Historisch Archief 1877-1940
No. 773
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Hij heeft in de moderne1' kunst getoond iets
teel moois te kunnen doen, en daar er in Neder
land ook een modern theater zich ontwikkeld
heeft, dat in de jaren, die komen zullen, nog
mooier en hooger zal stiigen, zoo kan hij gerust
zyn in de naaste toekomst voor een kunst ge
plaatst te zullen worden, waarvan eigenschappen
gevraagd worden, welke met zijn temperament
harmonieeren, en die hij ook uit zich geven kan.
Rotterdam, April 1892.
FEAKS NETSCHEK.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD
Na een muzikale wintercampagne waarin min
der voorviel dan een vorig jaar, komen plotseling
vele belangrijke werken te gelijk gehoor vragen.
Op denzelfden avond toch werden het oratorium
Franciscus van den Belgischen componist Tinel
door onze afdeeling van de Maatschappij tot be
vordering der Toonkunst, en Floris V, de nieuwe
opera van Richard Hol, ten gehoore gebracht-,
terwyl dezer dagen nog een viertal andere uit
voeringen plaats hadden. Ieder wapene zich dus
op een uitgebreid artikel van mijne hand. Ter
geruststelling van schrikachtige lezers voeg ik er
by dat het muziekseizoen ten einde loopt en
deze rubriek dus tot bescheidener verhoudingen
wordt teruggebracht. De tekst van Franciscus is
van Lodewijk de Koninck, die getracht heett in
dea stijl te blijven van de naieve geloofsuitingen
van de Middeleeuwen. Daardoor stuit men nog
al eens op uitdrukkingen die ons vreemd en
komisch voorkomen, of doen denken aan imita
ties van z. g. ulevellen-pcëzie. (Zoo althans
klinken sommige verzen voor onze aan moderne
taal gewende ooren.)
Een blik in dezen tekst zij hier in het kort
gegeven.
Op het kasteel is feest. Men heeft zich moe
gedanst en zet zich neder. Men hoopt op een
lied, en: Ziet tencijf zij wachtend staan, ginder
Icomt Franciscus aan, Jttj stapt met zijn luit ah
de koning vooruit. Men vraagt hem (den Heer
Kogmans) een lied, waarop hij de Ballade van de
Armoede zingt. Xaar huis keerende vermaant
hem eene hemelstem (Mcj. Kempees) genot en
weelde te ontvluchten en zich aan den Hemel en
de armoede te wijden. Zijne vrienden vragen
hem waarom hij: den tijd versnoept" doch hij legt
de gelofte af, waarover zich de eiigelen (het vrou
wenkoor) zeer verheugen.
In het tweede deel wordt Franciscus' klooster
leven, en de strijd van helsche en hemelsehe
geesten geschetst. Door Franciscus' zelfopoffering
wordt het menschdom van de duisternis naar het
licht gevoerd.
In het derde deel ligt Franciscus ,, Van kwalen
neei gehageld op 't ziekbed vastgenageld." De dood
nade: t. Liij neemt afscheid van allen en vermaant
tot eendracht en liefde. Na een Requiem, klaag
zang en loflied eindigt het derde deel.
Bij het doorlezen der partitie vóór de uitvoe
ring bewonderde ik in dit werk, het meesterschap
waarmede vele gedeelten (vooral in het orkest)
contrapunctisch bewerkt waren en de brillante
en ingewikkelde bewerking van vele ensembles.
Het trof mij, dat óp vee] plaateen (bij de sopranen
voora') in de koren onpractische eischen waren
gesteld, doch daartegenover stonden schoone me
lodische gedeelten en vele momenten die de
mee>terhaiid openbaarden.
Bij het aarihooren nu is de indruk Jarig zoo
groot niet op mij geweest, als ik verwacht had.
Ik zal hiet meer over te groote lengte van het
werk spreken, want het is niet billijk dit voorop
te stellen en het pubiiek heeft dit misschien wel
wat veel gedaan.
Het geuoel is over het algemeen in contempla
tieven siijl geschreven. Daarin beweegt de compo
nist zich blijkbaar het liefst. Bij de wereklsche
gedeelten toch ontsnapt hij niet aan het gewone, en
vooral maakt dit gedeelte na de imposante en
meesterlijke inleiding te weinig indruk, hoewel de
muziek daar bevallig en vloeiend is.
Wii1 sind des Königs muil' umi watt,
IX-r immer das Sdiweit in tier SiOieide liat,
Wir Miu'1 dos Kjinifjs satt nnJ mud',
Dei- Unkraut jiiU't umi Uüljen U'ht.. . .
En dan des konings antwoord ! Tloe hij
keek ui sprak, de grij/.e held: de bele
digde majesteit, de ingehouden vreeselijke
gloe-l een met sneeuw bedekte vulkaan:
Hein Au;,'' ist ti-üb', mein Ilaiipt ist knlil.
Am Naytl rostct mein Kiitcs KUdd.
En dan het overweldigende slot, als de
koning opspringt, zoodat de troon krakend
breekt, als hij de vuist opheft, en de vuist
neerbeiikt op de helinkam van den Jarl, en
helm en schedel tegelijk vaneen barsten en
de Jarl bloedend ter aarde, store :
Tr-iKi- ['ir nai-h de m Sclnvort so huis,en Trieb,
iy> iielimt fïii' hout' in.it der Fnu-t vorlieb :"
Toen barstte een daverend applaus door de
zaal los. J)e geheele verecnigin;* Miuenlast,
leden en geïntroduceerde!!, snelden, naai1 den
kunsteniiav toe om haar gren/.eiïlooxüverruk
king te uiten.
X. had het bock kalm dichtgeslagen en
voorzichtig oj> de piano irc-Ieii'd. Ifij was
stil, omving met een bescheiden lachje de
overstelpende complimenten en dankbetui
gingen en nam afscheid.
» t Is hoog tijd dat, ik wegkom, ik heb
liet niet zoo gemakkelijk als gij, ik moet
morgen vroeg weer op. Dank, hartelijk
dank veel geluk, allen vaartwei en ...
vergeet mij niet!"
IK geleidde hem met vele anderen naar
buiten tot aan /ijn rijtuig. Hij wenkte ons
nog uit het portierraampje vriendelijk toe,
totdat de wagen om den hoek der straat
verdween.
Ik bleef het nog een wijle nastaren.
Daarna snelde ik schielijk in huis terug,
doorvloog de zaal tot aan de piano. Daar
Jag het boek nog Op de plek waar X het
uedergelegd had. Haastig greep ik er naar.
Ik moest dat gedicht nalezen den
ovcrWaar de componist in po'yphonen stijl schrijft
boeit hij het meest, zooals o. a. bij de introductie
van het tweede deel. De bewerking van het motief
in g. kl. f. met de zelfstandige behandeling van
het Reciet (Tenoren) is m. i. een meesterstukje.
Schoon vond ik bovendien in dit gedeelte de
Hymne van de zon, het Lied van de liefde met
vrouwenkoor.
Hoewel in het derde deel vooral schoone koren
voorkomen, doet het gemis aan handeling spoedig
de belangstelling verflauwen. Het slotkoor echter
is pakkend en grootsch.
Ik geloof echter dat wij Noord.Nederlanders
voor deze wijze van mnzikaal-godsdienstige uitin
gen minder ontvankelijk zijn. Hiermede moet men
beslist rekenirg houden.
De Recieten door de tenoren zijn bovendien te
veïen in aantal en geven, hoe schoon de eersten
ook zijn, te weinig afwisseling.
Ik hoop aan Tinel's gaven recht te hebben
laten wedervaren, al bleek ook dit werk in onze
concertzaal minder op zijn plaats te zijn.
Het werk bad bovendien m. i. iets
tweeslachtigs. Soms is de naieve toon van de tr-xt gevolgd
en soms niet. Ouk geeft het aanwenden van het
consequent volgehouden leitmotief van de Ar
moede een tegenstelling met ele overige gedeelten,
waarin volstrekt niet van dien vorm is gebruik
gemaakt.
De componist, die tegenwoordig was. verklaarde
na afloop van de uitvoering dat hij nog nooit
zulk een schoone vertolking van Francisentt had
l gehoord en dat de heer Röntgen al zijne
inten' tien volkomen begrepen en schoon weergeven
had. Men heeft dus geen gebrekkige ve.rtolking
gehad, die een verkeerden indruk zou hebben
kunnen maken. De koren marcheerden vooral op
de uitvoering recht ftir.k.De recieten van de tenoren
klonken goed en die van de bassen zeer iraaï.
De heer Rogmans vervulde de titelrol, afge
scheiden van een paar vergissingen, op zeer schoone
| wijze. Met zeer veel uitdrukking en in de juiste
stemming wist hij aan vele momenten sroot relief
te verleenen. Zijn heerlijk geluid klonk boven dien
tot het laatste toe schoon.
Mej. Kempees, had een. voor haar talent minder
dankbare partij. Toch wist zii het begin met zeer
zachte stem te zingen. TTe.t gedeelte van den
(reent iler JIoop, slaagde minder goed. doch haar
laatsten so'o zona zij met gloed en schoone uit
drukking: zij maakte hiermede vee! indruk.
Den heer Orelio *ii een bijzonder compliment
gewaakt over rt« wii^e waarop hii vooral de
partij (zonder begeleiding) van den ToreriwncMtr
zont'. Dit, gedeelte was zeer schoon van uitdruk
king nn bleef (wat veel zegt) voortreffelijk op
toon. D<^ kleinere partiien werden elnor de dames
Lntkeman, Loman en Reinderg en de hoeren
Stachelhansen en Prell met voel toewijding en prij
zenswaardige vastheid voorgedragen.
Behoudens enkele wankelingen in het orkest
was ook in dit opzicht veel te prijzen; rle heer
Röntgen heeft buik g' geven dat hij geheel was
doorgedrongen in bet werk van Tinel en elat met
i grooto bekwaamheid bal ingestudeerd.
| DT meerdere rust die in don laitston tijd bij
zijne directie valt op te merken, kwam ook deze
uitvoering zeer ten goede. Hij kan ove-r den
ttioop van deze uitvoering zeer tevreden zijn.
Hol's opera (gedicht van Marie Boddaert) heeft
in het kort den volgenden inbond:
Aynetn, pnpil van den heer van Cin/d\ ver
toeft als gast op den Vogelenzang. Hare hand
t was reeds sedert lang toegezegd aan diens
t 7f>on Alfe.rt, eïi»n zij echter niet bemint. Voor
Fioris voelt zij beur hart reeds spreken, en daar
l die liefde sterker wordt, ontvlucht zij den
VoqeI h'iiztn'fl en trekt weer naar Ameide.
j Op zekeren avond komt Floris met zijn vriend
i Wi.ixff.nner voor bet slechte weer op AmeMe, oen
j schuilplaats en nieuwe naarden vrawn. Hij bekent
haar zijne liefde en wil h-iar overhalen met hem
te vluchten, docli zij weigert.
weideenden indruk nu, onver/.wakt. nog
maals doorleven. Ik was tot in mij n bin
nenste bewosren, mijn borst hijjrde mijn
handen beefden beefden zoo. dat ik de
j bladen nauwelijks goed vermocht, om te slaan.
Daarom sloejj; ik den inhoud op, maar
het schemerde mij voor de oogen ik vond
den titel niet.
Ik riep mijn vriend te hulp, wij zochten
[ te /amen, wij /.ochten, zochten .... mijn
handen en oosron waarden eindelijk als
razend en dol in het lijvige boek rond
; het, gedicht was niet fe vinden, -- was
?j niet, te -- vinth-ü.
TTot duurde w-runnen tijd eer ik dn.....
vreeselijke waarheid kon Livloovon :
--Strachj wil// ballade: «l? vuMsla^'' stond hoelemual
niet in dien bundel.
Waf toen in mii oni'.riii1.' dat, zal ik
j niet wn^-n te be-ehriven. Maar hef, wa«
mii. als had ik di'-n koninkliikrn bnitalen
vuistslnu' zelf' midden in hot aan'.rc'.'.icht
| ontvangen. Tn een oo^enblik was allo-; mij
i duidelijk. Lctitren en komedie was alles
y\ Wf-cst \\at hn had tresoroUcn en vertoond
van hel eerste ooirenblik nf, dat ik in zijn
nabijheid was .w-komen. Hij had een
afi ic/uaud nummer vau /PM repertoire! voor
1 de /.ooveclste manl opvedivund. Dat wa-*
alles. Kil eigenlijk moesten wij on~ iiO'_' ver
eerd rekenen, dat hij het niet, beneden zich
had o-eacht voor een troep hurwvluidjes en
halfvohvassen knapen zijn kunsten fe
vertoOIK'il.
j Ik stond HO»- aldoor bij tle piano, v.-nnr
//// had pres f na n, het hoek ui n er van hand
tot hand en iedereen moe<| lachei1. dat. \vo.
er zoo p'edtichf waren iiiu;e!oo])cii. Ik lachte
niet, maar [leUnin^. die op de vor<.raderinp;
voor IK t or;raniseeren van het X-feest tien
iirooten man had tlui'ven nanvallon en door
i mij terecht, wa- irowe/.en, ]ie-p mij met een
! meelijdend glimlachje voorbij.
De edelen, die reeds lang een wrok tegen Floris
koesteren, smeden een complot in -uyk's woning
om hem onschadelijk te maken. Agneta beluistert
dit gesprek en wil Floris waarschuwen, doch wordt
tegengehouden en gevangen genomen.
Door baar vertrouwde (Aldc) weet zij I'loris
aan het feestmaal te Utrecht een briefje in handen
te spelen. Floris slaat die waarschuwing echter
in den wind en trekt met de edelen ter jacht.
. Agneta, die ontsnapt is, treedt ah boerin, ver
kleed de herberg te Zuylen binnen. Zij wil
flonsl die voorbij moet trekken, waarschuwen.
Haar voogd is haar echter op het spoor en
noopt den waard om haar opgesloten te houden
tot alles is uitgevoerd. Machteloos moet zij het
aanhooren dat Floris wordt toegejuicht, en later
hooren verhalen dat hij gevangen is genomen. Zij
spoort de landlieden aan, Floris te gaan bevrijden
en trekt met hen naar Muiden.
In de nabijheid van het slot staan de vrouwen
op den uitkijk en bespieden het gevecht. Einde
lijk is Floris verlost, doch doodelijk gewond wordt
hij door zijne getrouwen op het tooneel gedragen.
Hij vermaant zijn volk tot eendracht en sterft in
de armen van Agneta.
De verzen van mevr. Boddaert hebben my op
voel plaatsen genot verschaft; doch het is niet
te ontkennen dat in de eerste drie akten geen
dramatisch bloed zit. Als na die bedrijven het
scherm valt is geen climax bereikt of stijging
verkregen. Eerst in de vierde acte komt men in
het volle drama.
Het spreekt van zelf, dat dit. op de muziek van in
vloed moest zijn. Toch vond men in de drie eerste
acten frissche koren, eene boeiende, zeer interes
sante en zelfstandige orkestbcwerking, en schoon
bewerkte motieven. In die acte waardeert en be
wondert men vaak, doch in de vierde acte wordt
men warm en leeft in de handeling mede.
Men weet het; Hol heeft reeds zooveel en zoo
lang voor ons volk in tonen gezongen, dat zijne
waarde eigenlijk niet meer behoeft geconstateerd
te worden. Zijne groote gaven zijn reeds lang
bekenden gewaardeerd. Eene degelijke bewerking
en rijke vinding is men zeker bij hem te zullen
aantreffen, benevens eene zeer schoone gekleurde
instrumentatie.
Hij heeft in Florin den nieuweren vorm gekozen in
dien zin dat hij gebroken heeft met de traditioiu ele
aria's, duetten, trio's in den bekenden afgesloten
vorm. Ieder bedrijf vormt een geheel en geeft
geen rustpunt, dus ook geen onverkwikkslijk
terugros'pen bij open doek.
Het Floris motief loopt door het geheele werk,
terwijl de overige hoofdmotieven (ook het
liefdemotief speelt een groote rol) slechts !>c-p-rkter
optreden. Hoewel < r in de eerste drie acten geen
eigesmjk culminatiepunt bereikt wordt, is er menig
i schoon gedeelte aan te wijden. Ik heb echter
| reeds doen uitkomen dat de beide laatste acten
i (de vijfde acte maakt grooten indruk) de kroon
spannen. Men keert dus onder een grooten in
druk huiswaarts, daar in die gedeelten inspiratie
en wetenschap gelijken tred houden.
De vertolking wordt in hoofdzaak gedragen
' «'???.» de solo-partij,';-! betref, j d..or muvr Divckx
van de "Wegho (Agnela) en don hèr l'.uuveLs,
(Floris.) i:r was in beider vertolking veel goeds.
Zij hadden zich met incpani ing en toewijding ten
volle van. hun zware taak gekweten.
Over de kleinere partijen vermeid ik dat mevr.
Ivigelen-Sewing (Gravin) verdienstelijk, mij. van
Bergen (A ld c) zwak, de hoeren van Westerhoven
(Wanrtl) zeer goed en Iwakter^tick, do heer
van der Stappen (.Vuren Lan,<hntni) middelmatig,
j de heer Arnoldi (Ouyck] en Kn^t-len ( Wnw nat:,-)
te prijzen waren. De partij van eene Vruinr in
het vijfde bedrijf behoort duor eci.e zeer goede
zangeres vervuld te worden. l)it, n,t een oojpnnt
van declamat e zeer moeiulijke partijtje, wiste
nu alie kleur.
Do compoi ist dirigeerde zelf en had van het
orkest vee.l weten gedaan 'e krijgen, al bleef bij
sommige, gt'dv-eiten ook nog veel 'e wenst'.ieu over,
De koren zaten er over het geheel va-t in.
Dat liet vrouwenkoor op ongenietbare -viize het
j tpinlied zong en het koor na Floris' iruiniKwekkei d
i sterven met liet tt'ce OHX lift publiek een pijnlijk
oogenbliU bezorgde., muet niettemin geconstateerd
woi ilen.
ivmmige koren t mannenkoren) klonken zeer
, frisch..
Op voortreffelijke wijze heeft Hol zijn werk
; gedirigeerd en daardoor een bezieleiiden invloed
op allen weten uit te oefenen.
J Xa de derde acte werd hem namei.s vele
kur.stvrienden een krans aar geboden even als aan den
heer De Groot.
Do rei c ki<nxirricn<le>i hadden beter gedaan deze
O'.at'oii n::et ter zuli'.k'r tij l te doen p!aatsh<bben.
Het oogonbhk dat. men ten begaafd toonzetlc-r op
; bet iooiïOL'l roept, js niet toed gtkdzen om tevens
'? bij de overreiking van een krans aan on
dirccj teur du groote !,a;icie< Ie mooielijkheüen te ge
denken ? do componist nor deükr.m.s ia ('e
ban.l (ie/e vrij lange tirade mede te laleu
aanh'.jore;'.. mei it« vetmeiiUi^ van don euerjiicUen
strijd te midden van te.;eij\verki;];.;. gevolgd door
den wulmeenemlen raad niet te dest-sperecren.
Men iiad toch bet eerste gedeelte kunnen
voorI lezen, waarin aan llo):s groote iicgaafdiieid op
i hartc'.U.ke wijze werd l^ilde gebracht, en tot ecïx
volgende acte liet tweede gu.iceitf den heer De
l Groot betrctferde, kannen bewaren.
j \\'as er niet onder die vele kunst vrienden n
i die begreep, dat liet voor den beer De Groot niet
aangenaam kon f.ijn, oper.iijk bij een
fuestvoorstelling (want dat is de opvoering van eennieuw
Xederiaiidsch werli), over zijn financiën, over
; moeilijkheden en tegenwerking te hooren praten V
Dit is met kïesch tegenover een voor de Xed.
Opera zeer sympathiek gestemd publiek.
Men huidige dus den h-jer De OJroot voortaan
zonder die opsommingen.
Op het klasMek concert van 7 April werd eene
Siuipiioniöin Esdur van iien heer A. C. Brouwer,
loeraar aan do muziekschool van do Maatschappij
t. b. d. toonkunst alhier, opgevoeid.
iïft vras vooi- het eerst dat ik met eene be
langrijke compositie van «len componist kennis
maakte en ik verklaar gaarne dat zij:i talent op mij
een Looyst gunstijien indruk gemaakt heeft".
De co'iiponist is iu de periode waarin men
naar nieuwer gedachte en nieuwer vorm zoekt,
doch hij toonde dat hij wat te zeggen heeft en
dat hij de wetenschap reeds bezit zich in den
sinfonischen vorm uit te drukken.
Vooral de beide laatste deelen hebben mij zeer
geboeid. Het kwam mij voor dat in rbythmisch
opzicht meer afwisseling had kunLen verkregen
worden. Bijna voortdurend bewegen zich de deelen,
in -/i en :1/J maat.
In het scherzo is een eigenaardige kleur aan
gebracht en in de finale (op meer dramatische
wijze behandeld) komen o. a. verrassende
modulatiën voor. In het eerste deel scheen mij de
instrumentatie het minst gelukkig toe. Ook in
den bouw zou ik hier en daar nog meer
beheersching gewenscht hebben, doch het geheele werk
toonde een begnafd en ernstig strevend kunste
naar die veel belooft.
Met veel bijval werd deze sinfonie door het
publiek ontvangen; de componist werd op het
orkest geroepen. Onder Hol's leiding voerde het
orkest deze sinfonie op zeer schoone wijze uit.
De heer Bosmans behaalde met Saint-Saëns'
violoncel-concert een schitterend een welverdiend
succes. Men weet het hoe hoog ik zijn artistiek
j spel waardeer. Ik voeg er dus slechts bij, dat de
begeleiding door het orkest verrassend gelukkig was.
Zondagmiddag gaf de heer Ant. Averkamp met
zijn klein koor a capella eene derde uitvoering
van gewijde muziek.
De beide vorige uitvoeringen heb ik uitvoerig
besproken; ik virwijs naar het toen gemelde.
Dezeltde schoone eigenschappen waren weer bij de
thans vertolkte werken van Sweelir.ck, Jotimin des
Piés; Felice Anerio, Palestrina, Lotti, Allegri,
Arcadelt, Mozart en Bach aanwezig. Vooral de
schoonheid van klank en onderlinge zuiverheid
(een paar nummers uitgezonderd) gevoegd bij stijl
volle voordracht, lieten niet na, giooten indruk
te maken.
De opvatting hangt geheel van den leider af.
Oaze voorvaderen waren met gewoon wenken in
dit opzicht te geven. Ieder direc'eur Leeft dus
zijn eigen opvatting. Die van den heer Averkamp
scheen mij zeer schoon toe, behalve een paar ge
deelten waarin ik met hem van opinie ?, erschil.
Hij heeft een schoon retultaar, wettn te be
reiken en het feit dat een koor, voor deze
werken berekend, in onze siad kon bijeen
gebracht worden, bewijst hteveel vruchten het
uit.-tekende zangonderwijs hier ter stede reeds
heeft afgeworpen.
Maandagavond woonde ik twee concerten bij,
n.l. eene liei'dailigheids-soiiée gegeven door drie
leerlingen van bet conservatorium alhier, de
heerer; Scutendijk (zanp), Van Ivk (viool) en
j Van den Berg (piam ), Uie op gelukkige wijze
| getuigenis jiilegdun van bun begaafdheid en het"
vovrtrv iïeUjk (.nderwvjS dat zij geweten, <n een
van mei. Lina Wyger.s (zang) mtt medewerking
van in.j. Marie \Vybrandi (piano) en Va!e:itine
Marcolini (viool )
Mej. \Vygors hoorde ik in een drietal liederen
l met zeer groot gei.oe^t-r.. Bij een vorig jüar ver
geleken vond ik haru stem en muzikaliteit veel
| ontwikkeld. De uitdrukking was sober en toch
l goed gevoeld.
Mej. \Vybrandt is eene in technisch opzicht zeer
l ontwikkelde pianiste, die vooral in de meer weeke
en teedere expressie veel tcuoons weet te geven.
Over Mej. Marcoiim's spe) verwijs ik naar mijn
gunstig oordeel, uitgesproken bij Laar optreden in
de Fransche Opera (Le Barbier de Séviüe.)
VAN M i Li.n; K N.
AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST.
Eenmaal nu «en paar jaar al geleden is liet
ons door den criticus van het Vaderland, van
wien, ten onrechte waarlijk, ergens eei.s j.eze»d
werd flat hij maar vuor het vaderland weg schiijfV
geducht kwalijk genomen dat hier iri eeri apercti
over de totiiuialige beweging in de km^tkntit.k,
zijn volgr-ns hem ioch >\el belaü^rvekke. de p/isoon
geheel werd «i. vnorei'rd.Iiij ging, oen hc-ei feuilleton
!ar.g, aan dat het een aard had. Dat deetl er nu
niet vce.l toe. Maar rai steeds in het Ikagsche
bial deze hak^pweliteratuur-, toonee!-, en
schildur-critus tegen de jonge kunst met gebeld te
keer blijft gaan. LU bij bet zelfs een beetje al
te lifiht gaat maken, tn verleden week in een
stuk over den l'ii!ch:i-a\or.<l 01.waarheid,
verdcchtmakin;.', nijili^hei-lji-s eu iiibir,uaties ongtkeiul
<Uij,-per op elkaar stapelt, diei.t hem da satisfactie
geguiid te worder, dat voor een enkf ion kcf-r hier
ook een woordje over'be,n woido vuilin'iiui.'ilir.
Onwaariicid zeide ik: de verzekering ia het
begin van het l-.ewustc artikJ, dat van Kcdt-n
zich indertijd bij eene kzing in de ru!t.hn-zaal
(invoerbeleid zou hebOtn veiivlaard is, j;arlciiieh-.aii'
gesproker^ uit de lucht gegiip"!!.
VerdacSitmaking: Omdat Leü'clt den avond niet
mooi vond, gaat bij er maar toe over tr aan te
twijfelen of da orgai.izatettrs wel hoia fide"
waren, en wordt zcifs vrici de!i,k vcrzeküri', dat
de l'u'chri (?o-.ii;:ii-r,c..i;S5i'.ri .,('...'<;,ootls oji de bouw
vallen van li< t gciiootschap" meer bepaald zicluulf
zouden zooke:\
Insinuaties: de jonge artiesten zonden inden Haacj
zoo gaarne taain??verken Iai^.schie:; omdat zij in Jiua
eigen statl niet gs-noe^ gvüVrd z:j>i!'; en niet
!;egrijjitnde hoe men zes weken lang belangeloos zou wer
ken voor iets t!at hij, LtitlVlr, niet de moeite waard
acht, heet het lieflijk dal zij daar toch we! een iyr.
bcl achu raf-belu.ngt.-tju bij ziiiieu hebben, want
lezer da iiitklcrno, kunst hetft een uiterst ge
oefend oog voor de niaieriëele welvaart van hare
uitingCM-'," en de moderne artibt" is zoo buiten
gewoon klein-burgerlijk en practisch, ondai.-ks zijn
vage en, zoonN men soms meent, hoog zwevende
idealen eu suulimen kunstzin."
Men ziet het, dit is het bittere smalen van
een echten nectoor. Lieden die leven voor v,at
liij niet begrijp', enthousiasten voor kant', waar
hij het iiie-t mee eens is, worden gemakshalve
zoo ongeveer ais een dievenbende gesignaleerd.
Vuj kunnen er ons van onthouden Lof'ielt met
toepassing van gelijke procédés te beantwoorde!1.
Geenszins hebben wij noodig om zijn absolute
onwaarde in de kritiek te constateert1!! hem van
onedele bedoel i."gt n te betichten. Zeer gaarne
zelfs houdt men dezen auteur voor een van
Kuisuit fatsoenlijk menscli, die alleen in het