes dor anderen,
??wel wist dat kussen gegeven worden. Toen
zij het haar tvmchen den nagel van den duim en
dien van den wijsvinger had, zoo teer en krullig,
zoo dun dat de kleur niet te onderscheiden was.
scheen zij zich even te schamen en keek, de hand
in de plooien van het satijn gestoken, om te zien
of niemand op haar lette. Maar niemand keek op.
Vroolijk en voorzichtig schoof zy nu het haar in
het zoompje, rekte het er glad in, maakte voor
het haar e>n satijnen kistje, en toen het er netjes
in zat, naaide zij de eindjes vast met een ijver
en vuur, dat hare vingers over de stof schenen
te vliegen.
Nu," zeide zij, als het waar is, dat het
geluk aanbrengt, een haar in een trouwjapon te
hebben, dan ben ik zeker dat hij mij zal liefhebben."
* * *
's Avonds was de japon, die s morgens aange
past was, klaar, en kon afgeleverd worden.
Je moet me het pleizier doen en haar zelf
gaan thuisbrengen," zeide de première". Het
is in je weg; de knecht heeft veel boodschappen,
dus hij komt zeker laat thuis. De dame wacht
er op. En je weet, daar wordt gewoonlijk een
fooitje voor gegeven."
Lucie zette haar hoed op, deed vroolijk haar
manteltje om, speldde de japon ia een witten
doek en verliet het atelier.
Wie haar zoo vlug had zien loopen, zou ge
zegd hebben, dat zij niets droeg; van genot sprong
zij over het trottoir met de japon op haar arm
en dacht er aan, dat mirgen haar hair, achter
de bruid aan, over de tapijten en loopers door de
kerk zou sleepen. Arm haartje, haar van een leelijk
meisje l Het zou, in zijn zoompje, de plechtig
heid meemaken! In zijn witte gevangenis, zou
het door de gaatjes den bruigom zien, de geluk
kige ouders, de twintig kaarsen, de bloemen in
stapels achter het altaar rijzend, het zou het or
gel hooren, de bruid zou, om het te sparen, als
zij knielde, haar japon een weinig opnemen...
Ik ben er al!" zei zij opeens.
Zij ging binnen. Het portaal was vol bloemen.
Het was zeker de soirés ter gelegenheid van het
teekenen van het huwelijkscontract.
Een knecht kwam haar opendoen en liet haar
in een kleinen salon vol bloemen en licht.
De juffrouw komt bij je; of je een
oogenblik wil wachten."
En de bruid kwam, huppelend, in een rose
japon en vol verrukking.
Laat eens kijken, laat eens kijken!"
Lucie spreidde op de canapéden sleep uit en
S het corsage met oranjebloesem.
Het bruidje klapte in de handen.
Kom eens kijken, Louis; 't is toch voor
jou, dat ze me mooi maken!"
i Lucie keek haar aan .... De bruid was niet
mooier dan zij, maar de uitdrukking van geluk
maakte haar stralend en bekoorlijk.
Kom eens mee, kom eens kijken!"
Louis kwam binnen, zag beleefd de twee meis
jes aan, en terwy'l de werkster het hoofd boog
over de japon, om de plooien een duwtje te geven,
keerde het bruidje zich om, en zei zacut:
Ik moet het meisje wat geven..."
Louis had het gehoord; en kwam haastig vooruit.
Zeker niet; dat moet ik doen. Asjeblieft,
jufje."
En bij de deur haalde hij een muntstuk uit
zijn vestzak.
Lucie keek op. Zij herkende den juwelier. Zij
herkende zelfs zijn glimlach, zijn vriendelijken
winkeliersglitnlach, waarin zij zich iederen morgen
zoo vergist had.
Asjeblieft, juffrouw. Tot ziens."
De deur ging achter haar dicht; Lucie bleef
onbeweeglijk staan en dacht er niet aan, de trap
af te gaan. Haar beide handen drukte zij op de
borst.
Het doet zeer..." zeide zij.
Door de beweging was haar hand opengegaan
i en het vijffrancstuk viel van de trappen, de eene
j verdieping voor, de andere na.
j 't Is waar," zeide zij droevig, ze hadden
gelijk; ik was te grootsch."
KLANKEN ALS KLEUREN.
Proeve van Verklaring
door W. OTTO.
Dat zal ik je trachten uit te leggen," zei my'n
medische vriend, met al ket gewicht van iemand,
die overtuigd is, dat een wetenschappelijk ant
woord op de gedane vraag boven mijn horizon
zou gaan, en ik kan het je al niet duidelijker
maken dan door de vergelijking, die jaren geleden
reeds gemaakt en sinds dien tijd tallooze malen
herhaald is. De gelukkige inval is dus niet van
mij, zooals je allicht denken zoudt, omdat die
juist valt binnen de grenzen van je vakkennis.
Het is alleen een toeval, dat ik het jou onbe
kende aan het bekende kan vastknoopen. Je moet
je dan dat zenuwstelsel hierover liep de vraag
voorstellen als een uitgebreid telegraafnet. Geen
vlek, geen dorp, geen gehuchtje is overgeslagen.
Overal, in n woord, zyn kantoren, die van
iedere gewaarwording, van iedere impressie,
dadelijk bericht zenden naar het hoofdkantoor,
het groote centraalbureau, de hersenen, waar zij
allen worden opgenomen en aan den
geadres1 seerde, ons eigen lieve ik, worden afgeleverd.
Als je wat ziet, proeft, ruikt, hoort of voelt, dan
zijn dat allemaal overgeseinde gewaarwordingen.
Als ik je b.v. op de teenen trap, gaat er dadelijk
een dépêche naar het hoofdkantoor om je met de
veroorzaakte pijn in kennis te stellen. Wordt nu
zoo'n zenuw op een bepaalde plaats en onder
zekere omstandigheden doorgesneden, dan kan
het bericht niet passeeren, en zoo zou het moge
lijk worden, dat ik je op de teenen trap, zonder
dat je er iets van merkte, omdat er dan storing
is tusscheu het kantoor van afzending en het
centraalbureau. Je ziet dus, dat de vergelijking
van zenuwen met telegraafdraden heel scherp
zinnig gevonden en heel duidelijk is."
Heel mooi," zei ik, en vooral die storingen
gaan alleraardigst op. Maar een draad kan niet
alleen breken, hij kan ook met een ander in
contact komen, waardoor een telegram, op den
eenen draad geseind, op den anderen overloopt,
wat meestal tot misverstand en allerlei verwarring
aanleiding geeft, zooals je wel begrijpen kunt.
Stel je eens voor", zei ik schertsend, dat derge
lijke contacten ook bij de zenuwen plaats vonden,
dan zou je toch deerlijk van de wijs raken, want
een telegram van js oor, een geluid dus, zou als
van je oog komend, dus als kennisgeving van een
kleur-impressie het hoofdkantoor bereiken. Wat
je ziet, zou je meenen te hooren; wat je voelde,
zou je zien, en wat je hoorde, zou je proeven.
Daar zou geen sterveling meer uit wijs kunnen
worden."
Mijn vriend lachte om dien d wazen inval, zooals
hij het noemde, en maakte toen, ernstiger ge
worden, de zeer juiste opmerking, dat men een
vergelijking nooit tot haar uiterste consequentie
mag doorvoeren. Stel je gerust", zei hij, als
we de zenuwen met telegraafdraden vergelijken,
dan wil dat nog niet zeggen, dat ze aan dezelfde
storingen onderhevig zijn, en van zenuw-contacten,
zooals jij je die voorstelt, heb ik nog nooit ge
hoord."
Maar ik wel van verschijnselen, die alleen door
het aannemen van dergelijke zenuw contacten te
verklaren zouden zijn. Luister. Al de jongere
schrijvers, die er zich op beroemen een nieuwe
kunst voor te staan en dan ook al het oude, alles
wat vóór hen geweest is, met een minachtend
schouderophalen bejegenen, beweren, dat zij, in
hun zooveel fijner waarnemingsvermogen de ver
schillende geluiden niet alleen hooren maar als
kleuren zien. Ook andere impressies komen tot
hen in kleuren en een van hen verhaalt zelfs,
dat de indruk, dien een boek op hem heeft ge
maakt, hem in een kleur of in een mengeling van
kleuren voor oogen staat."
Dat is geen wonder, en daarbij behoeft men
nog niet aan zenuw contacten te denken; het is
mij zelf wel gebeurd, dat het my' by het lezen
groen en geel voor de oogen werd. Groen en geel
voor de oogen worden in de beteekenis gebruikt
van duizelig worden, verbysterd geraken. Met
dat eigenaardig gebruik van de kleuren in onze
taal dienen wy bij het bespreken van die kleur-,
impressies rekening te houden. De kleuren spelen
in onze spreekwazen een groote rol. Nu eens ge
bruiken wy ze in haar eigenlijke beteekenis, dan
weer dienen zij ons tot zinnebeelden. Zwart is
rouw, droefheid. We spreken ook van iemand,
die een zwart gezicht zet; van iemands zwarte
gedachten, in tegenstelling van wit, dat de be
teekenis heeft van reinheid, onbesmetheid in de
eerste plaats, maar ook blijheid, geluk, onschuldige
vreugde beteekent. Zoo zegt Vondel in zy'n
Lykkrans voor mijn Dochtertje":
De felle Doot, die nu gheen wit magh aien
Verschoont de grijze liên.
en in zijn Altaergeheymenissen" roept hij uit:
o, driemaal wiftedagl terwijl hij in zy'n Harpoen"
iemand wit, d. i. gelukkig roemt, omdat hjj
d'arghernissen" vermeed. Er zijn juffertjes, die
van lichtzinnigheid verdacht worden, omdat ze
zoo ivitjes lachen. Iemand wordt van drift of schrik
zoo wit als een doek, en dat is zeer ongezond
voor menschen, die reeds zoo wit zy'n als een
duif. In de Schrift staat rood als scharlaken, van
zonden gesproken, tegenover het wit gewasschene;
aan de speeltafel staat rood tegenover zwart, en
in de politiek gaan roode republikeinen en zwarte
internationalen dikwijls hand aan hand. Iemand,
die een blauwen Maandag bij een vak is, weet
er nog niet veel van, is eigenlyk nog groen. Die
zy'n groene bruiloft viert, offert aan het blauwe,
d. i. het ideale, en laat alles, wat hem aan dj
blauwe scheen, die hij vroeger eens heeft geloopen,
herinnert, maar blauw, blauw,W»ax een vermenging
van geel, oranje en rood voor ons gevoel te zwak
is om. den gloed der zon te vertolken, nemen wjj
onze toevlucht tot de metalen als middel tot
vergelijking, en wij spreken van de gouden stralen
der zon en van het zilverlicht der maan, ja, de
sterren worden diamanten, op het donker-azure
hemelkleed met milde hand uitgestrooid. Hier
hebben wij alleen het oog op het uitwendig voor
komen. Maar ook de waarde dient ons tot ver
gelijking in: spreken is zilver, zwijgen is goud.
Een hart van goud is een edel, rein, innig goed
hart en een zilveren stem is welluidend en
klankvol. En zoo zou je, al zoekende en sn ff Blende
nog wel meer kunnen vinden. Maar ge oeg om
te bewijzen, dat de kleuren in onze spreekwijzen
zijn opgenomen, en niemand zal, dunkt mij, dwaas
genoeg zijn om te gelooven, dat ik bij de uit
drukking: hij is nog groen," of hij is een roode",
iets anders meen dan: hij weet er nog niet veel
van, hij komt pas kijken, of hij is een radicaal
van de ergste soort. Aan kleur als kleur wordt
hier volstrekt niet gedacht. Men moet van goeden
wille zijn.''
Juist. Al die uitdrukkingen hebben in onze
taal het burgerrecht verkregen, en iedereen verstaat
ze. Maar niet als zoodanig wenschen de nieuwere
schrijvers die kleuren te gebruiken, neen, bij hen
is het noemen van een kleur het middel om een
impressie te vertolken, niet van wat zij hebben ge.
zien, maar van wat zy' bobben geh«ord. Ze vertellen
niet meer, zij beschrijven niet meer, maar in na
volging van het classicaal bestuur, doende wat des
SCHAAKSPEL. 311» Jaargang.Redacteur RUD. J. LOMAN. Mira Lodge, Deronda E(ad, Ilerne Hill, Londen. S. E. Verzoeke alle mededeelingen deze rubriek betreffende, aan nevensgaand adres te richten.
No. 121.
Zwart 7 stukken.
a b c d e f g h
Wit 4 stukken. Wit geeft in 3 zetten mat.
Heeren abonné's die aan den oplossings-wcdstrijd
van 1892 wenschen deel te nemen, wordt hierbij
herinnerd dat de oplossingen der Januari-problemen
op Maandag 8 Febr. aan din redacteur te Londen
moeten worden verzonden.
De verzending heeft steeds iederen tweidenMaan
dag van elke maand plaats; dit geldt voor 't
geheele jaar.
De redacteur looft de volgende prijzen uit: Een
complete jaaigaog (1892) van Deutsche Scliach
Zeitimg", Düutsches Wochensehach", Cliess Monthly'',
British Chess Magazine" en van Plantiju's geïl
lustreerd Maandblad voor Nederland.''
CORRESPONDENTIE.
S. v. G. te 'a Hage. Alles in goede ordo ontvangen.
Uw zwager had helaas n winstpunt te weinig om
voor een prijs in aanmerking te komen. Een volgend
keer beter.
A. v V. te Den Helder, 115 en 116 moet zijn: 117
en 118. U behoeft ons nn alleen nog de oplossingen
van 120, 121 en 122 op 9 I'ubr. te doen toekomen.
Doe uw best eens in Den Helder voor onzen Ned.
bond, een afd. aldaar zou zeer gewenscht zijn.
L. H. D. te G. Uw medewerking verheugt ons
zeer. De nieuwe schikking zal u stellig beter bevallen.
Dr. P. te U. Hartelijk gelukgewenscht!
CORRESPONDENTIEWEDSTRIJD.
Wegens 't uittreden van den heer Kapteijn, wiens
plaats door den heer Deelman uit Groningen wordt
ingenomen, is een kleine verschikking noodzakelijk.
De heer Geverding's plaats in groep B wordt door
?den heer Doelman ingenomen, die van den heer Vink
in groep C door den heer GeTerding, van den heer
Faber door den heer Vink en van den heer Kapteijn j
door den heer Faber. Wij hopen dat dit de eerste
en de laatste maal zal zijn dat wij h. h. deelnemers j
met de opschuiving moeten lastig vallen.
Eefste zet van zwart in den len Nederlandscben
Correspondentie-wedstrijd.
Groep A.
l
2
3
i
5
6
7
8
9
10
c5
ea
e5
e5
e5
e5
e5
e5
e5
e5
Groep D.
Elzas
Severijn
Severijn
Vink
Vink
Faure
Vuurmans
Faure
Elzas
Vuurmans
Groep B. l Groep C.
Hoes eöfiuese e6
eG Gevcrding e5
e5 Gantvoort e5
eB Ciecolino e5
eöGantvoort e5
e5 Huese e5
eöCiccolini e5
B6 Peet d5
e5 Geverding eG
e'/Peet e5
Groep F.
e 5
eG
Speet
Den Hertog
Muntjewei ff
.Deelman
Speet
Muntjewerff
Deelman
Den Hertog
Hoes
Groep E.
v. d. Meulen
Bauer
Faber
Steegstra
Bauer
Brandsma
v. d. Meulen
Steegstra
l
2
3
4
5
C
7
8
9
10
eo
e5
e5
d5
e5
e5
e5
e5 Faber
eG Bi-andsma
UIT DE SCHAAKWERELD.
In Berlijn zal binnenkort een match om 500 Mark
gespeeld worden tusschen Dr B. Lasker, broeder van
Em. Lasker) en den Russischen matador S Alapin
uit Petersburg. Op een thans in gang zijnd
tnurnooi, waai'aan alle sterke Berlijiische spelers deel
nemen, o. a. von Bardeleben, llolliinder, Walbrodt,
von Scheve, Schallopp, Harmonist, ('aro on
Kanneforth, is Dr. Lasker zoo goed als zeker van den eer- |
sten prijs. Do heer Kanneforth schroef onlangs aan
don redacteur der Cbe.ss montbly" in oen artikel
over Berlijnsche Schaaktoestandon, dat indien dooi
de sterke spelers uit hun midden een tot eerste
kampioen van Berlijn moest gekozen worden, onge
twijfeld nagenoeg allen voor dr Lasker zouden stem
men. Enkelen stellen hem zelfs boven dr. Tarrasch, j
(?ter Meisterspieler ven Xüniberg'') wiens stijl niet l
van eenzijdigheid is vrij te ploitcn. Mocht dit laatste i
werkelijk 't geval zijn dan zal de Rus 't hard te ver
antwoorden hebben.
De heer Ilichard Mangelsdorf (oud redacteur der j
Illustrierte Zeitung) verhaalt in de Deutsche
Schachzeitung de volgende treffende herinnering aan een
bezoek van den overleden moester Louis Paulsen
te Leipzig.
InNov. 18G3 verscheen in 't CaféNational,'t mid
delpunt van 't toenmalige Leipziger schaakleven,
een vreemdeling, die aanstonds aan een tafeltje plaats
nam waar men bezig was een tournooipartij te ana
lyseeren. Er ontstond spoedig een levendige dis- l
cussie over de waarde van een zet, welke de vreemde
met 't diepste stilzwijgen Aanhoorde. Eert t toen |
men hem er om vroeg gaf hij zijn rncening over den |
zet te kennen. Zijn oordeel was zoo scherp en juist
dat ik, die den vreemde in stilte had gadegeslagen,
don aanwezigen als mijn opinie meedeelde dat de on
bekende niemand anders dan Louis Paulsen kon
zijn. Men hechtte eerst weinig geloof hieraan,
maar den volgenden dag bleek 't dat ik gelijk had.
Toen nn in Januari van 18G4 Paulsen weder 't
CaféNational bezocht, werd hij verzocht oenige
blindeliugspartijen ten beste te geven. Hij was hiertoe
bereid en de geïmproviseerde séanoe nam aanstonds
een begin. Ik sloeg met Lepge en Hirschbach (twee
bekende, sinds lang overleden, Leipziger schakers)
een door Paulsen gegeven Evansgambiet gade. De
partij stond voor den blindspele spoedig zoo mooi,
dat de tegenstander gorust kon opgeven. Tot
algemeejie verbazing kondigde Panlsen, op 't kritieke
oogenblik den voor de hand liggenden zot
niet aan, maar verzonk in een lang gepeins.
Toen Hirschbach mij zijn verwo dering te ken
nen gaf dat Paulsen voor 't vinden van zulk een
gemakkelijken zet zoo lang noodig had, zeide ik hem :
Heb maar geduld, Paulsen kondigt oen mat aan,"
waarop Hirschbach ongeduldig antwoordde: Ach
was, da ist gar kein Mat drin!" Na zich ongeveer
20 minuten bedacht te hebben, weerklonk 't: Wit
zet in 11 zetten matl" Op mijn verzoek stuurde
Paulsen mij den volgenden dag voor do ,.I(instrierte
Zeitung" een uitvoerige analyse der tallooze varianten ?
die tot 't mat voeren. Aan 't slot zijnor analyse
schr-ef bij de woorden Abor ich habe kein
Schachbrett dabei bcnützt." Do partij die wij hier laten ;
volgen, is wellicht 't schitterendste voorbeeld van i
Paulsen's vlug, zeker en voel omvattend combinatie- j
vermogen."
EVAXSGAMB1ET.
Wit.
L. Paulsen.
l e4 e5
a P f « P H»
3 I, <-4 I, <«5
4 1)4 L b4:
5 (>J L (??">
G o-o P m
H.
Zwart.
Schneider.
8
O
10
11
12
(14
c(14:
cd4:
L b(>
(15
»U4:
I) K:
I) al:
en wit kondigt in 11 zetten mat aan.
De moeste varianten zijn echter minder dan 11
zetten.
Zelfs zeor geoefende schakers zullen, met bord en
stukken voor zich, langen tijd noodig bobben om zich
van de beste verdedigingen van /wart een idee te
vormen. De lezers zullen, door zelf de oplossing te
zoeken, 't best een begrip kunnen maken van 'tgeeu j
er in die 20 minuten in 't hoofd van den blindspeler
moet iijn omgegaan. De heer Mangelsdorf deelt nog
mede, dat in de hoedenfabriek van Haugk te Leipzig
de maat van Paulsen's schedel als eeo rariteit in eea
album bewaard wordt.
DE HAVANA MATCH.
St'initz wint een prachtige partij.
Dat Steinitz' spel minder vrij van fouten is dan
vrotger, blijkt ten duidelijkste uit de dagehjksche
kabelberichtcn. Hoe dit zij, zooveel is zeker, dat
zijn combinatievermogen en de daarmede gepaard,
gaande verbeeldingskracht, door Jt klimmen der jaren
geen schade hebben geleden. Ieder die deze partg
overspeelt, zal met genoegen zien dat Steinitz als
matchspeler er een geheel anderen stijl op nahoudt
dan die welken hij in zijn boeken als de eenige ware
verkondigt. Stand der match op 27 Jan.
Tschigorin 4,
Steinitz 3
remises 4.
Vierde matchpartij.
SPAANSCHE PARTIJ.
\Vit. Zwart.
Steinitz. Tschigorin.
l e4 e5 15 P d5: D d5:
'> » * 't » iTK 16 L b3 D c6
*** *- *? ^^ ^^ -t ?? T\ .1 T 1 ?*
n -m t ?£ ff l ' I' e- L *17
3 1. l>o P ib 18 L e3 K hs
* d;J (1(i 19 0-0-OseJiiiiikmat.
5 C';5 g*> Wit draagt zorg dat '
(J P bd'- L g7 zijn spel volledig
ontwik7 P l'l 0-0 keld is voor hij tot den.
8 L a4 P d7 aanval overgaat.
Indien zwart niet in 15) . .. T ae8
tijds zijn pionnen in 't 20 1) fl!
centrum vooruit brengt, Steinitz ziet reeds de
door P e,7, cG en do, mogelijkheid van T h7:.
krijgt, wit door 0?0?0 't Xu volgende slot is
steeds gelegenheid tot meesterlijk.
een aanval op den door 20 .... a5
gG verzwakten K-vleugel. ->^ (]4. ed4'
<» T o:5 P cr> 22 P (14: L d4:'
10 L c2 P eö2;5 T ,14: L d4:
31 J'+! P e7 24 T Ii7:! K h7:
12 hö«l» 20 1) hit K s~t
Telnat T e8 en P f8 26 L ll(5f K f6
Inkt ons boter. 27 D Il4f K e
Jf 5J:' PÏV 2SD^t Seeftop.
Van de h.h. Gantvoort, Ciecoliiii en v. d. Meulen
hebben wij (Woensdag 5 uur) nog niets ontvangen.
Om geen stoornis te weeg te brengen hebben wij hen
in allo partijen e5 laten spelen. Wij richten aan alle
deelnemers 't beleefde verzoek uit consideratie voor
hun medespelers, hunne zetten nooit later dim
'3 Maandags te versturen.