Historisch Archief 1877-1940
N*. 779
DE AMSTEKDAMMER
A°. 1892.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Dit nommer bevat twee Platen.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 29 Mei,
Abonnement per 3 maanden /'1.50, fr. p. post/1 1.65
Voor Indiëper jaar n mail 12.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.125
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel ^ 0.40
I N B O U D :
VAN VEREE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON : In de bank van leening, schets door
Charlotte A. de Vries. Een opheldering.
Praatjes over Rusland uit Rusland, door M. J.
Brieven uit Utrecht, door Giese van den Dom, III
KUNSTEN LETTEREN: Het tooneel te
Amsterdam, door H. J. M. Muziek in de
hoofdstad, door Van Milligen. Aanteekeningen
Schilderkunst, door V. Ethische fragmenten,
beoordeeld door Dr. G. W. Kernkamp. VA
RIA. SCHAAKSPEL. WETENSCHAP:
Geneeskundige en hygiënische mengelingen.
De groote tabaksfabriek te Constantinopel. De
weg tot de onsterfelijkheid, I. Voor Dames,
door E-e. ALLERLEI. RECLAMES
PEN- EN POTLOODKRASSEN. AD
VERTENTIEN.
BIJVOEGSEL: Bekende Tijdgenooten, XIII.
Louis Couperus.
Van verre en van
naby
De koningin van Engeland heeft op 24
Mei haren 73-steu verjaardag gevierd, en
twee dagen later vierden de koning en
de koningin van Denemarken hunne gouden
bruiloft,
De eerste feestdag kenmerkte zich door
niets buitengewoons. Er werd gevlagd en
geparadeerd, eenige dozijnen personen wer
den in den adelstand verheven en de cou
ranten bevatten toepasselijke artikelen. Deze
laatsten waren in hun soort opmerkelijk.
Wat men in Engeland in koningin Victoria
prijst, is allereerst haar constitutioneele zin.
Die trouw aan eene ongeschreven grondwet
is der koningin niet altijd gemakkelijk ge
vallen. Zij heeft onder de Engelsche staats
lieden haar lievelingen gebnd, maar ook
haar antipathieën. Tot de laatsten behoorde
steeds de heer Gladstone, dien koningin
Victoria waarschijnlijk voor een roekeloos
man en een gevaarlijk politicus houdt.
Toch heeft zij meer dan eens den heer
Gladstone gesteund, zelfs tegen haar eigen
vrienden en geestverwanten, wanneer het
bleek, dat de door den premier gewenschte
hervormingen in overeenstemming waren
met den volkswensch. Van zulk ecne zelf
verloochening heeft zij blijken gegeven toen
meer dan een kwart eeuw geleden de lersche
(Anglikaansche) staatskerk werd opgeheven,
een maatregel, waartegen het conservatieve
Huis der Lords zich met hand en tand
Feuilleton.
In de Bank van Leening.
Schets door
CHARLOTTE A. DE VRIES.
Grijs en grauw hing de mistige
Januariavond over de stad.
In de breede straten werd de dikke damp
meer gevoeld, dan gezien, door het over
vloedige gas- en electrisch licht, dat van
weerskanten uit de winkelkasten naar buiten
viel; op grachten en pleinen schoten door
den natten nevel met moeite de armzalig
dunne stralen van het vl'ammetje in de
lantaarns dat, evenals een smeulend vonk je,
op regelmatige afstanden en hoogten iu de
lucht scheen te zweven.
In het groote, ongezellige kantoor van een
der stadsbanken van leening was de onaan
genaam vochtige atmosfeer,van daar buiten,
binnen gedrongen. Het gaslicht brandde laag
onder de groengeschilderde kap en de deur,
die door het vele open- en dichtdoen niet al
te best meer sloot, liet een sterken tocht door,
die den jongen man voor den lessenaar, aan
het venster, de handen in elkander deed wrij
ven, terwijl hij omkeek naar de kachel, die
met dit weer niet trekken wou.
Het was een stil uur. De meeste menschen
kwamen later in den avond; velen, om niet
te worden gezien.
Gelukkig, dat het stil was! Hij had
vandaag niet den minsten lust in zijn ar
beid, 't Zag er bij hem van binnen even grijs
en somber uit, als de doodsche gracht, waarop
hij het uitzicht had.
Hij leunde met de ellebogen op den
schrijflessenaar en hield zijn hoofd in de handen,
die door het dikke blonde haar woelden.
.«Verleden jaar om dezen tijd was het ook
verzette, en die door de koningin zelve werd
betreurd. Maar zoodra zich in het Parle
ment eene groote meerderheid had verklaard
voor deze opheffing, welker voor- en nadeeleu
reeds jaren lang waren overwogen en be
sproken, wist koningin Victoria wat haar
plicht was. Zij boog voor den volkswil, en
de ondervinding heeft geleerd, dat zij daar
door haar prestige niet heeft verminderd,
maar vermeerderd, en dat haar volk hare
pogingen, om een ernstig conflict tusschen
den aristocratische!! en den democratischen
tak der vertegenwoordiging te vermijden,
hoog heeft gewaardeerd. Het is die trouw
aan haren constitutioneelen plicht, die haar
in de oogen van do l'aüMail U;t,',ellc den
titel van »Grand Old Lady' waardig maakt,
een pendant van het voor Gladstone ge
bruikte »Grand Old Man",.een lof waaruit
de overtuiging spreekt, dat de koningin in
den ophanden zijnden verkiezingsstrijd eene
strikte onpartijdigheid zal in acht nemen.
Minder nauwgezet is Lord Salisbury, en
men kan hem hiervan geen verwijt, maken,
daar de koningin boven de partijen moet
staan en de premier door en door partijman
is. Zes jaren heeft de conservatieve heer
lijkheid geduurd, en nu zij haar einde nadert,
worden alle zeilen bijgezet. Lord Salisbury
heeft zijne troeven reeds uitgespeeld: hij
hield een vrij oppervlakkig pleidooi voor
fair tradc eene hall' protectionistische
politiek van represailles tegen frcc li'ude,
en hij dreigde met het verzet van het Huis
der Lords eii met oproer in het
Protestantsch-Unionistische Ulster tegen
Gladstone's Home /iV/f-politiek. Dergelijke be
dreigingen, door Gladstone voor eenige da
gen in hef Engelsrbe Pjii'l>;'iif-nt m-'!, jeugdig
vuur en onverzwakt re>leiiuar»-talcnt op de
kaak gesteld, kunnen veilig als bewijzen van
zwakheid worden beschouwd, en men kan er
zeker van zijn, dat de koningin, al is hare
sympathie aan den tegenwoordigen premier
verzekerd, diens gevaarlijke
verkiezingspolitiek niet zal steunen.
Kohing Christiaan van Denemarken vormt
in dit opzicht een scherpe tegenstelling met
koningin Victoria van Engeland. Sedert
zeventien jaren heeft hij, in strijd met den
duidelijk uitgesproken wil van de meerder
heid der Deensche natie, het ministerie
Estrup gehandhaafd, en daarbij zijn steun ge
zocht bij de Deenselie Eerste Kamer. Met
zulk akelig, griezelig weer!" zei hij in zich
zelf. «Dat het vandaag alweer een jaar ge- j
leden is van ons kind.... mijn vrouw kon het j
zich ook niet begrijpen. Ik had vanmorgen
met die goede ziel te doen...." Hij sprong
van zijn hooge kruk af' en pinkte met, n
vinger een verradelijken traan weg, Foei!
wat zijn dat nare heriuneringsdagen! Hè,
wat is het hier koud!" Hij draaide het j
licht van beide gasarmen een heel eind j
de hoogte in; pookte daarna langdurig j
kwaadaardig in de kachel, alsof hij het j
leed, waarvan hij vol was, op dat zwarte
meubel wilde wreken, mompelend: ,-Isu
morgen nog; dan zou ze waarachtig al tien
jaar geworden zijn! -- Ik word oud; hè!
was die dag maar om. Zulke dagen, ik merk j
het van daag, duren twee maal zoo lang." j
Hij trad voor het andere raam en trom- [
melde met zijn vingers tegen het glas. j
Diep in den kraag van jas en mantel j
gedoken, liepen in de vochtige, doordrin
gende' koude haastig eenige nienschen voor
bij ; onduidelijke figuren, die, zoodra ze voor
bij de groote deuren van de bank van lee- i
ning waren, plotseling als weggevaagd wer
den door den mist, waarin ze, als achter |
een goorwit gordijn verdwenen.
De deur van het kantoor werd langzaam
opcngeduwd en aarzelend trad een klein
meisje tot vóór het loket. ',
Een groote, rood met zwart geruite om- I
slagdoek was om het hoofd en de schouders
van het kind geslagen, dat, van de donkere
straat komende, met. de oogjes knipte tegen j
het gaslicht. Het aardige, vriendelijke go- j
zichtje asig vuurrood van de koude en liet
korte, donkere ponyhaar hing verwaaid en i
geheel uit de krul op het blanke voor- j
hoofdje neer. j
>AVat is er, kleine ?" vroeg de beambte, !
terwijl hij het gasarmpje bij het loket wat j
naar zich toe boog, zoodat het volle licht op j
het kind viel.
Geen antwoord. Het meisje keek be
schroomd voor zich eu frommelde met de
handjes onder den doek.
:>Kom je hier iets brengen ?" vroeg de
commies weder, die dacht, dat hij niet ver
staan was.
»Ja, mijnheer, ik kom Dicntje brengen !"
zei het kind.
i.YVat?" vroeg de blonde'man vriendelijk,
toen hij het heldere, zachte kinderstemmetje
hoorde.
»l)icntje, mijnheer!1' Meteen bracht ze
haar beide armpjes van onder den geruiten
doek te voorschijn, waarin een groote pop
lag, die ze daar waarschijnlijk voor het
slechte, ruwe weder beveiligd had en tilde
die zoo ver mogelijk in de hoogte. De was
sen kop kwam boven de toonbank uit en
het verkleurde, bleeke poppengezicht keek
door het loket den verbaasden commies aan.
»En waarom kom je mij die mooie pop
brengen" ?
. Omdat u me dan geld geeft en daar ga
ik dan gauw eieren en melk voor halen: dan
wordt moetje weer beter, heeft de dokter
gezegd".
»IIeeft moeder je hier heen gestuurd'' '?
vroeg de commies belangstellend, terwijl hij
de groote pop aannam, die voor de kleine,
naar boven gestrekte armpjes te zwaar
dreigde, te worden.
»Sst" ! zei het kind en legde haar vin
gertje tegen den mond: .-Moetje weet er
niets van. Moetje slaapt nou in de bed
stee ; ik heb het goed gezien en eventjes aan
de beddeplank gestooten, maar ze deed de
oogen niet open, ze sliep heusch. Toen heb
ik Dientje uit de vensterbank genomen en
toen ben ik heel stilletjes de trap afgegaan
om gauw hier naar toe te loopen".
De jonge man legde de pop een oogenblik
naast zich neer en keek met groote, ver
baasde oogen naar het aanvallige kind, dat,
na deze verklaring, verlegen met haai' vuistje
de letter der grondwet is 's Konings theorie,
dat hij met de Eerste Kamer zijn wil tegen
die van de eigenlijke volksvertegenwoordi
ging kan doordrijven, mogelijk in overeen
stemming te brengen; met den geest dier
grondwet zeker niet.
Indien desniettemin het gouden bruidspaar
zich mag verheugen in de persoonlijke gene
genheid der bevolking, dan zal de oorzaak
daarvan wel gezocht moeten worden in de
omstandigheid, dat koning Christiaan in den
aanvang zijner regeering met zijn volk
moeielijke tijden heeft doorgemaakt, en zich
afgezien van zijne halsstarrigheid in het con
stitutioneel conflict, als een beminnelijk en
eenvoudig man heeft doen kennen. Op den
troon gekomen krachtens een contract, waar
van de strekking, zooals Lord Palmerston
placht op te merken, alleen door dezen staats
man zelven, door Onzen Lieven Heer en door
n Duitsch professor werd begrepen, zag
koning Christiaan zich ai spoedig gesteld
tegenover eene coalitie van Oostenrijk en
Pruisen, die hem na een Moedigen strijd
i twee zijner schoonste provinciën, Sleeswijk
en Holstein, ontnam. De toen door de over
macht in naam der redenen van staat ge
slagen wonden zijn nog niet geheeld, maar
Denemarken's koning heeft het prestige zijner
kroon op eene zeer eigenaardige wijze her
steld. Alit lidla fjcntnt. Iu fr/i.r A «atria? inil/f
heette het indertijd. Koning Christiaan IX
heeft die spreuk voor Denemarken toepas
selijk gemaakt. Van zijne kinderen is de
oudste dochter gehuwd met den prins van
Wales, en dus bestemd om koningin van
i Engelai: l en keizerin van Indiëte worden ;
i de tweede dochter is keizerin van Rusland ;
| d" ?', vm is g',-iini;d met den hertog van
[ Cmnborlaml, den zoon van den vorignn koning
van Hannover, die veel kans heeft om het
hertogdom .Brunswijk terug te krijgen, als
hij zijne aanspraken op den Hannoverschen
koningstroon laat varen ; de tweede zoon is
sinds .18').'! koning van Griekenland en zag
zijn vernioedelijken opvolger een jaar geleden
in het huwelijk treden met de zuster van
| den Duitschen keizer; de jongste zoon heeft j
eene prinses van Orleans, de dochter van
den hertog van < 'hartres, tot vrouw.
Men moet over het algemeen niet te veel
waarde hechten aan dynastieke familiebe
trekkingen. Maar toch mag men veilig aan- |
nemen, dat de jaarlijksehe bijeenkomsten van
al deze gekroonde hoofden en
troonsopvolgers op het eenvoudig slot van Fredensborg
aan den Europeescheu vrede meer goed dan
kwaad hebben gedaan. Zeker is het, dat de
koning en de koningin van Denemarken zich
steeds beijverd hebben, om de harmonie
tusschen hunne kinderen en behuwdkinderen
niet door politieke belangen te doen versto
ren. Met name op den czar schijnt de oude
Deensche koning een gelukkigen invloed te
hebben, en het is zeker opmerkelijk, dat de
lang niet toeschietelijke Russische potentaat
ook nu weer uit het kasteel Fredensborg het
lang uitgestelde bezoek aan den jeugdigen.
Duitschen keizer zal brengen.
Op deze wijze beschouwd, is ook dit familie
feest niet zonder beteekenis voor de
Europeesche politiek.
EEN OPHELDERING.
Het weekblad de Amaterdammer bevat eene
geestige voorstelling van oen omberpartijtje der
heeren Tienhoven, Tak en Pierson. Daarop
annonceert de heer Pierson een sans prendre,
terwijl, volgens de plaatsing, de heer Tak voorzit
en nu na dezen eene vole declarée annonceert.
Is dit eene vergissing van den teekenaar
gelijk zif weieens met sabels en ridderorden
plegen of is de bedoeling inderdaad dat de
heer Pierson, door de indiening zijner belasting
wetten, vóór zijn beurt gesproken zoo hebben."
Het doet ons genoegen te zfen, dat de Amsl.
('t. mot zoo groote nauwgezetheid onze platen
beschouwt.
Op haar vraag antwoorden wij: nu, een ver
gissing van den heer Braakensiek Nvas dat niet-,
hij wilde te kennen geven, dat de heer Pierson
vi!ór zijn beurt gesproken heeft. Of eigenlijk nog
meer dan dit. En wel. dat het met het voorzitten
iu uit Xabijiut nooit iu don haak geweest is.
PRAATJES OVER RUSLAND UIT RUSLAND.
Mijnheer de Redacteur'.
Laat ik u nu eens een en ander vertellen'over
de manier waarop men in P^usland reist. On
langs maakte ik een tamelijk lange
binnenlandsche reis en volgde de goede gewoonte van vele
Russische heeren, een billet derde klasse te ne
men. Daar mot een fooi hier alles gedaan kan
worden, zonderen de conducteurs steeds een paar
coupes at' voor fatsoenlijk uitziende derde klasse
passagiers. Ongeveer ;s avonds ten tien ure stapte
ik iu den trein, doch trof het slecht. Ik ben an
tegen den mond gedrukt, hem stond aan te
kijken.
»En wist je dan zoo goed den weg hier
naar toe';'' vroeg bij vertrouwelijk.
O, ja, mijnheer! Ik ging altijd niet moe
der mee, als ze geld ging halen, toen vader
ziek was. En nou is moetje zelf ziek en nou
doe ik het ook!" was het naïve antwoord.
l »Waar is vader dan nu ?" vroeg de
bej ambte.
15ij onzen lieven Heer in den hemel!"
j klonk het zacht.
j Innerlijk bewogen had de beambte naar
j het kinderlijk gesnap geluisterd en den
geheelen samenhang van het vreemde feit be
vroed.
Ecu verhaal uit duizenden. God weet, hoe
vaak het kind reeds den somberen, treurigen
gang naar den Lommerd had medegemaakt.!
i Het had dan altijd gezien, dat moeder iets
j van haar mooiste bezittingen afstond en
daarvoor geld in de plaats kreeg. Xu kwam
het meisje alleen, om hetzelfde te doen en
i ze bracht het liefste, het mooiste wat ://'
bezat: baar pop, haar grootste schat
mis! seinen ! Dan kon moeder krijgen, wat ze
i volgens den dokter hebben moest, om aan
te sterken. Dat was dus het stuk van waarde.
dat beleend moest worden. Een stuk
speeli goed ! Hoe echt kinderlijk was die daad !
?«Hoe heet je, liefje, en hoe oud ben je?'1
vroeg hij, het kind een handje vragende.
»Annetje, mijnheer! Ik ben negen jaar!"
: Zoo, zoo ! En van wien heb je die mooie
pop gekregen ?''
»Van de kermis, van de mevrouw, waar
moeder gediend heeft."
»En hou je erg veel van Dientje?"
»0 ja, mijnheer! Ze is heel zoet, want ze
gaat altijd slapen, als ik 't zeg," was het
kinderlijk antwoord, terwijl ze den
vricndelijken man, ??die op dit oogenblik aan zijn
eigen verloren kind dacht, met glinste
rende oogjes aankeek.