De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 22 mei pagina 4

22 mei 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.778 slechts nog n landschap in het museum te Emden bekend. Jammer is het, dat het mooie stukje van Rei nier Nooms gez. Zeeman, een gezicht op de Zuiderkerk 1659, te duur ging (en 3150 M. was werkelijk te duur) om naar Amsterdam teruggebracht te kunnen worden. Op de verk. coll. prins P. Troubetzkoy, te Parijs 3 Mei gehouden, werden onder meer de volgende Hollandsche schilderijen verkocht. Twee landschappen van Jan van Goyen (2100 en 1350 frs), Interieur van Pieter de Hooch (1600 frs), Mansportret van Anthonie Palamedesz (1220 frs), Landschap met boerenhut van Jan Wijnants (4000 frs), Een heer bezig met zijn toilet, door Adr. van de Venne (460 fr«), van denzelfde, Rondtrekkende muzikanten (350 frs) enz. De coll. Sciarra te Rome treft hetzelfde lot als de coll. Borghese. De schilderyen waren voor een groot gedeelte al naar Parijs gevoerd om daar verkocht te worden, toen er op verzoek van de Italiaansche regeering beslag op gelegd werd. Thans is dit echter opgeheven, en zullen de kunstwerken waarschijnlijk binnen kort onder den hamer komen. 30 en 31 Mei zal in de Galerie Sedelmeyer te Parys de verzameling oude en nieuwe schilderijen verkocht worden, door de heeren Haro bijeenge bracht. Onder de oud-Hollandsche werken treffen we menig belangrijk schilderij aan. Vooreerst een portret van Rembrandt van 1632, dat volgens den catalogus zijn Saskia, volgens Dr. Bode en Dutuit Rembrandt's zuster moet voorstellen. Het beeft vroeger toebehoord aan den groothertog van Hessen-Kassei en aan den graaf de Reisset. Een ander aan Rembrandt toegeschreven werk van 1637 stelt de rust van de Heilige Familie op de vlucht naar Egypte voor, en komt uit de coll. Aguado de las Marismas. Het is bekend uit een gravure van Mauduit. Voorts: Willem van Aelst, Doode vogels; Ferd. Bol, Diens eigen portret 1659; Corn. Cornelisz. van Haarlem, Manskop (uit de coll. Schönborn ?te Pommersfelden); Philips van Dijk, Susanna en de twee grijsaards 1721 (coll. van Brienen); Jan v. Goyen, Landschap bij Haarlem 1630 (coll. Angerstein en Courtin, gegraveerd door G. Greux); dezelfde, Riviergezicht 1631; Jan Davidsz. de Heem, Bloemstuk (coll. Schó'nborn te Pommers felden): M. Hobbema, Duingezicht: Jan van Huysum, Bloemen (coll. Schönborn Pommersfelden) ; Willem van Mieris, Danaë, Abraham Mignon, Diens eigen portret (komt me zeer verdacht voorj; Is. van Ostade, Het slachten van een varken (coll. Courtin, gegraveerd door Courtry); dezelfde, Boerenbinnenhuis; Paulus Potter, Windhond (coll. graaf de la Béraudière); Jac. v. Ruisdael, Winter landschap (coll. Smitb, Stanley, Munro, Peel, Demidoff en Courtin, gegraveerd door Lucas.) The Atdiquary deelt mede dat prof. Halbherr op een studiereis te Pompeii in twee muurschil deringen de portretten van Virgilius en Horatius herkend heeft. Beiden houden een rol in de hand, op de eene staat de naam van Homerus, op de andere die van Sappho. In de Poll Mail Gasette staat een interessant artikel How long will«our pictures last?" In vorige eeuwen, toen de schilder zelf zijn verven mengde, dit ten minste altijd onder zijn toezicht gebeurde, had de kunstenaar een vrij groote zekerheid, dat zijn kleuren in werkelijk-heid de eeuwen zouden trotseeren, en toch is het groen op een stukje van Gabriel Metsu in het Mauritshuis te 's Gravenhage blauw geworden, is het op bijna alle werken van Paulus Potter ver bleekt, en werd het op de landschappen van Jac. van Ruisdael bijna zwart. De schilderijen uit het begin dezer eeuw zijn veelal nu riog niet droog, wat bijv. op sommige werken van Kruseman allergrappigste gevolgen gehad heeft. En dat, terwijl de schilderijen uit de vijftiende en zestiende eeuw niets van hun oorspronkelijke frisschheid verloren hebben. Een fabrikant in de buurt van Londen is bezig, de middelen te bestudeeren, die die oude schil ders aangewend hebben, en heeft de vaste over tuiging, dat hij tot verrassende resultaten komen zal. J. A. Jochems, Beschrijving der prenten van de Historische Verzameling der Schutterij te Amsterdam. Amsterdam 1892. 8". Wat rustelooze ijver en taai geduld vermogen wordt wel bewezen door den heer Jochems, kapi tein-adjudant van het regiment schutterij. Nog geen acht jaar geleden werd het plan geopperd een Historische Verzameling der Schutterij" aan te leggen, en nu reeds kan op resultaten gewezen worden, als o.a. in dezen met zorg bewerkten ca talogus zijn» neergelegd. Toch ontbreekt nog het een en ander, maar ieder verzamelaar die kennis maakt met de wijze waarop de heer Jochems zijn schatten bewaart en voor wetenschappelijk onder zoek toegankelijk maakt, zal zich zeker haasten, uit zijn eigen collectie iets af te zonderen. E. W. Moi-:s. Uit Zürich wordt gemeld, dat de beroemde schilder Arnold Böcklin Dinsdag cene beroerte heeft gekregen, die hem aan de eene zijde geheel verlamde. Zürichsche bladen vreesden, dat hij binnen kort aan de gevolgen zou overlijden. Naar latere berichten meenen de dokters, dat Riïcklin nog wel jaren leven kan; zoodra zijn toestand het toelaat, zal men hem naar. Italiëzenden. Böcklin is 65 jaar oud. Ned. Toonl'iitiftendars- Verecmf/itiff. Woensdag en Donderdag 25 en 26 Mei zal te Utrecht de jaarlijksche Algemeene Vergadering plaats hebben van bovengenoemde vereeniging. Bij die gelegen heid wordt een tweedaagsch muziekfeest gegeven dat belooft zeer belangrijk te zullen zijn, Op den eersten avond zal voor het eerst worden ten gehoore gebracht Jalmh's Wrnak, gedicht van Boele van Ilersbroek, muziek van G. Nicolaï, (president der N. T. Vereeniging). Dit werk (het 50ste van den bekenden meester Nicolaï, wordt met groote zorg voorbereid. Een koor van ongeveer 200 leden, benevens een kinderkoor en het Utrechtsche symphonie-orkest, belangrijk versterkt, zullen medewerken. Op den tweeden dag zullen compositien van de Utrechtsche kunstenaars Ruygrok en Wagenaar worden uitgevoerd, terwijl als solisten zullen op treden mevr. Lydia Holm uit Weimar, mevr. L. Veerman-Bekker uit Utrecht, mpj. Hecker en de H H. A. Spoel en Th. J. uit 's Gravenhage, de heer J. J. Rogmans uit Amsterdam en Henri Petri nit Dresden. Dinsdagmiddag zal eene openbare'orgelbespeling door de heeren Joh. Wagenaar en W. Petri in den Domkerk gegeven v, orlen. De heer M. W. Petri, corresppndeerend lid; heelt dit muziekfeest ingericht en voorbereid. Naar men verneemt zullen zeer vele toonkunstenaars dit feest bijwonen, dat door eene nieuwe uitgebreide compositie van Nicolaïgroote beteekenis verkrijgt. Hans von Biïlow, steeds //fort en gueulc", heeft weder een zijner ergerlrjkhcdcn gezegd. Men her innert zich zijn curieuze speech omtrent Beet hoven's Eroïca en vorst Bismarok. De Xci'c /<ilschrift filr Mimik te Leipzig had gemeend dat von Bülow niet het recht had,de symplionic van een ander aan Bismarck te wijden, en er daarenboven op gewezen dat het werk op den //dood" van een held gecomponeerd was. Hans von Bülow antwoordt daarop in een inge zonden stuk aan de redactie van het Musikiilini'lii's Wwhenbldtl. te Leipzig: //Zeer gic.'rds lieer! Vindt ge dat niet al te do) 'i De Ne/ie '/i-it*rlii-ij'l fiir Mimik schrijft : Beethoven componeerde de symphonie xn l la Morte eftin ernï(op den dood van een held). Zulke journalist cn-onwetendheid-brutaliteit overtreft al wat tot nog toe vertoond is ! En mijn bescheiden persoon, die behoorlijk naar de oorspronkelijke partituur citeert: simfonia eroica composta per festeggiare il sovvenire d'un grand nomo, wordt door dezen windbuil van leugen be schuldigd ! Proh pudor ! kunt gij liet, mij kwalijk nemen, dat ik uwe //zeestad" onder zulke arinstandighedcn levenslang met evenveel enthousiasme zal vermijden, als liet perfide lukeieiiaehterklapuest Dresden? Hoogachtend uw 11. v. Bülow." Naar men ons bericht, zal, met den aanvang van den nieuwen cursus, mej. Tonia Bastiaans uit Haarlem als leerares voor den zang worden ver bonden aan het Conservatorium der At'deelirig Amsterdam van de Maatschappij tof lierorder int) der Toonkunst. Deze benoeming is geschied met het oog op de wenschelijkheid om de taak te ver lichten van den hoofdleeraar voor den zang en de'dramatische klasse den heer Joh. M. Messchaert, in verband met het veelvuldig optreden van den gevierden zanger op concerten in het binnen- en het buitenland. De heer Mesecbaert blijft zich echter belasten met het onderwijs in de hoogste zaïigklasso i'dic van den derden cursus), die dan meer bepaald aan de oefeningen in voordracht zal worden ge wijd. Ook de dramatische klasse blijft onder de leiding van den heer Messchaert. Door den heer 11. \V. P. de Vries, \Varmoesstraat 1~'2 te Amsterdam, zullen op Maandag ;2'ïo l Mei in veiling gebracht worden de boeken over rechtsgeleerdheid en staatswetenschappen, sociale wetenschappen, a.lgcineene en vaderlamlscbc geschiedenis, taal- en letterkunde, kunstgeschiede nis, archaeologie, benevens eeuige fraaie plaat werken, boekenkasten enz., nagelaten door de heeren mr. L. R.eitsma. kantonrechter te Sneek, mr. J. Soiitendain, archivaris van Delft, J. K. Saclise te Haarlem, ds. II, Vales te Amsterdam en 1). llenriques de Cas1.ro D/, te Amsterdam. De boeken zijn te bezichtigen 20 en il Mei van 10?.'! ure. DK WEKNER TENTOONSTELLING. De tentoonstelling voor tooneel en muziek, thans te Weenen geopend, is oorspronkelijk uit een zeer bescheiden plan ontstaan. Bij den Mozartgedenkdag in 1891 had men te Weenen een kleine tentoonstelling van muziekinstrumenten, autogra fen, oude drukken en portretten willen houden, maar men was er wat laat mee en onder de be sprekingen erover werd het plan al meer uitge. breid. Waarom enkel muziek en niet ook tooneel 'f Waarom enkel Weener, enkel Oostenrijksch, en riet internationaal? Langzamerhand werd prinses Metternich steeds warmer voor het plan en wist er steeds meer sympathieën voor te vereenigen; vooral toen besloten was, dat het historische een gedeelte, maar het levende, de reeks van uitvoe ringen, voorstellingen en concerten, het andere gedeelte zou vormen. Met prinses Metternicli is de ziel van de ten toonstelling eene gravin Kiclmannsegg; president is markgraaf Pallavicini: voor het ordenen der ingezonden voorwerpen heeft vooral professor Adlcr zich verdienstelijk gemaakt. De tentoon stelling kan men in tweeën verdeeld achten; in het park amusement, in de rotonde de wetenschap. De rotonde binnentredende en links gaande vindt men achtereenvolgens, wat muziek betreft: 1. De ethnographische muziektentoonstelling. wonderlijke en primitieve instrumenten ; documen ten der voorchristelijke muziek, o. a, een papvrusrol die tekst en partituur, instrumentaal- en ! voeaalnotecring bevat van een koor uit do tragej die Orexlc*; liij behoort tot den papyrus Erxl hcrzog llainer'' en is uit het begin onzer jaar telling. Voorts de muziek-thcorotici en historici van Griekenland. Van lïome met veel: van de Middeleeuwen des te meer. wel een hon derdtal Heilige Caecilia's, talloeze handschrif ten van (ircgoriaariseh gezang, neumen, koraalmuziek, mersuraalmuzick. ook met prachtige minia turen. Minnezang en moestergezang; een l iederboek van den Tiroler minnczanger Oswald van Wolkenstein, uit de collectie van den keizer; een antiphonarium van Matthias ('orvinus. '2. Het eerste stadium der eontrapnnetische muziek, de Nederlanders, liet Oostenrijkse!] mini sterie van Onderwijs hoeft daarvoor den beroemden Tridentiner Codex, het licderhoek van Johann Wiser te Trient, afgestaan. Belangrijk zijn de opvolgende proeven van notendruk; liturgische werken met gedrukte balken en geschreven noten, dan gestempelde noten, eindelijk houtsnede, en daarna metalen typen, waarvoor Ottavio Fetrucci te Venetiëin 1498 pauselijk octrooi verkreeg. 3. Begin van opera en oratorium; interessante Italiaansche madrigalen, eerste drararnainmusica". De koninklijke bibliotheek te Berlijn zond daarvan fraaie documenten in, de Kuridtcc VT600) van Caccini en die van Peri, de Oi'feo van Monteverde (1(107); voorts is er in dien tijd een Hamburger groep on een bloeiperiode der Ncderlandsche muziek onder Orlando Lasso aan het Beiersche hof. 4. Instrumentaalmuziek, orgel cri klavier in de XVHe en XVlIIe eeuw; hierbij behooren vier afzonderlijke tentoonstellingen: die van het ko ninklijk museum van muziekinstrumenten te Berlijn, de collectie Italiaansche instrumenten van baron Nathaniel de Rotschild, die van aartshertog Frans F< rdinand d'Este en eene collectie beroemde violen, eigendom van den Weener instrumentma ker Zach. De afdeeling gaat met Bach en Iliindel tot de volgende over. 5. In deze afdeeling schitteren Ilaydn, Mozarf, Beethoven en Sctmbert; zij is vol reliq'iiün, docu menten, herinneringen, brieven, autographen, por tretten, gehecle opera's in manuscript. Afzonder- j lijk van deze is do achttiende eeuw der Italianen in Duitschlami gehouden; l'crpora. Hasse, Salieri, Scarlatti, en zoo gaat men langzamerhand in den nieuweren tijd over, waar de namen en merk waardigheden te vele zijn om te vermelden. Over Liszt is er veel uit Budapest en Wcimar geko men ; van Meyerheer is er een interessant kin derportret; voor Wagner is een afzonderlijk pavil joen in den tuin opgericht; men heeft op deze j wijze vol tact de quaesüe der préscance ontdoken. Naarmate men in later tijd komt, worden de por tretten en souvenirs van componisten, zangers en zangeressen, virtunzen enz. ontelbaar. 6. Een geheel eigenaardige afdeeling vormt het Intérieur Ilabsburg-Lotharingen", geheel ge wijd aan de vorsten uit de Oostenrijksche regeeringsfamilie die aan muziek deden, en dit waren er zeer vele. Er zijn portretten bij van Maximiliaan I en II. Ferdinand I en III, Leopold I, Jozef l, Karel VI, Maria Therosia. Jozef II, Frans l, ook verschillende composities van Oos tenrijksche vorsten, voorts het spinet van Maria Theresia, de harp van Marie Antoinette, de luit van Jozef l, de cither van Keizerin Elisabeth. Dit alles geldt alleen de voornaamste afdeeling, Oostenrijk en Duitschland; afzonderlijk zijn Frank rijk, Italië, Rusland, Engeland en de muzikale paedagogie ingekwartierd. TERUGKEER van C. S i' n o T T i. K u. i De oude Loni van Durmbach en de jonge Censi j zitten nog laat in don nacht op, en vlechten een krans. Op de gezichten kan men de blijde ver wachting lezen, die de vingert; zoo vlug maakt. Morgen is het immers de eerste Mei, do dag, waarop Toni geregeld naar huis keert, om den zomer thuis bij moeder in het Silzdal door te brengen. Trotsch mochten de vrouwen wel zijn op (ion knaap, de eene als moeder en de andere ais verloofde; want al sedert zij hun communie gedaan hadden, had Toni zich ain Censi gehou den, de frissche Censi van den berg daarboven, de eenige dochter van den ouden Haldenboer. Ja, trotsch inderdaad, want men zou ver in het gcgebergte kunnen gaan zoeken, vóór dat men een tweeden vond, zoo knap. zoo rijzig als een jonge den, een die zulk mooi kroesbaar, zulke twee schit terende oogen. zulk een brutaal opgckruiden snor, en zulke frissche roode wangen had. En daarbij had de lieve God hem een stem in de keel ge geven. De Fennhalder, die in den zomer de her berg te Waldbach houdt, heeft hem maar eens behoeven te hoeren, om hcrn terstond blank geld te bieden, wanneer hij met hem meeging, dat is met de Silzthaler volkszangers", die in den winter van stad tot stad meestal voor het uitnmntendst publiek concerten geven. De knappe Toni" was weldra do ster. waarnaar de voornaam: ste stadsdamcs niet lorgnet en tooneclkijker be: gcerig blozend keken. Daarbij was hij braaf en : trouw gebleven, want om de veertien dagen onti ving de oude Loni eene rijkelijke som gelds, zooi dat zij al de akkers rondom het huis te DurmI bach had kunnen koopen en het zeer goed had f op baar ouden dag. lieden hadden de vrouwen nog een ander onder werp tot bespreking dan Toni. Gisteren al v.-as er in het houtvestersbuis een zomergast aange komen, cene jonge weduwe, barones Schirmer. Wie baar gezien had, kon er niet genoeg van vertellen.'hoe mooi en hoe vriendelijk /.ij was, en dat /ij met iedereen zoo gemeenzaam omging. Voor den eersten keer in de/e Meimaand gaat de zon boven de bergkcten op daar klinkt uit liet woud Toni's bekende welkomstgalm. De beide vrouwen zijn met kloppende harten opge sprongen. Dat was hij.... en toch, wat lag er dan toch in den. kreet, alsof hij dien bad moeten -iii l persen, als kwam hij niet van harte. Schoon en stralend, zooals buiten de Mei, trad de j^nge man de deur binnen en hij was aardig en vriendelijk en (och. en toch! liet meisje kun In 't geheel niet vroolijk zijn, toen hij zoo /onderling vroolijk riep: Kijk ('enserl. dat is aardig, dat je om mij te verwelkomen van den berg zij t gekomen!' Tiien hij vcnoljjcns aan tafel zat, voornaam en rechtop al- ee'.i stail>hef-r. en gevraagd bad. vrat er voor nieuws in de Silz was. hoorde hij ook van de vroege zomergast. Toni':; nies viei juist oji dm grond en toen hij er haastig naar bukte, schoot hem het bloed in volle stroomen naar het gelaat. ik ken de, barones," /eide hij vervolgens op een bijr.a wij 'nebben menigmaal (c zarucn gemusiceerd en hier zi.u /ij mij ook wel gaarne dikwijls in het hout\XMersliuis zien.'1 Nu eerst bemerkte i 'cnsi dat aan i'oiii'.- vin ger een rii'c i'c.rkehle, met een prachtigcn ,-,tcen er in, en In bet hart gevoelde /ij een brandende pijn. zij wist niet waarom. Toni echter w u* niet meer te hou 'en, toen het avond werd ; want toen moest hij naar het houtvestershuis, dat 's avonds schitterde en fonkelde als een kapel bij een feest. Dan klonk zijn stem in de avondlucht en eene zilver-heldere vrouwen stem mengde zich ermee en de Silzthalers ver drongen zich tot ver in den nacht rondom het klinkende, zingende huis Kwam Toni thuis, dan gloeiden zijne wangen, en fonkelden zijne oogen. Zoo kwam ook de kermisdag. Dezen keer moest er achter den Reichsadler" op de weide gedanst worden. Zooals alle jaren was ook Censi van de bergen afgedaald, knapper, maar ook bleeker dan vroeger, liet was baar als een steek midden door de borst, toen Loni haar verlegen mededeelde, dat zij mot haar alleen naar den dansvloer moest gaan, omdat Toni beloofd had, de barones naar de' leest.plaats te geleiden. Statig kwam zij aan zijn arm aangestapt gelijk eeno bruid -- en daarbij in de Silzthaler kleederdracht zooals de vrouwen van de streek, maar honderdmaal schooner dan die alle. Toen de violen invielen, vloog zij in zijn arm rond, licht als een veer in den wind, en zoo prachtig draaiden en zweefden beide, dat al de andere paren het dansen lieten varen en nieuwsgierig en verbaasd naar de danskunstenaars keken. Met blozende wangen en vliegenden adem kwam zij aan de tafel, waar de beide vrouwen zaten. Dat is myne moeder en dat is 'mijn nicht Censi" en de barones strekte vriendelijk glim lachend eene hjne witte hand, waaraan een zware gouden armband schitterde, naar beide uit. Thans had een knecht uit het houtvestershuis eon mand met tiesschen, met gouden hals gebracht, en weldra parelde in zonderlinge glazen een zoete, prikkelende wijn. Loni moest drinken, en ook Censi, en met allen klonk de schoone vrouw, het laatst met Toni. Censi zag hoe daarbij de blikken zich in elkander hechten, hoe de vonken uit de oogen spatten, hoe de handen onder de tafel elkander aanraakten. Snel stond zij op, en vóór dat Loni het nog begrepen had, ijlde het meisje met haastige schreden naar de bergen toe. Van daar ginds klonken de vedels en knalden de kurken. # * * Mei was weder gekomen, maar voor den eersten keer Ton; niet. Hij zong dit jaar in een bad plaats aan zee, had hij onlangs geschreven en daarbij een groote som gelds gezonden. Da oude Loni echter knielde neder voor de heilige Maagd en bad. Ken 'narde winter volgde op den zomer. In plaats van sneeuw en ijs regen en niets dan regen, die neerstroomde en het geheele Silzthal in een bruinrooden plas veranderde. Erger dan ooit sloeg het water tegen de ruiten, toen er geklopt werd, en Censi, tot op de huid doornat, binnentrad. Daar haar oude vader geen stap zelfs meer doen kon, was zij naar de stad gegaan, waar het bureau van den opzichter van den waterstaat was. liet zag er erg uit in de bergen; uit de rotsen rondom braken dagelijks nieuwe beken en watervallen te voorschijn, daar de Mandelzee boven aan het overloopen was, en de Thomaswand was gisteren ten decle met een luid gekraak ingestort. De heeren hadden de schouders opgehaald, de inspectie zou binnen eenigo weken beginnen, men zou overigens iemand zenden, om naar den staat van zaken komen te zien. Weldra was het gesprek tusschen de vrouwen uit; over Toni werd nooit gesproken en wanneer hunne blikken elkander soms ontmoetten, dan sloegen zij ze neder en werden rood en bleek. Wanneer zij Toni op hetzelfde oogenblik eens hadden kunnen zien! .. . . Ook boven het prachtige Weenen stroomde de regen onophoudelijk neder. Toch stond Toni sedert een uur tegen den muur van een buis geleund en loerde naar de helder verlichte villa aan den overkant. Eindelijk was de portier in de buurt een boodschap gaan doen, en de jonge man sloop behendig de poort binnen, vloog de tiap op en stond plotseling boven in den helder verlichten salon. Uit zijne oogen schoot vuur, de adem siste door de tanden. Om godswil. Toni," riep de barones verbleokend. Wat moet dat beteekenen ? ge weef, dat ge hier niet meer moogt binnenkomen, dat het tot het ergste zou kunnen komen, wanneer mijn bruidegom, de majoor, je zag." Toni was dicht tot haar genaderd; zijne ijzeren handen omklemden haren arm, zijn gloeiende adem raakte bare wangen. Wat gij. gij wilt me buiten sluiten, wegjagen, omdat ge genoeg met me gespeeld hebt. o. ge kent Toni niet, mij behoort ge en aan mij blijft, ge behooren, al ?waart ge honderdmaal eene barones " Hij kon niet verder spreken van woede. Tot dicht tegen den muur had hij de sidderende vrouw gedrongen ; daar gelukte het haar echter, een arm vrij te krijgen en de knop van de electrische schel' te bereiken. .,-Jean. Valentin por tier !" Deze kwamen en tot Toni's engeluk ook de majoor. Met nog eens zoe/velen zou hij het klaar hebben gespeeld, maar de woede maakte hem geheel e;n al blind, zomlat bij zwaaide als een dronkaard. Vuisten pakten hom aan en daar lag hij plotseling in den modder en sloeg als een razende om zich heen. I'Iotscling sprong hij op : Naar den Don au. naar den Donau !'' bad 't in zijn binnenste geklonken. Maar hij kwam niet tot aan de rivier. Uit een helder verlicht lokaal klonk liet gezang vau een schelle1 vrouwenstem. glazen rinkelden en bravo" werd er gebruld. Aan de eerste de beste tafel liet hij zieii neer vallen en bestelde champagne, twee li'^schcn in eens, on weldra had hij een vroolijk gezelschap. Hij was zoo dol, zoo dol, de mooie Toni. de/en nacht! * * Weer en weer ia< Loni den bricl, en dikke' tranen vielen op het papier. Wat had Toni ge schreven ''. Hartelijk geliefde moeder' Ik heli u slechts willen berichten, dat ik thuis kmn. Maar liet zal geen groofe vreugd'- Bezeil bij bet weerzien, want ik ben ziek naar lichaam eu /iel, en ik wil alloen naar buis, om me bij u te kunnen ncderleggen en te komen sterven, want sterven moet ik, dat weet ik te goed. U hebt 't

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl