Historisch Archief 1877-1940
No. 772
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Justitieel onderzoek.
Die blinddoek moet uwes hinderen, juffrouw. ik zou in uw plaats nu liever een brilletje gebruiken.
SNUIFJES.
Da Standaard is aan het snuffelen geweest
in het laatste Koloniaal verslag, en heeft
zich daarbij geweldig geërgerd. Onder het
opschrift: »Hoe een koe een haas vangt"
schrijft het blad :
»0p pagina 178 van het dezer dagen ver
schenen Koloniaal verslag van ]891 (Nederl.
Oost-Indië) leest men het volgende:
»Bij de bestrijding van de (opium)
sluik-operatiën ter zee, bleek ook in 1890 (ook in
1891 en 18^)2 zal wel hetzelfde gebleken zijn)
dat de voor dat doel gebezigde
stoomhopperbarges maar al te zeer de eigenschap
pen missen, vereischt om met goed gevolg
op de smokkel-stoomschepen te kunnen jacht
maken!"
»Indien dit niet in een officieel stuk der
Regeering te lezen stond, zou men de dwaas
heid niet kunnen gelooven van de poging.
om met een logge stoombaggermolen een
snelstroomenden opiumsmokkelaar te achter
halen, en toch schijnt dit inderdaad het geval.
»Esnige jaren geleden gebruikte Nederland.
?de tweede koloniale mogendheid, bij gebrek
aan schepen, stoombaggermolens orn de kust
?van Atjeh te blokkeeren, tot spot van de
?geheele beschaafde wereld. Nu schijnt men
opiumjagers van te hebben gemaakt!
»Kan het gekker? Eén ding blijkt er uit,
namelijk den ernst der Regeering om het
opium ?smokkelen tegen te gaan"
Ik voor mij vind, dat de regeering in deze
aak heel verstandig heeft gehandeld. Het is
immers haar plicht, op.de kleintjes te passen ?
En als nu zoo'n opium-smokkelaar in zijn
angst de kostbare verboden waar overboord
werpt, kunnen de door den Standaard zoo
geminachte regeerings vaartuigen haar dadelijk
weer opbaggeren.
*
* *
Dat kapitein Roelants niet aan
MidderJiachtzending moet doen, begrijp ik, daar het
voor een officier niet staat, zoo laat op te
zijn, aangezien hij 's morgens vroeg weer bij
?de pinken dient te wezen, om zijn moeilijke
dagtaak te beginnen ; ook moet hij frisch zijn
?om die met opgewektheid af te werken. Maar
wat ik niet begrijp, is, dat de legermannen
er gevaar in zien, als een kapitein zich met dien
middernachtelijken arbeid belast, wijl daar
uit vechtpartijen kunnen voortvloeien, waarbij
dan de officier betrokken zou zijn. Nu dacht
ik, dat juist bij vechtpartijen, de gewapende
macht, die speciaal is onderlegd in de kunst
van vechten, meer dan eenige andere macht
op haar plaats zou zijn. Met een kapitein,
een paar luitenants en een half dozijn onder
officieren, zou geen enkele nachtbraker ruzie
zoeken. Indien men in het leger dezen dienst
behoorlijk organiseerde, zou dat gevaar opge
heven zijn.
* ?:?:?
*
Nu willen ze de Zuiderzee weer eens droog
maken. Dit is al voor de zóóveclste maal,
dat ik moeite heb me te herinneren of zij
reeds droog is of niet. Ik meen in
buitenlandsche bladen wel eens gelezen te hebben,
dat wij die vreedzame annexatie sedert tal
van jaren reeds achter den rug hebben, en
ook, dat wij Nederlanders zoo iets niet laten
kunnen, omdat de gewoonte van leegmaleii
ons tot een tweede natuur is geworden. -Ik
vrees nu, dat het eenig gevolg van de nieuwe
poging zal zijn, dat die buitenlanders te
hooren krijgen, dat de Zuiderzee nog altijd nat
is, en zoo zullen wij al weer iets van onze
reputatie verliezen. Daarom, zou ik zeggen, t
was het beter, dat men over de heele zaak i
niet sprak, vóór men werkelijk de pomp in l
het water zette, en dat kan van daag of
morgen toch het geval niet zijn, want eerst.
moeten Pierson, Seijffardt en Tak nog hun i
wonderen verrichten. Lely komt vooreerst
niet aan de beurt.
MEESTER J. C. VAN KRALINGEN,
OVER 'T LEGER.
Jongelui we zullen het van daag eens heb
ben over ons leger, zit dus recht op, met je
pink op de neen met jeiui handen op tafel!
anders voer je maar kattenkwaad uit.
Dus,borst vooruit! Denktcr aan dat jelui een
maal, als je niet't geluk hebt eenige zoon te zijn,
of lichaamsgebreken te bezitten, het vaderland
zult moeten dienen, door met je zestienen in
't Palcis op den Dam bij n kaars of in een
klein garnizoen alleen bij een keukenojeid te
zitten n.l. als 't vrede is. In oorlogstijd
denk je aan zoo iets niet, want dan vecht je
als razende Roelands tegen hum, afijn,
later zul ie wel hooren tegen \\-ien.
De laagste rang in 't leger wordt bekleed
door den soldaat, die desalniettemin toch
eigenlijk de ziel van de heele armee is, om
dat als hij er niet was de onderofficieren, de j
officieren^ kolonels en generaals kortom de
heele staf wel kon inrukken. De eerste
plicht van den soldaat is gehoorzaamheid
b. v. als de generaal-veldmaarschalk
van boven af kommandeert: Laat je
doodschieten, dan moet je al liggen, voor
dat er nog een schot gevallen is. Uit die
stipte gehoorzaamheid worden alle verdere
militaire deugden geboren, zooals b.v. het op
passen van den luit'nt of kaptein. Een echt
soldaat moet dus behalve met kruid en lood
goed met kinderen kunnen omgaan, verstand
hebben van kippen, duiven, honden en
ander pluimgedierte en zuinig groenten
weteii in f e koopen als 't marktdag is. Zijn
geweer moet hij poetsen dat het glimt als een
spiegel, opdat bij parade of' revue de loopen
'l zonlicht weerkaatsen, iets dat aan een ge
heel bataillon een zekere krijgstiafughcid en
aan zijn superieuren een pluimpje bezorgt. Da
kleeding van den soldaat, is uiterst practisch
en gemakkelijk, kijkt maar eens naar de
boortjes als ze pas zijn aangekleed, hoe heer- |
lijk ruim 7,0 in hun broeken en mouwvesten l
zitten de politiemuts is een toonbeeld van
practische sierlijkheid. Op de sehaco staat
van voren een zon en daarom is de klep niet l
van achteren. De sehaco is dan ook zooveel j
als het Zondagsche pak van den milicien, want i
om hem niet ijdel op zijn uniform te maken j
geeft men hem een Zondagsche broek, die met
een zijn daagschc is. De rnanhafrc houding
krijgen ze eerst later door den invloed van de
ratjetoe en de ribbestooten van den Sergeant
instructeur, die nooit van een milicien een
borrel of een worst zal accepteeren, als men
hem die niet aanbiedt. Door het veelvuldige
gebruik van ratjetoe ....
Meester wat is ratjetoe?
Hou je mond Krelissen, later zul je die
lekkernij wel proeven n.l. als je beenen rech
ter zijn geworden, anders blijf je d'r nuchter
van evenals de sergeants-titulair en de kor
poraals, die niet in de ménage zijn.
Volgens de Grondwet is het een dure
plicht van elk staatsburger om het vader
land te verdedigen. Die plicht is dan ook
zoo duur, dat alleen de rijken haar kunnen
af koopen, door een remplacaiit te stellen,
(lientengevolge heeten die dan ook bij de militai
ren »dure kerels." Een soldaat wordt geoefend
en gekleed om in tijden van oorlog dienst te
doen ; daarom leert hij 't allereerst zijn korte jas
schoon maken, omdat hij die, zoodra het oor
log wordt, in het magazijn van kleeding moet
Hé, meester waarom?
Stommerik, zou je dan denken dat onze
regeering die kostelijke jassen netzoo gemak
kelijk krijgt als soldaten?
Om den soldaat te leeren zijn wapens ten
allen tijde te gebruiken, moet hij des Zon
dags gewapend uitgaan, en zoodra hij gewone
burgers niet zijn sabel heeft geslagen of ver
wond mag hij, als volleerd, drie maanden
lang zonder wapens loopen.
De krijgstucht wordt den militair geleerd
door arrest, politiekamer, provoost en cachot;
daaruit zie jelui, beste jongens, dat volgens
de wet on den koninklijken wil ieder soldaat
zacht en vaderlijk wordt bejegend en alleen
dan hard wordt toegesproken als hij prut
telt. Pruttelen is, volgens diezelfde wet,
niet geoorloofd. Geen echt militair zal zich
daaraan gedurende zijn diensttijd dan ook
schuldig maken maar orn zijn schade in
te halen wordt hij, zoodra hij oud en
gepensionncerd is, een «Brombeer."
Meester! mag een soldaat dan nooit es
mopperen als ie straf krijgt en 't niet verdient.
Waarachtig wel Krelissen ! Hij heeft per
missie om zich over een opgelegde straf te
beklagen en als hij dat doet. mag hij dadelijk
een paar maanden arrest houden, omdat hij
zich dan, gedurende dien, tijd herinneren kan,
dat hij nog zwaarder gestraft had kunnen
worden.
Ieder soldaat krijgt een dubbeltje zakgeld,
maar wijl een rechtgeaard krijgsman toch
nooit opz' dubbeltjes past. geeft men hem maar
enkele centen ; de rest wordt voor hem bewaard
om er later kleeren voor te koopen die, als
hij den dienst verlaat weer aan een ander
geleverd worden.
Als de soldaat niet exerceert, schilt hij aard
appelen, poetst hij knoopcn of' telt z n centen
na om te zien of' 't nog een halve taaie kan
l ij en.
- Iv?n halve taaie, meester, wat is dat?
Dat is een mengsel van vilriool, en
brandspiritus met een sclieutje jenever, dat ze zon
der of met vergunning voor vijf' centen aan
den krijgsman hier te lande tappen ; daardoor
ruikt een echt soldaat gewoonlijk ook ander»
dan een jongcjuff'rouw. Al heeft liij de kamer
persoonlijk weer verlaten, zijn aur.i blijft er
hangen, bij wijze van geruststelling. Men ge
voelt daardoor: wij hebben soldaten waarvoor
een ieder de vlucht neemt.
Dronkenschap echter wordt in dienst vol
strekt niet geduld, derhalve zijn de echte
IIollandsche jongens meestal dronken bij de lo
ting, vóór ze dienst nemen, Zondags zie je
nooit dronken soldaten ....
Maar meester,ik heb tocli verleden Zondag
gezien, dat een infanterift, een artillerist. een
dragonder en een burger samen erg dron
ken gearmd langs de....
Onzin! dat kan niet, dan was alleen de
burger dronken en hielden die drie militairen
hem maar vast, omdat ze hem thuis wouen
brengen; ik herhaal jelui, een soldaat mag
niet drinken en gehoorzaamheid wordt hém
beter geleerd dan aan jijlui thuis.
Als een soldaat knapper wordt in zijn vak
dan wordt hij korporaal en zoo gaat't verder;
zóó ontstaan de sergeants en....
De officieren, meester!
Mis; De officieren worden apart gekweekt
te Breda met spoed, te Kampen
langi zamerhand. Daar leeren zij, zoo jong als ze
! zijn. hoe ze de soldaten behandelen en't land
i verdedigen moeten; daar is Henry Tindal
j ook geweest, je weet wel, ik heb jelui onlangs
j nog verteld dat ons land niet mag verdedigd
worden zooals Tiudal wil, omdat hij gezegd
heeft, hoe het zijn moet en niet is.
Dat begrijp ik niet meester.
Dat's minder. Tihdal begrijpt 't wel
en derhalve willen de anderen hém niet be
grijpen.
Officieren zijn gewoonlijk't liefst in
burgerkleeren, daarom hoeven ze maar tot 'sn.m.
vier uur in uniform te loopen; trekken ze
echtfr te vroeg politiek aan dan worden ze
gestraft, omdat ze niet op de hoogte van hun
tijd zijn.
Poletiek, meester, ik daoht dat dat....
Nu wat dacht je?
Dat poletiek zooveel was als zich met
de regeering bemoeien.
Juist en daarom zijn de officieren er ook
zoo dol op, dat ze soms zelfs minister van oorlog
worden en dan volstrekt geen trek hebben in
een pensioen als zoodanig. Begrijp jelui ?
Jawel meester.
Elk jaar worden er groote manoeuvres
ge]]0uden, waarbij aan sommige grooteii kleine
hinderlagen worden gelegd en waarbij de klei
nen zich groot moeten houden. Die manoeuvres
(}jenen om te laten zien dat bij mobilisatie
' Wat is dat mobili
Vraag me niet zoo dom!?Demobilisatie
is o-eheim, omdat zij de geheime kunst is van
den generalen staf. De intendance leert
daarbij gewoonlijk, hoe het leger niet moet
worde» verpleegd. Ons land is verdeeld in
liniën en het leger h'oort dus achter de linie
! eii niet er voor, anders moest de linie worden
1 verlegd en __
Meester we begrijpen niets van
dierransche woorden!
T)at 's minder dat komt later; in 't
Hollandscheleger worden ook alleen Eransehe
i termen gebruikten iedereen moet ze maar
begrij' pen-houdt dus jelui mond en luistert: Elk
' militair krijgt theoretisch onderricht, d. w. 'L.
' onderricht dat niet practisch is en ieder sol
daat moet kunnen lezen en schrijven, omdat
in de militaire wereld papier de hoofdzaak is.
i Als je iets doet wat verkeerd is als
militair, kom je voor den krijgsraad; dat is
een rechtbank bestaande uit militairen, die
! geen rechters zijn en rechtsgeleerden die geen
l militairen zijn; daardoor houden ze ook het
l juiste middeii tusschen aanklager en
verde
Ecn bevelvoerend officier zit op een bureau
en is daardoor nooit bij den troep dat kun
jelui het best begrijpen door mij aan te zien,
'ik kommandeer jelui, maar met zoo'n troep
als jijlui hou ik me verder niet op. - Neemt
nu je leien en schrijft in 't groot, middelsoort
en. klein :
»Een boer weet niet hoe een so*laat aan
den kost komt, maar 't is een boer die vei>
geet hoeveel ecu soldaat kost."