De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 28 februari pagina 5

28 februari 1892 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 766 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. groot succes opgevoerd. De directeur Pollini al daar geeft zijne omwerking niet uit handen, maar ?denkt haar te Berlijn en andere steden van Duitschland met zijn eigen gezelschap te spelen. Het stuk vereischt een enorme mise-en-scène, ^waarvoor zeer goed gezorgd was. In het concert Colonne te Parijs werd verleden Zondag eene nieuwe symphonie van Mad. Augusta Holmes gespeeld, Au pays bleu, toen er eene groote stoornis plaats greep. Eene dame op de eerste galerij strooide eene menigte blauwe pa piertjes in de zaal, y;aarop stond gedrukt, dat Mad. Holmes de muziek van haar gestolen had. De dame heet J. Roques ; Mad. Holmes is sedert tien jaren of langer in de Parij^che muziekwereld eene bekende componiste; eenige harer compo sities zijn bekroond. Een nieuwe opéra comique. Uit Wiesbaden wordt geschreven: Op het hoftooneel zal Vrijdag, den 26sten v. d. m., de nieuwe komische opera in ne akte Oberst Lumpus, van Theobald Rehbaum, voor da eerste maal worden opgevoerd. De titelheld is een avonturier uit den dertigjarigen oorlog, wiens lotgevallen Gustaf Freytag in zijn werk Bilder aus der Deutschen Vergangenheit verhaalt. De tekst is eveneens door den compo nist geschreven, die reeds vroeger de opera's Don Pablo, Das steinerne Hers en Turandot heeft doen opvoeren. Te New-York is de bekende geleerde Thomas Sterry Hunt overleden. Hij was minder beroemd ia het vak, geologie, dat hij aan Yale-College doceerde, dan wel door het ontdekken der groote beddingen van kalkphosphaat in Canada, die. nu als mest gebruikt wordt, en door het uitvinden der groene inkt. waarmede het Amerikaansche papieren geld gedrukt wordt en waarnaar de biljetten greenbacks" heeten. De prefect de la S?ine heeft aan Eoiile Zola, als president van de Socictédes Gans de Lettres, kennis gegeven, dat het standbeeld van Bülzac op de Place du Palais Royal voor het Taéatre Francais za! worden opgericht. Van den heer Joh. de Meester, schrijver van Een Huwelijk'1, eene proeve van de moderne roman-literatuur, welke ?unsüg is ontvangen, is naar wij vernemen, bij de firma W. J. Thieme & Cïe. te Zutphen ter perse een bundel novellen getiteld Fnrijsche Schimmen. Tevens zal de heer R. A. van Sandick bij ge noemde uitgevers doen verschijnen : Leed en hef uit Bantam, schetsen van persoonlijke ervaring in het land van Multatuli. De uitbarsting van Krakitau en hare gevolgen, het vorige jaar door dien schrijver uitgegeven, doet van zija nieuwe schetsen veel verwachten. De nationale illustratie Eigen Hiard, uitgave H. D. Tjeenk Willink te Haarlem, heeft den jaargang 189:2 weder goed ingezet, zoowel wat tekst als wat platen betreft. Twee moeielijk te vereenigen eigenschappen zijn actualiteit en kunst waarde, vooral waar de vergelijking met buitenlandsche tijdschriften dagelijks onder ieders bereik is; naar het vervullen van beide eisenen is ge streefd en met voel succes. Onder de platen noemen wij In de wieg. naar C. Biss.'hop, het portret van prof. Kuenen, Schietoefeningen te Katieijk-aan-Zee: door J. Hoynck van Papendrecht, de illustraties bij de artikelen over oude huizen te Deventer en te Leiden, over moment-photographie, over de schaatsenrijdersfamilie Kingma en vooral de serie afbeeldingen uit Insulinde, die steeds de belang stelling wekken en waarvoor R gen Haard, zich veel moeite geefc. De tekst bestaat voorloopig uit den roman Aleide Ploegers, door Louise B. B., kleinere artikelen en gedichten, alles door min of meer bekende Nederlandsche namen geteekend. De heer Henry Vogin, leeraar Eng. taal en letterkunde, denkt zijne reeks Afternoon-Lectures" voor dames weder op te vatten. De heropening geschiedt op 9 Maart te 2J4 uur in het lokaal Eensgezindheid, Spui. De te behandelen onderwerpen zyn: 9 Maart: Origin of the Drama in England. Early plays; 23 Maart: Shakespeare's Predecessors. Marlowe's Faustus; 6 April: Mo lern Authors. Mrs. Humphry Ward; en 20 April Modern Authors. William Morris's Earthly Paradise. Nadere in lichtingen bij de H. H. Kirberger and Kesper, boekhandelaar Rokin 134. TOT MORGEN. Een riddergeschiedenis naar PAUL GOLDMANN. Er was ereis een groot schilder. Een machtig man met goddelijke gedachten achter het hooge voorhoofd, met honderd flikkeringen van kunst en openbaring in het majestueuse oog en met een hand die dui?ende tooverkunsten verstond, zoodra zij het penseel bewoog. De roem van dezen beerlijken kunstenaar ging ver door de landen. Ofschoon bij een eenvoudig bur german was, kon juist de hooge ridderschap hem niet genoeg naar haren zin prijzen. En dat kwam vooral vandaar dat de meester zijn kleuren en zijn doek bijna uitsluitend wijdde aan hare daden, hare helden en hare edelvrouwen. Hij is zonder twij fel een eenvoudig burgerman", zeide de bemin nelijke oppervalkenier Sire Robert de Vermandois van hem, maar zijn penseel heeft honderd voorvaders." En baronnen en markiezen klopten aan zijne deur met hunne ijzeren handschoenen; draagstoelen hielden voor zijn huis stil en markiezinnen en gravinnen stegen er uir, die zijne schilderstukken kwamen bezichtigen en zijn ate lier met lachjes en geuren vulden. Tegenover al deze hooge dames en heeren gedroeg de meester zich met edele vrijmoedigheid, zonder veel te buigen en te bukken. Zij mochten hem over het geheel gaarne lijden en men zegt ook dat hij en een hertog elkaar tutoyeerden. Dezo mededeeling doe ik echter met groote voorzichtigheid daar het toch heel onwaarschijnlijk is dat een echte hertog zoo gemeenzaam met een mensch zou zijn. die niets inaer was dan een onsterfelijk genie. Da meester nu had n leerling. Dat wil zeg gen, hij had veel leerlingen. Maar er was er een onder, die hem iia aan hot hart lag. Niet veel ouder dan twintig en schoon als de morgenstond. Gij zoudt van hem gehoudan hebben, dumes, ik zweer het u, dat ge allen op hem verliefd zoudt geweest zijn. Hst zwart Huweelen buis zou u ver rukt hebben, zoo mollig sluitend om het jeugdige slanke lichaam erin, de smalle hand die in oogenblikken van nadenken de verwarde zwarte lokken van het witte voorhoofd streek, maar b)ven alles het oog met zijn vochtigen blauwen glans, waaruit alle gevoelens van weemoed, hartstocht, droomerij en droefheid spraken, die deze zeldzame soort van oogen voortbrengen, welke men kunstenaarsoogen" noemt. Da moester dus hield ook veel van dezen leer ling. Ten deele om zijn schoonheid, ten deole daarom, dat deze hem met een gloeiende vereering aanhing. Eindelijk echter en vooral om de kostelijke gaven die in hem waren, de edele kunstenaarsziel, die, zoo jong als ze was, reeds machtig haar vleugels begon uit te slaan. Het was hem een last, dezen buigzamen geest naar zijn eigen voorbeeld te vormen, hem den zelfden goidelijken scheppersadem in te blazen, oppat die in hem zou voortlevan en bloeien. De ezel van den zwartgelokten knaap stond altijd onmiddellijk naast dien van den meester. En wanneer de jongen ontmoedigd begon te kijken, eindelijk het penseel wegwierp zooals men immers dikwijls moedeloos wordt in het artistieke voort brengen, wanneer men in de uitvoering den weg niet vinden kan, dien de gedachten aanwijzen, dan verliet de oude man zijn eigen werk, trad voor het doek van zijn leerling en hielp hem glim lachend met eenige lichte streken van zijn onfeil bare hand op het rechte pad. Maar als de avond schemering hem drong, het palet neder te leggen, dan gingen zij samen zitten en de leerling las uit oude perkamenten welluidende verzen van Horatius en Virgilius voor zijn meester, of zij ver maakten zich in den tuin met allerlei kunsten van ridderlijk wapenspel, waarin de groote schil der verwonderlijk knap was en waarin hij zijn jongen vriend ook onderrichtte. Eens echter vond de meester, die uit was ge gaan en onverwacht vroeg thuis kwam, voor zijn ezel waarop een onvoltooid stuk stond, iemand staan die snikkend het hoofd in de handen had verborgen. Ea toen hy zijne hand op den schouder van den weenende legde en hem verschrikt deed opspringen, keek hij in het betraande gelaat van zijn lievelingsleerling. Waarom schreit ge, mijn jongen?" vroeg hij zacht en streek hem teeder met de hand over de verwarde lokken. O, meester, meester!'4 riep hij uit Het is uw schilderij, waarover ik schrei." En wat hebt ge er da-i voor treurigs in gevon den?" vroeg de ander schertsend. O, ik heb er iets heel treurigs in gevonden en dat ben ik zelf.... Zie eens hier, die prach tige groene heg en deze pronkende gewaden, die trotsche inenschen en edele dieren, het is mis schien te hopen dat ik eens na onuitsprekelijke moeite en beproevingen zal leeren, ze eenigszins zoo te schilderen als gij doet, maar wanneer ik zelf dat alles op het doek breng met dezelfde bijzonderheden die hier staan, dan zal het toch nog altijd maar een mengeling van booaien, menschen en paarden zijn, een stukwerk en niets geheels, een knoeierij, waar nog een oneindigheid aan ontbreekt om een afbeeldsel gelijk te zijn. i En hoe goed ik ook weet dat er iets aan ont breekt, toch weet ik niet wat het is of hoe men het vinden kan. Maar ik weet toch weer dat ik het moet vinden als niet mijn geieele streven nutteloos zal zijn en in wanhoop en ellende moet eindigen. O, meester, en daarmee zonk hij in hartstochtelijke vervoering op een knie neer: gij hebt alles in mij wakker geroepen wat in mij slui mert, gij hebt mij leeren zien en scheppen, en nu smeek ik u, hef mij tot uw hoogte op en geef mij het grootsche dat mij ontbreekt." Diep bewogen hief de meester den leerling op en trok hem aan zijn borst. Toen begon hij met zware schreden, in gedachten verzonken, op en neder te stappen. En toen kwam hij weer naar den angstig wachtenden jongen man toe: Ik geloof, dat ik uw lijden kan genezen. Maar gij weet dat er hier beneden slechts n arcanum tegen smarten is, en dat zijn grootere smarten. Voelt gij u sterk genoeg om ze te dragen?" O, zoo sterk!" verzekerde de jongeling met schitterende oogen. Moge het dan geschieden en God zij met u!" * * * Aan het hof van den hertog was het groot feest. E:;n tournooi zou worden gehouden; de ridder schap die er aan zou deelnemen, uit alle deelen van het land bijeengekomen, was een uur voor het begin in de groote zaal van het slot aan ta fel vereend om zich onder voorzitterschap van den hertog voor de aanstaande heldendaden te sterken. Plotseling gingen de vleugeldeuren wijd open en twee mannen traden in hoofschen tooi de zaal binnen. Deze aangekomenen waren de twee schilders. Toen de hertog de vreemden bemerkte, sprong hij van zijn zitplaats op, liep, alle hertogelijke waardigheid vergetend, op hen toe, en strekte zijn beide handen naar den oudsten uit. Welkom, duizendmaal welkom, meester! Ge zegend het uur, dat gij, uw trots vergetend, u naar het hof hebt begeven, waar men u reeds zoo langen tijd tevergeefs wenscht te zien!" Veel dank, heer hertog, voor de genadige ontvangst. Maar behalve de gunst die gij mij in woorden bewijst, moet ik ook nog eene in daden verzoeken.' Toegestaan, meester, voor gij nog hebt uit gesproken." Ik heb hier een jongen kampvechter bij mij, die van verlangen brandt, zich heden met uwe edele heeren in het steekspel te meten. Hij is mijn liefste leerling, heer hertog, dien ik als zoon beschouw. Maar hij is, even als ik, niets dan een schilder, het kind van arme burgerlieden, en niet van ridderlijke afkomst of van adel" Zoo gij hem als zoon beschouwt is hfl uw zoon, en als hij uw zoon is, dan is hij van adel." De hertog keek eens om zich heen, om een toestemming te eischen voor zijn goeden inval. En alle ridders, die om de tafel zaten, knikten met hun baardige hoofden en er ging een gemom pel van bijval door de zaal: Van adel, jawel van adel!" Juist verscheen de maarschalk en meldde dat het uur voor het tournooi was gekomen. Zoo begaf men zich dus, onder het blazen der hoorns en trompetten, naar de kampplaats. Men had den jongen ridder in een zwart stalen wapenrusting gekleed, die heel sierlyk met gouden arabesken was verfraaid. En reeds toen de quintaine werd gereden, ging er een fluisteren rond. op het balkon waar de dames zaten. Het doch tertje van den hertog wendde zich telkens tot haar buurvrouwen met de vraag wie toch de zwarte ridder was, die zoo fraai zijn paard kon laten springen. Ja werkelijk, het dochtertje van den hertog. Daar zag men namelijk op de dames-balkons een geheel gevaarte van kant en wit satijn, dat in ontelbare vouwen, plooien en doffen was gevormd. Gij weet. de kleeren van dien tijd droegen in ijverige stilzsvijgendheid zorg dat niemand iets van de bekoorlijkheden van het jonge vrouwen lichaam bemerkte, waarvan zij alles wisten, en wanneer de blik hen daarover ondervroeg, kreeg hij niets dan vouwen, plooien en doffen ten antwoord. Alleen het hoofd bleef over. En dat was, zooals gezegd is in dit geval, van zulk een bekoorlijkheid, dat de geheele wereld er niet genoeg aan kon kijken en dat ook zelfs de grim mige ridder Dieudonnéde Chaconne gij weet immers dat hij degene was die bij het beleg van Granada de eerste stormladder tegen den muur had gezet en als de eerste de vlag van het kruis op de tinnen der Moorsche stad had ge plant, dat ook zelfs deze grimmige ridder had gezworen dat hij bij het tournooi de ribben van al zijn tegenstanders zou breken om den druk van de vingers, die bij bovengemeld hoofd be hoorden aan zijn voorhoofd te voelen, wanneer z\j hem den overwinnaarskrans zouden opzetten. (Slot volgt). VOOR DAMES. liet kapsel. Sieraden. Ochtendrecepties en toiletten. Tentoonstelling der mode. Staal en lioter. In La M-jds Prati<n>,e, het nieuwe tijdschrift van Hachette (Parijs, boulevard St. Germain 79), bespreekt de redactrice, mad. de Broutelles, de tegenwoordige kapsels. Eigenlijk, zegt zij, wordt er zoo velerlei gedragen, dat men van eene mode bijna niet spreken kan. Men draagt op het voor hoofd veel kroes, weinig kroes, kroes alleen in het midden, alleen aan de kanten, of alles om hoog, i la Marie Antoinette. Men draagt al het haar boven op de kruin vereend, of eenvoudig in een wrong aan het achterhoofd, alleen in dat ge val zoo klein mogelijk B j het kiezen van een kapsel intusschen, meer bijna dan bij iets anders, moet men met zijn per soon en de richting van den smaak te rade gaan. Nog steeds is de smaak: lang en dun. Nu past een wrong in den nek aan smalle vrouwen met regelmatige trekken; daarentegen doet een kapsel boven op het hoofd eene kleine vrouw grooter schijnen en corrigeert de trekken die niet zeer regelmatig zijn. Een weinig meer naar achteren past hij het best bij de hoeden, men kieze dus wat men wil. Wat nu het friseeren betreft, Amerikaansche a b c d e f g h Wit (7 stukken) geeft in 4 zetten mat. CORRESPONDENTIE WE DSTRIJD. (Adres: Haar]. Houttuinen 143, Amsterdam.) Derde zet van Zwart. SCHAAKSPEL. 31*8 Jaargang.Redacteur RUD. J. LOMAN. Mira Lodge, Deronda Road, llerne Ilill, Londen. S. E. Verzoeke alle mededeelingen deze rubriek betreffende, aan nevensgaand adres te richten. te willen opgeven. Indien ons alle adressen be kend zi,,n, zullen we eventué'ele fouten in de op gaven der zetten bijtijds steeds kunnen rectiliceeren. M. E., te Z Wij hebben den Redacteur uw verzoek overgebracht. II. J. d. H. ! CORRESPONDENTIE. J. F. H. te 'a H. Hartelijk bedankt voor uw groote l vriendelijkheid. Met belangstelling zien wij jaarboekje | en P. M. tegemoet. H. J. den H. te A. Ik zal den uitgevers over de zaak schrijven, uw verzoek wordt stellig ingewilligd. Alles wat C. W. b'treft Jaat ik geheel aan u over. t H. te 's B. Uw probleem verschijnt volgende week, j doch zonder diagram. UIT DE SCHAAKWERELD. i De uitslag van den jaarlijkschen ouderlingen wedi strijd 1891-1892 in de Amst. schaakclub is als l volgt: Eerste klasse Ie prijs W. U. H. Meiuers (G uit 8). 2e prijs II. J. den Hertog fa uit 8). Tweede klasse Ie prijs (G uit 8) l'. J. Schotel 2e prijs K. H. N. AVerner (a uit 8). Derde klasse l prijs A. Klein (l"v uit G';. 2e pi ijs A. H. (Jijsinck 14 uit (ij. In Disceudo Discimus" te 's Hage speelden de hoeren Edorsheim en Heemskerk een match, die door laatstgenoemde op zeer afdoende wijze werd gewon| nen. De stand \\as u.l. H. ?">, E. O en l remise. i 't (i-roote Nationaal tournooi der ,.llritish Choss i assoeiatiou" wordt van 7?21 Maart in de lïritish ! Chess (,'lub te Londcu gehouden. Van de meesters spelen mee: lüackbume, -Masou, Lasker eu j'.ird eu misschien Gnnsberg. Stand der Havana match op Woensdag j .1. Sieinitz 8, [ Tschigoriue 8, 4 remises. ' Elfde inatchpartij. SPAANSCI1K PAtU'IJ. Wit. Zwart. Tschigo.-ine. Steinitz. l e4 C."> Spanjool n.l. :!_|>,r(.7, «* l» «??* T» f.JS .'J--gG en sinds 1; T _ 3?d(i. Met den laats 't «5 IA !>*> (1(5 zet had hij 't me< Steiuitz, die een afkeer suc .-es. heeft van allo geijkte 4 P ('3 P ('7 1 zetten, probeerde achter- 5 (14 L (17 eenvolgeiis, sinds 1882, (> L <??;, (?(; drie in onbruik geraakte of hc,7 L e7:, Do7 : 8 Pd5, j verdedigingen in den \) ([% y deö:, dea : l 1 o i 4 5 <> 7 S 9 10 A afi (16 L c5 L o5 L (-5 L c5 L c5 ed4: P 06 i! o5 P f6 P c6 P f6 L c5 L o5 P f6 pr6 a(J P f6 P f6 p re a6 <r5 L o5 L c5 c(i I) e7 P f(> 00 g-"> I) a6 L c5 0(14: L o5 ed5 : L o5 L c5 p re p re P f6 E L c5 (15 L o5 D e7 f5 (16 P f6 d(> L o5 D i?5 F ed 4: cd 4: P f 6 e(5 P f6 a6 edl : L (-5 L c5 L o5 Partij No. 3 (Groep lij is als volgt geopend: c4 b.'i I) f 'J 1.2 --'-- 3 . '. ? Met goedvinden van den Redacteur zijn de zetten 2 P f3 en 2 P c6 ge royeerd. NB. Wij verzoeken IItl. deelnemers beleefd, bij hunne vierde zetten van Wit hun volledig adres be- L eG:, bcG : enz. op- 7 Le3 P g6 ren. 8 d'2 ali uw 9 L a4 b5 i 10 L 1)3 P ii.j 11 0-0 c6 Veel beter dan cd5 : oote 12 P d4:, cö13 Pe(5, Pb3: ekJe 14 Dd5, Dc8 Iól'c7: f enz. r. d,e 1-2 dc5: fe5: !'8d- 13 L g5 L e7 , Op D c7 of bG volgt ' met effect 14 P h4. 1 U T fdl P b7 15 L c7: 1) e7: wed- i,- i> <r-, ; . i U A ft 'J ? als 't Hiermede ingeleide ueis plan wordt prachtig door eede . Steinitz weerlegd. ? H' 16 .... T fS vlüi" 17 P h7: T l.S ,1e IS D ??"> door : 18 r' -:>' T ha 19 L i'7ï. ,VOI1- lot J'.) P 1'3, Lg4) K i'8 -M LgG:, T ga: 21 L fa, L fa: ^hess ' 22 efa:, da! met mooi spel. itish ?, IS .... P f4 sters i{> I) e7:f K e 7 '? d eu -JO J' g5 1' 1,5 21 b.4! ltz h. 21 P 1'3 dan L g4, ge volgd door LI':!: en Tah8 met gewonnen spel. ?21 .... T Ii4: '23 P 13 T IS! 24 T (12 P o "'''' jlier laat Steinit/ o. i. '"''''J ; ce.n kans ontglippen, u.l. iten 24-b-l 25 P al, P h3 f este en T t.i: 25 P h '1 T g6 '26 T el P h3f 27 K g2 P g5 28 T de2 T h6 ?2!) T e3 T fhS 30 P fl L h3 f 31 K ui L j?4 32 K g-1 b t 'i'! 1' i rj't 1 :!Waarschijnlijk 't beste. 33 P a4, P cu4: 34 fB, L h3 t 35 kgl, L fl : 3G K ll:,T|jlr 37Ke2,Th2t i) 8 K dl, ( of 38 K d3,T d2f en volgenden zet matj I'f2 v 39 K cl, P g4 4U T e2, P f(j eu wint. 33 .... L h;$t Ons lijkt L f3 f krach tiger. 34 K(2! l!± K gl kost een stuk; zwart drijft dan den Ko ning ua L fl: met zijn torens naar dl eu slaat daarna P c3, dreigende cb2: 'ïl T l' (i ' *>r .. .. A 1 O . T 8 was oneindig beter. 35 P e-2 P e4 : f 3(5 K u'l L fl: 37 ie 5: dc5:.' '1' fhu: 38 edG: v, K d7 3!i K 11 :, P 2 y eu mat in 2 zetten. 3S T fl: T fh6 3!) T 17-r K (16 40 T a-7 : T hl f 11 K £-2 P d2! 42 T u-6f K c 7 43 «'4 T (hs) h-2f 44 K g3 P fl t Opgegeven. Twaalfde partij. TWEEPAA.RDENSPEL IN DE NAHAND. Wit. Zwart. Sieinitz. 1 e4 c5 2 P t 3 P 06 S 1, c4 1, i'6 't 1. ^'J UtJ 5 ed5: P a5 (i L b5-f- c6 7 dc6 : bc6 : S L c2 h6 ,1 L II.) ? Dit is waarschijnlijk de laatste maal dat wij dezen dwazen /.et in een partij van Steinit/ zu len zien. Na 8, lüeu 12e partijen met deze ope ning verloren te hebben is Steiuitz eindelijk tot inkeer gekomen. '.t .... L c5 10 0-0 0-0 11 (-3 P b7 12 I) a4 Een voorbarige aanval, waarbij niet genoeg re kening wordt gehouden met de verzwakte positie op den k. vleugel. De ge heel e ontwikkelingswij /e komt ons ongezond en gekunsteld voor. 1-2 .. L h3: 13 "arli3: D (16 U (13 P (15 15 L f3.' 15 T dl gevolgd door ' 1G 1' d2 was beter. 1 15 .. . L 1)6 16 I) h4 L c7 17 T <11 f5 Tfchjgoiina. 18 L da : f Er was ternauwernood iets beters; 18 P a3 e4 19Lg2, D h2:f 20 K fl, P c5 met een onweerstaaabaren aanval. 18 . .. ed5: ?20 K fl : Wit verdedigt zich zwak. Beter was 20 P fl, T g«f 21 Khl, di 22 f3 enz. 21 P b3 beloofde meer. '21 .... T g6 /wart voert den aanval meesterlijk. Hij dreigt nu D a(ij, of anders D h2 :, gevolgd door T g4 ! eu '22 J) h5 Deze poging om don koning op e2 te hulp te komen wordt aardig door Tschigo riue verhinderd. Op 23 D e2 zet zwart in 3 zetten mat u.l. met T gif. 23 1) h4 D a6f ?24 o4 (Ie4 : 25 f4 c3j ?26 K 1-2 e3t abandonneert. De verstandigste zet van wit in de geheele Dartii ' |j<u i-y

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl