De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 22 mei pagina 1

22 mei 1892 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N*. 778 DE AMSTEKDAMMEE A'. 1892. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 22 Mei Abonnement per 3 maanden ?1.50, ir. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . Advei'tentiün van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . Reclames per rei^cl p. post ? 1.G5 mail 12 . . , 0.12» . . , 0.20 040 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL LETON : Op den rand van den afgrond, naar Rudyard Kipling. KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Amsterdam, door II. J. M. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. Grévin en de Parisieiine. Aanteekeningen Schilderkunst, door V. Een Nederlandsen Hederboek, door J. L. C. A. Meijer. VARIA. SCHAAKSPEL. Terugkeer, naar C. Schottier. Voor Dames, door E-e. ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES. - PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIEN. Van verre en van nabij. De oude waarheid, dat de wensch de vader der gedachte is, moet de eenige aan nemelijke verklaring worden geacht van de geruchten, door enkele van Bismarck's vrien den verspreid over eene ophanden zijnde verzoening tusschen den ouden ? staatsman en den jongen keizer. De eenige tastbare grond voor die geruchten is het telegram, waarin de keizer den zoon van den gewezen rijkskanselier, graaf Herbert, gelukwenscht met diens verloving met de Oostenrijksche gravin Hoyos. Doch wanneer de keizer het eene huichelarij heeft geoordeeld, den man, met wien hij op zoo in het oog loopende wijze heeft gebroken, op verjaardagen en andere feestdagen fraaie telegrammen te zenden, dan volgt daaruit nog niet, dat hij de alledaagsche beleefdheid tegenover graaf Herbert moet veronachtzamen, en diens huwelijkscommunicatie onbeantwoord moet laten. Van den man die gezegd heeft: »wie mij tegenstaat, dien verbrijzel ik"; die verklaard heeft: »én slechts is heer en meester in het land, en dat ben ik" is zeker niet te wach ten, dat hij zich ooit weder vrijwillig zal buigen onder het afgeworpen juk, en zijn wellicht buitensporig gevoel van eigen waarde, zijne hooge opvatting van eigen roeping en plicht zal ten offer brengen aan den veeleischenden mentor, die het ""spotlied van 1848 »Und der König absolut, wenn er unsern (lees: raeincn) Willen thut" gaarne tot werkelijkheid zou maken. Bis marck's geaccrediteerde organen, de Ham burger .Nachricltten en de Miincliencr Allgr.ineine Zeituny, hebben zich dan ook gehaast Feuilleton. Op den rand van den afgrond. door RnjYAPJ) Kll'LING. Men zei: de vloed kwam onverwacht. God weet hot, Hij alleen ; Maar nooit verlaat mij, dag of nacht, De dreigend sombere onheilsklacht Door 't trillend luchtruim heen, Toen, van den hoogen klokketoren Zich 't Lied van Enderby" deed hoorcn. JEAX IXCIELOW. Eens op een tijd was er een Man, de Vrouw van den Man en Nummer Drie. Alle drie handelden heel onverstandig, maar de Vrouw het meest. De Man had beter moeten letten op zijne Vrouw, die Nummer Drie had behooren te ontwijken, die, van zijn kant, een vrouw had moeten kiezen, na openlijk een meisje het hof ge maakt te hebben op wandelritjes in de om streken van Jakko of Observatory Hul, waar niemand iets tegen zeggen zal.'Als gij een jong menscli, op een paard, dat het schuim op den bek staat, hij zelf' met zijn hoed achter op -het hoofd, een heuvel ziet afrennen, met een snelheid van vijftien mijlen in het uur, om een meisje te ont moeten, dat naar behooren verbaasd zal zijn als zij hem ziet, dan vindt gij zoo iets heel natuurlijk en aardig; gij wenseht het jonge mensch een goede betrekking toe; gij stelt belang in hem, en, is het eenmaal zoo ver, dan geeft ge hem een zilveren suikertang of een dameszadel al naar den staat van uw middelen en uw vrij gevigheid. Nummer Drie holde ook te paard den heuvel af, maar het was om een apartje met de Vrouw van den Man ; reed hij den heuvel op, dan was het met hetzelfde doel. eene opvatting .tegen te spreken, die evenzeer tegen de waarheid als tegen de waarschijnlijk heid indruischt. Volgens hen zou het denkbeeld van eene verzoening, dat wil zeggen, van een herïtel van vorst Bismarck in zijne vroegere ambten en waardigheden, niet van den kei zer uitgaan, en nog veel minder natuurlijk van den hoer Von Caprivi, al blijkt deze laatste zooals zij doen opmerken den last niet te kunnen torsen, dien de oude rijkskauselicr jaren lang alleen heeft gedra gen. Neen, de terugkeer van vorst Bismarck zou een hartewensch zijn van de meest invloed rijke leden van het Pruisische kabinet. Wie zijn die leden, die tot eene onvoor waardelijke overgave bereid zouden zijn ? vraagt de Tanps spottend. Misschien graaf Eulenburg, die reeds eens, gedurende zijne vroegere ministerieele loopbaan, ondervonden heeft hoe ruw en snel de hand van vorst Bismarck zijne beste werktuigen verbrijzelde ? Misschien de heer Von Soettieher, tegen wien Bismarck's pers steeds een oorlog op leven en dood heeft gevoerd, en wiens voor gewende ondankbaarheid door hen op de venijnigste wijze is gelaakt? Misschien de heer Miijiiel, die al zijne beleekenis dankt aan de verduistering dier ster van de eerste, [ grootte en wiens financieele ontwerpen meedoogenloos door de organen van den klui zenaar van Friedrichsruhe zijn bestreden'' Inderdaad is geen dezer onderstellingen j houdbaar en terecht zegt du TCH//I.* : ..(.ieen j echtscheidingen zijn onherroepelijker dan die, i welke zijn uitgesproken wegens iiii-/iii//n//i/i/!//.' ? /l'Jntmc/ir, en dit was juist, het geval niet, de l scheiding, welke op dien onvergetelijke:) da;; i van Maart loÜO tot stand kuam tusschen den stichter van het Duitsche rijk en den j erfgenaam der Hohenzollerns.'' De verkiezingen in Griekenland zijn zonder eenige rustverstoring afgeloopen en hebben geleid tot eene geweldige nederlaag voor de partij van den oud-minister Delyannis. Toch kan men niet zeggen, dat /.ij de positie van het tegenwoordige ministerie (Jonslantopoelos hebbeu versterkt. Wat men reeds bij het optreden van dit ministerie wist, is door de verkiezingen bevestigd: de heer ('onstantopoelos en zijn amblgeuooteu vormden slechts eene tusschenregeering en moesten allén dienst dooi als voorloopers en wegberei ders van Trikoepis. Zelfs zijn enkele der De Man was in de Bencdenlanden, waar h ij geld veidiende voor zijne Vrouw, om te worden uitgegeven aan japonneljes, aan armbanden van vierhonderd ropijen en aller hande snuisterijen. Hij werkte hard. en schreef haar geregeld eiken dag een brief kaart of een brief. Ook zij schreef alle dagen, en zei hoezeer zij verlangde dat hij weer terugkwam in Simla. Nummer Drie keek, terwijl zij dit schreef, over haar schouder en lachte er orn. Daarna brachten ze met hun beidjes den brief op de post. Nu is Simla eene wonderlijke stad, met heel eigenaardige gebruiken ; ook is iemand die er niet, minstens tien jaar gewoond heeft, niet de persoon om een oordeel uit te spreken op grond van de publieke opinie, welke door iedere rechtbank als de minst vertrouwbare wordt geacht. Om deze en andere redenen, welke hier niet noodig zijn te noemen, weiger ik /eer beslist te eoii>uteeren dat er iets speciaal ongeoorloofds bestond tusschen de Vrouw van den Man en Nummer Drie. Indien wH, en hierover moet gij zelve oordeelen, dan was het de schuld van de Vrouw. Zij had iets poesjesachtigs over zich, en zachte onschuldige maniertjes. Maar ze was drommels slim en voor geen kleintje vervaard ; als ze een enkele maal het masker afdeed, bemerkten de mannen het en deinsden huiverend terug, i Mannen kunnen soms heel precies we/cen, en die, waarvan men dj t het minst denken : zou, zijn gewoonlijk het meest veelei.sehend. In Simla heeft men een ongewone opvat ting van vriendschap. Sommige verhoudingen die de proef van wel een half' dozijn jaren doorstaan hebben, worden geëerd, als had den ze de wijding van het, huwelijk. Andere integendeel, even oud en schijnbaar achtcns- , waardig, worden nooit officieel erkend ; terwijl iemand, dien men geen twee maanden geleden toevallig hier of daar ontmoet heeft, de plaats inneemt welke rechtens de ? ministers bij deze algemeene verkiezingen niet herkozen. De nieuwe Kamer zal voor drie vierden bestaan uit aanhangers van Trikoepis, en deze staatsman zal ongetwij feld als premier optreden, zoodra de verte genwoordiging haar bureau zal hebben ge constitueerd en de leiders er hun programma zullen hebben ontwikkeld. Men zal zich herinneren, dat de laatste ministerieele crisis in Griekenland onder zeer abnormale omstandigheden plaats had. Koning Georgc .was met den premier Delyaniiis in een ernstig conflict geraakt en ver langde, dat deze zijn ontslag zou indienen. Hij kon er terecht op wijzen, dat de mi nister door zijn financieel beleid het ver trouwen van het buitenland in Griekeiiland's crediet ernstig had geschokt. Maar Delyaunis antwoordde, dat hij het vertrou wen der Kamermeerderheid genoot, en dus geen enkele reden had' om afletreden, tenzij de koning hem dit ontslag ongevraagd gaf. j Zoo ging het eenige dagen lang1 -hard legen } hard'1, en het had wei/lig gescheeld of het j ingrijpen der kroon en de van eerzucht niet ! vrij te pleiten hardnekkigheid van Delyannis j hadden geleid tot straatoproeren, die wel- i licht in eene revolutie zouden zijn ontaard en den koning zijne kroon had kunnen kosten. De verkiezingsstrijd werd uitsluitend ge voerd tusschen Trikoepisten en Delvannisten : van eene regeringspartij vernam men weinig of niets. Delyannis ontwikkelde als agitator eene buitengewone werkzaamheid en word niet moede zich zelf voor te stellen als tiet slaehlotlt-r van eene mconstit lioiii vlo u'cu'tils,)-, oi'schrijding der Kroon. Had den de Gi'ieksohe kiezers hem in liet gelijk gesteld, dan zou de positie voor den ko ning uiterst bedenkelijk zijn geworden; waar schijnlijk zou dezen dan geen andere uit komst zijn overgebleven, dan afstand te doen van de kroon ten gunste van zijn zoon. Het bleek echter, dat koning George zijn volk goed kende. Nog voor de verkiezingen waren uitgeschreven, kwam de oude Kamer heid, op welke Delvannis zich had beroepen, den koning een adres van eerbied en svmpalhie overhandigen. En de kiezers beijver den zich het voorbeeld der kamer te volgen ? en aan Delyannis te, tooneii. dat men zijn eigen populariteit vooral niet moet over schatten. Zoo hoeft Trikoepis zijn ouden tegenstander den streek betaald gezet, dien j ouderen kennis toekomt. Een gedrukte wet om al die dingen te regelen, bestaat er niet. Sommige mensehen hebben iets over zich waardoor zij alies kunnen doen, bij anderen is juist het tegendeel liet geval. De Vrouw j van den Man had het ook niet. Als ze, bij voorbeeld, maar even over haar tuinmuur keek, zeiden de dames dat ze naar mannen loerde. Ze beklaagde zich dan ook dat ze i niet eens haar eigen vrienden kiezen mocht. Wanneer ze met haar groote, witte mof tegen haar mondje, on met haar blauwe oogen u aanziende, dit half pruilend uitbracht, dan hadt gij een gevoel, alsof ze erg verongelijkt werd, en dat die dames niet wijs waren. Bespottelijk ! Zij kon niet omgaan met Nummer Drie' zooals ze het wilde, en het ;' schepseltje, was zóó, dat, ze evenmin tevreden zou geweest zijn in het omgekeerde geval. Ze wierp graag den mantel van 't romaneske over 't gewoonste wat. zo deed. Na twee maanden samen te hebben paardgereden, eerst om .Jakko, toen naar Klvscum, Seuntner llill. Onservatorv Hill, toon onder ./utogh, en eindelijk in liet donker ('ark ' lload op en neer tot aan Tara Devi, zeide zij tot Nummer Drie: Frank, men zegt dat wij te veel samen zijn ; wat zijn de mensehen toch vervelend !" ] Nummer Drie plukte aan zijn kncveltje en zei dat de mensehen naar de maan konden loopen. .Maar het is niet bij praten gebleven ze hebben geschreven aan mijn man ge schreven ik weet het zeker,'' zei de Vrouw van den .Man, terwijl zij een brief uit den zak haalde en hem aan Nummer Drie gaf. ! Het was een eerlijke brief', van een eer- : lijk man, die zich in de vlakte braden liet : voor twee honderd ropijen 's maands (want acht honderd vijftig- zonderde hij af voor zijn vrouw) in een zijden, kabaaitje en een katoenen broek. Hij schreef' dat zij er wel > niet bij denken zou hoe gevaarlijk het was deze hem nauwelijks twee jaren geleden speelde. Voor eene kleine natie met slechte finan ciën zijn Delyannis en Trikoepis beiden vrij gevaarlijke ministers. Beiden vleien den volkshajtstocht door het Pan-Hellenisme te hul digen, maar Delyannis gaat daarbij in den regel onvoorzichtiger en uitdagender (e werk dan Trikoepis. De eerste verkwist 's lands gelden aan oorlogstoerustingen, die onmogelijk tot een goed resultaat kunnen leiden en de rust van het Oosten bedreigen; de tweede verspilt het aan openbare werken van pro blematisch nut, waardoor hij de gunst der kiezers tracht te behouden. De eerste bracht het door zijne aanmatigende verklaring, dat Griekenland zich door de gebeurtenissen in Bulgarije gedwongen zag zijn eigen belangen te behartigen, zoover, dat de Europeesche mogendheden, bij wijze van politiemaatregel, de kust van Griekenland blokkeerden. De tweede geraakte drie jaar later eveneens op den verkeerden weg, toen hij van de mo gendheden eischte, dat deze troepen naar ('reta zouden zenden om daar de orde te handhaven, en er de bedreiging bijvoegde, dat Griekenland anders energieke maatrege len zou nemen. Trikoepis bekeerde zich echter gelukkig nog tijdig van de dwa'ïngeu zijns wegs, en bleek daardoor voor den Europeesehen vrede minder gevaarlijk te zijn dan Delyannis. Met het oog hierop is er dan ook wel iets te zeggen ter verdedi ging van koning Gcorge's ongewonen stap, die wel niet met de letter, maar zeker met den geest der grondwet in strijd was. Kunst en Letteren. HET TOOXEEL TE AMSTERDAM. Grand Théa're (Tivoli-gezelschap uit Rotterdam): H«mlet. Het gezelschap van den Tivoli-schouwlmrg te Rotterdam bracht Dinsdag 17 en Woensdag 18 dezer Shakespeare's Hamlet in het Grand ThéiUre voor het voetlicht. De heer W. C. Roijaards ver vulde de titelrol. Hoe komt het. dat de vertoonirg van der treurspelen treurspel op mij waarschijnlijk op velen weinig indruk maakte? Hoe komt dit, terwijl het mij waarschijnlijk weder velen hij iedere nieuwe lezing in steeds klimmende mate aangrijpt en ontroert? Wie droeg de schuld? Het treurspel of de vertolking? Zoo beide, wie in de eerste, wie in de voor naamste plaats? ais haar naam zoo dikwijls in n adem met dien van Nummer Drie genoemd werd; dat zij nog te veel een kind was om het onvoor zichtige hiervan in te zien; dat hij, haar man, wel de laatste in de wereld was om haar uit jalouzie haar kleine genoegens te ontnemen, maar dat hij het toch beter vond als zij, ook om zijnentwil, den omgang met Nummer Drie liet varen. De brief' was har telijk en innig; Nummer Drie had er wezen lijk schik in. Hij en Zij hadden er zoo'n pret over, dat gij hen, terwijl hun paarden met de koppen dicht bijeen langzaam voortsjokten, op een afstand van vijftig nieter had kunnen zien schudden van 't lachen. Wat ze zeiden is de moeite van 't ver melden niet waard. Het resultaat er van was, dat niemand den volgenden dag de Vrouw van den Man en Nummer Drie te zamen zag. Ze waren naar de begraafplaats gegaan, waar de bewoners van Simla ge woonlijk niet komen zoolang ze er niet noodig hebben. Een begrafenis te Simla, met den domin te paard, de familieleden te paard, de kist, die, terwijl hij op de schouders der dragers rust, een akelig piepend geluid doet hooren, is een van de somberste dingen die ik ken, vooral als de stoet voorbij het Ilockeliffe Hotel gaat, waar nooit zon komt, en al de bergstroomen een somber klaaglied aanheffen onder het neerstorten in de vallei. Hier en daar ziet men de graven goed verzorgd, maar wij worden in Indiëzoo dikwijls overgeplaatst, dat, na verloop van twee jaar, de dooden geen vrienden meer hebben, alleen kennissen, die het veel te druk hebben, dan dat zij nog den berg opgaan om naar vroegere reisgenooten om te kijken. Het denkbeeld om een kerkhof' als plaats van rendez-vous te gebruiken, kan dit voelt ieder alleen van een vrouw uitgaan. Een rnan zou eenvoudig gezegd hebben: »Laat de mensehen praten. We zullen naar de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl