De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 15 mei pagina 1

15 mei 1892 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N'. 777 DE AMSTERDAMMER A". 1892. WEEKBLAD VOOR NEDERLANI Onder Redactie van J. DE KOO en JÜSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den.inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 12-i). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 15 IVSei Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/1 1.65 Voor Indiëper jaar mail 12. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12* Adverlentiën van 1?5 regels /'l. 10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames, per regel 0.40 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL LETON: De valsche Dawison, uit het Duitsch van Eobert Misca, (Slot). Drie maanden fabrieks arbeider, door Dr. D. G. Jelgersma. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door H. J. M. Maziek in de hoofdstad, door Van Milligen. Ernest Guiraud. Versprei ding van Academisch Onderwijs, door F. J. v. U. VARIA. SCHAAKSPEL. De vergissing van den notaris, naar Paul Margueritte. Voor Dames, door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIEN. Van verre en van nabij. Eindelijk is het vonnis over de Belgische grondwet uitgesproken. Het heeft moeite ge kost. Sedert lange jaren is in Belgiëop grond wetsherziening aangedrongen: in 1871, in 1883 en in 1887 werd de eisch tot herziening for meel gesteld, maar telkens met groote meer derheid verworpen. Een paar jaren geleden nam de radicale partij de quaestie opnieuw ernstig ter hand en de arbeiderspartij steunde haar, ofschoon zelve van eiken rechtstreekschen invloed op de wetgeving verstoken, op de meest krachtige wijze. Op 27 November 1890 besloot de Kamer met algemeene stem men, in beginsel tot de herziening van arti kel 47 der grondwet, dat het kiesrecht ver bond aan de betaling van eene bepaalde som in de directe belastingen. Toen deze eerste stap was gedaan, bleek het weldra, dat de her ziening van andere artikelen niet achterwege kon blijven. Van de zijde der Kroon werd aan gedrongen op de invoering van een referendum, in dien zin, dat het initiatief tot zulk een rechstreeksch raadplegen van het volk aan den koning zou worden overgelaten. De refeering stelde daarna de lijst vast der artielen, die haars inziens moesten worden ge wijzigd, en over deze voorstellen heeft den vorigen Dinsdag in de Kamer de beslissende stemming plaats gehad. Feuilleton. DE VALSCHE DAWISON. Uit het Duitsch van EOBERT M I S C H. f Slot). Natuurlijk besloten wij na dit onver wachte buitenkansje de voorgenomen tour nee te laten varen en naar Dresden te gaan, en hadden reeds afgesproken den volgenden morgen vroeg in alle stilte te ver trekken. De hemel had het echter anders beschikt. Het clubje, waarmede wij kennis hadden gemaakt, had ons reeds vóór het concert bij monde van den heer Seipel op een souper genoodigd. dat de waard intusschen zou bezorgen. Toen wij ons een weinig hersteld, wat toilet gemaakt en onzen schat in veiligheid gebracht hadden, keerden wij naar de zaal terug, waar het gezelschap reeds op ons zat te wachten. Het eten was overheerlijk, de wijn werd niet gespeard, en zoodoende ging het er al gauw jolig toe. Het regende toasten op ons, de heeren lieten ons op allerlei manieren leven, samen, elk apart, als menschen, als artisten, en ik bedankte in een gloeiende rede, waarin ik de kunst in het algemeen en den kunstzin der bewoners van Glauwitz en omstreken in het bizonder verheerlijkte. De champagne maakte de tongen al losser en losser; ik vertelde anekdotes, vertoonde een menigte kunststukken en ten slotte dronken wij een dozijn vriendschappen en namen wij aan op de landgoederen van alle heeren te komen logeeren, om te beginnen bij onzen vriend Seipel, die ons den volgenden morgen in zijn rijtuig zou meenemen. Den volgenden dag scheen de zon reeds lang in onze kamer toen ik door een hard gebons uit mijn diepen slaap werd ge wekt. Verschrikt rees ik overeind. Au ! mijn hoofd en mijn leden, als lam geslagen ! En dan dat gehamer op de deur! Ik ver zamelde mijn gedachten. O ja ! 't souper die geweldige braspartij had tot den vroegen Op den voorgrond stond de stemming over het beruchte census-artikel 47. Met alge meene stemmen werd tot de herziening daar van besloten. Aanvankelijk had de regeering getracht, dit resultaat te vermijden. Zoo had zij eerst voorgesteld, de beslissing omtrent de herziening afhankelijk te maken van eene voorafgaande overeenstemming tusschen de partijen over de vraag, hoever zich de uit breiding van het kiesrecht zou uitstrekken. Doch dit voorstel werd verworpen, omdat de Kamer wel bevoegd is, orn te verklaren, welke artikelen wel en welke niet zullen worden herzien, maar niet om het eigenlijke herzieningswerk, dat uitsluitend aan de Constitu ante toekomt, bij voorbaat ter hand te nemen. Evenmin gelukte het, eene meerderheid te vinden voor het plan, om de uitbreiding van het kiesrecht eerst te beperken tot, de ge meentelijke en provinciale verkiezingen. Het blijft een open quaestie, wat zal komen in de plaats van het gemengde census- en capa citeiten-stelsel, dat thans in Belgiëbestaat. Een heftige strijd is gevoerd over de referendum-quaestie. De koning wenseht behalve het recht van ccfo en dat van parlementsontbinding, ook het recht te bezitten, om het volk over het eene of andere wets ontwerp te raadplegen zonder algemeene verkiezingen uit te schrijven. Klaarblijkelijk wil Leopold II hierin een tegenwicht zoeken voor de macht van eene voor langercn tijd gekozen kamermeerderheid. Nu is het onte genzeggelijk juist, dat een referendum in echt democratisehen zin ondenkbaar is, indien niet tevens aan het volk het recht van ini tiatief wordt toegekend. Maar de Belgische democraten hebben, niettegenstaande het pro test van een deel der arbeiderspartij, besloten het koninklijk referendum niet af te wijzen, omdat zij daarin eene eerste schrede zagen op een goeden weg. De heftigste oppositie kwam van den kant der doctrinaire liberalen onder leiding van Frère-Orban en van dien der rechterzijde van de clericalen onder leiding van Woeste. De laatste verklaarde echter ten slotte, dat hij de Constituante niet wilde morgen voortgeduurd. Mijn Pylades lag in het andere bed te snurken, alsof hij nooit weer wakker zou worden. »Het rijtuig is al lang gereed, heeren !'' waarschuwde de stem van den waard in de gang. «Mijnheer Seipel heeft al twee maal naar u gevraagd en verzoekt u, een weinig voort te willen maken." Hemel, ja! dat had ik glad vergeten. Dat ontbrak er waarachtig nog aan. Ik had al lang mijn bekomst van Dawison, en ver langde niets liever dan weer mijzelf te worden. «Compliment aan mijnheer Seipel, dat het ons erg spijt, maar dat wij doodmoe zijn. Wij zullen zelf een rijtuig nemen en hem zoo spoedig mogelijk volgen." De waard ging heen en ik trok mijn pantalon aan. Vervolgens probeerde ik den snurkenden Pylades tot het leven terug te brengen, maar dat scheen een onmogelijk heid. Ik trok en stompte; maar hij bromde iets onverstaanbaars en draaide zich om. Eerst toen ik mijn laatste middel, een klets natte handdoek in zijn gezicht, had uangnwenfl, kwam hij bij. Hij proeste, fniesde, sloeg met handen en voeten om zich heen, keek mij lodderig aan en ging eindelijk boos overeind zitten. »Kerel! wat zie jij' er katterig uit.'' Zijn heele gezicht jammerde als 't ware om een haring. Nadat hij zich een poos lang vruch teloos had ingespannen om re begrijpen wie en waar hij was, kwam ik zijn geheugen te hulp. Ook hij wilde in geen geval langer den Napolitaanschen Hofvirtuoos uithangen. Na ons door eenige in- en uitwendig toege diende karafïen water in denkende wezens herschapen en de vreugde over onzen mam mon door een soort Indiaanschen krijgsdans lucht gegeven te hebben, kleedden wij ons aan en nauwelijks waren wij daarmee gereed of de waard verscheen opnieuw, ditmaal ge volgd door onzen vriend Seipel, die er even blozend en welgemoed uitzag, alsof er geen ! slemppartijen en haarpijn op de wereld bc| stonden. Sakkerloot! die buitenlui kunnen ! wat verdragen ! j »Neen, heeren, zóó komt go «iet van mij af!" riep hij, ons lachend de hand reikende. »Ik heb uw woord en ontsla er u niet weer van!" beletten over deze quaestie te beraadslagen, en zoo werd het mogelijk, dat de quaestie in een voor de regeering gunstigen zin met 78 tegen 48 stemmen werd beslist. Daarentegen was de Kamer niet geneigd medetewerken tot eene wijziging van art. 48, waardoor de invoering van een evenredige vertegenwoordiging mogelijk zou worden ge maakt. Met u'Ütegen 55 stemmen weigerde zij, dit artikel aan eene herziening te onder werpen. Dit echec heeft de regeering te danken aan den heer Woeste, die zelfs bij de invoering van algemeen kiesrecht op eene meerderheid voor de clericalen rekent, mits geene evenredige vertegenwoordiging worde ingevoerd. Intusschen is de zaak van de proportioneele vertegenwoordiging nog niet verloren, daar ook de Senaat hierover een oordeel moet uitspreken. Al de overige voorstellen der regeering werden met groote meerderheid aangenomen. Het belangrijkste daaronder is de wijziging van art. l, waardoor het voor Belgiëin de toekomst mogelijk zal worden, koloniën te bezitten. Het is algemeen bekend, dat koning Leopold zijn eigen particuliere onderneming, den onafhankeiijken Congostaat, bijzonder gaarne aan den Belgischen staat zou overdoen. De Belgische radicalen zijn vol moed ten opzichte van het werk der Constituante; zij vertrouwen, dat dit zal leiden tot de aanne ming van een werkelijk algemeen kiesrecht, en dat hoogstens de analphabeten en de be deelden i/icl degenen die eene tijdelijke ondersteuning genieten zullen worden uit gesloten. Van regecringszijde schijnt men nog te rekenen op de aanneming van het ->oecupatiestelsel", waarbij het kiesrecht wordt toegekend aan die meerderjarige mannelijke ingezetenen, die voor zich alleen of als hoofd van een gezin een huis of een gedeelte van een huis van een bepaalde huurwaarde be wonen. Wij zullen ons niet wagen aan eene voorspelling, die reeds over weinige dagen door de samenstelling der Constituante zou kunnen worden gelogenstraft. Alleen mer- j ken wij op, dat nu het hek van den dam is Wij mochten tegenstribbelen en uitvluch- j ten zoeken, het hielp niets. *0nze vermoeid- ; held zou vanzelf wel overgaan", troostte hij, ! als wij maar eerst in de frissche lucht ; kwamen, »en van avond stuur ik u vroeg naar bed." «Maar hoe moet het dan met onze reis '.?''' vroeg Perkuhn bedeesd. »0 ! het gebergte loopt niet weg. (ie blijft twee of drie dagen bij mij, wij maken met mijn vrouw en dochter eenige uitstapjes in de omstreken en dan stuur ik u met mijn rijtuig de bergen.in." Ik zag Pylades aan; Pylades mij en, het eind van het lied was, dat wij onze rekening betaalden en met onzen vriend in de gemakkelijke kales stapten, die ons na een rit van circa drie uren aan Seipel's fraai gelegen buitenverblijf bracht. Een be diende geleidde ons naar onze logeerkamers; j ruime, smaakvol gemeubelde vertrekken, die j op den tuin uitzagen. Wij hadden ons een weinig verfrischt en opgeknapt, toen onze gastheer ons kwam invitcercn, hem naar beneden in do huiskamer te volgen en ons aan de dames voorstelde. Mevrouw Seipel was een slanke elegante dame van omstreeks veertig jaren, die er nog tamelijk knap uit zag en de dochter een allerliefste blon- \ dinc van zeventien, met blauwe, schalksche oogen, die mij verwonderde en eerbiedige, maar mijn vriend, die een knappe jongen was, nieuwsgierige en welgevallige blikken . toewierpen, die hij, van zijn kunt, met i woeker terugzond. \Vij werden. zeer voor- j komend door de dames ontvangen en het j diner was keurig. Na tafel bleven wij ge- ! zellig een halfuurtje praten en wandelden daarna den tuin in, die een grooten vijver met zwanen bevatte. Daar werd koffie ge- j dronken ...." «Heeregod Angel*tein, je praat van nieLs anders dan eten en drinken>, viel de jonge schilder hem hier in de rede. «Wacht maar-, zeidc de tooneelspeler, na dat de vroolijkheid over deze niet onjuiste opmerking bedaard was, -het komt anders,'' en hij vervolgde: -We hadden het er best en ik zou dan ook recht op mijn dreef zijn geweest, wanneer ik niet het onbehaag lijke gevoel had gehad, die gulle menschen en art. 47 feitelijk reeds is afgeschaft, de openbare meening en dus ook de meening van het volk achter de kiezers, zich krachtiger dan ooit zal doen gevoelen. En de bourgeoisie, die zestig jaren lang een politiek monopolie heeft bezeten, zou dit zeker niet hebben prijs gege ven, indien zij niet tot het besef-ware gekomen, dat de tijd van schipperen en modderen voorbij is. In den Pruisischen Landdag heeft de heer Eugen Richter, de leider der Duitsch-vrijzinnigen, eene rede gehouden over de quaestie der »Sehlossfreiheitlotterie". Zooals men weet, is het een lievelingsdenkbeeld van den keizer de omgeving van zijn slot te Berlijn, in ver band met de voorgenomen oprichting van, een gedenkleeken voor keizer Wilhelm I, in wijden omtrek vrij te maken van alle wo ningen en gebouwen. In het vorige jaar is dit plan voor een klein deel verwezenlijkt en de kosten zijn goedgemaakt door een loterij, waarvan de opbrengst natuurlijk grootendeels is terecht gekomen in de zakken van ge dienstige tusschenpersonen. Nu had zekere heer Ziller een nieuw plan bedacht, waartoe ruime terrassen, een breede vijver en een monumentale brug behoorden. Maar daar voor zouden geheele huizenrijen en enkele schoone gebouwen moeten verdwijnen en millioenen noodig zijn. Zekere heer Kunze, een rechterlijk ambtenaar, had zich, geheel buiten de rrgeering om, opgeworpen tot onder handelaar tusschen den keizer cenerzijds, en de geldmannen en stedelijke autoriteiten aan den anderen kant. Hij verklaarde rondweg, door den keizer gemachtigd te zijn het geen ook wel het geval zal zijn geweest en gaf te- kennen, dat hij voor zijne moeite zou worden beloond door eene benoeming tot opperbnrgemeester te Berlijn. Toen in de pers het loterij plan van alle zijden heftig werd bestreden, maakte de heer Kunze zich sterk, het geld zonder loterij van »goede patriotten" te verkrijgen ; natuurlijk werden dezen patriotten onderscheidingen, ridder orden, concessiën enz. in het vooruitzicht te bedriegen en onder valsche vlag te varen. Niet dat ik vreesde ontmaskerd te worden, o, neen ! Want als in de stad nie mand mij had herkend, hoe zou het dan hier op dit afgelegen landgoed kunnen gebeuren ? En bovendien wij zouden den volgenden dag immers weer verder trekken. Maar ja wel ! daarin had ik buiten den waard en buiten mijn Pylades gerekend. Zoo langzaam aan was hij op het mooie dochtertje verzot geiaakt en het dochtertje op hem. Hij ver klaarde mij ronduit, dat hij, voor zijn part aan geen heengaan dacht, maar nog min stens een week van de gul aangeboden gast vrijheid van Betty's vader zou proh'teeren. Het beviel hem hier uitstekend wij had den immers niets te verzuimen en ten over vloede spaarden wij nog ons geld. Daarte gen viel weinig in te brengen en daar de Seipel's werkelijk allerhartelijkst waren, stel den we onze afreis van dag tot dag uit. Een ding was gelukkig: dat ik met Dawison's loopbaan voldoende bekend was en daardoor allerlei episoden uit zijn leven kou vertellen. ? Zoo verliepen vier dagen, toen de bom plotseling losbarstte. Wij zalen juist aan tafel, toen de joviale, landeigenaar tot mijn niet geringen schrik zeide: «Verbeeld u, daar heb ik zooeven een brief van een on zer wedcrzijdsche vrienden gekregen, die me schrijft, dat hij ons morgen op zijn doorreis komt opeoeken. Zijn naam zeg ik niet; het moet een verrassing blijven. Maar hij kent u reeds jaren en heeft mij veel van u verteld." De brokken bleven mij in de keel steken. Ik loerde naar Pylades, die van angst beur telings rood en bleek werd. Hoe ik nog door dat diner ben heengekomen, weet ik niet meer. Ik was letterlijk versuft. Toen ik later met mijn vriend alleen was, zeide ik hem, dat wij ons onder een of ander voorwendsel zoo snel mogelijk uit de voeten moesten maken. In het gunstigste geval werden wij.als we bleven, als zwendelaars de deur uitge gooid, als men ons al niet aan de politie overleverde. Pylades was ontroostbaar; hij stampvoette van ergernis en verklaarde, zonder Betty niet meer te kunnen leven. «Ja, liet is ellendig voor je, maar voor eerst moet je in elk geval hier vandaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl