Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.774
VARIA.
PLASTISCHE KUNST. TOONEEL EN
MUZIEK. LETTEREN EN WETENSCHAP.
W. A. Copinger. Incunabula biblica, or
the first half century of the Latin
Bible, being a bibliographical Account
of the various editions of the Latin
Bible between 1450 and 1500. London,
Bern. Quaritch 1892. fo.
Voor de studie van den tekst van den bijbel
is dit werk van geen belang, daar in alle behan
delde uitgaven zonder kritiek de Vulgata is af
gedrukt. Maar de Latijnsche bijbel was het eerste
compleete boek, dat met beweegbare letters ge
drukt is, en. in navolging van Gutenberg hebben
vele drukkers hun werkkring hiermee aangevan
gen. Daarom is het belang voor de geschiedenis
der drukkunst zeer groot.
Venetiëspant de kroon met 31 uitgaven, dan
komt Basel met 20, Neurenberg met 16 enz. o. a.
Parijs met 6 uitgaven. Bij ons werd in de 15de
eeuw nog geen Latijnsche bijbel gedrukt. In het
geheel worden 124 verschillende uitgaven uitvoe
rig beschreven. De grootste verzameling wordt
bewaard in de Bodleiaansche Bibliotheek te Oxford,
terwijl de schrijver zelf er 68 heeft weten te be
machtigen (dit is nog meer dan de Bibliothcque
Nationale te Parijs). Wat de zeldzaamheid be
treft, zij er op gewezen, dat een exemplaar van
den Gutenberg-bijbel, waarvan thans 6 exemplaren
op perkament en 25 op papier bekend zijn, in
1884 door dea antiquaar Quaritch gekocht is voor
3900 £.
De schrijf er is van plan, zijn werk voort te
zetten, en ook de resultaten van zijn onderzoek
o?er den La'ijnschen bijbel in volgende eeuwen
openbaar te maken. Hij kent nu al 1149 ver
schillende drukken.
Een belangrijke uitgave wordt door de uitgevers
firma Aug. Siebert te Karlsrube voorbereid. On
der leiding van Dr. Fr. Xav. Kraus en Prof.
Oechelhiiiiser zullen de talrijke nog overgebleven
en door de regeering met zorg 073 hun oorspron
kelijke plaatsen bewaakte middeleeuwsche muur
schilderingen in Baden, atgebeeld en toegelicht
worden.
Ds Rembrandt-litteratuur is in den laatsten
ty.l weer met verschillende bijdragen verrijkt. De
aankoop van een schilderij uit de von
BodeckEilgau'sche verzameling door het Germanische
Museum te Neurenberg was voor Dr. Th. Volbehr
de aanleiding, in het laatste nummer van de
Mitteilungen aus dem Germanischen
Nationalmuseum" een bespreking aan dat stuk te wijden.
Een grijzaard zit, in gedachten verzonken, voor
zyn schrijftafel, en de benaming Paulus" kan de
juiste zijn. In tegenstelling met de meening van
Dr. Bode, die het niet gedateerde werk uiterlijk
op 1628 plaatst, meent Dr. Volbehr dat het eenige
jaren later geschilderd is, maar toch in ieder
geval vóór zijn vertrek uit Leiden.
In het Aprilnummer van den Figaro Illustr
heeft de heer E. Durand Gréville het voor de
zooveel ste maal weer eens over de Nachtwacht.
Zonder iets nieuws in het midden te brengen,
geeft hij echter een zeer leesbare geschiedenis
van de vele lotgevallen van Rembrandts meester
stuk. Ondertusschen kan hij niet nalaten zijn
stokpaardje te blijven berijden. Men weet dat in
1889 de Nachtwacht geregenereerd is, maar vol
gens den heer Durand-Gréville is de vernis slechts
voor '/'o doorschijnend gemaakt, en blijft er nog
9/io te doen over. Het staat hem natuurlijk vrij,
dit standpunt te handhaven, maar dan moet hij
in zijn bewijzen ook rechtvaardig te werk gaan,
en wanneer hij zijn bijdrage illustreert met drie
afbeeldingen (de Nachtwacht zooals die nu is,
zooals Gerrit Lundens' copie in de National
Gallery te Londen de schilderij weergeeft, en zooals
het voorkomt in een aquarel in Frans Banning
Kocks album amicorum), dan is het niet billijk,
dat voor de Nachtwacht zooals die nu is, de
photographie van Braun dienst doet, die gemaakt is
vóór de regeneratie van 1889.
Van meer belang is een studie van den heer
Eugène Müntz in de Maart-aflevering van de
Gazette des Beaux-arts Rembrandt et l'art
italien", een studie die te merkwaardiger is, omdat
Rembrandt nooit in Italiëgeweest is. We maken
kennis met Rembrandts groote verzameling
klassieke beeldhouwerken, Italiaansche schil
derijen en vooral teekeningen. In den inventaris
van 1656 wordt b. v. melding gemaakt van
een Kostelycke Boeck van Andréde
Montaine" (Andrea Montegna). Dat Rembrandt al
deze schatten niet alleen als hartstochtelijk verza
melaar bezat, maar er wel degelijk uit studeerde
blijkt niet alleen uit verschillende teekeningen
waarin hij Italiaansche kunstwerken copieerde (b.v.
eenige studies naar het Laatste Avondmaal van
Leonardo da Vinci) maar ook uit meer dan een
schilderij. Om maar n voorbeeld te noemen,
bet lijk op de Anatomische les van 165G heeft
zooveel overeenkomst met den dongen Christua
van Andrea Mantegna in de Brtra te Milaan, dat
aan toeval niet te denken is.
K. W. MOES.
Van het Album der Militaire Willemsorde,
galerij van Nederlandsche helden, samengesteld
door D. II. K. van Scbendel, (uitgave van J. M.
Roldanus te Schiedam), is aflevering .'! verschenen.
Zij bevat de portretten der gedecoreerden in de
oorlogen op Borneo (1840?1854,1857,1858?185!!,
1859?1863), Palembang (1854), Djambi (1858),
de Lampongsche expeditie en krijgsverriehtingcn
tegen zeeroovers, de expeditiën van Timor, Ceram,
Djambi, Borneo (1851 en 1859), de expeditiën
op Boni in 185!), den opstand onder de vreemde
Europeesche militairen te Samarang in 1851, en
eene plaat, voorstellende de Medusa, onder bevel
vau den kapitein-luitenant ter zee Jhr. F. de
Casembroot, in gevecht bij het forceeren der Straat
Simonoseki in Japan, 11 Juli 1863.
De a.s. Kamermuziek-soiree van de Maatschappij
tot bevordering der Toonkunst belooft buitenge
woon belangrijk te zullen zijn.
f Op deze uitvoering toch worden twee nieuwe
werken van Brahms uitgevoerd, n.l. een kwintet
voor strijkkwartet en clarinet en een trio voor
piano, clarinet en violoncel, terwijl als derde num
mer Schumann's heerlijk kwintet zal worden ten
gehoore gebracht.
Voor de clarinetpartij heeft het bestuur de
medewerking verkregen van den beroemden
Duitschen clarinettist Rich. Mühlfeld, die de partijen
in beide werken onder leiding van Brahms heeft
gecreëerd.
Dezer dagen heeft hij op verzoek van den her
tog van Meiningen en van Brahms (die te Londen
vertoeven) met het beroemde kwartet van Piatti
aldaar beide compositiën ten gehoore gebracht.
Met aandrang behoeft deze uitvoering dus niet
aanbevolen te worden, want bovengenoemde novi
teiten zijn door de meest bevoegde beoordeelaars
geroemd als zeer schoone meesterwerken. Vooral
in het kwintet toont Brahms zich weer van eene
geheel nieuwe zijde, en bewijst hij dat ieder nieuw
werk van zijn hand als het ware eene nieuwe
openbaring is.
Volgens Engelsche bladen werd juist voor 150
jaar te Dublin in de Musick-Hall (toen ter tijde
met een k gespeld) voor het eerst Handel's Messias
uitgevoerd.
De meeste biographen (waaronder Burney en
Nohl) noemen 1741 als het jaar van de eerste
uitvoering in Engeland.
liet is echter waar dat het werk te Dublin voor
het eerst een groot succes behaalde, daar men
in Engeland uit antipathie tegen den componist
aan der. Messias evenals aan vroegere werken niet
de noodige aandacht wijdde.
Ten voordeele van de Dublinsche gevangenen
die voor schulden werden vastgehouden had die
opvoering plaats en bracht £ 400 op.
lederen Goeden Vrijdag werd die uitvoering her
haald en verscheiden malen werd het werk voor
liefdadige doeleinden uitgevoerd, zoodat Burney
terecht zegt dat de Messias de hongerigeu ge
voed, de naakten gekleed, en de weezen verzorgd
heeft.
lleeds spoedig ontstond de gewoonte dat bij het
machtige Halleluja-koor het geheele publiek op
stond. De oorsprong van dit feit stamt niet af'
van eene spontane uiting van het publiek, doch
wel van Koning George II, die door het koor zoo j
werd getroffen, dat hij het staande aanhoorde. |
Toen volgde natuurlijk het publiek en sedert is
dit zoo gebleven.
Te New-York zal dezer dagen Walter Damrosch,
ter eere van bovenstaand feit, het eerste Ameri- j
kaansche Hitndel-festival geven. O. a. zal dan |
Acts en Galathea als opera (nl. met costuum en j
decoratieven) worden uitgevoerd. De beste solisten
uit New-Vork zullen medewerken.
In den Silon des Variétés, directie Kreukniet
& Poolman, Amstelstraat, geeft a.s. Maandag '25
April mevr. Anna Róssing-Sablairolles hare
benefice-voorstelling (zij is dit jaar 12V3 jaar
toonec-1speelster). Opgevoerd worden dan Jolanthe, lyrisch
drama in een bedrijf naar het Dnitsch van Hertz
vertaald door J. L. Wertheim, en de bekende
pantomime De verloren Zoon, waarin de talent
volle actrice de rol van den jongen Pierrot speelt.
De talryke bewonderaars van mevr. Rössings spel
zullen het haar dien avond niet aan bewijzen van
belangstelling laten ontbreken.
De dilettanten-club Samuel Coster" sinds l No
vember 1890 verbonden met Kunst en Genoe
gen", zal op l Mei a.s. eene operette De vrouwen
soldaten of de slecht verdedigde vesting opvoe
ren, in de groote zaal van 't lokaal Plancius.
Secretaris van het bestuur is de heer J. J, Maas.
De achterneef van Lotte als Werther. Te
Weimar zal volgens de Dresdner Zeitung bij de op
voering van de opera Werther's Leiden" van
Massenet de kamerzanger Giessen den Werther
zingen. De heer Giessen, een zoon van een
Reichsgerichtrath te Leipzig, heet echter eigenlijk
Buff en is in rechte lijn een achterneef van Lotte,
die, zooals bekend is, ook Bufi' heette. De kamer
zanger Giessen zal dan als Werther zijne
vleeschelijke oud-tante op het tooneel moeten beminnen.
Van 7 dezer wordt uit Milnchen geschreven :
Het oud-Indische drama Vasantasena, is door den
tooneelschrijver Etui! Pohl gemoderniseerd, en in
het hoftheater met succes opgevoerd. Hoe de
Bajadere Vasantasena door den boozen zwager
van den bonzen koning Palaka vervolgd, door
den edelen Karndatta bemind, hoe zij uit haar
stand verheven en met den geliefde vereenigd
wordt, terwijl Palaka den troon verliest en de
slechte zwager van den koning door zijne schand
daden s'ec'its schande vindt dit alles vertelt
Pohl den ouden Indiër na, onderhoudend en me
nigmaal aansrijiwnd. hoewel ook met een beetje
anlere woorden", die vaak in klank en gevoel
wel wat heel modern gevonden werden. In al
len gevalle is door Pohi's werk iets moois, dat
anders zou verborgen gebleven zijn, voor het
tooneel gewonnen.
In de groote opera te Parijs worden alle avon
den als er geen voorstelling is. besteed aan ensem
ble-repetities van Reyer's S/dantmluj.'Ma.il. Caron.
die te Brussel de, titelrol creëerde, zal baar nu
ook te Parijs zingen. Tegelijk bereidt men een ,
reprise van het klassieke ballet Sylria voor; en
na de Salammlx'i's worden Kanuuu et Dnliltt van
Saint-Saens onder handen genomen en Dcïdamiri.
een opera in twee acten van llenri Mare'chal.
De directie van de opera onderhandelt met j
raad. Laville-Ferminet, die nu te Nantes is. Da
Amsterdammers en Hagenaars zullen haar dezen
liaton de mitréchnl gaarne toewenschen.
De geschiedenis is een herhaling. Xaar aan
leiding vau Loti's oneerbiedig gedrag tenovcr zijn
nieuwe collega's, de leden dur Académie, haalt
Fif/aro het volgende aan uit Oeurres complete.*
de Voltairc, editie Baudouin 1825;
Toen de heer Le Franc de Pompignan tot lid
van de Académie gekozen was, liet hij een half
jaar op zijn intree-rcde wachten en hield die eerst
op 10 Maart 1760.
Maar in plaats van de Académie te danken,
hield hij een lange rede tegen de letteren en j
tegen de Académie, waarin bij zeide dat misbruik i
maken van hun talent, haat tegen de overheid,
minachting voor den godsdienst het
overheerschend karakter vormden van de producten zijner
collega's; dat alles den stempel droeg van een
verdorven moraal, een verrotte litteratuur en
eene verwaande wijsbegeerte, die troon en altaar
ondermijnden/'
Als Pierre Loti dat eens gelezen had," zegt
Figaro, maar Pierre Loti leest niet!"
De Afdeeling Amsterdam II van Volksonderwijs
heeft bij de firma's Van Looy en Gerlings een
boekje doen uitkomen, getiteld: Wat zal mijn
zoon, wat zal mijn dochter worden? Gids voor
Amsterdamsche ouders bij de beroepskeuze hunner
kinderen." Het is een hoogst nuttig boekje; men
vindt er in beknopten vorm de gelegenheden voor
verschillende vakken van onderwijs opgegeven,
met een aantal aanwijzingen omtrent prijs en
voorwaarden van toelating. Het boekje kost slechts
15 ets., bij getallen nog minder.
Do (reachiedenis van Dacid Grieve, het nieuwste
werk van mrs. Humphry Ward, schrijfster van
Kobert Elsmere, wordt door mej. Suze van Cleet
in 't Hollandsen vertaald en bij de erven Bohn
te Haarlem uitgegeven in 10 afleveringen, waarvan
de eerste reeds verschenen is. De vertaalster heeft
door het overzetten van dezen roman, die gedeel
telijk in het Lancashire-dialect geschreven is, een
zeer moeilijk werk ondernomen, maar zonder
twijfel zal zij er in slagen; haar vroegere verta
lingen pleiten daarvoor.
Wetenschap.
GENEESKUNDIGE EN HYGIËNISCHE MEN
GELINGEN.
Nauwelijks was Prof. R. Koch's eerste
mededeeling omtrent het door hem ontdekte genees
middel (?) tegen longtering openbaar gemaakt,
of de gansche wetenschappelijke wereld zette zich
aan den arbeid om de waarde van dit middel
voor de lijdende inonschheid nader te onderzoe
ken. Vooral in die oorden, waar vele teringlijders
ter herstel of verbetering hunner gezondheid ver
blijf hielden, ging men met ijver en nauwgezetheid
te werk en was men daartoe wegens de gunstige
omstandigheden, waarin de lijders aldaar verkeeren
het best in staat, De resultaten van dat onder
zoek werden na en dan geopenbaard en luidden
voor bet meerendeel gunstig. Ook nu weer is een
werk verschenen, nl. van Dr. C. Spengler te Davos,
dat belangrijke mededeelingen bevat omtrent
de resultaten door hem tot Mei 1891 te Davos
bij een groot aantal teringlijders verkregen.
In het algemeen waren die resultaten zeer gunstig,
al geeft S. ook toe dat de grens tussehen de
werking der tuberculine en die vaa de di.
tetischeclimatische invloeden niet altijd streng te schei
den waren. Intusschen verwacht hij dat men
in de toekomst door het verbinden van beida
factoren groote gevolgen voor de genezing der
longtering kan tegemoet, zien. iiij de behandeling
met tubercnline legt hij den nadruk op het geven
van slechts kleine doses, gedurende langen tijd
eri meermalen daags voortgezet. Hij beveelt voor
het begin !?< milligram aan, en als maximaal gift
(doch slechts in lichtere gevallen) 10 milli
gram. Men moet dikwerf onder de behan
deling \\eer tot de eerste dosis terugkeeren en
we ('T snel klimmen. In bet kort vat S. zijn oor
deel zamen in bet uitspreken van do rneening,
dat beginnende longtering sneller en zekerder
genezen wordt dan vroeger, dat verouderde lering
veel verbeterd en het govaar voor bijkomende
rccidiven. bloedingen enz. verminderd wordt; dat
voorts de koorts bestreden wordf, complicatiën
vrij zeker wegblijven en het leven aanmerkelijk
verlengd wordt. Ongelukkige toevallen bij de toe
diening van het middel beeft S. nimmer waarge
nomen.
In den regel gaat bij menschen die hun spraak
verliezen, ook het muzikaal vermogen ten gronde.
Om dit te verklaren neemt men aan. dat
spraaken muziekvoorstelling in de hersenen iu identieke
of dicht bij elkaar gelegene contra tot gewaar
wording komen en bij het opheffen van bet r.e
vermogen, door een of' andere ziekteinvloed, ook
het andere daarin belrokken moet worden.
Intusseben komen er gevallen voor, waarbij de spraak
verloren ging en het muzikaal vermogen toch
bleef bestaan, al kunnen de meesl e dezer gevallen,
als minder goed waargenomen, tot een zeer klein
getal worden teruggebracht ; voor deze afwijkin
gen op den regel worden anatomische anomalieën
aangenomen.
Ken sprekend voorbeeld van het grooto nut
van streng doorgevoerde hygiënische maatregelen
op de fabrieksnijverheid, leveren de cijfers betref
fende bet getal ziektedagen van arbeiders bij de
s-piegelfabrikatie te Fiirth. Terwijl aldaar (en ge
volge van kwikvergiftiging f (nercurialisme) iu 1885
op 100 werkdagen 13.52 ziektedagen voorkwamen,
daalde dit cijfer tot 3.74 in het jaar 188!) en zelfs
tot 0.66 in 1890. In de laatste 7 maanden van
1890 is zelfs geen enkel geval van genoemde
ziekte meer voorgekomen.
Wij hebben andere namen, zelfs andere
ziektevormen, andere geneesmiddelen, andere begrippen
en verklaringswijzen dan do oudheid, doch de
kunst van te genezen is nog altijd dezelfde en
om een groot geneeskundige te zijn, heeft men
nog altijd dezelfde eigenschappen noodig als in
de dagen van Hippokrates.
(Hufeland's apliorismcn}.
Prof. Klcbs te Ziirich beeft thans de resul
taten, met het inspuiten van zijn tiiberciiluctiliita
(verbeterd tuberculinc-j verkregen, in eene afzon
derlijke brochure medegedeeld, Zijne waarnemin
gen loopon over 35 gevallen door hem /elven en
45 door hem bekende collega's behandeld. O ene
zing werd in 14, verbetering in 45 gevallen waar
genomen en .stellig werd door de behandeling
geen nadeel veroorzaakt. De brochure bevat
instructies over de toopassingswijze van bet middel
en tevens bet bericht, dat hut voor den prijs van
6 Mark per c M:. te Hüdist a. M. bij de firma
Meister Liuius e;i lufning ie verkrijgen i;\
ZEEP.
Zaterdagmiddag den 9den April hield de heer
Dr. Ch. M. van Deventer eene voordracht over
zeep in 't gebouw der Amsterdamsche Huishoud
school. Vele dames waren aanwezig, wel een
bewijs, dat dergelijke lezingen in den smaak
vallen.
Spr. wees er 't allereerst op, dat deze lezing
niet ten doel zou hebben de aanwezigen bekend
te maken met 't zeeponderzoek. dergelijke ana
lysen zijn veel te ingewikkeld, 't Bezwaar, dat
men in de huishouding de zeep niet kan onder
zoeken, wordt gaandeweg minder, daar de zeep
fabrikanten meer en meer de gewoonte aannemen
de analyse hunner producten op te geven.
Daarom wenschte de heer Van Deventer te be
handelen:
1. Bereiding der zeep in 't algemeen.
2. Werking der zeep.
3. Bereiding der toiletzeepen in 't bijzonder.
't Materiaal voor de zeepbereiding is ten eerste
eene vetsoort en ten tweede een loog. Men ge
bruikt zoowel dierlijk als plantaardig vet. De
reuzel vooral is als dierlijk vet uitstekend voor
de vervaardiging van harde zeepen.
Als plantaardig vet bewijst de cocosolie ons
goede diensten, ten eerste omdat zij niet duur is
en ten tweede omdat de daarvan gemaakte zeep
de eigenschap heeft ook in zout water te schui
men, daarom is deze zeep zeer geschikt voor de
marine.
Niet zooveel verscheidenheden kent men in de
loog; men heeft te kiezen tusschen twee soorten,
ten eerste de natronloog, die dient om harde ot
toiletzeepen te vormen en ten tweede de kali of
potaschloog, die de zachte zeepen vormt, zooals
onze gewone groene zeep. Beide loogen zijn in
hunne werking gelijk; de natronloog bevat 't
element natrium, terwijl de kaliloog het element
kalium bevat.
In de zeepf'abrieken wordt het vet met de loog
langdurig gekookt, zoodat, wanneer na eei.ige
uren de zoogenaamde verzeeping is afgeloopen,
men niet meer heeft een mengsel va-n vet en
loog, maar eene oplossing van ruwe zefp.
Wat is nu gebeurd'?
Gaan wij een of ander vet in zijne san
enste'Kiïg na, dan zien wij, dat het bestaat uit glycerine
en een vetzuur. Om een denkbeeld te krijgen
van een vetzuur denkt men maar aan de
stearinekaarsen, die voornamelijk uit vetzuur be
staan.
Dus vet -f- loog zeep : glycerine.
Wij kunnen dus zeggen, wanneer natron is ge
bruikt, dat zeep is vetzuur gebonden aar, natron
of wel vetzure natron. Dergelijke zoogenaamde
dubbele omwisselingen kunnen dienen om in
vloeistoffen verschillende bestanddeelen te ont
dekken. Voegen wij bijv. bij eene oplossing van
zilver in salpeterzuur eene oplossing van keuken
zout dan komt 't chloorzure zilver voor den dag
als een wit neerslag. Ook bij eene oplossing van
ferrichloride geeft geel bloedloogzout een donker
blauw neerslag van Berlijnsch blauw. Na 't
verzeepcn heeft in de fabriek het uitzouten plaats;
dit wordt gedaan mst eene oplossing van keu
kenzout en beeft ten doel om uit de verkregen
zeepoplossing de zsep af te scheiden. De zeep
komt dan ook uit de oplossing als een \lokkig
neerslag voor den dag. Dit heeft het voordeel, dat
men niet behoeft in te dampen om de zeep te
verkrijgen en (on tweede om de onziiiverheden
te verwijderen. De werking zelf is niet geheel
en al verklaard; het uitzouten geschiedt ook wel
door loog, maar dan krijgen wij juist in de zeep
de stof, die wij juist willen vermijden. Om de
zeep zuiverder te maken wordt zij aan eene
tweede uitzouting onderworpen; daarvoor wordt.
de zeep opgelost en keukenzout toegevoegd,
waardoor nagenoeg zuivere zeep zich afscheidt,
die nog eenige beweikingen ondergaat.
Vervolgens de reimgei.de werking der zeep.
Maakt men eene zeer sterke zeepoplossing in
water, zoodat de oplossing geheel helder is (goede
j zeep moet geheel in water oplossen) en giet
men dit uit in eene groote hoeveelheid water,
dan wordt het water troebel. Zeep namelijk bestaat
uit l deel nafron op 7 deelen vetzuur; door ver
schillende invloeden kan nu ook l deel natron
zich verbinden met 14 doelen vetzuur, waardoor
! dan noodzakelijk natron vrij komt. Dit nu is 't
geval bij 't uitstorten in water, de nieuwe ver
binding is onoplosbaar, vandaar dat 't water
troebel wordt. De vrijgekomen loog oefent nu
de voornaamste werking uit op het reinigen der
huid. Stofjes uit de lucht hechten zich vast aan
de stof, die door de huid wordt afgescheiden en
dit is o. a. boterzuur. Natron verbindt zich zeer
gemakkelijk met zuren; is nu dat zuur wegge
nomen van de huid, dan volgen de andere stofjes
ook. Voorts oefent loog eene prikkelende werking
uit op onze huid, waardoor deze opzwelt, de
afi gestorven buïddecltjes worden door de loog
opj gelost en zoo weggenomen. Nu zou men wellicht
? denken, dat voor het was.-chen even goed enkele
j loog gebruikt zon kunnen worden, dit kan in 't
l gubcci niet. De hoeveelheid loog. dïo bij 'l
liander.wasschen ontstaat is zoo miniem, dat elke
l kleinste hoeveelheid meer schadelijk op do huid
! zou werken. Voorts heeft zeep nog andere
voor' deelen boven natrou, zij vormt namelijk niet de
vetI ten der huid emulsies en ton tweede schuimt zeep.
j Dit beeft ook zijn voordeel: wasschen wij onze
hauden zonder zeep, dan blijft het water niet op do
i handt;;!, terwijl dit wel bet geval is wanneer wij
zeep gebruiken, die schuimt. De zeep kan dan
i met elk deeltje der huid in aanraking komen en
j zijne werking volbrengen. Zeep schuimt niet ge
makkelijk in duin- en Vechtwater, of in zoogenaamd
i hard water, omdat zij zich dan verbindt mot de
1 kalkzouten. Zijn al deze zouten vastgelegd, dan
begint zij pas te schuimen. :t Is dus niet alleen
voordeeliger om zich te wasscben met wa!er. dat geen
l kalkzouten bevat, zooals regenwater (zoogenaamd
: zacht water) maar 't is ook beter omdat de
vcri bindingen van de zeep met de kalk onze poriën
verstoppen.
Vervolgens de bereiding der toiletzeepen.
In de Grieksche tijden kende men geen zeep.
Plinius, die in de eerste eeuw na Chr. leefde,
beschreef baai- als eene Germaansche uitvinding;
hij vertelde dat do Germanen hardo en zachte
zeep kenden, en dat de harde zeep werd
ge