De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 6 maart pagina 6

6 maart 1892 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. 767 ?waren; de keizer zeide toen, dat er nog een andere menuet was, veel minder eenvoudig dan de menuet van Don Juan, maar veel gracieuser en eigenaardiger. De solodanseres begreep terstond wat de keizer bedoelde; het was de memel a la reine van Gardel ainé; zij danste hem hunne majesteiten voor, en de prinsen en prinsessen moesten dezen instudeeren. Op het tweede hofbal, verleden Donderdag gegeven, is hij door de vor stelijke personen en de ingewijden gedanst. * * * De rage in Londen zija groene anjelieren. Op de Parijsche boulevards zijn sinds eenige weken reeda verschillende groene bloemen gedragen. De Engelsche aestheticus Oscar "Wilde heeft ze daar gezien en hun nu in de Londensche wereld x^n cachet gegeven, door verleden Zaterdag een groene anjelier in zijn knoopsgat te drager, toen hy het publiek kwam bedanken voor de goede ontvangst van Lady Windermere's fan". Of het rjjk der groene bloemen lang zal duren ia de vraag; ze zijn eigenlijk niet mooi, het lichtgroen met wit gevlekt (want het is eigenlijk de mooie roomachtig witte arjelier, die men aldus vervalscht heeft) staat leelijk by het blauwgroen der bladeren en ze zijn zoo deur als een extra-fraaie orchidee, twee a drie shillings. ** * Het is verwonderlijk, dat de Parijsche pot-aufeu", de gewone gezonde dagelijksche kost, smakelijk en- goed verteerbaar, waarvoor ieder Fransch staathuishoudkundige zooveel lof heeft, de rég nératenr de l'ouvrier", hier zoo weinig huibhoudyoeding is. Misschien ligt het aan de slechte kwa liteit van ons brood; in het Fransche gezin toch eet men er een massa brood bij en completeert het maal met een glas dunnen wijn. De bereiding van den pot au-feu is de volgende: men zet het rundvleesch met koud water 4 ons tegen een kan water en een weinig zout op, (heelt men restjes vleescb, die kunnen erbij), en laat het slechts heel langzaam aan de kook ko men. Vooral langzaam; het water lost dan eerst het osmazoom, daarna het eiwit op. Eigenlijk mag men d» soep, gelijk men tegenwoordig begint in te zien, niet af schuimen. De pot-au-feu moet drie uren te vuur staan; langzaam gaat er dan in: wortelen, rapen, pre', een weinig selderie en een uitje met kruidnagelen bestoken; de groenten die men overigens by de hand mocht hebben, aardappelen of wat ook, geven eenige afwisseling. Het vleescb, aldus afgekookt, heeft niet heel veel kracht meer; aen kan het nog als bouilli afzonderlijk klaarmaken, of het als huspotvleesch in den pot-au feu zelt eten. In de Fransche burgerhuishouding is men met dezen schotel, waarna de kinderen nog een stuk brood met eigengemaakte bessengelei (tartine de confitures) krijgen, voor zijn middagmaal tevreden. Mej. Manden, directrice der Haagsche kookschool, schryft ons het een en ander over het afkoken van groenten. Voor de voeding is niet alleen dagelijks een zekere hoeveelheid zetmeel, vetten en eiwit noodig, maar ook de elementen om deze stoffen verteerbaar te maken, mojen niet ontbreken. Do natuur geeft ze zelf erbij; spinazie, raspstelen en andere groeten bevatten een groote hoeveelheid zouten. Kookt men nu die groenten, zooals velen doen, in ruim water af, dan verdwijnt het in de groente aanwezige, iijn verdeelde zout door den gootsteen en men moet met ander zout het gemis aanvullen. (Volgens eene statistiek was te Londen in 1862 ruim 800,000 pond zout op deze wijze in de Theems terecht gekomen). Veel beter is het, zóó te koken, dat de groenten al hun bestanddeelen behouden; ze zullen er te ge makkelijker orn te verteren zijn. Daartoe koke men liefst alle groenten op stoom, gelijk velen reeds met asperges en doperwten doeu. Knol- en koolsoorten, wie men gaarne een deel van hun reuk en smaak wil doen verliezen, zou men des noods zonder deksel kunnen koiten. In Puitschland gebruikt men daarvoor de Dampfkochtöpfe van Eberling te Bremen en Umbach te ietigheim (Wurtemberg). * * Als men in Transvaal in het kweeken van vruch ten even gelukkig is als in Kaapland, kan het land een voorraadschuur voor Europa worden. Eene bezending Kaapsche perziken, dezer dagen in Engeland verkocht, bracht er groote prijzen op; de afstand toch is kort en de vruchten komen in prachtigen toestand aan. Het eerste kistje per ziken, dal verkocht werd, 36 perziken inhoudende, bracht 4 pond op, dat is f 1.30 per perzik, de andere ongeveer even hooge prijzen, op een na, waarvan men de perziken, bij wijze van proef, iu een ijskast had geplaatst, zoodat de vruchten be vroren waren en hun geur verloren hadden. Do overige perziken waren zoo mooi alsof ze zoo van den boom kwamen. Ze waren stuk voor stuk dicht in watten gewikkeld; een van de perziken woog 6 ons. E?e. . Allerlei. Kaar aanleiding van den centenairo van Rossini publiceert J<~i//iiro in zijn laatste supplement, be halve een aantal anccdoten omtrent den Italiaanschen meester, ook een facsimile van eene door hem zelf geschreven lijst zijner nagelaten compositiön, die zeker wel voor een groot deel ver geten zijn, maar ook voor een deel heel curieuse titels dragen. Als de eenige schrale ma nifestaties van zijne muze uit do tweede workelooze helft van zijn leven, geven zij tevens een aardige illustratie van Rossini's neiging tot iekkerbekkerij. liet eerste deel bevat vooral liederen, Italia'insche en Fransche, waarvan hij er twaalf gezamenlijk Olla potrida" noemt, de bekende Spaansche hutspot, waar alles in gaat, vooral veel kruiderijen, eti waar de gourmand Rossini blijkbaar .veel van hield. Het tweede deel bevat vooral piano-compositiën, door hem Pêche* de vieilh-we genoemd. Wij vinden daaronder Mendiunls (vij gen, amandelen, hazelnoten, rozijnen), Hars d'oenvre, (radij\ ansjovis, komkommers en boter), stukken voor aankomende en opgewekte jongelui (Hygiënisch oc^tendpreludium, Memento homo, Assen de memento, daneons!) Asthmatische Etudes (Eene begrafenis in het carnaval, Valse anti-dansantet enz) Al deze compositiën dragen de vol gende karakteristieke opdracht: Ik draag deze zonden van den ouderdom op aan du pianisten vierde klasse, tot welke ik ook de eer heb te behooren. G. Kossini." *** Toen Patti Rossini kwam opzoeken, verzocht de componist haar iets voor te zinjen. Natuurlijk koos de beroemde zangeres iets uit de werken van den meester, eene aria uit den Barbiete. Maar de onvoorzichtige had de compositie vermeerderd met een aantal fiorituren en ver sierselen, bestemd om haar keelvaardigheid en wonderbare stem te doen uitkomen, maar niet door den meester geschreven. Rossini maakte haar zijn compliment, maar voegde er lachend aan toe: Maar zeg eens, daar is uw zwager (deiinpre ario Strakoschi aan bezig geweest, geloof ik. C'est du Rosaini estra ... kochonné." Weber wees indertijd op gemoedelijker wijze eene zangeres terecht, die zich hetzelfde veroor loofd had. Maar kindje, als ik dat erbij had willen hebben, had ik het er immers ook wel bij kunnen schrijven?" * * Rofsini hield nog niet van Wagner. Toen Tamihamer in de opera was opgevoerd, kwam een zijner vrienden bij hem, en vond de partituur het onderste boven op de piano t taan. Ik heb het andersom geprobeerd", zei Rossini maar zóó gaat het veel beter." * * Evenals alle Italianen, was Rossini ook bijgeloovig. Hij beweerde dat Oifenbach het booze oog", de jettatura, bezat". Als hij dan ook den componist van La Belle Helene ontmoette, keek hij hem nooit aan, maar ging naar de piano, en speelde wat hij zijne Offenbach-pulka" noemde, namelijk met den duim en de pink van iedefe hand, de andere vingers dichtgeknepen. Dat is tegen de jettatura", zeide hij. * * Terwijl Rossini nog een contract had met den directeur van het theater San Mote, verbond hij zich voor het volgend saizoen aan den directeur van het theater Fenice. De directeur van San Mose, Cera, was woedend; hij had een middel in de hand om zich te wreken en gebruikte dat. De componist had zich verbonden, hem een opera te leveren; hij gaf hem nu een onnoozel slecht libretto, Due Bruscini, met het doel de muziek te doen uitfluiten. Maar onmogelijker muziek, dan Rossini op de fhie rnscini maakte, is nooit ge hoord. Het publiek, dat iets bizoiiders verwachtte, was eerst uit het veld geslagen, maar begreep toen de grap, en amuseerde zich dol. Jn de ouverture moesten de violen, bij het eerste tempo van iedere maat, in plaats van te spelen, met den strijkstok op de reflectors van hun lampen slaan; de pathetische passages waren alle galop, trippelmaat of walstempo; de komische woorden sleepten in weeklagende motieven heen; de tenor zong enkel onder den balk. do bas enkel zijn hoogste noten. Een zekere Ratfanelli, helend om zijn schetterende trompetstem, zuchtte ro mances, begeleid door het kwartet met pUzicati; alles eindigde met een lijkmarsch. Al dien tijd bleef Rossini, onverschillig vcor het gelach, gesis, geropp, met het deftigste gezicht dirigeeren, zonder een spier te vertrekken. De opera die hij nu aan Fenice, gaf, waa Tancredi, een zijner meest succesvolle opera's in Italië, die waarin Di tand pal pit i" voorkomt. * * Er werd over componisten gesproken, en men vroeg Rossini wat hij er van dacht. O," zeide hij oprecht, Beethoven is de grootste." En Mozart dan, caro maestro V" Rossini antwoordde zonder zich te bedenken: O, Mozart, dat is de eenige!" t # Toen Wagner na Tannhauser, Rossini een be zoek bracht, gedroeg de oude componist zich tegenover den jongere zeer l eicheiden. Het is ech ter de vraag wat Rossini ervan meei de, en men mag zich verwonderen, dat \Vagner als letterlijk bedoeld het volgende heeft opgeschreven en be waard. ? Ja, ik had wel iets kunnen worden," zou Rossini gezegd hebben, als ik het geluk had gehad, in Duitschland geboren te worden. Ik had aanleg, eeniire i'pmakkeHjkheid, en misschien bad ik dan wel iets kunnen bereiken." Verder vertt-lt Wagner: .,Maar hij voegde erbii, dat in zijn tijd I'ali« reeils niet meer het terrein was, waarop ir-en do hervorming der opera-muziek kan b( proeven en !? voortzetten. Alle hooger streven werd er met kracht onderdrukt; het Italiaan>che volk heeft nog slechts n doel, in Lutle-Ukt-riar.ii 1< v,-n. ook wat het muzikale betreft, la dat miln u is "i;s.4'<i opgegroeid, dat zonderlinge iJ.eaal In.l hij zich onbewust eigengemaalit. Z,.n b-^in was o-k moei lijk geweest; later, toen hij conig!' \vdv-i,),'t hal bercikr, had bij zeker ziju ean-lèrn kmincn ver anderen, maar het wa-s te laat gcwonien. ilij bad er niet meer de kracht en e-u rgi« voor Ton slotte zeide bij: Ik mask i.ict do pri'tiMiliis onder de grooto mu-ici get«.'M ie. \vi,r;!i-n ; m:tar '-var ik niet kan duider, is, d<it mcu i:iij rangschikt onder de dwaze)', die mot een ho«;;( r id<-a:i! s i.i u hot mijne (-putten." liet was de periode var. KossïniV onvi r.-chilligheid, onver/a.digïng en luiheid; \Vagner dee.l dus a'lieht verkeerd, d<-zü<ivcr<b-evon iMvlerig'ic-id van den componist van /'t// i-u den JJM'uta' als oprecht gemeend op te nemen. fchille.r al-i //ro/r.wc/;'. Ia d.-3 A<:'i<lt'nitxche Monutalti-fte geett i)r. Th. Unruli te Grc-ifswald een reeks van blieken in 't licht, die, juist hon derd jaar geleden een s'udent in de theologiete Hallo aan zijn vader richtte. Van meer algemeene belangrijkheid is het bericht, omtrent een bezoek aan Jena, waaraan eene schildering omtrent eene voorlezing van den destijds ,'i'J jaai' ouden professor Schiller verbonden h: Te Je> a had ilc het geluk, de voorlezingen van twee beroemde professoren te mogen bijwonen. De een heet Keiijhold en is een schoonzoon van Wieïar.il, bij las zeer opwekkend over de geschiedenis der Griekïche philos-ophie. Het auditorium was zeer bezocht. Veel interessanter vond ik eene voor lezing van den beroemden professor Schiller, die zich, zooals u toch ook weet, door zijne voor treffelijke gedichten een wijd en zijd beroemden naam verworven heeft. Hij is ook een uitmuntend docent. U, met welk een vuur van geestdrift en in welk een schoone dichterlijke taal doceerde hij, geheel vrij, hetgeen men zoo zelden vindt, over den Schiualkaldischen oorlog, en hoe hingen alle oogen aan zijne welsprekende lippen ! Nauwe lijks konden wij nog een plaats vinden. Stel u voor een slank, hoogopgeschoten man, met een interessanten kop en van geestdrift schitterende oogen. Ik moet u bekennen, daïik nog nooit zulk eene welsprekende voordracht gehoord heb; dezen indruk zal ik behouden, zoo lang ik leef. Ik acht mij gelukkig, dezen hoog in aanzien staanden en reeds zoo beroemden man gezien en gehoord te hebben. Met welk een eerbied stonden alle toehoorders op, (oen hij het auditorium ver liet! S'udenten van alle faculteiten en dat wil te Jena veel zeggen bezoeken zijne voor lezingen. Het is alleen jammer, dat de heerlijke man niet de beste gezondheid bezit en dikwijls ziek is." In Engeland snuift men tegen de influenza eucalyptus olie; in Australië, waar men eucalyptus of blauwe gomboomtm voor het grijpen heef r, plaatst men versche takken ervan in de zieken kamer?. De geur ervan is bij allerlei ziekten heil zaam; hij bevordert een rustigen slaap en is ook voor teringlijders verlichtend. Dr. Curgeon ver klaart in ansell's Magazine, dat bij roodvonk en andere besmettelijke ziekten, de groene takken van den eucaïyptusboom een voldoend desinfectieiniddel vormen. Een groote diamant. Uit Antwerpen wordt ge schreven : In de diamantslijperij van Coetermans alhier, wordt op dit oogenblik een diamant ge slepen die niet minder dan 474 karaat weegt, een lengte van 7 centimeters en een doorsnede van niet minder dan 4.75 centimeters heeft. Ge slepen zal bij ieder geval nog meer dan 2()0 karaten wegen en dan nog op twee na de groot ste diamar.t zijn, dien men tot nog toe kent. De grootste zijner slijpvlakten zal dan 2 centimeter lengte en centimeter breedte hebhen, de dia mant zelf de grootte van een goed duivenei De groo'ste tot nu toe bekende diamant is die van den Schah van Perzië. de Groot Mogol", die 280 karaten weegt; dan volgt de Orlofï" van de Rus sische kroon van 197'/i o karaten; dan een van 131) K karaten, in bezit van do Oostenrijksche kroon, de Groothertog van Toscane'', de Regent" van IflO'.s karaat eu de \Qü% karaten zware Koh-i-Noor" die zich onder de Engelsche kroonjuweelen bevindt. Alleen het slijpen van den laat ste, dat te Amsterdam geschiedde, kostte 1000 pond sterling en nam verscheiden jaren in bei-la?, zoodat rnen zich eenigszins een denkbeeld kan vor men wat voor kosten het slijpen van den nieuwen Antwerpschen steen zal veroorzaken en hoeveel i tijd dit zal vorderen. De waarde van den kostj baren edelsteen laat zich r u nog niet taxeeren, i daar hiervoor dat gewicht alleen geen maatstaf is; eerst na het slijpen zullen die deskundigen hierover hun oordeel kunnen zeggen. Nu het rookvrije buskruit overal is ingevoerd, komt men tot de bevinding, dat rook ofwalru op de goedo punten aangebracht;, ook zijn voordeel kar, aanbieden. De heer Paul llhiem heelt nu mistkogels uitgevonden, waarmede men den vijand, of desnoods zichzelven, in een dikken ne vel hult. Het zijn gemakkelijk brekende ballons, gevuld met ammonia en zuren, zoodat, wanneer deze ontsnappen, een mist gevormd wordt, diti eerst door wind kan verdreven worden. Met den novel om zich heen, ze»t do uitvinder, kan de vijand onmogelijk het vuur der aanvallers beant woorden. Ingezonden. LIEVEN NIJLAND OVER FREDERIK VAN EEDEN. 1) De beer Nijland heeft een aanval gedaan op Frederik van Eeden. Van Eeden verdedigen tegen Nijland gaat niet aan, ons doel is dus alleen: Nijland aan to vallen, en uit willen wc doen zooals we zijn: jonge menschen; op literair gebied Nyland's gelijken. Maar niet in hevig gepassioneerde, neerb ksemende perioden, doch in kalm beredeneerde, overtuigei.d-aHiitooi-'Cr.de llollandsche zii.-netjvs. Xomend het opstel van Nijland en virnielend alle stukken, slaande M tegen elkaar tot het geheelo artikel al.s een teikiimiige vergelijking is opgelost, die geeft tot resultaat O. Want wanneer \ve ao verschillende beweringen van den heer Xij'aml tegen elkaar weger, blijkt hel; dat zo .allo elkaar eplu Ifün en hut gelieolo stuk ilns een ziiOoozu l-luihulling is; dat het ge heel r V!-u onietnsch in elkaar zit als dit kleine j dee', deze vol/.in ervan: j Jvi om <l;m maai- trrsiopd bij dat laatste i kltiii'-to gtxiirit'ije to beginnen, als waart ge een j s-hu1.:; die ik bij den s'nart wil (.p eten, ZDO vind i ik. ;if ?,'.[) in een knti>. I;jo over Vtrwcij's veriaj lij.g ri.j tt'vei,.s het boste lioura.-i geef: voor lijijn i ' De heer Xy'an.l nu beweert ui'sluitenl te j schrijven om van Ivden co'.i dienst te bewijzen, i \v,ii wij volkomen billijken. Maar waarom ::c(-mt ! j hij het van Keilen dan kwalijk dat deze. om Ver- | i w v een dienst te doen. eveneens een artikel j j K1 blijf t ca publiceert'r' zijn eigen woorden passen j l wo hier o p hem too : l Ge weiiiït voor iiat gij Vcrwry (/ets hief run j /v-.rffii) oen diei.s.t hebt willen doen?zeer goed ! j -- maai' eilieve! \\elke motieven zijn er np te t<! geven, die er u l;o? brachten dit in 'i o/ii'iiii'iur te i oen '. Een brief aan uwen zwager Vt'rwiy j ,,(U:o.s hier a/d. heer van Kedei ) ha;l dor.zeifdeu j ..diiii'.st kunnen doen. Dat di! lieer Verwey juist een zwager van v. Eeden is, heeft met de litteraire kritiek niets to maken. l>e gdieelo sofistische argumentatie van den lieer Nijland tegen do zuiverheid der bedoelin gen van v. Eeden's geschrift over Verwey kan tegen hem zelf gebezigd worden, ja, zou, ware zejuibt, elke kritiek tot een kleinzieligheid maken, Het is ook best mogelijk dat de Heer Nijland dit zeggen wilde, want in geheel zijn verder be toog blijkt telkens, dat hij niet de minste notie heeft van de meest eenvoudige zaken. Dat hij niet het minste begrip heeft van de beteekenis der woorden : Wil en Intentie en niet eens vaag vermoedt wat een artiest is. Hoe toch is anders een uiting als dezen te verklaren; Het is u misschien nooit bewust geworden, maar uw wil heeft u precies doen volbrengen. wat kon strekken tot voldoening van uw eerzucht, tot streeling uwer ijdelheid" en wanneer daar vlak aan voorafgaat: Zoo is uw Intentie, r,i(t eerzuchtig te, z\jn en niet ijdel, kloek hebt gij deze bedoelingen geposeerd in uw antwoord aan den heer Kloos, maar dat het iets meer dan bedoelingen zijn, dat deze doode plannen z\jn geworden tot een levenden wil, daarvan moeten de bewijzen nog komen," De bedoeling is dus volgens den schrijver nooit tot wil gerijpt en dj wil was juist tegenover ge-, steld aan de bedoeling. Is dan niet de wil steeds een superlatieve bedoeling, of is de wil iets onbewusts? Wat bedoelt de Heer Nijland hier? Wil hij zeggen : Uw bedoeling was goed, maar de daad, het uitvloeisel van die bedoeling deugt niet 'cNeen, want dan zou wil daad, bloesem = vrucht moeten zijn. Het eenige wat ons hieruit duidelijk blijkt is, dat de Heer Nijland zelf niet weet welke beteekenis hij zelf aan zijne woorden hecht ; en dat hij van den artiest Van Eeden nooit iets begrepen hei ft. Of is Ellen" volgens hem slechts de vrucht van een streven naar ijdel heid 'i Maar welke ijdelheid dan toch? L>e ijdel heid van door 't publiek geprezen te worden Dat is toch te ridicuul. En toch scbijrt dit de bcteekenis te zijn, want ter verduidelijking zegt de schrijver nog: Wie uw schrijversloopbaan objectief gadeslaat, als een gegroeide plant, ziet in hare formatie evenveel eerzucht en ijdelheid als in die van elk uwer collega's." Dus Kloos, Gorter en v. Deyssel ook ijdel! Waarom niet liever gezegd dat louter Ie plaisir de se voir imprimc" de drijfveer van poeeten is. Alle werkere, ook de artiesten, hebben fot productie den stimulus der eerzucht en het verwachten der ijt'elhHds-streeling r.oodig, zoo zij niet hoog en sterk, ik zou haast zeggen heiligen genoeg zijn om te werken door den zuiveren drang van licfdo, Menschen- of Godslififde, of schoonheiHs-devofie." Dit durft de heer Xyland letterlijk zoo te zetten; wij denken hier natuurlijk aan het spreekwoord van den waard " Er volgt op, dat zoo het van Eedens wil is, een dier heiligen te zijp, zij het eerst onlangs geworden en nog niemand gebitken is. Wij vragen alleen maai: En Ellen dan? Blijkt hier zoo niet het feit, dan toch duidelijk do. wil 'i Verder wordt beweerd dat van Eeden pedewonstretrtl heeft: het or bewast onreine der artistieke indecemie hij van Dey-sel: het gevaarlijke deiheerschzucht en betoogei de lyritk bij Kloos en de leelijkheid van onzuivere zelf-repre^eritatie bij Verwf-y. Dit zijn fraxen, van Eeden hwit a; dezo dip gen, r.ie.t a'loen nooit gedemonstreerd, maar zelfs nooit getracht dit te doen. Maar het wordt vervelend met een zoo weinig begrijpend mensrh te redetwisten. Wij willen du.-j r.og maar een paar zinnen citeeren, die nuk zon der «enigen commentaar duidelijk laten zien met hoeveel recht Lieven Nijland over van Eeden schrijft. Bij voorbeeld deze: (Zoo heeft men) in een schrijfwerk de kunst van den perioden bouw, der woordmelodie, dan de kunst der exp-es.-ie, de echte schrijfkm st, dan eindelijk de kunst der keuze, het vinden der bchoonheiil, die meu wil uitdrukken en dan nog de kunst der conceptie, het scheppen van oen groot en schoon geheel." Waaruit blijkt dat. mijnheer Nijland concfp'ie. expressie, woordmelodio en het vinden der schoon heid ('f) geheel afnescheiden kunsten vind in een schri fwerlc. Kunst van expressie is dus io's anders dan woordmelodie? En deze: Gij kunt vele daden aanwijzen, die infellrctueelen mosd verei^chen. Maar van geen enlsclc kunt gij toonen, d'it i ij 'tyn'olf/ ?er<s I:IDI onrspi'onktlijke en nntnniiijke lieldluiftifilu'id., /ij kwamen eerst als overtuiging, dut gij eigeu'yk niet hang waan". Verheeld u een held die kan tooncn dat zijn. dapperheid het gevolg is van oorspronkelijke held haftigheid. Do heer Ny'and dacht zeker a.a>i Van Speijks brief aan zijne nicht. Dat wai moe J, do stukken zijn er bij dat i een held was. En do man die zulke wartaal schrijf!, durii tegen Van Iv'den zeygi-jn : Nicitrmin hebt tij zeer vele oiibP.-luiiU'iulu pruilen vervaardig!.'' Wij zoudnn wel will -,i voorstellen he-u fUMiigo lessen iu <ie logica te Ute'i bijwonei', en dan de, anatomie voorloop'g acii'erwcge te late.1. Dit alles is is slechts een greop uit do /jé'/xis van don he-^r N'.i'a'.i'i, zoo nooili-; zullen wij mut heel wat /.va'ir.lora Iu chulJigU'^Mi ;uiil.-n'ii'.".>. VAN' DUVKI: en J. 11. Xtx-rNs. (1) Nieuire Giilf, Februari '!R (-2) l'.i cursiveer hier en verder. 40 c e n t K per r o g e '. f.'ag-ïzlp Kaizershcf", Grootst-: f-rrteeriri; J A P O N £ T OEF K N. Dageiijksehe ont-a^st der laatste Xouveaufis,, SCHAD W & O L DE N KOT f, H< X >K1 M h'.l'O'JL' van Dr. JAEGEït's OriiïXorm. WoUrtikeleu, K. F OflioCHLt-SENGtR, Kalverstraat 157, Amsterdam. Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl