Historisch Archief 1877-1940
No. 763
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
geest alkohol noemt, zegt in een boek van 1595:
als wyngeest gerectificeerd is over zyn zout (en
dit zout was potasch, dat toen alcali heette),
noemt men hem alcohol van wijn, of liever
gealcaliseerden wijn. En deze uiting bewijst, hoe
geneigd men in dien tyd was om aan een klank
speling toe te geven, en onmogelyk is het dus
niet, dat deze klankspeling, misschien ook
vereenigd met de overeenkomst tusschen sublimeeren
en destilleeren, wyngeest alkohol heeft doen
noemen.
Het is niet zonder belang op te letten, dat
Lavoisier, hoewel geslaagd in zyn bedoeling om
een bepaald woord aan een bepaalde stot te
verbinden^, niet heeft kunnen verhinderen, dat andere
benamingen in gebruik bleven, wier nadeelige
werking hy' juist vreesde. Het is geenszins on
wetenschappelijk om van wyngeest te spreken, en
niemand brengt verwarring te weeg als hij zich
in het gesprek voor verdunden alkohol van het
woord spiritus bedient. Toch waren het juist zulke
woorden, waarvoor Lavoisier bang was, en in zijn
tyd was er reden voor die vrees. Want honderd
jaar geleden stonden de scheikundige kenmerken
der stoffen zooveel minder vast dan thans, de
bereiding van zuivere stoffen was zooveel minder
ver dan nu, dat er groote behoefte bestond aan
een preciseering in uitdrukking, aan een vast
stellen van namen, zonder welke de geleerden
elkander niet verstaan konden. Bovendien was het
toen inderdaad schadelijk om een naam te nemen,
waaraan men vage fantasieën kon vastknoopen bij
gebrek aan nauwkeurige gegevens. Tegenwoordig
is het anders, en ik zou haast zeggen andersom.
De consequentie der benoemingswijze van La
voisier heeft woorden in de wereld gebracht, waar
voor ook de vaklieden wel eens schrikken, en
misschien zou in menig geval hij thans een dienst
bewezen, die een methodisch opgebouwden naam
verving door een waaraan de fantasie meer aan
deel had.
Ik wil dit praalje over alkohol niet besluiten,
zonder nog even te vermelden, dat Raymond
Lollius, de opgewonden alchemist uit de dertiende
eeuw, den wijngeest heeft genoemd de uiterste
troost des menschelijken lichaams, een compli
mentje, waarin menig Hollander met hem mede
zal gaan.
DE GELEGENHEIDSDICHTER.
Onder de talryke merkwaardige personen, die
Amsterdam herbergt, neemt degeen, dien ik dezer
dagen leerde kennen, zeker een eerste plaats in.
Requestensteller en gelegenheidsdichter" staat
in sierlijke trekletters aan de deur, die toegang
geeft tot de eenvoudige woning van der muzen
zoon.
Wat is er van uw dienst?" vroeg hij, terwijl
hy z|jn vettig petje afnam en een diepe buiging
maakte, .komt u my voor juridische of voor po
tische aangelegenheden consulteeren?"
Voor poëtische."
Uitstekend!'' zei de dichter levendig, dan hadt
ge u tot niemand beter kunnen wenden u ver
langt misschien een huwelijkscantate, of" hier
kwam een smartelijke trek op zijn gelaat een
grafzang, een laatste afscheidssnik?"
Daarover ben ik het nog niet eens. Ik wilde
het gedicht laten drukken, weet u", antwoordde ik.
De dichter glimlachte verstandig, alsof hij zeg
gen wilde: Aha! die dorst naar roem en lau
weren. Nu, wij zullen hem helpen."
Heel veel wilde ik er liefst niet voor betalen",
merkte ik voorzichtig op, misschien hebt u nog
?wel het een of ander goedkoope gedicht in voor
raad? '
O zeker; oude, reeds gebruikte hymnen en
oden kan ik u zeer goedkoop leveren en van
prima qualiteit, daarvan kunt u zeker zijn. Ik
recommandeer u, om bij voorbeeld eens iets te
noemen, dit jubellied sterk aan. Het heeft op
een mosselpartijtje bij den weledelen heer S. een
kolossalen opgang gemaakt. Ik zal u den aanhef
eens voorlezen:
't Zwaluw'heer bemint de bloemen;
Mij behaagt de mossel meer.
Mossel lief, ik wil u roemen;
Kind der zee, ik min u teer!"
Zeer schoon", zei ik, maar eigenlijk geef ik
de voorkeur aan het ernstige genre."
O, ik ben t'huis in al de uitingen der edele
dichtkunst, in de ernstige zoowel als in de hu
moristische, in het heldendicht evenals in de ero
tische poëzie. Luistert u eens naar deze graf
klacht, die door eenige wijzigingen gemakkelijk
in een afscheidslied is te veranderen:
Diepe smart is in mijn hart getreden,
Weemoedsmart en duizendvoud'ge py'n.
Mijne tante, ach! is overleden!
Moest het, vraag ik, moest het dan zoo zijn?
Neen", antwoordde ik, het moest niet zoo
zijn, en daarom zou dit gedicht veel te schokkend
werken. Hebt u niet zoo iets met zoo'n idea
listisch tintje?"
Zeker, zeker!" riep de poëet, hier hebt u
iets liefelijks:
In 't voorjaar, toen god Amor kwam,
Het hoofd met bloemen rijk gekapt,
Toen is, net als een dartel lam,
Mijn lief mijn harte ingestapt.
Mijn liefje met haar ach en wee
En haar lieftall'ge trekken "
Mooi", zei ik, dat neem ik."
Dat is zoo recht poëtisch gevoeld, niet waar?
merkte de gevleide dichter op. Ik heb het voor
een zeer voornaam jongmensch uit het
kolonialewaren-vak vervaardigd. Hij zond het aan eene"
jonge dame en hy had er een reusachtig succes
mee. Ik mag dus gerust zeggen, dat ik de schepper
van zijn geluk ben."
Hoe staat het over het algemeen met de za
ken?" vroeg ik. hebt u nog al een groote
klandisie?"
Och, dat gaat nog al. Het volk heeft veel zin
voor poëzie, maar het beloont zyne dichters niet
erg royaal. Eiifin, daarover hebben mannen als
Vondel, Bilderdijk en Da Costa reeds geklaagd,
het past dus een hunner bescheiden volgelingen
niet daarover te morren.
Huwelykscantaten brengen het meeste op
en ook grafliederen worden eenigszins naar waarde
geschat, wanneer de overledene rijk met aardsche
goederen gezegend was."
Bedient de handelswereld zich ook wel eens
van uw pen?v vroeg ik, aangestoken door den ver
heven stijl, waarin de dichter sprak.
O zeker, zij weet zich de poëzie zeer goed ten
nutte te maken. Deze schoenen bijvoorbeeld",
hij wees naar zijne voeten zijn het honorarium
voor de poëtische aanbeveling van een schoenen
winkel :
,, O, gij door's eksters oog geplaagde
menschenkinderen, Hoort naar des dichters woord"", zoo
begon ik met veel zwier, en de meester-schoen
maker was verrukt. En toch", de kunstenaar
zuchtte diep, schatten zijn voor den dichter niet
weggelegd."
Toen ik vertrok drukte hij mij hartelijk de hand
en zei:
Weest u zoo goed en recommandeert u mij
bij uwe kennissen aan. Zooals u gezien hebt, staat
mijn hart voor alle gevoelens open. Ik geleid de
menschen door het geheele leven, van de wieg
tot aan het graf. En goedkoop, mijnheer; zeer
goedkoop "
M. J. B.
KLANKEN ALS KLEUREN.
Proeve van Verklaring
door W. OTTO.
(Slot).
Stop", zei mijn vriend, tot zoover heb ik je
nu laten praten, maar nu beb ik ook een woordje
te zeggen. Je dringt niet diep genoeg in de
dingen door. Grijs, dat heb je goed gezegd, is
het eentonige, het saaie, het vervelende, het ge
lijkmatige. Nu heet de Maandag grijs van nieuw
heid, dat wil zeggen: hy is nieuw, maar dat
nieuwe is saai, eentonig, beroerd vervelend, want
dat nieuwe komt telkens terug, zonder iets wer
kelijk nieuws mede te brengen, die nieuwheid is
oud en afgesleten, er zit eigenlijk geen nieuws
meer aan. Zie je, je moet er uithalen wat er
in zit".
Braaf!" antwoordde ik lachend, myn compli
ment over je uitleg- of inlegkunde. Enfin, het
doet er niet toe, het is toch aardig gevonden.
Maar we zijn er nog niet. Hoe noemt hy nu
de Dinsdagen? Rose. Wat weet je daarop?"
Op het oogenblik nog niets. Ga maar verder,
Wat zijn bij hem de Woensdagen?" Kleur
loos." Ha, dat geeft iets te denken. De
Woensdag staat juist in het midden van de
zeven, en kleurloos is de neutrale lijn tusschen
twee tegenovergestelde polen. Nu krijgt de Don
derdag een kleur, die aan de andere zyde van
die lijn met dat rose equivaleert." Mis. De
Donderdag is wit en nog wel egaal wit; de
Vrijdagen zijn geel, de Zaterdagen zyn, niet blauw,
maar vroolvjk blauw, en de Zondagen, zilver-stil.
Waar blijf je, handige in- en uitlegger?"
Eerlijk gezegd, zie ik er geen verband in.
Maar dat kan nog komen. Ik heb gehoord, dat
het licht soms plotseling voor je opgaat, als je
maar onder biddend opzien.... neen dat niet,
hoe kom ik daaraan? O, ja, men zei me, dat de
nieuwe kunst een soort nieuwe godsdienst is, die
aan je wordt geopenbaard, daarom dacht ik aan
dat biddend opzien; op eens voel je iets, op eens
begrijp je iets, dat tot nu toe duister was, je
geeft je verstand gevangen en je neemt je plaats
in het koor der jubelende adepten. Je kunt het
anderen dan wel niet duidelijk maken, net als
by het geloof, maar je klopt toch maar in de
handen en roemt je gelukkig in het nieuwe. Dat
kan mij net zoo goed gebeuren als een ander,
ofschoon de kans altyd gering blijft, want het is
van uitverkorenen altijd een eigenaardigheid ge
weest, dat zij klein in getal waren. Kunnen wij
nu die kleuren niet verklaren, voelen of begrijpen,
hoe wil je het noemen, zonder die wonder-open
baring? Er zijn zeven tonen, niet klanken, maar
tonen, en er zijn zeven kleuren in den regenboog.
De schilders spreken van kleuren-gamma's, ja,
van kleur-symfonieën, en de musici hebben den
mond vol van schakeeringen, nuancen en tinten.
Een zeker parallellisme is tusschen kleur en
klank niet te ontkennen, en al wil ik nu niet
beweren, dat de tonen met een bepaalde
kleur overeenstemmen want daar zit de fout,
zooals ik je zal aantoonen geloof ik toch, dat
niemand er bezwaar tegen zal hebben, als ik
overeenkomst veronderstel tusschen donkere kleu
ren en lage tonen, en beide reeksen voortzettend,
ook tusschen lichte kleuren en hooge tonen. Maar
het is mij niet geopenbaard, waarom het lijden
van een kranke bruin is. Waarom is het geluid,
dat een tramwagen op de rails maakt bruin-grijs
en dat van een rijtuig op de straatsteenen rood
bruin? Waarom de hoefslag van een paard
witgeel ? Merk wel op, dat de heeren al meer neiging
. yertoonen om de kleuren te mengen. Toen mijn
kleine jongen zoo ver was, gaf ik hem een nieuwe
verfdoos, want die samenvoeging is de tweede
stap op den weg van den vooruitgang. Ik hoor
nu van een trainbel, die rood-oranje plekken in
de lucht neergooit en heb nu toch eerbied voor
de nauwgezetheid van impressie traductie. Met
oranje zijn de menschen meestal in de war, dat
kan je bij de oranjefeesten zien. Het oranje is
maar al te dikwijls of te rood of te geel. Het
moet juist het midden tusschen die twee houden,
en als je dat hebt, dan nog een beetje rood er
bij hoeveelheid ad libitum om de juiste
kleur van de genoemde plekken in de lucht te
verkrijgen. Dan zijn er nog groen-grijze
snerphorten en blauw grijs-zilveren springgolfjes en
een wit-fijne, rood geel-wilte walsmelodie, en
een groote bruin-lichtende rust en blauw-rood
kwakende kikkers, en wie weet wat al meer.
Bij dergelijke uitdrukkingen zou ik jou hypo
these van de zenuw-contacten wel willen aan
nemen, en nu de een den ander dat naschrijft.
zou ik zelfs aan de besmettelijkheid er van willen
gelooven. En toch zou ik het gebruik van kleuren
in zekere omstandigheden en binnen bepaalde
grenzen kunnen billijken. Stel je eens voor een
groot plein, gevuld met een woelende
menschenmassa. Zij zijn ontevreden en zijn daar gekomen
om aan die ontevredenheid lucht te geven. Maar
zij wachten nog allen op een aanvoerder, op
iemand, die den eersten stoot geeft. Zy brullen
niet, maar zy mopperen, ze mompelen, ze fluiste
ren, ze knorren, ze grommen, ze brommen. Er is
een dof gebruis van in woede versmoorde kreten.
Daar klinkt plotseling een schelle trompet, het
sein gevend tot een charge op de menigte. Die
twee geluiden kan ik nu voor myn gevoel wel in
kleuren overbrengen. Het doffe gemompel van de
menigte is donker " Violet?" Neen,
dat is te mooi, te warm van toon, het is meer
een mengeling van verschillende donkere kleuren
door elkaar, want het moet het in-een-vloeien van al
die geluiden verbeelden. Wat krijg ik, als ik
allerlei donkere finten doorénmengi1" Laat ons
zeggen: een goor, vuilachtig donker-gry's. Hoe
zal ik nu die trompetstooten voorstellen? Wit ?"
Neen, voor die schetterende kopertrillingen
moet ik een schitterende kleur hebben, iets, dat
je zeer doet aan je oogen zooals die schrille
klanken py'n doen aan je ooren, ik meen: oranje.
Dit alles nu eens voetstoots aangenomen, kan ik
zeggen in den vorm van een vergelijking:
Het gemompel van een oproerige menigte (A.)
staat tot een trompetstoot (B) als
donkergry's (C) tot oranje (D.)
A: B =: C : D.
maar verder mag ik dan ook niet gaan, en het
is een verkrachten van de logica om daaruit nu
te besluiten, dat A = C of B =z D is. Het ge
mompel van een menigte is niet donkergrijs en
een trompetstoot niet oranje, ik kan alleen die
kleuren noemen als een, zij het dan ook wel wat
ver gezocht middel, om die twee geluiden met
elkander te vergelijken. Het wil dan eigenlijk
zeggen: het verschil van die twee geluiden heeft
voor myn oor eenige overkomst met het verschil,
dat mijn oog tusschen die twee kleuren waar
neemt. De fout van de heeren is, dat zy het
betrekkelijke geven in het karakter van het vol
strekte. Het geratel is rood-bruin". Dank u
voor de mededeeling, denk ik, en blyf even wys
als te voren. Het klep-tikken van een paard
is wit-geel". Dank u voor de gelukkige combina
tie van die twee klanknabootsende werkwoorden,
kleppen en tikken, die veel beter dan al dat wit
en geel den hoefslag gchildert, het is me zelfs of
er een ijzer los zit. Nogmaals dank, want ik ben
een uitdrukking rijker geworden. MaarrootZ-&»wï»
en wit-geel krygen eerst beteekenis, wanneer ik
ze met elkaar vergelijken kan. Als ik aanneem,
dat het ratelen van een rijtuig door rood-bruin
kan worden voorgesteld, dan noem ik den zooveel
scherper en hooger klinkenden hoefslag wit-geel.
Maar het punt van vergelijking mag niet ontbre
ken. En ook dan nog dient men spaarzaam met
dergelijke combinaties om te gaan. Ik kan mij voor
stellen, dat ze iemand in den gloed van zijn ijver
om iets te schilderen, een enkele maal ontsnap
pen, maar het moet geen manier worden.
Go the duid het niet euvel, dat ik zoo'n
ouden pruik, die trouwens toch heel wat van de
kleuren wist, hier citeer zegt: Man merkt die
Absicht und wird verstimmt, en als ik op byna
iedere bladzijde die kleur-vergelykingen aantref,
dan denk ik onwillekeurig aan myn kleinen jongen,
die bij het krijgen van zyn eerste verfdoos, alles
wat los en vast was, met zyn couleurs sans
danger" bemorste.
SCHAAKSPEL. 3de Jaargang.Redacteur RUD. J. LOMAN. Mira Lodge, Deronda Road, Herne Hill, Londen. S. E. Verzoeke alle mededeelingen deze rubriek betreffende, aan nevensgaand adres te richten.
De heer Gantvoort heeft op onverklaarbare wijze
niets meer van zich laten hooren sinds zijn eersten
zet. Een enkel woord om ons van zijn terug
treden in tijds te verwittigen, ware wel zoo
wenschelyk geweest.
Is er iemand die de plaats van dezen heer wil
innemen? Hij melde zich onmiddellijk aan bij
den redacteur.
No. 122.
Zwart 5 stukken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
o
3
4
5
(;
7
8
5)
10
Tweede zet v
A
P c3
D f3
P f3
P f3
P f3
P f3
P f3
P f3
d4
P c3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
D
P f3 ,1
P f3
P f3
P f3
d4
P f3
P 13
P 13
P f3
cU
2
:;
4
5
(;
7
8
9
10
't Adres van den 1
Xijmeg
in wit m d
B
d4
(14
P f3
d4
P f3
P f3
d4
d4
P f3
P f3
E
P f3
L c4
L c4
L o4
P f3
f4
P 13
L <-4
P 13
L (-4
3n (J. W,
C
1 (14
2 P 13
3 f4
4 P f3
5 P f3
6 P ('3
7 P 13
8 e3
9 ea
10 f4
F
1 P f3
2 P 13
3 P f3
4 P f3
5 P f3
6 P f3
7 P 13
8 P 1'3
9 P f 3
10 P f3
eer Eaber is : Bcuningen bij
a b cd e l' g h
Wit 7 stukken. Wit geeft in 5 zetten mat.
CORRESPONDENTIE,
Dr. A. J. A. P. te U. Zijn alle inleggeklen gede
poneerd ?
J. II. Den Hertog te A. Xouclt u u willen be'asten
met 't wekelijks in ontvangst nernen der zetten van
den C. W.? Om verschillende redenen /on dit een
verbetering zijn. Indien u hiertoe bereid zijt, zullen
wij u in volgend nummer do noodigo aanwijzingen
geren. Bij voorbaat dank.
J. F. H. te 's Hage. Stuur s. v. p. jaarboekje,
zoodra dit verschijnt, aan den heer F;mre te don
Helder. Dank voor to°zendingen. Schrijf ons. nader
omtrent 'tgeen ge in 't P. S. van uw briof vermeldt.
Ik zal intijds informaties nemen.
UIT DE SCIIAAinVEREI/D.
Showalter won de match voor 't Championship"
van Ameiïka. De uitslag waa: Showalter won 7.
Judd 4 on .'! partijen bleven onbeslist. De uitslag
hunner vorige mat"h, in Juni IS'.M), was: .Imld 7,
Showalter ;i. De 3 pai tijen die S. won, waren echter
de eenige mooie spelen der geheele match.
Kort na ailoop der mateli ontving Klunvaüer uit
dagingen van Eugen Delmar en S. Lipschütz, beide
van NoW-York. Van deze 4 spelers maakt alleen
Lipschütz zijn ber ep ?-an 't schaakspel. -Max .Tudd is
een vermogend koopman nit St. Louis,, die de t' 125'),
die hij aan Col. Slunvalter verloor, nit zijn eigen zak
betaalde.
DE CilAMPIOXSIlIPMATCH" TE HAVANA.
Uit do hiervolgomle vijlde matchpaitij blijkt, even
als uit de dorde parlij, dat, Steimtz' voornaamste
kracht, 't winstdoen met kleine voordr-elen, sterk aan
't afnem»n is. In beide spelen wist hij dei' aanval
at' te slaan zo' dei' d.n gambiet-pion er bij in te
Hchiefen. 't Vermoeiende middenspel scheen echter
zijn krachten uitgeput t" luhben, want lang niet
alle zetten in do beide eindspelen waren een
..world'schampion" waardig. Xoo zag hij bijv. in de derde
l
partij over 't hoofd dat de meest voor de hand lig
gende zet, 't doorschuiven van een pion, de partij
in weinig zetten zou beslist hebben. In rjaats daar
van ruilt hij de koninginnen af, waarna 't spel on
herroepelijk remise was. Tschigorin voerde de heide
eindspelen, vooral in de 5do partij, onberispelijk.
VIJFDE MATCH PARTIJ EVANSGAMBIET.
Wit. Zwart.
Tschigorin. Steinitz.
l e4 e5 17 P e2 T e8
.) ?» ff» n t>f* Heeft een tweeledig
O !f r- doe'; 'tbezetton van de
»> i* C4fc -Ij <**> open lijn, en 't vrij
ma4. 1><4 T 1)4? 'ien van '' ve'L' ^ voor
A. .' 't paard, indien
noodo C3 L !l-> zakelijk.
O 0-0 (1G ls p -;;{ T cs
' «+ L a:4 (ic uur.)
8 L bó c>(l4: i<) ]) d:j
9 ('d4: L (17 Om ;t vooruithrengcn
10 L 1)2 P f(> van den C pion tegen
In de eerste partij 'o houden.
speelde Steinitz hier li> .... 1) e7
PliG, wat uietgüod bleek 20 I) a3!
t" 41». (Ie uur )
11 P !>3 Hierdoor worden Dc3
11 o.'i dan rd.~>! uvat 't K. paaid
verhinBij iederen anderen dert zich te bewegen) en
zet komt wit in 't voor- Tel mogelijk.
deel. lüjv. Ilc5. de5: L'O ' L bG
l-2de,-,:,Pg4 lij Dal enz. 21 i ('3 (<>
11 ? <M) 22 P il4 L «11:
J- «?> l I|S /wart handelt
verstanIY7 1:1 L 17:. Dd7: U aj,; ,ut paard intijds
onLffi:, ?;!'<;: i:> J'ii4 schadelijk te maken.
13 T <?! L !)."> o;ïpis, gf5: 21 Pf5:,
't Ei-jivrmdigsti' middel DIS 25 DgJt enz. was ivel
om t, paaid spoedig we- is waar niet direct te
der in 't spel te breito-en. duchten; maar zwart
dien14 I' ll-">: i' 1x17 de toch vuortdurend op
\'t !> c2 :i(} 7'in hoede to zijn.
K', i' 1x14 '-?> l> 'U: <?(!."):
1(1 Pc7:? dan Tc8 C'"' «'?i» 2-tD e3, bö25
K; _ o.<; Dg"), Khs (er dreigde
De/o zet lijkt zeer ge- 1'1'51 '2t> H en zo°moS
vaarlijk (vooral wegens l^2'^>'= .
I.b'j): SioiniU schijnt erli '-+ ('l<->: " ft)
ter d-j gevolgen goed be- Dit brengt ]ovc-n in de
rekcnd te hebb'-n. 't Hoi l brouwerij, 't Spe! van
is natuurlijk l'f 5 te b u- Kteinitz onderscheidt zich
letten. van dat zijner volgelin
gen voornamelijk hier- ons geleerd dat de witte
door, dat hij niet uit- pionnen, na den D. af
sluitend op eigen veilig ruil, wegens de open
heid bedacht is, zelfs lijn voor den Koning,
voor geen waagstuk te- meer waard zijn dan de
rugdeinst, waarvan de verbonden zwarte pion
gevolgen eeuigszins zijn nen. De dubbele f pion
te berekenen. Zijn spel is meestal onaantastbaar
is vaak in lijnrechte te- en de Koning kan zich
gensteüing met zijn the- vrijer bewegen.
orieen. 35 .... J) fS:
25 D b4 I) do: 12e uur.)
26 T odl D a2: 36 gf3: P da
27 T d6: 37 T c4 T b2
27 Db7:?, Tb8 + 38 T dl
27 .... T e(> Op 38 T h4: volgt
28 L f6: P f6: Tee2.
1 29 D b7: T eS 38 ... P 1)6
30 T dd l hö39 T c6 aa
Men gelieve acht te 40 P e3 !l4
slaan op wit'smeesterlijke 41 T (13 T a8
behandeling van dit moei- 4.2 T Jl3 T d8
lijke eindspel. Men make _j-{ j^j tri
ivan iederen zet een studie. ^ j^ !r°>
31 T al 1) cl
(2e uur,)
33 h3 h4
34 P f l T e2
35 1) f3
In dergelijke posities ^<) p (|j TT ;io
komt 't voornam, aan op -t\ rp i/., rp ?»..
ken 11 in v n ervaring van I *
chul^poirn. Do gevolgen
,, (r
45 K f ;T
*6 {:>
(3e uur.)
r T f(.
ts K -2
T f4 f
T l>2
T
afc T J2
r'~ * lf> A io»
niet met dezelfde zeker- -">3 K ('3: T (13 f
heid te berekenen als in 54 K 1'4 a3
een middenspel, waar do 55 K f 4.; remise.
keuze veel meer beperkt wit 3 uur 10 min.
i3' zwart 3.20.
De ervaring heeft ook
Voor wij ter perse gaan vernemen wij van dr. Prange,
dat nog verscheidene deelnemers aan den C. W. niet
aan hunne verplichting hebben voldaan. Jlen wordt
beleefd ver/ocht. de ? 2 onmiddellijk dr. P. te doen
toe-komen. Zij» adres is: 174 A Oixlegracht Utrecht.
Errata. (Zio vorig nummer) 2de kolom 4de regel
staat niet <Aj" moet zijn: niet c>"n.
In de tweede partij staat abusievelijk 19 0-0-0
schaakuKU" ! moet zijn : 19 0-0-0.