De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 3 april pagina 6

3 april 1892 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 771 vindt men zoowel van twee manchons, (dus mouwen) als van een manchon, een mof gesproken. De dames (en heeren) waren toen zoo verstandig het bont naar binnen en de stof, fluweel of zijde, naar buiten te dragen. ]Jet verder verloop der mode ziet men, behalve uit de platen, vooral uit de wetten tegen de weelde. In 1567 werd aan de burgervrouwen ver boden, zijde, maskers of gekeurde moffen te dra gen; zij die niet rijk genoeg waren om de hooge boete te betalen, droegen dus laken en camelot en een zwarten mof. De naam was toen ook contenance of bonne c/rdce. Men ziet ze op de platen onder Hendrik II. maar niet meer onder Hendrik IV; eerst onder Lodewijk XIII op het laatst, komen moffen en maskers weer terug, de moffen ook voor heeren. De vorm is dan soms zeer lang en smal. van stof, met heel dikke randen bont, ook wel uitgeschulpt of gepunt aan de randen ; ook wel van twee kleuren bont, de een binnen, de ander van buiten; de dames van het hof droe gen sabelbont en marter; de bourgeoises hondenof kattenvel. Men bewaarde de kostbare moffen in fraaie kistjes van zeldzame houtsoorten. Onder Lodewijk XIV werd de mof eerst werkel\jk mode. Men maakte ze van sabelbont, petit gris, otter,- beren-, tijgervel; van groene, blauwe of roode veeren. De heeren droegen zelfs bij het leger kostbare moffen; de dames hadden soms een hondje of katje in haar mof, en borgen er ook een heel arsenaal van kleine toilet-artikelen in. Nu gaat men ze op de portretten ook met linten versierd zien, aan kostbare snoeren hangend, aan charpes gedragen, met kettinkjes aan het cein tuur gehecht. Ook op de heerer.portretten ziet men ze; voor officieren was het de gewoonte, een streep tijger- of pantervel in het midden te hebben. In 1741 vindt men moffen van chenille, veeren, peluche, enz. vermeld. De prinsessen hadden toen moffen van de borstveeren der grèbes", een water vogel uit de Alpen; (deze grebbe-veeren zijn ook tusschen 1860 en 1880 weer mode geweest) zij waren zilverwit en blinkend; voor f n mof waren vijf vogels noodig. Op het eind der acht tiende eeuw droeg arm en rijk, zelfs in een heel gering werkmanshuishouden de vrouw en de kin deren, moffen. De uitvoer van moffen uit Frank rijk vormde een belangrijken tak van industrie. Op dien tijd begonnen de heeren zich te verge noegen met een klein zwart of grijs satijnen mpfje, met dons gevoerd; toch was dat niet het einde van de mode, want in den strengen winter van 1788 vindt men juist weer reusachtige metten, die kin, borst en maag bedekten; en voor de dames bepaalde zelfs de vorm van deze moffen de coupe van het costuum, want omdat de mot zwaar was en hoog gedragen werd, kwamen van zelf de armen aangesloten, de heupen een weinig achteruit, en de houding een weinig gebogen, zooals in 1860 met de tournure weer het geval was. Ook satijnen moffen, couleur -centre de puce, suif de cheminée de Londres, entrailles de petit-maïtre, agitation momentanée, lioue de Paris, vindt men vermeld. Vlak vóór de Revolutie vindt men moffen van zulk lang haar van Angora-geiten en Mongoolsche geiten, dat ze bijna op den grond sleepten; ook van wit satijn met strepen van marterbont of vossenbont er over: of van rose zijde met strepen van zwanendons of zilvervos. In 1769 is er een heel mooi bont, Siberische wolf, langharig en goudkleurig; zulk een mof vindt men op het portret van Mad. Molédoor Mad. Vigée-Lebrun in het Louvre. Onder de Revolutie droeg men er nationale strikken aan; maar weldra werden ze met andere soorten van weelde-artikelen ver bannen, als te verwijld ; de incroyables en morveilleuses droegen liever een boa, en eerst laat onder het Keizerrijk vindt men den mot weer vermeld. * * * Benige doctoren schrijven tegenwoordig als kuur voor zenuwachtige of zwakke vrouwen en man nen voor, twee of drie dagen volkomen rust te nemen, in bed te blijven en zich te laten ver zorgen. Anderen lachen er om en beweren dat de goede gevolgen die de kuur ontegenzegeeHjk heeft, alleen het gevolg zijn van de ve-veI;ng welke de patiënte gedurende die drie dagen ondergaat, en die haar vatbaarder en dankbaar der maakt voor de genoegen van het dagelijksch leven. Al ware dat zoo, dan zou deze tevreden gemoedstoestand met drie dagen rust dikwijls niet te duur gekocht zijn. Maar historische voorbeelden bewijzen, dat werkelijk de maatregel hygiënisch is, en onder de heldinnen der Londensche seoso», de professional beauties1', zijn er verleden jaar verscheidene geweest die hem in praktijk gebracht hebben. Om de veertien dagen namen zij twee dagen absolute rust; 's morgens stonden zij op om een geurig bad te nemen, gevolgd door een ste vige behandeling door eene ervaren massense; dan gingen zij weer in bed, ontbeten daar. ble ven rusten tot den middag, om een heel eenvou dig maal, lichte ziektenkost, te nemen, bleven dan nog een uurtje zitten, dronken slappe thee, ontvingen niemand en lieten zich in slaap lezen. De volgende dag werd juist evenzoo doorgebracht en de patiënte was weer gereed voor de tallooze bezigheden, vermaken en plichten, die de rustelooze wereld van haar eischte. Eigenlijk kwam de oude gewoonte van vol komen Zondagsrust voor vrouwen en mannen ook in hygiënische werking allicht op zoo iets neer. * * Eene nouveautéte Londen, in verband met de solo-dansen voor dames, zijn gekleurde dans schoentjes (bleek groen, rose,hemelsblauw,cardinal. goudhruin), versierd met vergulde munten en belletjes, die bij het, dansen kunnen rinkelen. Iets nieuws te Parijs is de gnnt-miroir, een handschoen, waarin, onder een lapje peau de Suède of glacé, een klein spiegeltje verborgen is. Een tijdlang heeft men dat in den waaier gehad, maar de mode voor de waaiers h nu: hoe dunner en doorschijnender gaas, hoe modieuser. zoodat er geen gelegenheid is voor een spiegeltje. # * * Een der fraaiste kamerplanten is de araucaria, een conifeer, die in haar eigen land, Australië, 50 a 60 meter wordt, maar hier, dank zij een soort van d ergcultuur, door onze bloemisten van de Chineezen afgezien, in bescheidener verhoudingen blijft. De araucaria met haar takken, als mei pluche bedekt, is niet veeleischend; zij is tevreden met eene gewone kamer, mits zonder vorst en zonder al te schroeiende hitte. De plant heeft licht noodig, maar geen zon, ook is het noodig haar van tijd tot tijd om te keeren, opdat haar takken niet naar het licht groeien en dus ongelijk worden. Een bezwaar is. dat het moeielijk is haar af te spon zen, terwijl toch natuurlijk stof haar evenzeer kwaad doet a's een andere plant; het beste is dus, haar zoo dikwijls het regent wat buiten te te zetten en haar anders maar flink met den vaporisateur (do doelmatigste kamergieter) te behar,delen en te laten afdruipen. Porseleinen potten zijn voor de araucaria even als voor andere planten gevaarlijk; het beste is een gewoi o aarden pot op een paar scherven of steentjes gezet, in de porseleinen jardinière; dit kan te gemakkelijker, omdat de araucaria eer bang is voor te veel aarde dan voor weinig; zij heeft aan een zeer kiemen pot genoeg. * * * Wie met de aanstaande wereldtentoonstelling zijne reis verder dan Chicago wil uitstrekken, zal door bv. eene expeditie naar den staat Florida te ondernemen, een voor Europeanen nog zoo goed als nieuw land kunnen bezoeken. Het is het land der heerlijke vruchten bij uitnemendheid, en, een bewijs dat men terecht het geregeld eten van vruchten een voorbehoedmiddel tegen zucht tot spiritualiën noemt, in Florida wordt zoo goed als geen wijn of brandewijn gedronken. Men eet in de hotels, bv. te Palatka, driemaal daags copieus, maar als drank kornen enkel water, koifie en thee op tafel. Het menu is ongeveer het volgende: Een chinaasappel of' een glas water; oestersoep, forellen, biefstuk, gebraden varkensvleesch met boonen of gekookt varkensvleesch met kool: macaroni; ge farceerde kalkoen met bessenvla, wilde eenden met tomaten; homiwy, gesloofde aardappelen, zoete pat aten of andere groenten. Voor .dessert: taart, pudding, peren, bananen en andere vruchten. De nationale schotel is de hominy", een soort van witte brij, van koren of maïs gemaakt, en die zoowel in hotels als bij families bij iederen maaltijd behoort; om er smaak aan te geven, gaat er stroop \ van versch suikerriet overheen. De pot met suiker stroop staat altoos op tafel; de echte Floriders gebruiken die bij alles, bij vleesch en groenten; zij eten ook bij visch, bij tomaten, bij vleesch en alle andere spijzen een soort van kleine wafeltjes die zij met deze stroop besmeren. Voor het bereiden van tomaten, pataten en oes'ers heeft de Floiïdasche keukennegerin wel honderd recepten; de oesters worden versch, ge stoofd, gemarineerd, gebakken, gebraden, in soep, in saus, in pastei enz. gegeten. Ook vogels, kal koenen, kippen, zijn er veel, maar het ossenvleesch is er taai en oneetbaar. lïier komt in Florida bijna alleen in de stad Jacksonville voor; op alle tijden van den dag drinkt men koifie, thee, melk, ijswater, of wie dorst hutft. zuigt maar liefst een stuk suikerriet of' een chinaasappel. E?e. Allerlei. Sedert de optocht van den Mardi-Gras atgeschaft is, geldt als voornaamste feest van carna val en na-carnaval te Parijs de optocht van den Mi-carême. Hij is dit jaar door uitgezocht weer begunstigd geworden, en op den boulevard ver drongen zich honderdduizend kijkers, monsieur Prudhomme in alle formaat en figuur. Meest menschen die vroolijk willen zijn," schrijft de correspondent van den Frankfurter, omdat zij vrijaf hebber, en nu leven maken en valsche neuzen opzetten om zich wijs te maken dat zij vroolijk zijn. Daartusschen allerlei meis jes met en zonder hoed; er zijn er eenige onder die avonturen zoeken, anderen die er bang voor zijn, maar toch wel wenschten dat ze uit den een of anderen hoek opdoken. Mooie zijn er niet vele bij, maar alle lachend en vriendelijk, eigenlijk meer op haltlicht. dan op de volle zon berekend. En dan de confetti! De jonge mannen hebben hun zakken vol met witte en bonte papier snippers, en komen zij een meisje tegen, dan worden spoedig gezicht, hals eu haar volgegooid. Weldra is de boulevard met die witte warme droge sneeuw bedekt, heel zindelijk, en hier en daar met gekleurde wolkjes er in. Zij dringt de winkels binnen en hecht zich aan schoen en jas. Alleen, de reclame heeft er zich al meester van gemaakt. Op eenige snippersleest men in miniatuur schrift, waar men de lichtste hoeden koopen kan." Nog altoos naar oud-Parijsch gebruik behoort de mi-caièina aan de wasch vrouwen. De oplucht duurt anderhalf uur; alle wagens zijn volgens het gewone optochten-decoratie! gedrapeerd en ver sierd; er is veel muziek bij en op de wagens zijn veel ridders, krijgslieden, herders en edelvrouwen. Vooral edelvrouwen; de koningin, de reine des reines'' (want ieder Itintir kiest zijn koningin en deze samen kiezen er weer een) heet dit jaar Henriette Delabarre, is zestien jaar oud, waschmeisje te Kelleville. donker van oogen, heel mooi en heel deugdzaam; zij troont ouder een vergul den baldakijn, niet een cartonncn kroon in het bruine haar en een purperen mantel om de schou ders. Als zij voorbij hot Ely.-ée komt, waar de heer Carnot op het balcon ;>ta:it, stapt zij van den wagen en hij geelt haar een km. Du .\[nr>n:t!/ni*c werd gespeeld en daarna de Ih/tnnc A'USM'. die thans overal bij behoort. De TeiniM heeft de reine des reines" laten interviewen. Tien uur 's morgens, 4 rue des trois Cuuronnes, te Belleville. Mlle Henriette Delabarre alsjeblieft. Tweede verdieping, de deur links, zij is zich aan 't kluedcn. Ik ga naar boven. ()p de trap kom ik een markies Louis XV tegen in zwart fluweelen frac, mei witte linten, den tricorne onder den arm en den degen op zijde; een allerliefst ventje van twaalf jaar. met witte poederpruik, waaronder zijn bruine oogen, een beetje verlegen als van een klein meisje, donkerder lijken. Op de tweede verdieping komt de vader, in hemdsmouwen en bretels, mij opendoen. Hij is kregel, hij heeft moeite om zijn witte dai vast l n gezonde n. te krijgen, en zonder den steun van de koningin moeder, die in de naaste kamer voor den spiegel zit en get'riseerd wordt, zou de pers buitenge sloten worden. Ik kom dus binnen en bekijk, terwijl madame Delabarre, onbewegelijk onder de handen van den kapper, die haar een tak kunstbloemen, hyacin ten, in het haar steekt, mij een vriendelijk wel kom toewuift, op mijn gemak de reine des reines. Zij is in rose corsetlijfje en witten gesteven rok. Om haar mooi kopje is een krans van goudblonde stralen; de kapper heeft er nog niet de friseerspelden uitgehaald. Met haar jongere zusje, Anaïs, of zooals haar moeder zegt, Naïse, in rose tricot en gesteven rokje evenals zij, staat zij met het gezicht tegen de ruiten geplakt, Wat een menschen! c'est patant, .mes enfants! Mannen, vrouwen, jongens, ze dringen en tuimelen over elkaar. Eindelijk een agent.... Wat laat hij ze opwandelen. Oh, mazette! Naïse, Henriette, roept de moeder, je moet eerst je soep eter. Xaise en Henriette komen naar hunr.e borden. Ah fli'ite! roept de reine des reines, de soep is niet gaar! Hoe kau je, 't zoggen! roept de portierstcr, die do soep heeft bovengebracht, il a bouillu plus d'uno heuro. Maar de reine des reines lust de soep niet. VA geniet liever aan het raam haar succes. Ik profiteer ervan om haar te ondervragen. Waarom noemen ze u la reine des reines? We!, mijnheer, omdat de koningin van de waschvrouwen gekozen wordt door de koningin nen van al de waschhuizen van Parijs. Ze hebben een goede keus gedaan, mademoiselle. Gefeliciteerd. Hoe oud bent u? Ze is bijna zestien, verklaart met majesteit de koningin-moeder. En wat een knap meisje voor haar leeftijd, niet waar? We), madame, wat bent u geagiteerd. Hoe zult u wei zijn op haar trouwdag V Dat zal me lang niet zoo aandoen, mijnheer, dat verzeker ik u. Kijk u haar japon even, mijn heer, daar op het bed, en die allerliefste kroon, alles van valsche diamanten en verguld brons! Ik bewonder. Maar mijnheer Delabarre vindt dat ik er al wat lang ben, en ik stap op, na nog een enkelen blik in h',-.t kamertje met zijn twee tagères vol porceleinen prulLtjes, hondjes van gesponnen glas, doosjes van schelpen, de portretten van Xaïse en Henriette in haar communie-pakjes naast don spiegel, en daarboven twee gekleurde platen, met Russische moujiks van de bcrenjacht terugkomend, in besneeuwde pelzen onder een bessenrooden hemel. In de straat wordt het steeds drukker; mijn liacre schokt weg onder een ovatie : vive la reine'." Heden heeft de bekende Firma Peek en Cloppenburg op den Xieuwcndijk alhier, haar geheel verbouwd en vergroot magazijn van Heeren-. Jongeheeren- en Kinderkleeding heropend. Door den aankoop van n huis op den Xieuwendijk en vier huizen in de Nieuwstraat heeft het magazijn thans ecu oppervlakte van luim 000 vierkante meter. De aangekochte buizen die 5 .Januari nog stonden, werden door do aanne mers Gebr. Xienaber, onder leiding van den ar chitect Welsing. afgebroken en verbouwd, zoodat in nog geen drie maanden tijd de geheelc om vangrijke verandering is geschied. Inderdaad wel een bewijs wat goede leiding en bewame handen vermogen. Behalve de maga zijnen voor Hoeren-Confectie en afzonderlijk ma gazijn voor Kinderkleedereii.gelijkstraats, bevinden zich boven in het gebouw een ruime paskamcr voor kleederen naar maat, elegant en met comfort ingericht, verschillende magazijnen en ateliers voor coupeurs. kleedermakers enz. De firma Peek & Cloppenburg is de eenigste in Nederland, die uitsluitend zelf (jecoti/ectionetrdc ldt<edere,n levert. Voor baar wir.kcis to ! Amsterdam, Rotterdam, den Haag, Leiden, rirecht, j Groningen en Haarlem zijn voortdurend 40 coupeurs aan 't werk, terwijl zij in het geheel ca. OO werklieden in haar dienst heeft. Te Avesnes werd dezer dagen, terwijl de com missaris van politie in de komedie was, zijn bureau op het stadhuis opengebroken en geplunderd. Alle laden werden geledigd, de papieren verscheurd of meegenomen, het beet j 3 geld dat er in was, gestolen. Het nasporen was geheel gegaan op do wijs zooals de politie zelve dat gewoon is. : Op het oogenbiik der inbraak lag op de schrijf tafel van den commissaris eene dépêche uit Denain. waarin een dergelijk vergrijp werd mudegede"M. De dieven lieten haar liggen, met de woorden eronder: Wat zeg je ervan?" Ondertceke:ul : Dezelfden." i het recht werd ontzegd over de zaak mee te pra ten, omdat ik was... en dan volgden er eenige mirder vleiende epitheta, zooals dat gebruikelijk is als de heeren meenen, dat een der twaalf ge loofsartikelen van het nieuwe Kunst-Evangelium wordt aangetast. Nu brengt uw blad van 27 Maart de mededeeling : Sprekende over het kleuren lioorcn, d. i. de eigenschap, die veel menschen hebben of althans meenen te hebben, om bij hot hooren van een geluid den indruk van kleuren-zien te krijgen, zegt dr. E. Monin, in zijn Misères nerveuses", dat het waarschijnlijk is, dat de geluid-waarne ming en die der kleuren plaats hebben op twee dicht bij elkarder gelegen plaatsen in de hersenen., zoodat de zenuwvezelen van buiten in de gele genheid zijn zich met elkaar te vermengen en ineen te groeien. Deze hypothese vindt steun in het feit, dat dergelijke vermenging van zenuw draden in het lichaam meermalen voorkomen. zoowel physiologisch als pathologisch." Den lezer het oordeel. U dank zeggende voor de plaatsing. Uw Div. Dienaar, WILLEJI OTTO. Amst., 29/3 92. Aan de liednulie i'nn de .,Amslcïdumm:.r" \ Mijne Heeren! '. Ik wenschte do aandacht uwer lezers en ook de uwe te vestigen op het volgende: In uw blad Xos. 7(>2 en 703 van Januari ji. schrei f ik een opste! entier den titel: l\Jrmi.\'n en Kleuren", met de !njvo;'-ging: Proeven van verklaring. Mijn proeve om het zien van klnnkfn te ver klaren, kwam neer op de volgende hypothese, die. ik herhaal, alleen ais proeve gold en dus geen aanspraak maakte op wetenschappelijke waarde. Aangenomen de juistheid van de bekende ver- j gelijkir.g van het zenuwstelsel met een telegraafr.ot. waarin het ccntraalbiircau de hersenen ver tegenwoordigt, dau zou het zien van een geluid verklaard kunnen worden door het aannemen van | contacten, zooals die ook bij telegraafdraden plaats , vinden, waardoor een telegram van den eenen j draad op den anderen overloopt. Een telegram van het oor, een geluid dus, zou als \an het oog komend, dus als ccn kieur-j'inpressio bet hoofd- | kantoor, de hersenen, bereiken. Men zou dus een j/tlii'Ul zie».'' De daarop volgende week bracht uw blad een j ingezonden stuk van den heer Eldar, getiteld : j Nog eens Kleuren en Klanken'' met de bijvoe ging: (Geen proeve van verklaring), waarin niij Amsterdam, 21 Maart 1892. Den Heer D. G. JEI.GERSIIA. In de laatste uwer beschouwingen, onder het opschrift Socialisme'1, in het Wee/Mud van den 20sten Maart, trekt u een parallel tusschen de romeinsche latifundia met wat daaruit ontstond en de tegenwoordige nijverheidsinrichtingen met hun streven naar centralisatie. U komt daarbij tot de slotsom, dat trusts, bonds, naamlooze ven nootschappen en dergelijken, nog lang voor zij hunne grootst mogelijke volmaaktheid bereiken kunnen, zullen uiteenvallen en versnipperen, om dat het gevoel van verantwoordelijkheid bij de werklieden {ik bedoel hiermede natuurlijk alle geëmployecrden) naar gelang van de uitbreiding der inrichting of onderneming vermindert. Dat die vermindering reeds nu te constateeren is, ik zal de laatste zijn om het te ontkennen. Echter zeer te betreuren zou het zijn, naar mijne meening, wanneer daarvoor geen genees middel te vinden ware en ik mag veronderstellen, dat u mij dit zult toestcmmep, daar ik uit uwe vroegere beschouwing niet heb gezien, dat cen tralisatie der productie op zichzelf, door u nadeelig wordt geacht. Naar ik meen is het geneesmiddel of liever het voorbehoedmiddel tegen vermindering van het ge voel van verantwoordelijkheid reeds sinds lang gevonden eu toegepast. Reeds voor jaren hebben bestuurderen van groote inricht ir gen. ook hier ter stede, die eigenbelang met dat van hunne ondergeschikten wisten to vercenigen, eene wijze van loonbctaling ingevoerd, die vercorzcakt. dat het in 't belang van den werkman is, de onder. neming niet te benadeelen. Door den werkman een aandeel in de winst toe te kennen, heeft men hem een gestadigen prikkel om het belang van de zaak, waarin hij werkzaam is, voor te staan. De uitkomsten van de praktijk hebben dit herhaaldelijk bevestigd. Ook in de door u besproken Fabian Essays of Socialism" wordt een sprekend voorbeeld daar van aangehaald en het zou daarom ten zeerste moeten verwonderen, dat uw betoog geen mol ding maakt van deze uitvloeing van het recht vaardigheidsgevoel der werkgevers van de 19e eeuw, indien daarmede aan do kracht van ge noemd betoog niet op zijn minst genomen, groote afbreuk werd gedaan. Hoogachtend G. L. N. Toen ik mijn parallel trok tusschen de Romein sche latifur.dia en de gecentraliseerde industrie van tegenwoordig, bob ik ook bedacht, da,t het participatiestelsel n der vele cxceptiën was. diemen tegen de juistheid der gemaakte vorgelijkii.g kan opwerpen. Ik stelde het in mijn gedachten als palliatief iets boven de dror Romeinsche grondbezitters aangewende pogingen, om te be werken, dat de onmiddellijke chefs hunner slaven (de voorlieden der werkploegen zou men ze kun non noemen) belang hadden bij de opbrengst van den arbeid. Dit uitvoerig te motiveeren zou te veel plaats vorderen. Misschien doe ik het later, Toeh wil ik bier den beer (i. L N., naar aan leiding der door hem gemaakte opmerkingen, een paar vragen doen. Gelooft hij wi-rkelijk, dat er eenige kans bestaat het participaüestclsel zoo algemeen te maken dat men er, nadenkende over de toekomst der tegenwoordige industrie, ernstig rekening mede zal moeten bonden? En verder: Zijn er niet even veel voorbeelden te noemen van mislukte als ',an geslaagde participatie? Heeft de beer N. wel er-:. s over de oorzaken daarvan nagedacht? Men z.-i; er een groot nantal kunnen noemen en daaronder enkele van i-...;ev algemeenrn aard. in deze rich ting moet men, naar ik meen. ii,i redenen zoeken. v. aarom de gr<-en!ralise< rde industrie, ui* ze oentr.aa,] dreigt uiteen te vallen, niet gered kan wor den door hel participatie-stelsel. Ik geef echter t'Siii'ue toe, dat het geenszins zeker is, dot die industrie iiïde toekomst -'?</ uitecnva-llcn. Slechts op de iiw</t'lijkli<'id daarvan, op het onvoldoende dus van bet betoog der socialisten heb ik willen wijzen. D. (';. ,]I-:U;I-:HSMA. Reclames 40 c e r. t s p ft r r c g e. 'i Magazijn Keizershof", Grootste sorteer ing J A P O N S' T- O E B R N. Dagelijksdic ontvangst der laatste Xouveau1ös« SCHADE & OLDEXKOTT. H< KJSiMJUJIflJPOT vn-i. Dr. JAEiiEK's Orig. Xorin, Wolarlikelen, K. F. EUSCHLE-BENGE.R, Kalvcrstraat 157, Amsterdam. Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl