Historisch Archief 1877-1940
No. 772
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?gerde, dezen af te staan, Hertog Johan
Frederik trok in het jaar 1671 met gewapende
macht tegen Brunswijk op, maakte zich van
het grootste gedeelte der voorwerpen meester
«n verzond deze naar Hannover, waar z\j tot
het begin van deze eeuw zonder gevaar zyn
kunnen bhjven. Ia het jaar 1803 dreigde de
Fransche invasie. De schat werd zoo snel moge
lijk ingepakt en naar Engeland vervoerd, van
waar hy, zeer beschadigd, naar zyn vroegeren
plaats van bestemming teruggebracht werd. In het
jaar 1866 wilden de Pruisen zich van den schat
meester maken, maar zij vonden dezen niet. Trouwe
dienaars van koning George hadden hem in een
voor vreemden bijna ontoegankelijke schuilplaats
bewaard en daaruit is hij na het
vermogenstractaat van 29 September 1867, volgens hetwelk de
schat als persoonlyk eigendom van koning George
erkend werd, voor den dag gehaald en vervolgens
naar Weenen vervoerd. In de donkere kel
ders van het slot te Schönbrunn lagen de prach
tige kunstwerken anderhalf jaar lang, waarop
koning George ze aan het Oostenrüksch museum
voor een onbepaalden t\jd ter bezichtiging afstond.
De Welfenschat aan den Stubenring bevat 82
kostbare sukken. Het aanzienlijkste onderdezeis
het groote koepel-reliquiar". Dit is een
reli?quiën-kast, in den vorm van een Byzantijnsche
kerk met vele koepels. Langen tyd hield men
deze reliquiënkast voor de eenige in hare soort.
Die van prins Soltykoff in South
KensingtonMuseum kan er eenigzins mede vergeleken wor
den. Hoe hoog de waarde van den schat der
Welfen wel is, is moeilijk te bepalen, in elk ge
val zal hij millioenen waard z\jn. Naar men zegt
' moet hy binnenkort naar het hertogelijk slot te
?Gmunden worden overgebracht.
Veiling Albert Wolff. De volgende week
Woensdag wordt in het hotel Drouot een begin
gemaakt met de veiling van de schilderijen, bron
zen beelden, meubels en boeken van Albert Wolff.
De ijver, waarmede de kriticus van den Figaro
zoolang kunstschatten van allerlei soort trachtte
te verkrijgen, is bekend, de verkoop van zijne
nalatenschap is daarom voor de kunstlievende
Parijsche wereld een ware gebeurtenis. Onder de
schilderijen bevinden zich werken van
BastienLepage, Bernc-Bellecour, Barillot, Boudin, de
Baramont, J. L. Brown, Cabanel, Carolus Duran,
Dagnan-Bouveret, Duez, Feyen-Perrin, Guillemet,
Gervex, Heilbuth, Jongkind, Henry Monnier, de
Xeufville, Puvis de Chavannes, Eochegrosse, A.
Stevens, Van Marcke, Weber enz., onder de
beeldhouwwerken die van Caïn, Dalou, Franceschi,
? Carpeaux, Chapu, Frémiet, A. Millet,
SaintMarceaux, Suchelet de Vasselot enz.
Het Théa^e d'Art te Parijs heeft weer ene
voorstelling gegeven, ditmaal niet met symboli
sche geuren en kleuren. Vertoond werden: een
pièce sotérique", Les Nocesde Sathan, in verzen
van Jules Bois, waarin, naar de dichter op het
programma uitlegt, de mysteriën van Eleusis ver
nieuwd worden; eene gedialogiseerde bewerking
van den eersten zang der Ilias in vier tableaux,
de Verdeeling van den buit, de Pest en de Toorn
van Akhilleus, de Verschijning van Thetis en de
Olympus; en eindelijk twee bedrijven van
Vertinqetorix van Edouard Schuré, waarover men (zegt
Jules Lemaitre) niet oordeelen kon omdat ze zoo
slecht gespeeld werden.
Eene circulaire, onderteekend door aanzien
lijke Fransche componisten, Gounod, Massenet,
Ambroise Thomas en anderen, is vooral in En
geland verspreid, met het doel, bijdragen te vra
gen voor een monument voor den onlangs over
leden componist Henri Litolff, wiens graf te
Colombes bij Parijs is. Het monument zal ont
worpen worden door den uitstekenden beeldhou
wer Lucien Pallez. De schryvers der circulaire
herinneren er aan, dat de componist van geboorte
Schaakspel.
3d« Jaargang. 10 April 1892.
Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen.
Adres: Mira' Lodge, Deronda Road, Herne Hul,
Londen. S. E.
Verzoeke alle mededeelingen deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
No. 131.
Zwart 7 stukken.
abc. defgh
Wit (10 stukken) geelt in 2 zetten mat.
CORRESPONDENTIE WEDSTRIJD.
(Adres: Haarl. Ilouttuinen 143, Amsterdam.)
Zesde zet van /wart.
A j U i C
l ba I 68 L c5:
?2 P d4 |P e5: go
3 ed4:P g4 i h6
4 D (16 P e6 d6
5 P f6 P 65: P f6
6 L e7 ed4:D e7
7 (16
8 P e
9 d5
10 0-0 L
P e5: P
ed4:D
L e5 L
fe4:
e7
f5
f6
D E
b5 L b4
L b4fL e7
P ge7
h6
c6
h6
67
f6 T.
e6 I1
(16
ii6 (15
c5 L c6
do 0-0
e7:
Pbd7
dc6:
' 65
d6
d6
een Engelschman was en dat z^jn laatste opsra
aan Shakespeare's Ring Lear ontleend was.
In Free Ewssia van Maart 1892 komt van de
hand van Robert Spence Watson de volgende be
schouwing voor over het werk van George Kenran:
Leven en lyden der ballingen in Siberië." Men
wist tot nu toe weinig of niets van het Russische
verbannings»sy3teem en nu is er een stroom van
licht op gevallen. Zij, die Stepniak's Rusland
onder de czars" hadden gelezen en bekend waren
met de barbaarsche behandeling der politieke
gevangenen in Rusland zelf, waren voorbereid op.
vreeseJijke onthullingen, als het schandelijke
ballingensysteem voor het publiek zou openliggen.
In Kennan's boek nu worden feiten onthuld, die
onmogelyk aan twijfel onderworpen kunnen worden.
Nu de bij gedeelten in de Century verschenen
artikelen vereenigd zijn, kan men beter over hun
belangrijkheid en waarde oordeelen en ieder lezer
zal de fraaie beschrijvingen waardeeren van een
uitgestrekt land dat nog bijna onbekend is. Zeker
zal eens de dag komen, dat leden der Alpenclub
op de groote bergreeks van den Altaïbeslag
zullen leggen. Maar wat dit boek enig in zyn
soort maakt, is de beschrijving van het verban
ningssysteem, vooral zooals het wordt toegepast
op politieke misdadigers. Nergens kan men zulk
een kalm en toch zoo verschrikkelijk vonnis lezen
over het slechtste bestuur, dat de 19de eeuw te
aanschouwen geeft.
Het geheele systeem is slecht. Er is niets goeds
aan, zelfs als men het toepast op echte misdadi
gers. Wat iemand ook moge hebben misdreven,
het algemeene gevoelen moet zich verzetten tegen
het langzame martelen van een man of eene
vrouw, tot ze krankzinnig of dood zijn. Maar indien
die marteling als straf wordt opgelegd aan iemand,
die ouder verdenking valt bij een regeering van
spionnen, dan moeten wij eeuwen teruggaan in de
herinnering, om iets dergelijks aan te treffen.
De heer Kennan laat weinig onaangeroerd. Hij
bezoekt de politieke ballingen in de afgelegen
goud- en zilvermijnen op de Chineesche grens; hij
ontmoet ze in allerlei verschillende plaatsen; hij
deelt de door den czar goedgekeurde voorschriften
mee, die zóó kunnen worden uitgelegd, dat de
ballingen aanhoudend worden gemarteld; beschrijft
hunne manier van leven, geeft allerlei voorbeelden
van de misdadige dwaasheid der administratieve
autoriteiten en sciildert de droevige geschiedenis
van hen, die in elk beschaafd land eene eervolle
plaats zouden hebben ingenomen onder de
kundigste, beste burgers van het land, maar die ver
oordeeld zijn een ellendig bestaan voort te sleepen.
Als het rechtstreeksch doel der russische regeering
was, hen, die zij voor onbetrouwbaar" houdt, tot
zelfmoord of krankzinnigheid te voeren, kon ze
geen anderen weg inslaan, om het te bereiken.
Ka de czar weet dit. Hij heeft zelf de maat
regelen goedgekeurd, die het leven zijner slacht
offers beneerscheri, en rapporten als die van den
gouverneur-generaal van Ojst-Siberië, generaal
Anuchin, tevens door Kennan meegedeeld, nemen
allen twijfel aan zijne bekendheid met de treurige
toestanden weg.
Alle zelfopoffering en edele toewijding, die ir.
de Russische revolutionnaire beweging zijn op te
merken, heeft George Kennan beter dan iemand
begrepen en gevoeld. Hij mag trotsch zijn op
zijnen arbeid. Zelf heeft hij soms met levensge
vaar al het verborgene doorzocht, dat er schuilt
achter de ergste tirannie, in dezen tijd aan
schouwd, en elkeen, die de vrijheid liefheeft, ziet
op hem als op een wakker strijder in eene goede
zaak.
Deze boekdeelen zullen door velen worden ter
hand genomen en ze zijn dat waard. Niemand zal
ze openen, of hij zal wenschen, ze van het begin
tot het eind te lezen."
De Eedacteur stelt voor, de prijswinners' der G
Eif/e.n Haard bevatte in de Maart-nummers o.a.:
het vervolg van Aleide Ploegers door Louise 13 H ,
artikelen over Alcxander Ver Huell door Jer.
de Vries, Indische schetsen door Pryamanah, Het
reddingswezen in Nederland door M. C. van Doorn,
Prof. de Wal door A. A. de Pinto, Mevr. de Vries
door L. Simonsz; en als illustratiën portretten van
Alexander Ver Huell, W. Roelols, J A. B. Stroebel,
Prof. Mr. S. de Wal, Mevr. Sophie de Vries; een
aantal platen uit Ver Huell's portefeuille, Red:
dingsbooten, Kermisvreugd naar David Teniers
Jr., platen uit Comenius' Vestïbulum rerum, etc.
Naar wij vernemen zal binnen kort bij den uitgever
L. J. Veen te Amsterdam verschijnen: Extase,
een boek van geluk, door Louis Couperus.
Het nieuwste nommer van Warendorfs Novel
len-Bibliotheek bevat Amsterdamsche luidjes door
Justus van Maurik, Het is een dubbel deeltje en
kost dus 20 cent.
UIT HET BOEK DER MENSCHELIJKE
DWAASHEID.
Dat was in mijn tijd anders, och hemeltje
lief..." en wat daar dan verder vo'gt in de
boetpredikatie, die een ieder wel eens zal ge
hoord hebben van zijn grootmoeder over de ver
dorvenheid, de zucht tot opschik, het opdirken"
enz. van den tegenwoordigen tijd in vergelijking
met de zedigheid en den roerenden eenvoud in
den tijd toen zij nog een jong meisje was!
Als men die oude luidjes zoo hoort en daarbij
bedenkt dat hun grootjes precies hetzelfde klaag
den, dan zou men gauw gelooven dat we werke
lijk bezig zijn al maller en maller'' te worden
en dat dus inderdaad ook het paradijs van een
voud en degelijkheid achter in plaats van voor
ons ligt.
Ik heb eerlijk gesproken over het alge
meen niet heel veel fiducie in dien goeien ouên
tijd" en meen dat het ook op het gebied der
menschelijke koketterie niet aangaat het voor te
stellen alsof het in andere beschavingstijdperken
en in vroegere tijden zooveel beter was dan
thans, 't Mocht wat! Hoe verder we teruggaan
in de geschiedenis der beschaving, hoe maller en
onnatuurlijker dingen we juist te zien krijgen.
Velen zijn gewoon zich de min beschaafde volken
voor te stellen als een soort typen van eenvoud
en natuurlijkheid, maar dat lijkt er niets naar;
zij worden vooral niet minder dan wij gekweld
door den duivel der behaagzucht en geven daarbij
zulke dolle dingen te aanschouwen dat het be
paald onderhoudend en interessant tevens is dit
hoofdstuk uit het groote boek der menschelijke
dwaasheid eens op te slaan. Wij zullen dan zien
?dat aan dat opdirken" een algemeen-mensche
lijke begeerte ten grondslag ligt, de begeerte om
mooi te schyjnen en er stellig nu en dan over
verbaasd staan, hoe onaesthetisch, onsmakelijk,
onpraktisch juist het gros van de menschen daarbij
altijd is te werk gegaan en voor een groot deel
nog te werk gaat.
Talrijk .zijn de vormen waarin de menschelijke
koketterie zich openbaart. De meest primitieve
phase vinden we in het verven en tatouaeren
van het menschelijk lichaam; in een tijdperk,
dat volgens sommigen reeds van meer bescha
ving zou getuigen, ging men het lichaam zelf
! vervormen; weer later ging de mensen zich lang
zamerhand kleeden en begon hij te koketteeren
door uitioendige sieraden, terwijl in onzen tijd
de koketterie zich, in hoofdzaak althans, nog
slechts openbaart in den vorm en kleur der
kleederen.
Het verven en tatoueeren vindt men bij de
minst beschaafde volken, het meest algemeen in
Australië. De Australische dandy verft zich
roode en witte strepen over borst en beenen,
kleurt zijn kroeskop vuurrood, smeert bovendien
het overige gedeelte van zijn lichaam dikwijls
nog in met een soort pommade van rooden oker
en loopt zoo te geuren met een behaagzucht,
waar de pedanterie van menig Haagsen heertje
do moest naiove bescheidenheid bij is. Andere
groepen na afloop van den C. W. te doen kampen
om de beide prijzen, uitgeloofd resp. voor de best
gespeelde partij en de brillantste combinatie. Hij
wil echter de deelnemers over de wenschehjkheiil
dezer wijziging laten beslissen. Ik verzoek mijn me
despelers dua, op hunne eerstvolgende briefkaart
mij hun oordeel te willen kenbaar maken.
Den deelnemer, die mij zijne zetten in K 'l en K10
niet toezond, heb ik uitgenoodigd, die zijn tegenspe
lers per briefkaart te willen meedeelen.
Hopen we, dat dit de laatste onregelmatigheid is
in het opgeven der zetten!
H J. d..H.
TWEEDE PKIJS,, ILLUSTRATED AMEKICAN."
't Volgende probleem in 2 zetten is van den werk
man P. J. Cohen te Amsterdam. Wit. K hé. D dl,
T h5 en hu, P ei en f'5, L (12, p d3, g2, ge' en h2.
Zwart. K f4, D e8, T e7 en g8, l' e3 en f l, L b5 en
dl, p c3, el, f'2 en g3.
C01UIESPON DENTIE.
Dr. P. te U. S uur ons s.v.p. Sportblad van April.
W. A. l', te B. Uw voorstel, notatie betreffende,
lijkt ons zeel' praktisch. Dank voor gelukwenschen.
J. F. H. te 's-Hago. Vriendelijk bedankt voor brieven.
OVEKZIC1IT VAX 'T MEESTEHTOUKXOOI
TE LONDEN.
28 Maart. Lasker?Bird, Hiciliaarisch, Laster won.
Blaokburne?Gunsberg, Spaansch, lihu-kburne won.
29 Maart. Gunsberg?Lasker, 2 IVd^pel. remise.
Bird }Iason, Bird's opening, .Mason \\ori.
30 Maart. Mason - Gunsberg, onregelmatig, Gunsberg
won.
Lasker?Blackburne 4 Prdspel, Lasker won.
31 Maart. Gunsberg?Bird, Stanton's verdediging,
Bird won
Blackburne - Mason, Prugambiet (normaal verde
diging), B. won.
l April. Mason?Lasker, Spaanscli, remise. j
Ijird Bhu-kburne. l'Vom's gambiet, Blackburne won. i
2 April Bird?Lasker, onregelmatig, Lasker won.
Gunsberg Blackburne, Giuoco-piano, Blackburne
won.
?i April. Lasker?Gunsberg. l'ransch. Lasker won.
Mason?l»ird, Stannton's verdediging, Mason won.
5 April. Blackbuniü- Lasker, \Veeucr partij, Lasker
won.
Gunoberg?Mison, onregelmai'g, Mason won.
Stand, l.itnl.'i'r /! uit , te spelen met Mascn.
BlackliKi lic i uit <;, te spelen met Mason en
Bird.
Mason .ï"n uil fi, te spelen niet Blackburne
en Lasker.
(iiinalterij J .< uit 7, te spelen met Bird.
Bi ril l uit (S, te spelen met Gunsberg en
Blackbnrne.
GEWEIGERD KONINGINNE GAMBIET.
Engeische Bondswedstrijd.
Wit.
L Van Vliet.
«14 <
3 P f3
4 63
5 P c3
P f6
L d6
Zwart.
Em. Lasker.
(i L (12 P bd7
7 L e2 P 64
8 1) 62
De laatste 3/ellen van
wit zijn bijzonder zwak
en doelloos; 't
consebewoners van Australiëtatoueeren zich door met
een scherp voorwerp figuren in hun huid te
prikken waar dan kleurstof in wordt gebracht,
Zoowel mannen als vrouwen takelen zich zoo
toe, doch vooral de mannen; wat de vrouwen
betreft, ze tatoueeren zich minder, maar de duivel
der koketterie verliest daar niets by, want zij
verven zich destemeer en overdekken zich het
lichaam, vooral de kuit en nog een ander dik
gedeelte, met de gekste teekeningen, die ze dol
graag en met de meeste ijdelheid vertoonen aan
ieder, die er maar naar wil kijken. Tot welke
martelingen ook de zoogenaamd eenvoudige
stammen reeds worden gebracht door de
modezucht, blijkt vooral ook uit de griezelige" ma
nier waarop de Eskimo's gewoon zijn zich te
tatoueeren: ze teekenen namelijk eerst de figuren
op hun lichaam en volgen dan de lijnen daarvan
door onder de opperhuid een naald en draad
door te halen gedrenkt in zwartsel en traan!
Wie echter eens recht sc/uMerachtige vrouwen
wil zien, moet naar Afrika gaan; daar zal men
er vinden waarvan geen plekje onb"eschilderd is!
De Hottentotsche. schoenen b.v. smeren haar
lichaam in met vet en strooien daar dan rood
poeder over heen, terwijl ze voor de variatie daar
bij hoofd en hals soms groen maken! Bij andere
stammen maken de dames het haar blauw met
indigo en tegelijk haar tanden, handen, voeten
en nagels vuurrood! De vrouwen van Nyff
spannen in dit opzicht stellig de kroon, die moe
ten veel weg hebben van een wandelend
schilderpalet: ze verven haar en wenkbrauwen
indigoblauw, de oogharen koolzwart, haar lippen geel
en haar tanden en voeten rood. Dit wordt daar
ginds beschouwd als het snoezigste toiletje" dat
men zich denken kan, als het nee plus ultra
van chic.
Men is trouwens in heel de onbeschaafde we
reld dol op kleuren, vooral op rood ') en de
blankheid van vel waarop de Europeanen zoo
trotsch zijn, verwekt slechts medelijden en ver
achting, soms vrees. Zoo sprak een dienaar van
den koning van Cochin China met de grootste
minachting van de vrouw van den Engelschen
ambassadeur, die tanden had zoo wit als van
een hond en een huid zoo rose als de bloemen!"
O, heiligschennende eenvoud!
Overigens schijnt zich aan de gewoonte van
zich te verven in sommige streken (b.v.
ZuidAmerika) een uiting van het schaamtegevoel en
ook van klassenverschil te hebben vastgeknoopt.
Beide seksen schamen zich als ze zich ongeverfd
moeten vertoonen en men zegt daar van een diep
beklagenswaardige: hij heeft niet eens de
middelen om de helft van zijn lichaam te
verven !"
De mode van tatoueeren en verven is onge
twijfeld een trek die aan alle primitieve volken
gemeen is; zelfs onze historische voorvaderen
waren er niet vrij van. Volgens Herodotus on
derscheidden in Thraciöde edelen zich van het
volk door hun lichaam te verven. De Celten en
Illyiiërs tatoueerden zich blauw en zwart en
volgens de Romeinsche geschiedschrijvers verfden
zich de Britten, Grieken en Germanen blauw.
Ook de Romsinsche soldaten tatoueerden zich
de huid en nog in onze dagen is het tatoueeren,
beperkt tot enkele figuren op den arm, zeer in
zwang in het leger, bij de marine en bij de be
volking onzer gevangenissen, terwijl het verven
??is 't geen zonde en schande ! ? nog maar
al te veel voorkomt bii de beaumonde van onze
hoog beschaafde wereldsteden!
Al het voorgaande is echter nog maar een
heel onschuldige vorm van koketterie vergeleken
bij de koketterie -van het vervormen en vermin
ken des lichaams, waarvan de voetjes der
Chineesche schoonen een aan ieder bekend voorbeeld
opleveren.
Maar niet alleen de menschelijke voet, neen
bijna elk lichaamsdeel is van allerlei afschuwe
lijke kokette gewoonten het slachtoffer geworden.
TWEEl'AARDESSFEL IN DE NAIIAND.
Wintertournooi Amst. Schaakclub.
Wit. Zwart.
H. J. d^n Hertog. W. lïII. Meiners.
4 c4 «5 S D d4: P f 5
2 P f 3 P «'6 10V<i,d'Ul9Telt>Le7
3 I?c4 P f «) J) DC5 f P e7
4 0-0 10 P (-3 e(i l
Beter is 4 P g5, d5
5 edó:, P a-t C L b5 f,
cG 7 dcG:. bcG : 8 L c2,
liG 'J P f3, e4 10 P ea,
D c7 11 f4, L du 12 dl,
0-0 enz.
. Tl n 1 ?
+ .... l 6± :
5 (14 ?
De beste ontwikkeling
i^ 5 P c3, een geliefkoosde
zet van Mason.
5 ... P d(i!
od4 : ('Tel, dj 7 L d5',
D d5: 8 P cii, D Ii5 (of
DiiSi'U'ei:, L oTenz
=--7 I' ril ? '
t L H^ ? .
Sterker is 7 T el t,
L e7 8 P g.'j, fü(0-0 'l)
T) h-V) 9 D b5|, g6 10
D h«, fgö: 11 1) g7, T fS
12 D h": enz.
7 ... P <U:.'
Beter lijkt ons L e7 en
0 0. De zet in dril tekst
bevordert de ontwikke
ling van 't witte spel.
Zeer zwak gespeeld. dG
WHS oneindig veel beter.
11 P e4 (15
12 P d«t K (17
13 P f7: 1) c7
14 1) o7:-|- K o7:
15 P hS: L i>6 i
1(> L f4 t K d7
17 T :idl
Hiei- kwam sterk in aan
merking 17 T fel: drei
gende Teü: en T el t
waardoor wil een stuk in
't voordeel blijft.
IS 64 L (Ki
1') c(15: cJ5:
20 L du: K d(5:
21 L <15: L (15:
22 P 17 f K c5
en wit won na eenige
verdere zetten do partij.
In ons volgend num
mer verschijnt de 2e
foncourspartij tusschen de
zelfde spelers.
quentc spel van zwart
steekt daarbij zeer gun
stig af. De redacteur der
Field" merkte onlangs
terecht op, dat in
Lasker's epel de beste eigen
schappen van Steinitz en
Zukertort vereenigd zijn.
Lasker is o. i. de eenige
speler, die 't tegen Stei
nitz zou kunnen opne
men. Zijn spel is, zooals
de lezer zelf zal zien,
veel minder eenzijdig dan
dat van Tsehigorine,
Tarrasch of Weiss.
8 .... f3
i) 0-0 0-0
10 L el D fG
11 P (12 Dh6
1-2 f4 P dfG
13 P df3: di'4:
14 L jr3 L d7
15 T adl K h8
IC T (12 T IcS
17 c5
18 b4
10 b5
20 L b5:
22 T e2 '
23 h3
Prachtig g
24 T e3:
25 P d4:
20 I) b2
£>7 ril ,1 1
i-J l I il L
28 L f2
2!) T (14:
30 D b7:
31 D aO
32 D a5:
33 z3
34 T e4:
35 T 14
30 K h2
37 £4
Opgegeven.
L e7
u5
L bol
P g4
e5!
P e3:
espeeld!
ed4:
L c5:
I) f6
rti il C
L (14:
D d4:
T abS
D d6
D f4:
D ff
J) 16
T dl f
I) c6
D hl f
MEESTER-TOURN001 VIERPAARDENSPEL.
Wit.
Em. Lasker.
I e4 e5
a p re p ««G
S P c3 P f«
4 L 1)5 (10
5 (13 L e7
6 Ii3 0-0
7 L e3 P e8
S g4 a6
<?> L a4 L e(i
10 P e2 g6
1 1 P «-3 P «? 7
12 63 1)5
13 L b3 «15
14 K h(> I) (17
15 I) 62 (14
16 L 6(5: J) 6(i:
17 0-0 T fd8
Zwart.
J. II. Blackburne.
18 T fel T (17
1!) 6(14: P (14:
21 f4' eö'
22 e5! T (15
23 T el - L h4 '
24 1) f3 L g3:
25 1) s3: f 5
26 6f6: e.p D 16:
27 D «-2 D (16
'JS T e7! P e6
30 I) (15: T 68 '
31 1'5 1) h4
32 T eö: I> g-3 f
34 K s-: T eV:
35 feO: OitffCïcveii.