De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 29 mei pagina 7

29 mei 1892 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 779 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Het Billiton-Contract. Mix. v. D... M: Wat ecu kokkert !_ MR. v. H .... x: Als -/A; er zoo een in mijn mond had. .. . Mi: ]j.. Y: U moet maar denken mevrouw, wat de dokter doet is welgedaan. MR. M....... s v. V N: Heusch, u zou er later last van gekregen hebben. DÉGOUDEN BRUIL.OFT VAN CHRISTIAAN THOMASVAER enLOUISE PIETEENEL. TllOMASVAER. Wel kind, dat wordt een feest! Wie had dat kunnen denken In twee-en-veertig, toen we trouwden met elkaar. PlETERNEL. We hadden 't krapjes toen, mijn beste Thomasvaer, Maar toch zoo goed! Ja, wat je als bruigom mij kondt schenken, Dat was niet veel, en ik bracht óók maar weinig mee. TIIÜMASVAER. En toch was 'k met mijn Hessisch vrouwtje erg tevree, Ze was. zoo lief, zoo huislijk. Later onze kindren PJETERXKL. Och ja, een heerlijk stel! Ik wou me graag vermindren Als ik hen allen weer zoo kalmpjes bij mij had Als op ons buitentje bij Göfctorp... TIIOJIAÖVAKR. Wat is dat/? Ik weet van puds, dat jij niet vies bent van een grapje Maar mij, mijn schatje, houdt je niet zoo licht voor 't lapje. .Bedenk eens: Alexandra England's koningin (De oude schoonmama zal 't niet zoo lang meer maken; Ze is niet zoo kras als jij), en Dagmar keizerin Van Rusland dat zijn geen verwerpelijke zaken, Dan onze oudste zoon... PlETERNEL. Xou, Cliris, dut heeft den tijd Ons land is jou als Koning nog in lang niet kwijt. TlIOMASVAER. Wel, 'k mag het lijen. Wat hij krijgt, is nog zoo kwaad niet Voor wie niet al te veel op hoogen rang en staat ziet. Maar vier-en-zestig zit me dwars nog ia de maag. Die lamme Pruisen... PIKTKRXKL. St! Daarover niets van daag, Denk aan neef Wilhelm, en aan ('uniberland z'n duitjes. TIIUMASVAKJ:. Xeef' Wilhelm, 't is wat moois! Och ja, die arme hüdjes, Die Thyra en haar man, ze zijn gemeen beroofd En hun ook heeft de Pruis een slechte kooi gestoofd ! PIKTERNEL. Kom, vader, laat van daag die oude grieven rusten ! THOMASVAER. Xou, kind, als jij het vraagt .. Ja, 'k moet soms heel wal, lusten Wat mij niet aanstaat. PIETERXKL. Och, dat hoort nou eens bij 't. vak, En daarom zei ik juist. .. TIIOMASVAKR. Neen, neen, dat was maar lak ! We zitten samen nou sinds vijftig jaar in t schuitje, En jij bent toch nog even moedig als m'n bruidje ? PlETERXEL, Ik wil het hopen. Maar 'k was laatst toch wat benauwd. TJIOMASVAER. Voor George, in Athene? Kom, dat's wel vertrouwd! PIETICRNEL. Gelukkig blijft nog Waldemar in onze woning. TIIOMASVAER. Xou ja, maar mettertijd wordt hij óók nog wel koning. PIETERNEL. In Bulgarije soms? Daar lijkt het me niet pluis. k hield hem met zijn Fransche vrouwtje liever t'huis. .Maar kijk. daar komen ze aan. TlIOMASVAER. Wie dan? PlF.TKRNEI/. Wel, onze kindren! Zet toch je bril op, man. als de oogen je gaan hindren. TUO.MASVAER. Zoo. zijn ze daar? Dan hond ik, voor de variatie Zelf op mijn gouden bruiloft nu eens de oratie. Frederik, mijn jongen, je zult het in je loven gemakkelijker hebben dan ik het gehad heb. Ik bon klein begonnen als oen ( Hiieksburg-Sonderburg (meer Sonderburg dan Gl cksburg, althans in 't begin i. Ik heb soms leelijk op mijn kop gehad, en met mijn Parlement leef ik ook niet altijd in de beste harmonie. Maar jij _ kunt. als je aan de beurt komt, goed beginnen on goed voortgaan. Ik heb je knap in de familie gestoken, en nu moet je maar zien. dat je de aflaire voortzet en haar als t kan nog moer in bloei brengt. Denk er aan, | je 'tand kan van je zwagers en schoonzusters veel pleizier hebben, maar het moet er geen [ last van krijgen. Albert Edward, mijn schoonzoon, je hebt; pas groot verdriet in je familie gehad. eu. daarom zal ik alleen maar zoggen: ik hoop, datje dat wat huiselijker zal maken. Op j.jj leeftijd moesten de baccara-spcllotjes en de ongetrouwde-heeren-pretjes wat minder aan trekkelijkheid voor je hebben. Maar je bent in je hart, een goede kerel, zoodat ik, als 'k lijd van loven heb. nog pleizier van je iioop te hebben. Alexander, mijn Russische schoonzoon, je ziet er kolossaal goed uit, zoo op 'l uiterlijk. Maar je constitutie zou ei' bij winnen, als je volk er óók een had. Denk daar eens over, J k zon over zijn goedo Dagmar (datje ze verdoopt hebt. heb ik altijd ongalant gevonden l on over mijn 'kleinkinderen hooi wat geruster zijn. als je niet. die afgezaagde rol van aut»<:raat bleeft spelen. Dat is niet /iit-ilr-x/ci-lc, mijn jongen, en al je coquetteerea met Frankrijk, ; waar ik ter wille vart Waldemar's vrouw geen kwaad van wil zeggen, maakt de zaak u.Vt beter. Als je het eens met een constitutie probeeren wilt. zal ik je Estrup leenen. Dan otn je zeker, dat je niet te veel toegeeft. Thyra en ('timborland. ik zie met genoegen, dat jelui tegenwoordig d^nkt: heoben is hebben en krijgen is de kunst. Ilannover en .Brunswijk krijg je toch niet, en wanneer ;-o nu zorgt, dat je eigen revenuen niet, meer voor de reptielen gebruikt worden, dan handel ;e in 't belang van je beurs on van de publieke moraliteit allebei. Wilhelm je zult je je ouden naam nog herinneren, al heet je nu George I, koning-ter Ilollonen dat scheelde laatst, toen je Dslyannis wegzondt, maar een haar breed, of j ' ! was er zelf je standje moe kwijt, geraakt! .!e zit in een moeielijk parket, met je Russische i on je Duitsehe familie. Kalm aan dat moet je leus zijn. Pan-Hellenisme is voor JDii ? al net zoo kwaad als l'an-Slavisine voor je zwager Alexander. Waldemar, mijn jongste jongen, je bent Goddank nog geen koning of keizer, en ik hoop mol je moeder, dat je het ook niet worden zult. Er is niet veel goede waar meer aan ?.!--. markt: de (.'oburgers hebben ons heel wat voor den nous weggekaapt. Eniin, wij kunnen tevreden zijn, en jij ook, want je vrouws familie heeft een aardig dubbeltje overgelegd. En nu aan tafel, jongelui! Dan kun je op mij en op de oude dame drinken. Ik wou je maar eerst zoggen, wat ik op 't hart had, want ik houd niet van zedepreeken Aan 't dessert. (Allen af.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl