Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 772
Zoo trekt zich menig Australiër, in de heilige
verbeelding dat hij daardoor een ware Adonis
?wordt, de twee voorste tanden van de boven
kaak uit! Vele stammen in Australië, Afrika en
Amerika doorboren bovendien Kun neusbeen en
het is vermakelijk wat ze tot pronk daar al niet
doorsteken: staafjes en ringen van been, lange
stukken glas, stukken touw, ijzer, koper, amber
enz., terwijl de Papoua's zich groote gaten in de
ooren booren, waarin ze volgens Beccari dikwijls
hun sigaar bewaren!
Ook de lippen worden niet gespaard; de
Botocoudos van Braziliëzijn bekend wegens de
verminking van dit lichaamsdeel: ze splijten de
onderlip evenwijdig aan den mond en brengen
daar dan een schijf door van een vinger dik. Als
ze in een lollige bui zijn nemen ze de schijf er
wel eens uit en amuseeren zich met hun tong te
steken door deze so9rt van tweeden mond! Of
zulke kokette lipjes nu o'ok zum Kussen
einladen''? Maar over smaak valt niet te twisten en
het is best megelijk dat een Batocoudosch heer
de onbewerkte rozenlippen van de schoonste onzer
. schoonen veel te verachtelijk vindt om door de
z\jnen te worden aangeraakt!
(Slot volgt).
') Dit zij gezegd zonder de minste hatelijke
bedoeling tegen de socialen!"
VOOR DAMES.
Mode. De Bruidschat. Diners,
Tegen het concours hippique, de voorloopige
tentoonstelling der voorjaarsmodes, is het in de
Parijsche ateliers ieder jaar eene koortsachtige
bedrijvigheid. Het ia een der weinige gelegenheden
waarbij mondaines en demi-mondaines op dezelfde
plaats bijeenkomen, door dezelfde heeren gecom
plimenteerd worden en eikaars toiletten komen
monsteren. Op het concours hippique komen al
de nieuwe vindingen aan het daglicht; later, bij
den Grand Prix, blijkt hef, -welke overwinnend ge
weest is.
Hetgeen tot nog toe bekend is, is dus slechts
de voorspelling der ateliers. Men verneemt daar,
dat eene geliefde stof voor lichte voorjaarstoilet
ten z\jn zal (nu reeds op het concours hippique
te zien), zijden gaas met gedrukte patronen,
zooals reeds den vorigen zomer hier en daar, maar
meest vergeefs, werd gelanceerd. De grond is
liefst zwart, de patronen meest bouquetten, groo
tere en kleinere, ook bloemstrepen, in matte zachte
kleuren. Als grond komt ook bleek, blauwachtig
grijs voor, met veel beige in de versiering. Ook
andere lichte zijden stoffen, geglaceerd foulard,
surah glacé, Chineesch crëpon, foulard a filets met
geglaceerde patronen, altcos bloemen op efl'en
grond.
De zijde voert den boventoon, maar ook in wol
en laken wordt veel nieuws gereed gemaakt. In
wol is er veel geel; ook is er voor traiteurs.,
straatcostumes, ???een nieuwe stof, eene soort
serge, the corkserew, dan vigogne floconté,
vlokkige strepen op een grond van armure.
Hoe langer hoe meer neemt men rokken met
n naad, de stof dwars. Het lijkt voorloopig ori
gineel en smaakvol; in goedkoopere stoffen
intusschen zal men spoedig bemerken dat het model
niet lang goed blijft.
Alle japonnen hebben een beetje sleep, maar
men is nu zoo verstandig den onderrok kort te
nemen, zoodat men de japon gemakkelijk op
neemt ; de rok is geheel gevoerd, men pakt hem
met n hand midden in den achternaad en draagt
hem zonder eenig bezwaar.
Alle oude gekleurde zijden japonnen, changeant,
effen, gebloemd, gebruikt men. tegenwoordig als
onderrokken op. Men versiert ze met een paar
volants, maakt ze om de heupen nauwsluitend,
naar beneden aan den achterkant wijd, en voert
ze met wol-of zijde.
On» den hals neemt men steeds meer volants,'
pierrotplooien, fichos, berthes, collerette?, hetzij
van de stof van de japon, van bijpassend
garneersel of geheel afzonderlijk; maar liefst plaatst
men ook een dergelijken rand om den onderkant
van de japon. De richting if, het aanzetten van
den rok door lint of kant te maskeeren; een strik
van lint, met lange einden, van voren of op zijde
aangebracht, valt tot op den rand van het kleed;
men heeft bij nieuwe soiréecostumes wel zulke
lange berthe's, dat ze over het geheele (korte en
gedecolleteerde) corsage heen tot op den rok
vallen.
*
* #
Hoe de mode twee geheel verschillende vor
men kan vereenigen, blijkt uit een nieuw model
blouse russe of blouse moscovite, dat men nu met
een pli Watteau draagt. De blouse komt tot de
knie, heeft een ceinture byzantine (van dezelfde
stof als de platte rand borduursel die de blouse
versiert) en is beneden dat ceintuur aan eene
zijde of aan beide zijden geopend. Het ceintuur
loopt van achteren onder den pli Watteau door.
Over 't geheel schijnt, als de mode nog een weinig
in dien geest doorgaat, een zak het gepast om
hulsel voor eene modieuse vrouw te zullen worden.
De nieuwste mantels (camails, capes, pélerines)
hebben geen glad schouderstuk meer, maar be
ginnen van den hals reeds van voren en van ach
teren in plooien te vallen. Zware franjes van git.
clair-de lune of pampilles zorgen dan voor het
recht hangen. Zelfs had deze weck La mode
pratique, het tijdschrift van Hetze), een mantel
waarvan de mouwen kleine rokken schenen, in
zooveel plooien vielen ze.
Onder dezen zeer bewegelijken en lossen mantel
komt dan de rok nauwsluitend en meestal geheel
ongegarneerd uit, met zijn strengen eenvoudigen
sleep. Dit is zeer kremlin", het nieuwste woord
voor elegant".
* *
De gewoonte van een bruidschat", in de zui
delijke landen zoo diep geworteld, wordt toch
lang niet overal met zooveel oprechtheid behan
deld als onder de Fransche bourgeoisie, waar de
ouders precies weten hoeveel zij iedere dochter
kunnen medegeven en van dit cijfer in het geheel
geen geheim maken. Er is voor dit régime wel
iets te zeggen; het belemmert weliswaar een weinig
de huwelijken van liefde op het eerste gezicht'',
maar het verzekert eenigszins de toekomst en
leert de jongelieden terstond met een budget zon
der verrassingen toekomen.
In sommige streken van Frankrijk heeft men.
onder den boerenstand, waarschijnlijk het noemen
van de som wat cru gevonden. In Au'/ergne althans
kreeg vroeger de bruid wel haar dot" mee, maar
geheel in goudstukken, die in den zoom van baar
bruidsjapon genaaid waren. Or.der het dansen op
de bruiloft hoorde men de goudstukken rinkelen,
als een klinkende belofte van huwelijkswelvaart;
do dans heette la bourrée des cus" en men be
weert dat menig Auvergner boerenzoon, alvorens
zijn 'jonge vrouw te omhelzen, den zoom vanhaar
bruidsjapon löslornde en onderzocht in hoeverre
de bruidschat met zijn verwachtingen overeenkwam.
Behalve de bruid had ook het bruidsmeisje het
voorrecht haar spaarpenningen of bruidschat op
dien bewusten avond te mogen dragen, en men
beweert, dat de bruidsmeisjes gewoonlijk zwoegden
onder den laat van stukken gla?, schijfjes koper,
valsche muntstukken, speelpenuingen en ander
oud-roest, waarmede haar verlokkende japon dan
was opgevuld.
In Andalusiëheerscb t een dergelijke oude gewoonte.
De Druiden stoppen daar haar goud en kostbaar
heden in haar wit zijden kousen, zoodat men in
de buurt van Sevilla van een rijk meisje niet zegt,
zooals in Auvergne: zij heeft een mooie bruids
japon", maar: zij heeft dikke kuiten'1.
In Bulgarije draagt men de munten aan de
haarvlechten geregen, meestal aan valsche vlechten,
die alleen bij gelegenheden aangehangen worden;
na het huwelijk mag de jonge Bulgaar de goud
stukken daaruit plukken; hetgeen hij gewoonlijk
haastig doet. Ben gewoonte in Roemenië, hier
mede in verband staande, is, dat rijke meisjes
zich op den trouwdag het geheele gezicht vuur
rood mogen blanketten, arme meisjes slechts het
punfje van de kin en van den neus; dit rood
symboliseert waarschijnlijk het zwoegen onderden
last van de goudstukken.
* *
#
De mode van een vorig jaar, bij diners aan
iedere dame een bouquet, aan lederen heer een
knoopsgatversiering aan te bieden, is dit jaar
aan het verdwijnen. In het arrangeeren der bloe
men op tafel zijn duizend variaties toegepast,
zoodat men langzamerhand genoeg krijgt van het
verzinnen. Velen hebben nu eenvoudig het model
van den huize Carnot overgenomen, eene reusach
tige zilveren corbeille met uitgezochte rozen in het
midden. Iets nieuws ia, hier en daar ronde zil
veren presenteerbladen, met een spiegelglas be
dekt, te plaatsen, waarop een mooie groep vruchten
en bloemen bijeen, niet te groot, maar alles uit
gelezen. Ook wel ditzelfde, zonder zilver, op
kleine geborduurde servetten, hier en daar neer
gelegd.
Wat het menu betreft, kan men tegenwoordig
met een klein aantal Schotels volstaan ; maar er
wordt over geklaagd, dat men bij de groote diners
ongeveer altoos hetzelfde krijgt, en de koks zich
niet zooveel meer als vroeger, op het uitvinden
van nieuwe combinatiën of het op tafel brengen
van zeldzaamheden toeleggen. Alleen de groote
koks, die een ministerstraktement verdieren en er
nog evenveel aan emolumenten" bij maken, geven
zich moeite om de kunst vooruit te brengen en
den naam der grande cuisine" op te houden; zij
behooren aan een paar groot e heeren en een paar
eerste hotels.
Eene nieuwe gewoonte bij diners is zeer ge
makkelijk. Om te voorkomen dat de gastvrouw of
gastheer zich vergist bij het aanwijzen van de
chacune die chacun naar tafel zal leiden, of ook
dat de gast zelf zich vergist en een mal figuur
maakt, heeit men ingesteld, dat de gastheer kleine
enveloppen heeft, waarop de naam van den gast
staat, en die een kaartje met den naam der te
geleiden dame bevatten. Het idee is zeker in den
een of anderen vorm al meer toegepast, maar
heel practiscb.
* *
Een blad te New-York herinnerde dezer dagen
zijne lezeressen aan eene wet van 1792, welke
bepaalde, dat als eenige blanke vrouw van tien
jaar en daarboven zal verschijnen in eene open
bare straat, steeg, weg, kerk, lokaal, herberg,
balzaal, schouwburg, of andere plaats van bijeen
komst, met bloote schouders, wanneer zij in staat
is de noodige kleeding te koopen, zij eene boete
zal verbeuren van niet minder dan n en niet
meer dan twee honderd dollars." Deze wet is, naar
het schijnt, nooit ingetrokken. Het zou een aardige
oogst van dollars worden, als men haar op een
paar winteravonden in de vijfde Avenue toepaste.
#
* *
In een proeflokaal, Singel over de Munt f50/
552, werden deze week een aantal genoodigden
in de gelegenheid gesteld eene proef te nemen
met de Kathreiner's Kneipp Malzkoftie," die on
getwijfeld den meesten geïnviteerden wel beval
len is.
_ Allerlei. _
De stallen van Koningin Victorin. Een paar
dagen na haar troonsboklinsming schreef Koningin
Victoria aan graaf Albemarie, haar
opperstalmeester:
Mylord, wees zoo goed onmiddellijk zes
oorlogspaarden tot mijne beschikking te stellen, dat ik
eene wapenschouwing kan houden over mijn
troepen."
Deze strijdlustige aandrift der Koningin is mot
de jaren verminderd. Sedert lang verschijnen de
oorlogspaarden van de beheerscheres van het
Vereenigd Koninkrijk niet meer op de paradevelden.
Hare Majesteit zit altoos in een rijtuig en rijdt
altoos met hetzelfde span.
Het heet dat zij honderd paarden gebruikt;
inderdaad zijn het er maar zes. De vier en negen
tig anderen zijn er wel, maar genieten de rustigste
rust in de stallen van Buckingham- Palace; zelfs
zijn het er maar twee die altoos gebruikt worden,
twee anderen die daarmede altoos het vier.-pan
uitmaken, en twee voor reserve.
De stallen zijn prachtig ingericht; men laat ze
zonder moeite door liefhebbers bezichtigen, maar
de bezoekers verwonderen zich, er tientallen van
jaren dezelfde dieren te zien, Blackman, Cossack,
Phalanx, Buckshorn, Sewell bereiken een
onwaarschijnlijken ouderdom, dank zij de uitgelezen voe
ding, ligging en verzorging, afgewisseld met regel
matige gezondheidsridjes.
lu dat alles kwam een tijdelijke verandering,
die veel op ten revolutie geleek, toen onlangs de
Keizer van Duitschland te Londen was.
Stalknechts, palfreniejs, alles was in beweging, zenuw
achtig, afgejaagd. 's Morgens begon de drukte
vóórdat de zon aan den hemel was, en 's nachts
om twee uur waren de laatste paarden en koet
siers nog niet thuis. De gewone paarden voor den
hofdienst waren niet voldoende; zelfs de staats
paarden" moesten worden aangesproken.
De staatspaarden" zijn eene traditie zoo heilig
als ne; toch dateert zij eerst van de
Hannoversche dynastie. De eerste Georges brtchten hun
eigen paarden uit Hannover mee over zee ; de
zwarten en koffiebruinen zijn wel een beetje meer
Engelsch geworden, maar toonen toch nog sterk
hun vreemden oorsprong. Zij hebben een afzon
derlijken stal; ket zijn allen hengsten en zij wor
den bijzonder gesurveilleerd en verzorgd. De
zwarte zijn staatsiepaarden voor niet-poiitieke ge
legenheden; ze zijn overigens geheel uit de mode,
zoodat niemand dan de Koningin zulke paarden
heeft. De koffiebruinen trekken terecht de staats
karos"; zij brengen de Koningin naar het Parle
ment en stellen het paard voor, dat het Huis van
Hannover in zijn wapen voert. Eenigen beweren
dat deze paarden, als zij afgedankt worden, aan
paardenspellen worden verkocht, maar dit is niet
zoo; het eenige waartoe zij worden afgestaan, is
voor trompetterspaarden bij de Life Guards, de
overigen sterven in dienst der Koningin.
Als de staatspaarden in iunctie zijn moet hun
staart gevlochten zijn, met linten erin; de zwar
ten met karmijnrood, de andere met violet lint.
Dit is traditie, en er is slechts nmaal van af
geweken. In 1831 had de besluitelooze koning
Willem IV na langen weerstand toegegeven het
Parlement te ontbinden; hij zou er dan, ofschoon
ongaarne, heen rijden. De opperstalmeester deed
opmerken, dat het personeel geen tijd zou heb
ben om de staarten der paarden te vlechten.
Al zou ik in een cab gaan", zeide de ko
ning, ik zal niet dulden dat de koffiebruinen
voor de koets komer, als hun staarten niet ge
vlochten zijn."
De ministers overreedden eindelijk toch den ko
ning, achter ongevlochten staarten te gaan zitten;
maar de koffiebruinen, haastig ingespannen,
schichtig en slecht gemend, schrikten toen de
wacht het koninklijk rijtuig, dat voorbijreed,
salueerde. De koetsier, in plaats van de paarden
in te houden, vloekte tegen de soldaten; de ver
schrikte paarden ijlden in woesten galop voort,
en de koning kwam als een orkaan te
Westminster aan.
Den volgenden dag hadden de bladen het zoo
opgevat, dat de koning, in zijn ongeduld om aan
de wetschen van zijn geliefd volk toe te geven,
full speed naar het Parlement was gereden; en
de korte poos van populariteit, die Willem IV
genoten heeft, had hij aan de kolliebruinen te
danken.
Omtrent de formaliteiten die in acht genomen
worden, wanneer de koningin van Engeland hare
goedkeuring hecht aan een door het Parlement
aangenomen wetsontwerp, vertelt Clianibers Jour
nal het volgende:
Ieder besluit, hetzij een public bill of een
private bill, heeft Harer Majesteits goedkeuring
noodig. Vóór de regeering van Hendrik VLI moest
die toestemming in persoon verleend worden;
daarna werd bij parlementsacte uitgemaakt, dat
zij ook door middel der koninklijke
onderteekeiiing kon worden gegeven. Wordt de koninklijke
goedkeuring in persoon gegeven, dan wacht de
Clerk of Parliament Hare Majesteit af in de
kleedkamer, vóórdat zij het Huis der Lords bin
nentreedt, leest eene lyst van bills voor, en ont
vangt hare bevelen daaromtrent. De Clerk of
Parliament vermeldt daarna de koninklijke toe
stemming; als het een public bill is, met de vol
gende woorden (Fransen uit den tijd van Willem
den Veroveraar): La Reyne Ie veult". Is de bill
een private bill, dan luidt de formule: Soit
fait comrue il est désiré." Betreft het wetsont
werp gelden, die het Parlement heeft toegestaan,
dan roept de Clerk uit: La Reyne remercie ses
bons siijets, accepte leur bénévolcnce et ainsi
veult.'' Bij iedere afkondiging knikt de koningin
even met het hoofd. Maar wordt de koninklijke
goedkeuring geweigerd, dan luidt het: La Ilryne
avisera."
Geeft de koningin niet persoonlijk, maar schrif
telijk hare toestemming, dan lezen de Lords-com
missarissen de koninklijke opdracht voor. en de
formaliteiten eu woorden zijn overigens geheel
dezelfde. Slechts driemaal sedert 15!)7 is de ko
ninklijke toestemming geweigerd, het laatst in
1707, toen koningin Anna de Schotsche
militiewet niet wilde onderteekenen.
De Japunsche. pers. Het Printers Register te
Xew-Vork beschrijft de organisatie van een
Japansche courant. De bezwaren waarmede het in
orde brengen van een blad in Japan te worstelen
| heelt, zijn in alle landen der wereld onbekend.
De Japansche schriftteekens zijn namelijk gedeel
telijk aan het Chineesche vormeni-chrift ontleend:
| quadratifcche figuren, die uit een mengeling van
gebroken lijnen en kruisen, driehoeken en boojjjes
| bestaan. Dan wordt echter ook het oorspronkelijk
Japansch alphabet, het zoogenaamde Kans, ge
bruikt. Chineesche schriftteekens bestaan er
, 20.000. De schriftschat van een geleerde bestaat
! ongeveer uit 14.000 teekens; 4000 dienen tot het
j dagelijksch verkeer; en men gebruikt deze met
de 47 van het Kana dooreen. De Japansche zet
ter moet derhalve eene. letter uit de ruim 4000
j te voorschijn zoeken. Het drukken geschiedt nog
j met de oude handpers. liet personeel van een
f groote Japansche courant, bij voorbeeld van de
Nichi Nichi Shindtitm bestaat uit : l politiek
; directeur, een hoofdredacteur, 5 onder-redacteurs,
\ 4 correctors, l stenograaf, 12 verslaggevers, 8 of
4 toestellers, waarvan ieder verscheiden assistenten
l heeft, 12 drukkers en eene menigte onderhoorigen.
Alles in alles ongeveer 150 personen. De ver
slaggevers maken de zwakke zijde van oen Japansch
blad uit. De redacteur zegt hun vlak in 't
geI zicht, dat zij iets moeten uitvinden, wanneer zij
niets kunnen vinden. Zij worden voor de gele
verde copie betaald. Menigmaal ontvangen
zijslechts 40 mark per maand.
De 4COO katten van den keizer. In 1815 was
het schip, waar Napoleon mee naar St. Helena zou
vertrekken op het punt zee te kiezen, toen een
grappenmaker te Chester in de stad en in de
omstreken biljetten liet ronddeelea. meldende, dat
het eiland zoo door de ratten geteisterd werd,
dat het voor den keizer en diens bewakers on
bewoonbaar was en dat daarom .de Engelsche
regeering besloten bad, er uit Chester een geheele
scheepslading katten heen te zenden.
Het biljet berichtte, dat een ambtenaar op een
bepaalden dag te Chester zou zijn, en 16 shillings
zou betalen voor iedere volwassen kat; 10 shillings
voor iedere jonge kat, en 2 shillings O pence voor
kleine katjes, maar zoo groot, dat zij zichzelf
konden voeden.
Velen namen deze bekendmaking ernstig op, en
op den "aangegeven dag werden er duizende katten
te Chester aangevoerd.
Toen de eigenaars zagen, dat zij de dupe
waren van een grappenmaker, waren zij woedend,
lieten al hunne katten in de straten los en be
stormden het stadhuis. Verscheidene inwoners van
Chester werden mishandeld door de provincialen.
die het uitlachen door de burgers Met konden
verdragen. Binnen de volgende drie weken, wer
den er te Chester en in den omtrek meer dan
4000 katten gedood.
De grappenmaker werd nooit ontdekt, ondanks
de premie, die de politie aanbood aan dengere
die hem wist op te sporen.
Te Würzburg houdt men niet van studenten
grappen. Een paar studenten die op 25 Februari
's nachts te 2 uur langs de ijzeren brandladders.
op het dak van den schouwburg waren geklom
men, en van daar hanengekraai hadden laten
hooren, werden ieder tot 5 mark boete veroordeeld.
Toen op de tentoonstelling van 1878 de.col
lectie van Barbedienne's bronzen de bewondering
van geheel Europa had gewekt, besloot de Fran
sche regeering hem, behalve het eere-diploma van
de jury, een buitengewone erkenning te verleenen.
Hij zou groot-officier van het Legioen van Eer
worden, en de minister deelde hem dit mede.
Ik neem het aan," zeide Barbedienne, op
voorwaarde, dat mijn meesterknecht, Constant
Sevin, het lintje van officier krijgt."
We kunnen maar over n Legioen van
Eer voor het huis Barbedienne beschikken," zeide
de minister.
Dat is niets, geef het hem dan; ik wacht
wel een beetje."
De heer Sevin ontving zijn ridderorde.
De kolossale pendule, die destijds het
pronkstukder collectie Barbedienne was en den eigenaar
zelf 800,000 francs bad gekost, was het werk van
Sevin; Barbedienne bestemde haar voor een mo
nument te Parijs en heeft haar niet willen
verkoopen; zij staat iios; in de groote hall in zijn
huis in de rue de Lancry.
Een dertigtal personen te Parijs en in de om
streken, die papegaaien hadden gekocht van een.
collectie van 600 stuks, door een koopman Duboit
te La Roqnette uit Buenos-Ayres aangevoerd, zijn
aan acute longontsteking gestorven, en veelmeer
zijn noe onder behandeling. De politie heeft na
zorgvuldige enquête, al de papegaaien, op een
zestigtal na die aan onbekenden verkocht zijn,
doen in beslag nemen en onschadelijk maken.
Ingezonden.
Aan (Te Redactie van de Amsterdammer,
Weekblad mor Sederland,
M.
Beleefd verzoeken wij UEd. plaatsing van het
volgende in uw gescht blad.
In het Weekblad van 3 April komt onder de
rubriek Allerlei een mededeeling voor van de firma
Peek, Cloppenburg costi, waarin o. m. wordt ge
lezen, dat die firma cl e remgste in Nederland is,
die uitsluitend zelf geconfectioneerde kleederen
lerert.
Ter wille der waarheid en ter voorkoming van
misverstand zijn wij zoo vrij te protesteeren tegen
dat bericht, daar in onze magazijnen te Utrecht
zoowel als te Nijmegen, ook allén zelf geconfec
tioneerde, d. i.: door eigen werklieden vervaardigde
kleedingstukken worden verkocht.
Onder dankzegging hoogachtend,
UEd. 'Dw. Dn.
TEITEMA & CISE.MKK.
Utreclit.
Reclames
40 cents per regel
Magazijn Keizershof",
Nieuwendijl,-. GrM'tnxtrtint.
Grootste sorteeiing Mantels, JaponstofFen,
zwarte en gekleurde Zijde.
Dagelijksche ontvangst der laatste >'ouvoautés,
S C II A I) E & O L D E X K O T l'.
HOOF'DUKï'O'.r van
Dr. JAEGEÏl's Orig. Norm. Wolartikelen,
K. F. DEUSGHIE-BENSER,
Kalverstraat 3.57, Anirterdan».
Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland
$!
St
Corsets Francais,
Leidschcstraat 103, Amsterdam.
Grootste sorteering COUSETTEX . \y\,' ', \
in alle mogelijke genres voor Dames '...' ,)'/////
en Kinderen. Speciale Soorten voor f/i
corpulente Dames tot 100 cM. taille ?
wijdte.