De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 24 april pagina 1

24 april 1892 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N'. 774 DE AMSTERDAMMER A°. 1892. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Ieder nommer bevat een Plaat. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 24 April, Abonnement per 3 maanden .... Voor Indiëper jaar Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar Advertentiën van t?5 regels ?1.10, elke regel meer Reclames per regel ?1.50, fr. p. post ? 1.65 . . . _ . mail-12. . . 0.12' , . . 0.20 , . 0.40 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL LETON: Drie en een Extra, naar het Engelsch van Rudyard Kipling. Signalementen uit den Utrechtschen Gemeenteraad, door Jan van 't Sticht. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door H. J. M. Muzikale kritieken, door Van Milligen. Aanteekeningen Schilder kunst, door V. Friedrich von Bod.enstedt. Leeskunst" door J. H. Rössing. VARIA. SCHAAKSPEL WETENSCHAP : Geneeskun dige en hygiënische mengelingen. Zeep, door G. v. M. Met zy'n laarzen aan. Voor Da mes, door E-e. ALLERLEI. INGEZON DEN. RECLAMES. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. Van verre en van nabij. Sedert de Russische regeering begint in te zien, dat niet alleen de openbare meening in Europa voor Bulgarije partij trekt, maar dat verschillende Staten het jeugdige vorstendom welwillend gezind zijn, schijnt het dat zij tot steeds willekeuriger handelingen overgaat. Met bewonderenswaardig geduld heeft het kabinet-Stamboeloff de kwellingen van Rus land tot dusver verdragen; maar aan dat geduld komt eens een eind. De Bulgaarsche regeering heeft zich thans weder tot de Porte gewend, en in een breedvoerige nota, die een geheele acte van beschuldiging tegen Rusland bevat, haar grieven uiteengezet. Deze nota, gedateerd van den 12enApril, behandelt in hoofdzaak den moord van dr. Voelcowitch, die naar de getuigenis van verscheidene der in Konstantinopel gevangen genomen personen, ondernomen werd door uitgewekene Bulgaren, ondersteund door het Panslavistisch comitéin Odessa. Uit die getuigenissen is verder als zeker bewezen, dat Schisciimanoff bij den moord betrok ken was ; en het heeft de Bulgaarsche regee ring niet weinig verwonderd, dat deze in vrijheid gesteld en zelfs door het Russische gezantschap in Ivonstantinopel in bescher ming genomen is. Rusland had geen recht de uitlevering van dezen Schischmanoff te vragen, daar hij Turksch onderdaan is ; en zelfs indien hij dit niet ware, moest hij toch voor een Turksche rechtbank terechtstaan, daar vreemdelingen, of personen onder be scherming van vreemde staten, wanneer zij van een misdaad beschuldigd zijn, in Turkije aan de landswet onderworpen zijn. Het is verder bewezen, dat Bulgaarsche uitgewekenen, die tegen hun vaderland heb ben saamgezworen, niet alleen in Rusland een schuilplaats en straffeloosheid vinden, Feuilleton. Drie en een Extra. Naar liet Engelsch van RUDYARD KIPLING. Na het huwelijk komt er altijd een reactie, soms een groote, soms een kleine, maar ko men doet zij vroeg of laat en het echtpaar moet dien tijd doorworstelen als zij verlangen het overige gedeelte van hun leven geleidelijk met den stroom mee te gaan. Bij de Cusack?Bremmils kwam de reactie ongeveer in het derde jaar na hun huwelijk. Bremmil was niet altijd heel gemakkelijk in den omgang, maar toch was hij een voor treffelijk echtgenoot geweest, totdat het kindje stierf en mrs. Bremmil zich in het zwart ging kleeden, mager begon te worden en treurde, alsof zij voor de zonden der geheele menschheid zou moeten boeten. Bremmil had haar misschien wel moeten troosten. Ik denk ook wel dat hij dit geprobeerd heeft, maar hoe meer hij haar troostte, hoe bedroefder zij werd en dus gaf hij er ten slotte den brui van. Het moest tot een crisis komen, eer alles weer zou kunnen worden zooals het in den aanvang geweest was. En het kwam er ook toe. Tegenwoordig kan mrs. Bremmil weer hartelijk lachen, maar in die dagen had zij er niet veel reden voor. Want mrs. Hauksbee was tusschenbeiden gekomen en als dit gebeurde kwam er altijd oneenigheid. Te Simla had zij den bijnaam van »stormvogel". Ik weet zeker, dat zij dien naam reeds vijf maal verdiend heeft. Zij was een klein, bruin, mager, om niet te zeggen maar zij worden zelfs ondersteund in hunne complotten tegen de Bulgaarsche staats lieden. Dit zijn feiten, die de Bulgaarsche regeering pijnlijk aandoen, en die in het land met zeer veel leedwezen vernomen wer den, daar zij zich aansluiten bij vroegere gebeurtenissen, waarin steeds de Russische ' regeering tegenover de Bulgaarsche vluchte lingen een welwillende houding aannam, en zich vijandig betoonde jegens de vorstelijke regeering in Bulgarije. De nota herinnert dan aan de brieven van Zankoff, Rizoff, Stantscheff, Groeofi', Benderefi'en Loegkanoff, die in Juli 1891 aan minister Stamboeloff werden geschreven en waarin den minister president werd medegedeeld, dat het plan beraamd was, om na den moord van Beltscheff ook de andere ministers te vermoorden. Deze brieven werden ter kennis der Russi sche regeering gebracht; doch in stede van maatregelen te nemen tegen de schrijvers, werden Groeofi en Benderefi' in het Russi sche leger bevorderd en werd aan Zankoff op de gewone wijze zijn pensioen uitgekeerd. Zelfs werd Stantscheff', hoewel zijn deelne ming aan den moord overtuigend bewezen was, en zijne uitlevering door de Porte was toegestaan, door den Russischen minister van buitenlandsche zaken, den heer Von Giers, in audiëntie ontvangen. Verder wijst de Bulgaarsche regeering er op, dat de meeste Bulgaarsche uitgewekenen van Russische passen zijn voorzien en dat zelfs passen aan Turksche roovers wor den verstrekt. Zoo werd bij een roover, Gioedschoekli, een Russischen pas gevonden, af gegeven door het gezantschap in Boecharest, waarop deze persoon als Russisch onderdaan vermeld stond. En behalve dat de Bulgaar sche emigranten door de Russische regeering ondersteund worden, ontvangen zij geldelijke tegemoetkoming van de Panslavistische co mités voor het organiseeren en uitvoeren van samenzweringen tegen de Bulgaarsche regee ring en worden schepen voor hen verstrekt door de Russische vrijwillige vloot en de stoombootreederij Gagarin. Als de Bulgaarsche anarchisten door de Russische Panslavistische comités niet werden ondersteund en aangemoedigd, als Russische ambtenaren hen niet aanmoedigden en be schermden, en als zij in Turkije niet al te veel gastvrijheid vonden, dan zouden zij zeker hunne plannen tot verandering van den be staanden toestand in Bulgarije niet kunnen uitvoeren. De Bulgaarsche regeering meent hare verplichtingen tegenover de Porte trouw te hebben vervuld en rekent er daarom op, uitgemergeld vrouwtje, met groote, rollende paarsblauwe oogen en de innemendste ma nieren ter wereld. Op een »afternoon tea'1 behoefde men haar naam maar te noemen om alle dames van het gezelschap te doen opstaan en verklaren dat zij nu, dat zij niet van haar gediend waren. Zij was gees tiger, vroolijker en levendiger dan de meesten van haar soort, maar het duiveltje van valschheid en boosaardigheid huisde in haar binnenste. Toch kon zij allerliefst zijn, zelfs tegenover hare eigen sekse. Maar dat heeft niets met het verhaal te maken. Toen er na den dood van het kind zulk een algemeene verslagenheid in huis bleef heersenen, begon Bremmil zich maar spoedig weer in de wereld te vertoonen, en toen was het dat mrs. Hauksbee hom annexeerde. Zij schoof het volstrekt niet onder stoelen of banken. Zij annexeerde hem openlijk, en wist zeer goed dat de menschen het opmerk ten. Zij reden samen, wandelden, praatten, picnickten en lunchten samen, tot allen, die het zagen het voorhoofd fronsden, en zeiden dat het »shocking" was. Mrs. Bremmil bleef thuis en bekeek de kleertjes van het doode kindje of zat te schreien bij het leegc wiegje. Dit was het eenige waar zij nog belang in stelde. Maar na verloop van een paar weken kwamen eenige teedere, zorgzame vriendinnen haar eens van alles op de hoogte bren gen, opdat het fijne van de zaak haar niet zou ontgaan. Mrs. Bremmil hoorde haar kalm aan en bedankte haar voor hare belangsteli ling. Zij was wel niet zoo slim als mrs. : Hauksbee, maar zij was toch lang niet dom. i Zij overwoog bij zich zelve wat haar te doen ! stond, en repte geen woord over wat zij ge hoord had tegen Bremmil. Vergeet dit niet. i Voortdurend met een man te praten en te dat de Porte de moordenaars van Dr. Voel cowitch zal vervolgen en straffen, en aan revolutionaire plannen tegen het Vorsten dom een einde zal maken. Om dit te kunnen doen zal de Porte de uitlevering moeten vragen der zich in Rusland bevindende mede plichtigen aan den moord, en het verblijf van Bulgaarsche uitgewekenen in de Vilajets van Europeesch Turkije moeten verbieden. Daardoor zal de Porte de revolutionaire comités tot onmacht veroordeelen en den politieken toestand van het Vorstendom ver sterken. Ten slotte vraagt de nota om, ingevolge art. III van het Verdrag van Berlijn, erken ning van den in Bulgarije bestaanden wetti gen staat van zaken, uit internationaal oog punt. Het is inderdaad schandelijk dat Turkije, uit vrees voor den machtigen nabuur, geen meer afdoende maatregelen neemt, om aan de grieven van Bulgarije tegemoet te komen. Dat Rusland nog volstrekt geen plan heeft, om van houding tegenover Bulgarije te veranderen, bewijst thans weder het oplichten van den Bulgaarschen student Koescheleff. Het is daarom meent de Frankf. Zlrf. noodzakelijk dat de Staten van Europa, die het wel met Bulgarije meenen -- en be halve Rusland en Frankrijk doen dat alle staten bij de Porte er op aandringen om aan het willekeurig en driest optreden deiRussen op Turksch grondgebied een einde te maken. Daarop heeft Bulgarije zeker recht. Maar door de slot-clausule der nota, waarin Bulgarije weder dreigt met de proclamatie van zijn onafhankelijkheid, zet het meer op ht't ?pel, dan alleen de vriendschap der Porte. Indien de poging daartoe werd gewaagd en mislukte, zou de toestand in Bulgarije nog ongunstiger worden dan nu het geval is. En daarom zou het voor Bulgarije van groot gewicht zijn, eerst alle hulpmiddelen der diplomatie te beproeven, alvorens tot zulk een gewichtigen stap worde overgegaan. Inhoud en vorm der Bulgaarsche nota tooneii duidelijk aan, dat dit ook in de bedoeling van vorst Ferdinand en van Stamboeloff'ligt. Er schijnt kans te bestaan, dat aan een, sinds vele jaren bestaanden inconstitutioneelen toestand in Denemarken een einde zal komen. Het Folkething is ontbonden en nieu we verkiezingen zijn uitgeschreven. Ofschoon dit wel geen belangrijke wijzigingen in de partijgroepeering van het Lagerhuis zal ten gevolge nebben, zei de Regeering in den jammeren heeft nooit veel geholpen. Als Bremmil thuis was, wat niet dikwijls gebeurde, was hij hartelijker dan gewoonlijk; het toonde zijn goeden wil. Hij dwong er zich toe, gedeeltelijk om zijn geweten tot zwijgen te brengen, gedeeltelijk om mrs. Brem mil tevreden te stellen. Maar het miste zijn uitwerking in allen deele. Zoo verliep er weer eenige tijd, totdat er op een avond een brief bezorgd werd, waarin lord en lady Lytton mr. en mrs. Cusack Bremmil uitnoodigden den avond van den Slisten Juli a. s. op l'eterhof door te bren gen. Aanvang te half tien. »Er zal gedanst worden''' stond er links in het hoekje. »Ik kan niet gaan," zeide mrs. Bremmil, »het is Ie kort nadat de arme, kleine Florrie .... maar laat het u niet weerhouden, Torn." Zij meende wat zij zeide, want zij hoopte werkelijk dat hij gaan zou. Bremmil ant woordde op onverschilligen toon dat hij mis schien even een kijkje zou gaan nemen. Mrs. Bremmil wist echter zeer goed in hoe ver zij zich aan zijne woorden te houden had. Zij giste?en de gissing van eenvrouw is gewoonlijk nog meer nabij de waarheid dan de overtuiging van een man dat hij onmiddellijk het plan had opgevat om te gaan en wel met mrs. Hauksbee. Zij begon na te denken en de slotsom van hare over peinzingen was dat de herinnering aan een dood kind toch niet zooveel gewicht in de schaal legde als de genegenheid van een levenden man. Zij ontwierp een plan tot welks uitvoering zij niets zou sparen. Zij kwam tot de ontdekking dat zij Torn Bremmil door en door kende en hiernaar regelde zij hare handelingen. »Tom," zeide zij, »ik zou den 2Gsten bij de uitslag der verkiezingen toch wel een middel trachten te vinden, om terug te keeren tot een meer regelmatigen toestand, opdat het tijdperk der Koninklijke besluiten eindelijk eens besloten worde. Sedert het afstemmen in het Folkething van de credieten voor de versterking van Kopenhagen, en nadat de daarvoor benoodigde gelden bij Koninklijk besluit, goedgekeurd door het Landsthing, waren toegestaan, is de Regeering steeds voortgegaan het land te besturen, alleen steunende op de conservatieve meerderheid in het Hoogerhuis, terwijl in het Lagerhuis de oppositie verre in de meerderheid was. Geregeld werd ieder jaar de ingediende be grooting door het Lagerhuis verworpen, zoodat alle staatsuitgaven bij Koninklijk besluit moesten worden goedgekeurd. Een poging van het conservatieve ministerie, om door ontbinding van het Folkething een regeeringsmeerderheid te verkrijgen mislukte, daar de uitslag der verkiezingen dit lichaam bijna onveranderd lieten. Met niet veel beter ge volg beproefde de conservatieve minderheid met de leden der gematigde linkerzijde een compromis aan te gaan: hoe verdeeld de groepen der oppositie ook onder elkaar moch ten wezen, tegenover de conservatieven wa ren zij steeds eensgezind. De koning wilde niet overgaan tot den eenigen afdoenden maatregel, het kiezen van raadsleden der Kroon uit de Kamermeerderheid en zoo bleef de verhouding tusschen Regeering en Volks vertegen woording jaren lang dezelfde. Thans echter zijn de verdedigingswerken om Kopenhagen die het land een bedrag van 04 millloenen gekost bijna gereed; de onverzoenlijkste leider der oppositie, de heer Berg is overleden, en van zijn vrien den werden de hoeren Boenlökke en S rensen niet herkozen, evenmin als de leiders der radicale groep, de heeren H rupen.lensen. Wellicht dat al deze omstandigheden er toe zullen bijdragen om met eenige con cessies van beide zijden en vooral wanneer de koning een ministerie uit de gematigde liberalen kiest een toestand te doen op houden, die voor Regeering en volk even onhoudbaar is. SIGNALEMENTEN UIT DEN UTRECHTSCHEN GEMEENTERAAD, door JAN VAN 'T STICHT. De Secretaris der gemeente: de heer de Watteville. Hij heeft gezeten aan de linkerhand des bur gemeesters Kien: hij zat aan dezelfde zijde van burgemeester De Boer en hij zit, ook links, van onzen tegenwoordigen burgemeester Reiger. Maar Longmores gaan eten. Gij moest dus maar naar de club gaan." Dit bespaarde Bremmil de moeite dien dag een voorwendsel te zoeken om wat vroe| ger van huis te gaan en bij mrs. Hauksbee te dineeren; al waardeerde hij dit ten volle, toch voelde hij zich klein en min maar dit was goed voor hem. Om vijf uur ging Bremmil van huis om een rijtoertje te maken. Ongeveer om half zes 's avonds werd er een groote, met leer bekleede mand bij mrs. Bremmil bezorgd. Zij was een vrouw die zich zeer goed wist te kleeden; en zij had niet voor niets een week lang over de strik jes, en garneersels, en vischgraatsteekjes, en vouwtjes en plooiljes (en wat de termen ver der ook mogen zijn) nagedacht. Het was een prachtige japon lichte rouw. Ik kan haar niet goed beschrijven, maar The Quern zou haar een »creatie" noemen. Het was iets waar men tegen wil en dank naar moest blijven kijken. Eerst had zij niet veel moed op het welslagen harer pogingen, maar toen zij in den spiegel keek was zij gerustgesteld, want zij zag dat zij er nog nooit zoo goed uit had gezien. Zij was een rijzige blondine en als zij wilde, kon zij zich een prachtige houding geven. Na het diner bij de Longmores begaf zij zich naar de danszaal het was niet zeer vroeg meer en ontmoette er Bremmil ge armd met mrs, Hauksbee. Dit joeg haar liet bloed naar de wangen, zoodat zij er prachtig uitzag en iedereen zich om haar heen drong in de hoop een dans machtig te worden. Zij besprak ze allen op drie na; deze liet zij oningevuld. Een oogenblik ontmoetten mrs. Hauksbee's blikken de hare en de oor log was verklaard. De kansen der eerste om in den strijd te zegevieren stonden echter niet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl