De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 17 april pagina 7

17 april 1892 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 773 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Algemeene malaise. OUDSTE COMPAGNON: Heeft de post vandaag wat gebracht?'1 JONGSTE COMPAGNON: Ja, n brief. Ik zal hem dadelijk laten beantwoorden." OUDSTE COMPAGNON: Ben je mal, kerel? Laat hem minstens vier dagen liggen, dan denken de ]ui, dat we het druk hebben." JULIÜS PRUTTELMAN BROMMEIJER. Eindslijk heeft Ijrjs toch vyeer eens iets van zich laten hooren. Eet bevalt hem gosd in den Haag en hij krijgt den besten indruk vande hofkringen en van de ambtenaarswereld, zoo schrijft hij me. Daar is i n het algemeen Juul, 't zijn zijn eigen woor den, een streven om land en volk te die nen, met een on baat zuchtigheid, waar van juilie aan de Beurs geen flauw begrip hebt. Vooral de adel valt mij enorm mee, zoodat ik er nu niets meer tegen zou hebben, den balk uit mijn wapen te laten verwijderen. Maar wat ik nooit had durven hopen, is de buitengewone kranigheid van. het zevental, dat ik nu naast me heb om hst land te regeeren- Jongens, jongens, dat is wat anders dan die vier wethoudertjes, waarmee ik juilie indertijd al die nDnopiües bezorgd heb, bsnevens die verdere weldaden, waarvoor eenige edelaardige burgers _?het heeft nis al wat verwondsrd, dat ik jou niet onder de bijdragers heb hooren noemen?besloten hebben mijn portret in de Aula, te hangen, wijl ze ten raadhuize daarnaar niet zoo sterk verlangden. Je moet eens overkomen om te zien hoe ik het hier heb, dan kunnen wij samen de zaken wat _bepraten. Ik zit nu zoo huiselijk altijd in dien eenen fauteuil, dien de werklieden mij vereerd hebben en dan mag jij in den ande ren plaats nemen, en als jij en ik dan ieder op zoo'n werkmansstoel onze partes posteriores laten rusten, een welverdiende beloo ning- voor hetgeen wij voor dat slag van menschen hebben verricht zou ik wel 's met je willen overleggen, wat me te doen staat om die zeven Strakehners, die ik de eer heb te mennen, wat in toom te houden. Want waarachtig, de kwaal van mijn ministerie is een kwaal, die men hoogst zelden bij minis teries aantreft: het wil te snel vooruit. 't Zijn geboren harddravers. Allemaal talenten en specialiteiten. Maar vooral Piereen, 't Wetlenmaken is voor hem geen werk en geen kunst, dat gaat hem zoo gemakkelijk als een ander het bellen blazen. Je kunt geen tien tellen of er zweeft alweer een nieuw ontwerp voor je oogen, daar is haast geen oog op te houden. En eik op zich zelf' zuiver afgerond, zoo'n wereldje in 't klein, draaiende om zijn eigen as en volkomen pas sende in het planetenstelsel, waarin hij dat met magistrale zekerheid een plaatsje aanwijst. Nu is dat geen wonder. Toen ik hem'de portefeuille aanbood, wist ik wel wat ik deed. Ik zei tot hem: VVTij zullen een belasting ministerie zijn, en je hebt in je geschriften, in je _ leerboek en je artikeltjes alles wat op belastingen betrekking heeft reeds zoo klaar en fijn in 't licht gesteld, dat het voor jou alleen maar de kunst moet zijn, je denkbeel den, die nu eens vaststaan, wetsjurkjes aan te trekken; een soort van modistenwerk, waarvan ze op de bureaux veel verstand heb ben. Ik had dus wel gerekend op een snelle verschijning van de beJastingontwerpen, maar dat de productie daarvan zoo'n vaart zou loopen, overtreft mijn stoutste verwachting. Het is nu de vraag maar, hoe zullen wij den f Minister van Financiën een beetje tegenhou den, want hij broeit de wetsontwerpen uit als een kip de eieren, zoo bij heele nesten tegelijk. Je moet weten dat hij reeds veel meer klaar heeft, dan nu bekend is geworden. Zijn zakken zitten vol, dat bleek me toeval lig toen ik hem op een warmen lentedag verleden week tegen kwam met zijn dikken overjas aan. Wel, zei ik, ik dacht dat ik je al met je grijzen hoed zou zien wandelen, maar Pierson lachte een beetje triest en zuchtte: ik vrees dat ik den hcelen zomer op zijn wintersch zal moeten loopen, w. nt ik heb veiligheidshalve graag al mijn wet.-on1,werpen bij me, en kan die in mijn frak niet bergen. Metén greep hij nu in zijn zij zak en haalde er een registratiewcl, een stuk memorie van toelichting op het personeel en een verbeterde jeneveraccijns wet uit, en op een stukje papier dat op den grond viel, las ik bij 't oprapen: Belasting op het vermo gen i>iet inkomsten," waaruit ik afleidde dat hij bij zich zelf reeds besloten had, ook de vermo gensbelasting te splitsen, en wel ineenenaar het vermogen -mei en eene naar het vermogen zonder inkomsten; een geniale greep, waar van lot dusverre geen voorbeeld heeft bestaan. Ik had juist gezien, want toen ik mijn ver moeden implicite te kennen gaf', knikte hij en zocht in een anderen zak een folio vel gelinieerd papier, in wel twintig Jange repen afgedeeld, waarboven stond met groote letters: Berekening rein de drari/j1;rnclil rnn- rerntoacnx xonder inkomen. Dat heeft iets van de quadratuur van den cirkel in belastingzaken. glimlachte ik. en hij zei ja, maar met dit onderscheid, dat de quadratuur van den cirkel niet te vinden is en ik deze formules in enkele dagen meester ben geworden. En toch Tienhoven vreemd is dit niet; want bij de mathesis heb je met vaste ver houdingen te doen, en bij belastingen hangt alles van het oogen blik af; bij de mathesis is het altijd de quaestie hoe het irr;rn moet en bij de belastingen kan je voNtaan met op elk moment te vragen wat je l/rli/iru moet. Vandaar dat die wetenschappen, zoo onderscheiden van aard, zeer uiteen loopen. en bet voor iemand die geregeld denkt veel gemakkelijker is zich in wiskunde te bekwa men, dan examen te doen in belastinglogica Vraag bet maar eens aan v. Houten, die van alles wat opportunisme is, nog veel beter op de hoogte is dan jij en ik on die in zijn wereldberoemde studie over de causaliteitswet getoond heeft zulk een streng denker te zijn. Nu. Pierson is er nog maar n; dan hebje er nog zes. Allereerst Tak met zijn voor beeldige noodwet, die door de gemeenten die hij iets belooft, met ongekend enthou siasme ontvangen is geworden, om niet te spreken van xijn kieswet, die al lang inge diend zou zijn- als hij zich niet wat matigen moest in zijn ijver, om Pierson ruimte te laten; en vervolgens Seyli'ardt, ook al met een nood wet, en een definitieve regeling van 's htnds defensie, een talent, die evenals i'icr.-on, Tak en ik precies wist wat hij wou vóór hij de portefeuille aannam, maar die ons allen weder overtreft in degelijkheid, wat je kunl nagaan, als je bedenkt, dat hij zes maanden heeft ge werkt over een enkele benoeming Och amice, wat een man is dat! In den ministerraad, hebben wij opeen keer. dat hij verhinderd was te komen, al eens serieus de vraag geopperd, of' wij hf-t leger niet zouden kunnen missen, als we zoo'n vuurvreter in 't veld kunnen sturen. Hij staat letterlijk voor niets. Alles wat hem in den weg komt moet wijken, dat gaat zóó ver, dat hij in staat, zou zijn, zijn innerlijk ik te onthoofden, ais hem dat op de een of andere manier in den weg stond. Van zoo iets onyerbiddelijks als er in dien vent steekt, heb jij geen begrip. Toch is ook hij slechts n van_ de zes, die behalve Pierson, het mij zoo lastig maken door hun ijver; daar komt van Dedem bij die niets minder voor heeft dan de heele Oost te reorganiseeren en dat valt nu weer samen met de plannen van Janssen, die het met ons eens is geworden, twaalf millioen extra voor de marine te vragen, die zoo goed als op is, terwijl midderwijl Smidt al door zit te drij ven om het administratief' recht te codificeeren, want hij houdt niets van lacunes in de wetgeving; en nu is tot overmaat van ramp Lely gekomen met zijn Zuiderzee. Je begrijpt. dat kon niet uitblijven,want het voorbeeld van Pierson werkt op zijn heele omgeving er. zoo'n jong kereltjenietcen portefeuilleonderden arm. wil er niet voor spek en boouen bijzitten als al de anderen zoo veel van zich doen spre ken. Eigenlijk, Brom, houd ik mij zelf ;;?;?? hcv best. 'iBorneo-tractaat en de Orar.jcNassau heb ik van de voorgangers overgeno men en op mijn naam laten zetten, veel meer deed ik nog niet, maar ik ben ook niet ge komen om iets te doen, integendeel er voor te zorgen, dat er toch niet te veel gedaan zou worden, en nu wil het toeval juist dat ik met een kabinet zit, dat wel een stoomfa briek van wetten lijkt. Ja, man. dat is een las tig geval. Van alle kanten krijg ik brieven, waarin ze mij zeggen: wees toch voorzichtig, als je zoo doorgaat blijft er na drie jaar wanneer deze legislatieve periode is afgeloopen. niets meer te regelen over. Bij de nieuwe kieswet, krijg je dan een kamer die doodeen voudig gedwongen zal zijn te luieren, omdat er geen werk aan de winkel is, en luiheid is des duivels oorkussen ! Daarom Brommeijer kom eens over. help me in 't belang van het land met je raad. \Vat moeten wij doen om Pier son en de rest, maar vooral om Pierson wat te temperen 'f Want niet alleen, dat hij je de wetten voorgooehelt, maar hij maakt ze zoo, dat ze in een zucht en vloek afgehandeld zijn ook. Ze vorderen geen onderzot-k en leiden niet tot debat. Spreek er met Quaek, Kahusen, Boissevain en \Verthcim eens over. Wat zou je er van denken als jullie met mekaar Pierson eens te logeeren yroegt, en hem niet een zacht lijntje er toe wist 1e krij gen een stuk of wat fouten in zijn plannen te brengen of, als hij, wat ik vermoed, met zijn overjas verschijnt, de bedrijfsbelasling en het personeel hem wist te ontfutselen ? Voor zoo'n kleine zakkenrollerij, Brom. ben jij, dunk! me, net de. man tenzij een ander dat liever doet... . Eniin, jullie Amsterdam mers zult dal, met het noodig overleg, wel klaar spelen .... Xa deze insinuatie, lees ik liever niet vorder. V. Tienhoven heeft, ook als hij schrijft een aardig sn.ocsje over zich, maar ondertu.sschen neemt hij je toch bij het lijf... FRAdMKXT UIT KEN PARTKTLIEREX BRIEF. A m i c e ! De schoonmaak begint bij mij in huis ge woonlijk medio April en daarom schrijf ik deze regelen op de broodplank, zittend op de lade van 't, buitel, terwijl kleine Annie inde zijkamer paardje speelt met de buste van Beethoven en Wimpie de overgordijnen van de achterkamer in den emmer met wilkalk .«topt. Ik weet bijna niet waarheen want ze, maken hier de kamers niet n voor n schoon. O, neen! alles gaat hier ..en gros'' en daarom ligt 't huis dan ook op eens van boven tot beneden overhoop. Ken paar dagen geleden, toen ik 's morgens even de stad uit moest, zei mijn vrouw met haar liefste stemmetje: dat ze vandaag dan maar met den schoonmaak zou beginnen en of ik 't met 't diner dan een beetje voor lief' wou nemen V' Toen ik 'thuis kwam, vond ik de ledikanten op de binnenplaats, het keukenfornuis lag begraven onder de matras sen, alle gordijnen waren afgenomen en vier lange, withari'ge Oldenburgers zag ik aan 't wassehen en witten. Mijn vrouw vroeg lachend: zet ik er nu "?een sloom achter V" en was zoo opgewonden en. vroolijk dat ik zonder morren mijn mid dagmaal op den schoorsteenmantel gebruikte en°er zelfs geen aanmerking op maakte, dat ik een tand brak op een knikker, die ik in bet irchakt vond, terwijl ik den sleutel van de voordeur uit de spinazie haalde. Intusschen was kleine \V un begonnen de Friesche keukenklok uit mekaar te ne men eu hielp Annie de stukadoors die opredderden. aan een kistje van mijn aiter-dmner sigaren, 't Was beroerd! maar mijn vrouw zei dat ik daar maar niet op letten moest, want dat alles vanzelf weer terecht kwam.'' Den volgenden morgen moest ik om hall vijf op, want mijn vrouwtje had de Olden burgers een beetje bijtijds besteld, omdat ze graa.01 door de schoonmaak vlictjcn wil. Ik gin-r.' na een glas melk en een broodje uit 't vuislie Ie hebben gebruikt, vroeg naar t kantoor en kwam eerst tegen etenstijd weer thuis, in de hoop dat ze nu een heel eind op streek zouden zijn. Dat viel me echter mm of meer tegen, want ik vond behalve twee nieuwe schoonmaaksters, een weesjongeii die de behangsels afvilde en twee schilders, die me vertelden dat ik voorzichtig moest binnen komen want dat de zijkamerlambrizeering in de grondverf stond en' dat de kozijnen in Ue eetkamer pas waren bijgeschilderd. Omdat het eten toch nog niet klaar was, maakte ik een praatje met die schilders eu vernam dat. als er een beetje droging m de lucht zat, er wel kans op was dat ze over een paar dagen aan't overschilderen konden gaan. - Dat troostte me weer en ik at dinecren kan ik niet zeggen, roode kool met worst, alleen mei de kinderen, mijn vrouw lag in het logeerbed, barstend van de hoofd pijn, zooals de meid zei. Ik heb 's nachts met' Annie en Wim op een kermisbed gebi vakkeerd; <!e behanger had de anderenjs mor gens juist gehaald om te rcpareeren. Natuur lijk sliep ik ellendig, want hoe gerust je sr'eweleri ook is, een waschzak op een stroomatras. op den grond gelegd, is en blijft een hard leger. Wimpie i-; verkouden geworden _ en voor ik weer naar 't kantoor ging is een van de stukadoors met zijn ladder door een venster gevallen en moest de dokter worden gehaald om naar Annie te zien, die te veel stopverf had gegeten. De huiska mer is nu zoover dat ik morgen avond er misschien kan zit.ten, maar zonder tapijten of gordijnen en als alles goed gaat is m oen'dag'of' veertien 't ergste gebeurd. Je ziet dus we rlirijr.it er doorheen . KIT DE COLLEGES VAX PROFESSOR SOEZER. Zoo wreed was men tegenover Rosciu? Amerinus. dat men hem in Rome geen graf gunde, zoodat de ongelukkige ergens anders naar een graf moest omzien. De noordenwind, uit welke hemelstreken hij ook waail, is altijd koud. Caesar zwom naakt, als Casca verkleed, over den Tiber. De offers der revolutie werden naar de slachtbank gevoerd en daar doodgeschoten. Van eenige mineralen is hel nog niet bekend waar ze gevonden worden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl