De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 10 april pagina 6

10 april 1892 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 772 Zoo trekt zich menig Australiër, in de heilige verbeelding dat hij daardoor een ware Adonis ?wordt, de twee voorste tanden van de boven kaak uit! Vele stammen in Australië, Afrika en Amerika doorboren bovendien Kun neusbeen en het is vermakelijk wat ze tot pronk daar al niet doorsteken: staafjes en ringen van been, lange stukken glas, stukken touw, ijzer, koper, amber enz., terwijl de Papoua's zich groote gaten in de ooren booren, waarin ze volgens Beccari dikwijls hun sigaar bewaren! Ook de lippen worden niet gespaard; de Botocoudos van Braziliëzijn bekend wegens de verminking van dit lichaamsdeel: ze splijten de onderlip evenwijdig aan den mond en brengen daar dan een schijf door van een vinger dik. Als ze in een lollige bui zijn nemen ze de schijf er wel eens uit en amuseeren zich met hun tong te steken door deze so9rt van tweeden mond! Of zulke kokette lipjes nu o'ok zum Kussen einladen''? Maar over smaak valt niet te twisten en het is best megelijk dat een Batocoudosch heer de onbewerkte rozenlippen van de schoonste onzer . schoonen veel te verachtelijk vindt om door de z\jnen te worden aangeraakt! (Slot volgt). ') Dit zij gezegd zonder de minste hatelijke bedoeling tegen de socialen!" VOOR DAMES. Mode. De Bruidschat. Diners, Tegen het concours hippique, de voorloopige tentoonstelling der voorjaarsmodes, is het in de Parijsche ateliers ieder jaar eene koortsachtige bedrijvigheid. Het ia een der weinige gelegenheden waarbij mondaines en demi-mondaines op dezelfde plaats bijeenkomen, door dezelfde heeren gecom plimenteerd worden en eikaars toiletten komen monsteren. Op het concours hippique komen al de nieuwe vindingen aan het daglicht; later, bij den Grand Prix, blijkt hef, -welke overwinnend ge weest is. Hetgeen tot nog toe bekend is, is dus slechts de voorspelling der ateliers. Men verneemt daar, dat eene geliefde stof voor lichte voorjaarstoilet ten z\jn zal (nu reeds op het concours hippique te zien), zijden gaas met gedrukte patronen, zooals reeds den vorigen zomer hier en daar, maar meest vergeefs, werd gelanceerd. De grond is liefst zwart, de patronen meest bouquetten, groo tere en kleinere, ook bloemstrepen, in matte zachte kleuren. Als grond komt ook bleek, blauwachtig grijs voor, met veel beige in de versiering. Ook andere lichte zijden stoffen, geglaceerd foulard, surah glacé, Chineesch crëpon, foulard a filets met geglaceerde patronen, altcos bloemen op efl'en grond. De zijde voert den boventoon, maar ook in wol en laken wordt veel nieuws gereed gemaakt. In wol is er veel geel; ook is er voor traiteurs., straatcostumes, ???een nieuwe stof, eene soort serge, the corkserew, dan vigogne floconté, vlokkige strepen op een grond van armure. Hoe langer hoe meer neemt men rokken met n naad, de stof dwars. Het lijkt voorloopig ori gineel en smaakvol; in goedkoopere stoffen intusschen zal men spoedig bemerken dat het model niet lang goed blijft. Alle japonnen hebben een beetje sleep, maar men is nu zoo verstandig den onderrok kort te nemen, zoodat men de japon gemakkelijk op neemt ; de rok is geheel gevoerd, men pakt hem met n hand midden in den achternaad en draagt hem zonder eenig bezwaar. Alle oude gekleurde zijden japonnen, changeant, effen, gebloemd, gebruikt men. tegenwoordig als onderrokken op. Men versiert ze met een paar volants, maakt ze om de heupen nauwsluitend, naar beneden aan den achterkant wijd, en voert ze met wol-of zijde. On» den hals neemt men steeds meer volants,' pierrotplooien, fichos, berthes, collerette?, hetzij van de stof van de japon, van bijpassend garneersel of geheel afzonderlijk; maar liefst plaatst men ook een dergelijken rand om den onderkant van de japon. De richting if, het aanzetten van den rok door lint of kant te maskeeren; een strik van lint, met lange einden, van voren of op zijde aangebracht, valt tot op den rand van het kleed; men heeft bij nieuwe soiréecostumes wel zulke lange berthe's, dat ze over het geheele (korte en gedecolleteerde) corsage heen tot op den rok vallen. * * # Hoe de mode twee geheel verschillende vor men kan vereenigen, blijkt uit een nieuw model blouse russe of blouse moscovite, dat men nu met een pli Watteau draagt. De blouse komt tot de knie, heeft een ceinture byzantine (van dezelfde stof als de platte rand borduursel die de blouse versiert) en is beneden dat ceintuur aan eene zijde of aan beide zijden geopend. Het ceintuur loopt van achteren onder den pli Watteau door. Over 't geheel schijnt, als de mode nog een weinig in dien geest doorgaat, een zak het gepast om hulsel voor eene modieuse vrouw te zullen worden. De nieuwste mantels (camails, capes, pélerines) hebben geen glad schouderstuk meer, maar be ginnen van den hals reeds van voren en van ach teren in plooien te vallen. Zware franjes van git. clair-de lune of pampilles zorgen dan voor het recht hangen. Zelfs had deze weck La mode pratique, het tijdschrift van Hetze), een mantel waarvan de mouwen kleine rokken schenen, in zooveel plooien vielen ze. Onder dezen zeer bewegelijken en lossen mantel komt dan de rok nauwsluitend en meestal geheel ongegarneerd uit, met zijn strengen eenvoudigen sleep. Dit is zeer kremlin", het nieuwste woord voor elegant". * * De gewoonte van een bruidschat", in de zui delijke landen zoo diep geworteld, wordt toch lang niet overal met zooveel oprechtheid behan deld als onder de Fransche bourgeoisie, waar de ouders precies weten hoeveel zij iedere dochter kunnen medegeven en van dit cijfer in het geheel geen geheim maken. Er is voor dit régime wel iets te zeggen; het belemmert weliswaar een weinig de huwelijken van liefde op het eerste gezicht'', maar het verzekert eenigszins de toekomst en leert de jongelieden terstond met een budget zon der verrassingen toekomen. In sommige streken van Frankrijk heeft men. onder den boerenstand, waarschijnlijk het noemen van de som wat cru gevonden. In Au'/ergne althans kreeg vroeger de bruid wel haar dot" mee, maar geheel in goudstukken, die in den zoom van baar bruidsjapon genaaid waren. Or.der het dansen op de bruiloft hoorde men de goudstukken rinkelen, als een klinkende belofte van huwelijkswelvaart; do dans heette la bourrée des cus" en men be weert dat menig Auvergner boerenzoon, alvorens zijn 'jonge vrouw te omhelzen, den zoom vanhaar bruidsjapon löslornde en onderzocht in hoeverre de bruidschat met zijn verwachtingen overeenkwam. Behalve de bruid had ook het bruidsmeisje het voorrecht haar spaarpenningen of bruidschat op dien bewusten avond te mogen dragen, en men beweert, dat de bruidsmeisjes gewoonlijk zwoegden onder den laat van stukken gla?, schijfjes koper, valsche muntstukken, speelpenuingen en ander oud-roest, waarmede haar verlokkende japon dan was opgevuld. In Andalusiëheerscb t een dergelijke oude gewoonte. De Druiden stoppen daar haar goud en kostbaar heden in haar wit zijden kousen, zoodat men in de buurt van Sevilla van een rijk meisje niet zegt, zooals in Auvergne: zij heeft een mooie bruids japon", maar: zij heeft dikke kuiten'1. In Bulgarije draagt men de munten aan de haarvlechten geregen, meestal aan valsche vlechten, die alleen bij gelegenheden aangehangen worden; na het huwelijk mag de jonge Bulgaar de goud stukken daaruit plukken; hetgeen hij gewoonlijk haastig doet. Ben gewoonte in Roemenië, hier mede in verband staande, is, dat rijke meisjes zich op den trouwdag het geheele gezicht vuur rood mogen blanketten, arme meisjes slechts het punfje van de kin en van den neus; dit rood symboliseert waarschijnlijk het zwoegen onderden last van de goudstukken. * * # De mode van een vorig jaar, bij diners aan iedere dame een bouquet, aan lederen heer een knoopsgatversiering aan te bieden, is dit jaar aan het verdwijnen. In het arrangeeren der bloe men op tafel zijn duizend variaties toegepast, zoodat men langzamerhand genoeg krijgt van het verzinnen. Velen hebben nu eenvoudig het model van den huize Carnot overgenomen, eene reusach tige zilveren corbeille met uitgezochte rozen in het midden. Iets nieuws ia, hier en daar ronde zil veren presenteerbladen, met een spiegelglas be dekt, te plaatsen, waarop een mooie groep vruchten en bloemen bijeen, niet te groot, maar alles uit gelezen. Ook wel ditzelfde, zonder zilver, op kleine geborduurde servetten, hier en daar neer gelegd. Wat het menu betreft, kan men tegenwoordig met een klein aantal Schotels volstaan ; maar er wordt over geklaagd, dat men bij de groote diners ongeveer altoos hetzelfde krijgt, en de koks zich niet zooveel meer als vroeger, op het uitvinden van nieuwe combinatiën of het op tafel brengen van zeldzaamheden toeleggen. Alleen de groote koks, die een ministerstraktement verdieren en er nog evenveel aan emolumenten" bij maken, geven zich moeite om de kunst vooruit te brengen en den naam der grande cuisine" op te houden; zij behooren aan een paar groot e heeren en een paar eerste hotels. Eene nieuwe gewoonte bij diners is zeer ge makkelijk. Om te voorkomen dat de gastvrouw of gastheer zich vergist bij het aanwijzen van de chacune die chacun naar tafel zal leiden, of ook dat de gast zelf zich vergist en een mal figuur maakt, heeit men ingesteld, dat de gastheer kleine enveloppen heeft, waarop de naam van den gast staat, en die een kaartje met den naam der te geleiden dame bevatten. Het idee is zeker in den een of anderen vorm al meer toegepast, maar heel practiscb. * * Een blad te New-York herinnerde dezer dagen zijne lezeressen aan eene wet van 1792, welke bepaalde, dat als eenige blanke vrouw van tien jaar en daarboven zal verschijnen in eene open bare straat, steeg, weg, kerk, lokaal, herberg, balzaal, schouwburg, of andere plaats van bijeen komst, met bloote schouders, wanneer zij in staat is de noodige kleeding te koopen, zij eene boete zal verbeuren van niet minder dan n en niet meer dan twee honderd dollars." Deze wet is, naar het schijnt, nooit ingetrokken. Het zou een aardige oogst van dollars worden, als men haar op een paar winteravonden in de vijfde Avenue toepaste. # * * In een proeflokaal, Singel over de Munt f50/ 552, werden deze week een aantal genoodigden in de gelegenheid gesteld eene proef te nemen met de Kathreiner's Kneipp Malzkoftie," die on getwijfeld den meesten geïnviteerden wel beval len is. _ Allerlei. _ De stallen van Koningin Victorin. Een paar dagen na haar troonsboklinsming schreef Koningin Victoria aan graaf Albemarie, haar opperstalmeester: Mylord, wees zoo goed onmiddellijk zes oorlogspaarden tot mijne beschikking te stellen, dat ik eene wapenschouwing kan houden over mijn troepen." Deze strijdlustige aandrift der Koningin is mot de jaren verminderd. Sedert lang verschijnen de oorlogspaarden van de beheerscheres van het Vereenigd Koninkrijk niet meer op de paradevelden. Hare Majesteit zit altoos in een rijtuig en rijdt altoos met hetzelfde span. Het heet dat zij honderd paarden gebruikt; inderdaad zijn het er maar zes. De vier en negen tig anderen zijn er wel, maar genieten de rustigste rust in de stallen van Buckingham- Palace; zelfs zijn het er maar twee die altoos gebruikt worden, twee anderen die daarmede altoos het vier.-pan uitmaken, en twee voor reserve. De stallen zijn prachtig ingericht; men laat ze zonder moeite door liefhebbers bezichtigen, maar de bezoekers verwonderen zich, er tientallen van jaren dezelfde dieren te zien, Blackman, Cossack, Phalanx, Buckshorn, Sewell bereiken een onwaarschijnlijken ouderdom, dank zij de uitgelezen voe ding, ligging en verzorging, afgewisseld met regel matige gezondheidsridjes. lu dat alles kwam een tijdelijke verandering, die veel op ten revolutie geleek, toen onlangs de Keizer van Duitschland te Londen was. Stalknechts, palfreniejs, alles was in beweging, zenuw achtig, afgejaagd. 's Morgens begon de drukte vóórdat de zon aan den hemel was, en 's nachts om twee uur waren de laatste paarden en koet siers nog niet thuis. De gewone paarden voor den hofdienst waren niet voldoende; zelfs de staats paarden" moesten worden aangesproken. De staatspaarden" zijn eene traditie zoo heilig als ne; toch dateert zij eerst van de Hannoversche dynastie. De eerste Georges brtchten hun eigen paarden uit Hannover mee over zee ; de zwarten en koffiebruinen zijn wel een beetje meer Engelsch geworden, maar toonen toch nog sterk hun vreemden oorsprong. Zij hebben een afzon derlijken stal; ket zijn allen hengsten en zij wor den bijzonder gesurveilleerd en verzorgd. De zwarte zijn staatsiepaarden voor niet-poiitieke ge legenheden; ze zijn overigens geheel uit de mode, zoodat niemand dan de Koningin zulke paarden heeft. De koffiebruinen trekken terecht de staats karos"; zij brengen de Koningin naar het Parle ment en stellen het paard voor, dat het Huis van Hannover in zijn wapen voert. Eenigen beweren dat deze paarden, als zij afgedankt worden, aan paardenspellen worden verkocht, maar dit is niet zoo; het eenige waartoe zij worden afgestaan, is voor trompetterspaarden bij de Life Guards, de overigen sterven in dienst der Koningin. Als de staatspaarden in iunctie zijn moet hun staart gevlochten zijn, met linten erin; de zwar ten met karmijnrood, de andere met violet lint. Dit is traditie, en er is slechts nmaal van af geweken. In 1831 had de besluitelooze koning Willem IV na langen weerstand toegegeven het Parlement te ontbinden; hij zou er dan, ofschoon ongaarne, heen rijden. De opperstalmeester deed opmerken, dat het personeel geen tijd zou heb ben om de staarten der paarden te vlechten. Al zou ik in een cab gaan", zeide de ko ning, ik zal niet dulden dat de koffiebruinen voor de koets komer, als hun staarten niet ge vlochten zijn." De ministers overreedden eindelijk toch den ko ning, achter ongevlochten staarten te gaan zitten; maar de koffiebruinen, haastig ingespannen, schichtig en slecht gemend, schrikten toen de wacht het koninklijk rijtuig, dat voorbijreed, salueerde. De koetsier, in plaats van de paarden in te houden, vloekte tegen de soldaten; de ver schrikte paarden ijlden in woesten galop voort, en de koning kwam als een orkaan te Westminster aan. Den volgenden dag hadden de bladen het zoo opgevat, dat de koning, in zijn ongeduld om aan de wetschen van zijn geliefd volk toe te geven, full speed naar het Parlement was gereden; en de korte poos van populariteit, die Willem IV genoten heeft, had hij aan de kolliebruinen te danken. Omtrent de formaliteiten die in acht genomen worden, wanneer de koningin van Engeland hare goedkeuring hecht aan een door het Parlement aangenomen wetsontwerp, vertelt Clianibers Jour nal het volgende: Ieder besluit, hetzij een public bill of een private bill, heeft Harer Majesteits goedkeuring noodig. Vóór de regeering van Hendrik VLI moest die toestemming in persoon verleend worden; daarna werd bij parlementsacte uitgemaakt, dat zij ook door middel der koninklijke onderteekeiiing kon worden gegeven. Wordt de koninklijke goedkeuring in persoon gegeven, dan wacht de Clerk of Parliament Hare Majesteit af in de kleedkamer, vóórdat zij het Huis der Lords bin nentreedt, leest eene lyst van bills voor, en ont vangt hare bevelen daaromtrent. De Clerk of Parliament vermeldt daarna de koninklijke toe stemming; als het een public bill is, met de vol gende woorden (Fransen uit den tijd van Willem den Veroveraar): La Reyne Ie veult". Is de bill een private bill, dan luidt de formule: Soit fait comrue il est désiré." Betreft het wetsont werp gelden, die het Parlement heeft toegestaan, dan roept de Clerk uit: La Reyne remercie ses bons siijets, accepte leur bénévolcnce et ainsi veult.'' Bij iedere afkondiging knikt de koningin even met het hoofd. Maar wordt de koninklijke goedkeuring geweigerd, dan luidt het: La Ilryne avisera." Geeft de koningin niet persoonlijk, maar schrif telijk hare toestemming, dan lezen de Lords-com missarissen de koninklijke opdracht voor. en de formaliteiten eu woorden zijn overigens geheel dezelfde. Slechts driemaal sedert 15!)7 is de ko ninklijke toestemming geweigerd, het laatst in 1707, toen koningin Anna de Schotsche militiewet niet wilde onderteekenen. De Japunsche. pers. Het Printers Register te Xew-Vork beschrijft de organisatie van een Japansche courant. De bezwaren waarmede het in orde brengen van een blad in Japan te worstelen | heelt, zijn in alle landen der wereld onbekend. De Japansche schriftteekens zijn namelijk gedeel telijk aan het Chineesche vormeni-chrift ontleend: | quadratifcche figuren, die uit een mengeling van gebroken lijnen en kruisen, driehoeken en boojjjes | bestaan. Dan wordt echter ook het oorspronkelijk Japansch alphabet, het zoogenaamde Kans, ge bruikt. Chineesche schriftteekens bestaan er , 20.000. De schriftschat van een geleerde bestaat ! ongeveer uit 14.000 teekens; 4000 dienen tot het j dagelijksch verkeer; en men gebruikt deze met de 47 van het Kana dooreen. De Japansche zet ter moet derhalve eene. letter uit de ruim 4000 j te voorschijn zoeken. Het drukken geschiedt nog j met de oude handpers. liet personeel van een f groote Japansche courant, bij voorbeeld van de Nichi Nichi Shindtitm bestaat uit : l politiek ; directeur, een hoofdredacteur, 5 onder-redacteurs, \ 4 correctors, l stenograaf, 12 verslaggevers, 8 of 4 toestellers, waarvan ieder verscheiden assistenten l heeft, 12 drukkers en eene menigte onderhoorigen. Alles in alles ongeveer 150 personen. De ver slaggevers maken de zwakke zijde van oen Japansch blad uit. De redacteur zegt hun vlak in 't geI zicht, dat zij iets moeten uitvinden, wanneer zij niets kunnen vinden. Zij worden voor de gele verde copie betaald. Menigmaal ontvangen zijslechts 40 mark per maand. De 4COO katten van den keizer. In 1815 was het schip, waar Napoleon mee naar St. Helena zou vertrekken op het punt zee te kiezen, toen een grappenmaker te Chester in de stad en in de omstreken biljetten liet ronddeelea. meldende, dat het eiland zoo door de ratten geteisterd werd, dat het voor den keizer en diens bewakers on bewoonbaar was en dat daarom .de Engelsche regeering besloten bad, er uit Chester een geheele scheepslading katten heen te zenden. Het biljet berichtte, dat een ambtenaar op een bepaalden dag te Chester zou zijn, en 16 shillings zou betalen voor iedere volwassen kat; 10 shillings voor iedere jonge kat, en 2 shillings O pence voor kleine katjes, maar zoo groot, dat zij zichzelf konden voeden. Velen namen deze bekendmaking ernstig op, en op den "aangegeven dag werden er duizende katten te Chester aangevoerd. Toen de eigenaars zagen, dat zij de dupe waren van een grappenmaker, waren zij woedend, lieten al hunne katten in de straten los en be stormden het stadhuis. Verscheidene inwoners van Chester werden mishandeld door de provincialen. die het uitlachen door de burgers Met konden verdragen. Binnen de volgende drie weken, wer den er te Chester en in den omtrek meer dan 4000 katten gedood. De grappenmaker werd nooit ontdekt, ondanks de premie, die de politie aanbood aan dengere die hem wist op te sporen. Te Würzburg houdt men niet van studenten grappen. Een paar studenten die op 25 Februari 's nachts te 2 uur langs de ijzeren brandladders. op het dak van den schouwburg waren geklom men, en van daar hanengekraai hadden laten hooren, werden ieder tot 5 mark boete veroordeeld. Toen op de tentoonstelling van 1878 de.col lectie van Barbedienne's bronzen de bewondering van geheel Europa had gewekt, besloot de Fran sche regeering hem, behalve het eere-diploma van de jury, een buitengewone erkenning te verleenen. Hij zou groot-officier van het Legioen van Eer worden, en de minister deelde hem dit mede. Ik neem het aan," zeide Barbedienne, op voorwaarde, dat mijn meesterknecht, Constant Sevin, het lintje van officier krijgt." We kunnen maar over n Legioen van Eer voor het huis Barbedienne beschikken," zeide de minister. Dat is niets, geef het hem dan; ik wacht wel een beetje." De heer Sevin ontving zijn ridderorde. De kolossale pendule, die destijds het pronkstukder collectie Barbedienne was en den eigenaar zelf 800,000 francs bad gekost, was het werk van Sevin; Barbedienne bestemde haar voor een mo nument te Parijs en heeft haar niet willen verkoopen; zij staat iios; in de groote hall in zijn huis in de rue de Lancry. Een dertigtal personen te Parijs en in de om streken, die papegaaien hadden gekocht van een. collectie van 600 stuks, door een koopman Duboit te La Roqnette uit Buenos-Ayres aangevoerd, zijn aan acute longontsteking gestorven, en veelmeer zijn noe onder behandeling. De politie heeft na zorgvuldige enquête, al de papegaaien, op een zestigtal na die aan onbekenden verkocht zijn, doen in beslag nemen en onschadelijk maken. Ingezonden. Aan (Te Redactie van de Amsterdammer, Weekblad mor Sederland, M. Beleefd verzoeken wij UEd. plaatsing van het volgende in uw gescht blad. In het Weekblad van 3 April komt onder de rubriek Allerlei een mededeeling voor van de firma Peek, Cloppenburg costi, waarin o. m. wordt ge lezen, dat die firma cl e remgste in Nederland is, die uitsluitend zelf geconfectioneerde kleederen lerert. Ter wille der waarheid en ter voorkoming van misverstand zijn wij zoo vrij te protesteeren tegen dat bericht, daar in onze magazijnen te Utrecht zoowel als te Nijmegen, ook allén zelf geconfec tioneerde, d. i.: door eigen werklieden vervaardigde kleedingstukken worden verkocht. Onder dankzegging hoogachtend, UEd. 'Dw. Dn. TEITEMA & CISE.MKK. Utreclit. Reclames 40 cents per regel Magazijn Keizershof", Nieuwendijl,-. GrM'tnxtrtint. Grootste sorteeiing Mantels, JaponstofFen, zwarte en gekleurde Zijde. Dagelijksche ontvangst der laatste >'ouvoautés, S C II A I) E & O L D E X K O T l'. HOOF'DUKï'O'.r van Dr. JAEGEÏl's Orig. Norm. Wolartikelen, K. F. DEUSGHIE-BENSER, Kalverstraat 3.57, Anirterdan». Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland $! St Corsets Francais, Leidschcstraat 103, Amsterdam. Grootste sorteering COUSETTEX . \y\,' ', \ in alle mogelijke genres voor Dames '...' ,)'///// en Kinderen. Speciale Soorten voor f/i corpulente Dames tot 100 cM. taille ? wijdte.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl