De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 12 juni pagina 4

12 juni 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na.'781 terwerken zyn. Zelfs stelt een hunner een onaf- J gewerkte" schildery ten toon om de aanmerkin gen der critiek uit te lokken. Het spreekt tan zelf dat wy hier niet in onderdeelèn kunnen treden; maar behalve het gezegde hebben wij nog het gelukkig verschijnsel waarge nomen, hoe vele jongeren van de overdreven j»cht naar effect (ten koste der natuur!) terugkomen, en dat de blauwe boomen, en gele grasvelden, de roode linden, enz. zeldzamer be ginnen te worden. Zelfs zijn er enkelen, zpoals Jos. P. De Pooter, C. Delsaux, Victor Gilsoul, Oscar Halle, Jef Leempoels, Fr. Proost, Eugène Smits, Henry Rul, C. P. Theunissen, Flor. Van Caillie en (not least) Henry Van der Hecht, van wier meeste werken hier vertoond men kau zeggen, dat zy de natuur natuurlijk en edel tevens teiuggeven, zoodat de goedwillige en ontfankelyke beschouwer deelen kan in de impressie welke de kunstenaar van zijn voorbeeld schijnt ontvangen te hebben. Dat is een lof, dien wij gaarne uitspreken, want in deze gewaarwording ligt een der kenmerken van de ware, de edelste kunst, die het gemeene, het smerige, het alledaagsche mijdt, wanneer het geenen poëtischen klank van zich geeft. Onge lukkig betreden onze jongeren allen nog niet dien weg, allen bevlijtigen zich niet enkel door indrukk'en van edelen aard den kunstbeschermer te winnen, te verheffen en langs dien weg tot aank'oopen te stemmen. Hierna beter, hopen wy. P. ALBERDIKOK THIJM. AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST. Het Juni-nummw van The Artist biedt in een opmerkelijk stukje door Charles T. J. Wiatt een parrellel tusschen Overbeck en de nieuwere Engelsche prerafaelieten. Nu, een Engelschman die den grondaard der kunst van Rossetti en Holnant Hunt en Burne Jones bestudeert, zal allicht ook met de bizondere verschijning van Overbeck in de Duitsche kunst van het begin dezer eeuw zich komen bezig houden. Want er is veel ver wantschap tusschen die Duitsche Nazareners en de Engelsche prerafaelieten. Zij kwamen voort ait n geestelijke strooming. Tegen de geaccep teerde, kunstopvattingen van hun tijd, tegenover de doffe uitgaven van klassicisme, die in hunne perioden de wet stelden, stonden zij met verwandte neiging tot pieuzer gevoelens, met dezelfde innig heid van sentimenten, met gelijken kinderlijken eenvoud van observatie, met n eerbied voor de heiligheid der kunst. Maar de auteur doet op merken welk een grcot verschil er ook tusschen beider, kunstkarakter bleef, en komt er op neer dat Overbeck zich een strenge religieuze kunst dacht in enkel religieuze onderwerpen, terwijl die anderen hun devote gevoelens niet gebonden hiel den in kerkelijke dogma's. Hun was de godheid geopenbaard in de boeken van Shakespeare en Dante, zoowel als in die van Mozes, en gelijk Wordsworth voelden zij het hoogste ontvouwd in het groene gebladerte en den fijnen groei van het gras. Deze Duitschers en deze Engelschen waren gelijkelijk religieus, maar de Duitschers waren er theologiesch bij, en een bepaald kerkgeloof speelde een veel minder bestemde rol in de Engelsche beweging. Beiden drongen tot een hartstochtelijke op rechtheid en argeloosheid, maar terwijl in zijn kleurlooze kunst Overbeck aan een asceet doet denken, hebben deze Engelschen het meest ge schilderd met een devotie die inderdaad sensueele innigheid was, gebogen liggend voor de bloeiende mystiek der eeuwige schoonheid. Voor het Luxembourg-Museum werd door den Franschen Staat op den Salon van het Champ de Mars een werk van den forschen Belg Constantin Meunier en een van Raffaëlli aangekocht. Door dezen laatsten werd kortelings ook aan het mu seum van Glajgaw en atut dat van Stockholm een schilderij verkocht. De firma Martinus Nijhoff in den Haag, van meening dat, in vergelijk met die der schilder-, beeldhouw-, bouw- en pottebakkerskunst, de studie der oud-Hollandsche goudsmidskunst tot heden te aeer veronachtzaamd werd, bericht de aanstaande uitgave van een serie werken met reproducties naar de oude gravuren van goudsmidswerk, ??een serie die beginnen zal met het graveerwerk van Kessel naar de ontwerpen van Adam van Vianen, en dat in zinco gereproduceerd, en vergezeld van eenige bladen tekst (door wien wordt niet ver meld). De ook hier te lande, en met name door zijn ?uitnemende pastel-teekeningen van leeuwen, voor eenige jaren in de Haagsche Teekenmaatschappij geëxpozeerd, zoo hoog aangeschreven Engelsche schilder Swan, die in den laatsten tijd niet zoo veel belangrijks had laten zien, heeft dit jaar in de Royal Academy weder een groot schilderij dat zeer de aandacht trekt: Tke Panters. Ook inde New Grallery laat hij een werk zien 'l'lie Storm Siren, dat tot het meest uitblinkende van de tentoonstelling gerekend wordt. In de eerste maanden van 'O.'i zal in de Xew Grallery te Londen een tentoonstelling gehouden worden van werken door Edward Burne Jones, die door den schilder zelf gearrangeerd wordt. Het schilderij van Rembrandt dat door den heer Bredius weder is aangekocht, en in het Mauritshuis geplaatst wordt, zal een aanwinst zijn voor de Rembrandtcollectie die daar zoetjes aan bijeen komt. Het is een eenvoudige portretstudie van den weibekenden, zooveel door hem geëtsten en geschil derden kop van zijn vader, en van twee jaar vroeger dan de Anatomische les. Maar de schil dering van den in een sobergrijze gamma aangezetten kop is, zou men zeggen, verder qua per soonlijkheid van behandeling dan de koppen van de Anatomische. In dit waarschijnlijk voor zich geschilderde huiselijke portret, is de artiest al vrijer, direkter, eenvoudiger dan in die fraaie, expressieve, maar als onder den druk. van een deftige opdracht, bijna pijnlijk uitgevoerde koppen van de fameuze Snijles. Aan een particulier schrijven ontleen ik over de tentoonstelling van de Association pour V Art te Antwerpen het volgende : Dit is werkelijk de zuiverst artistieke tentoonstelling die men in Belgiënog gehad heeft. Geen aanvulsel, alles is interessant. Idooi, een teekening van Toorop, Vieux Songeurs crédules, en vooral Les Rödeurs. Voort brengselen, deze, van een geheel nieuwe en persoon lijke kunst. Verder zeer fraaie Van Goghs, die men in Hol land gezien kan hebben. Een gezicht op Hampton Cour t door Camille Pissarro, dat een waar mu seumschilderij is. Van de Velde heeft interessante dingen, Mej. Hollman bizar werk, Van Rijsselbergke mooie portretten, Lautrec die veel vooruit gegaan is toont zich zeer persoonlijk, Lemmen heeft decoratieve teekeningen en ontwerpen voor boekillustratie. Men betreurt hier dat Bauer er zijn mooie Legende de St. Julien niet heeft. (Hij had die juist op den Etsclub in Antwerpen al laten zien), zijn teekeningen en lithografiën van Constantinopel zijn ook heel mooi. Het succes is nog niet groot. Men gaat in het handelsdrukke Antwerpen geen schilderijen zien die door gekken geschilderd zyn! V. VAR IA. PLASTISCHE KUNST. In de maand Juli zal op het Museum van Kunst nijverheid te Haarlem eene tentoonstelling ge houden worden van het werk der leerlingen van de Groothertogelijke Badensche School voor Kunst nijverheid te Karlsruhe, die onder de beste in Duitschland kan gerangschikt worden. Daarentegen zullen eenige werkstukken der School voor Kunstnijverheid te Haarlem gedurende de maand Augustus in het Kunstnijverheidsmuseum te Karlsruhe worden tentoongesteld. De Haagsche Kunstkring heeft gevolg gegeven aan het voornemen om een afdeeling Kunstnij verheid" te stichten. In het voorloopig bestuur hebben zitting genomen de heeren Th. de Bock, te 's-Gravenhage, Willem Hoeker, te Amsterdam en C. W. H. Verster, te Leiden. Het plan bestaat, vanwege deze atdeeling over eenigen tijd een heraldische tentoonstelling op kleine schaal te houden, welke gepaard zal gaan met een Oranjetentoonstelling. Een jong artist, de heer F. W. Schöttelndreiër, heeft ais aanbeveling het volgende karakteristieke biljet verspreid, aardig op oud-Hoüandsch onafgesneden papier gedrukt, met de letters van den Staten-bijbel in rood en zwart, omlijst met een fraaien rand, waarin het motto: Kon&t brïngt Jonst". Den vriendelijcken CL de goedtwilligcn leser, saluut! Mijn Heer, Vermidts ick U. E. wete der consten seer ge negen te sijn, so is het, dat ick mij onderstae U. E. te adverteeren, mij uu vele jaersn kr-.gh neerstelick te hebben onleedigh gehouden met de scone conste, bij den wijdtvermaerden en de treffelijken Alois Senefelder in den jare CIODCCLXX VI gevonden, dewelcke is genacmt: Steenschrijfconst oftewel Lithographia. Soo het U. K. geliefde ietwes in dese materie te doen vervaerdighen, soo bidde ik U. E. haer tot mij te wenden, als die allerhande wercken van desen aerdt voicomen naar behoren sal vol voeren. Alles, daeraf men begheert, dat het sierlijck ende subtijllijck geprint sij, wordt te voren bij mij constelijck in steen gesneden (gegriffelt) ende daernae met sonderlinghe sorg op papier gedruckt. Het mochte sijn, dat U. E. nochtans grooter liefhebber (rninnaer) ware der edele ttkenconst; ten sal daeraen niet schorten; ick verstae mij daeraf met een ganzeveder ofte ander tijninstrumentken seer vaerdighlijck te verzieren (ontwer pen) recht scone brieven Diplomaas" genaemt, welcke sulcke luyden geerne souden toonen, die den eersten prijs mochten verwerven op Lamljuweelen, bij het rhetorijcken, bij wedstrijden" in het scieten met het musket of ander v uurroer ; bij het spelen te scaeke, het werpen met den bal, in het caetsen oi cegelen, cortom welken sport'' men mocht prefereeren. Oock densulckon, die scone saecken insonden op exposities of tentoonstellingen" soude men soodaenigh een diploma" verecren connen. Oftewel gelieft U. E. ten faveure van eenigh personaedje van verdienste eene Opdracht" niet constigh getekende beeldekens, etc. etc.; ick wil er U. E. geerne in dienen. Bageert U. E. als regent ofte bestuurder eener compagnie of vereeniging'' als men huidendaegs pleegt te zeggen eene lijste aller erenfeste II. II. leden: mijne Scoonschrijfconst ofte Calligraphia sal pogen L". E. er eene trcil'olijckc te besorgen. Oock sterck gelijckende contert'eitsels, sowel van mans ende vrouwen als van cleynkinderen, ver groot naar afbeeldinghen der nieuwe licht-tekenconst ofte Photographia, werden bij mij vcrvacrdight met een stucksken crayon oi' s wart crevdt voicomen naar believen. Tallen tijde sal ick oock bereidt sijn L'. E. ?«printverbeeldinghen of illustraties" voor boecken, nieuwswaren oi' courante nouvelles; brieven, etc. etc. te maecken. Het sal mijn bedoelen zijn bij a' mijn werck, l dat daeraf een goede name onder de luyden gaet. U. E. wete voorts, dat ik poorter ben der wijdt vermaerde Koopstadt aen d'Aemstcl en het V'' het van oulvx bekende Amstelredamme. Het gelieve l*. E. slechts in de straet, die den naem draegt van den doorluchtighen Schildermecster Albert Cuyp naar bet nommer CXXVIII te ondervragen. Mijn lieer, ick verblijve l "K. dienstwillighe F. W. SchV.tclndreiër. Tot Amstelredamme A, I). CDDCCC.VJII Eilieve, gaet ende seg1: het voort'. TOONEEL EN MUZIEK. Een salon voor muziek. Uit Parys wordt van 3 Juni geschreven: Tot nog toe had men hier voor schilderkunst een of liever twee salons." Weldra zal er EU ook een salon voor muziek" geopend worden. Het Comitéder Soeiétédes artistes francais (Salon des Champs-Elyiées) heeft namelyk besloten, in haar tentoon&tellings-lokaal het Palais de l'Industrie, een Salon des musiciens in te richten, waar de toonkunstenaars hunne nieuwe werken ter opvoering kunnen brengen. Nog vóór de sluiting van den salon der Champ» Elysées, voor dit jaar, op 10 en 17 Juni, zullen twee zulke concerten en wel in den grooten Salon d'Honneur plaats hebben. Aan alle bekende componisten (wij willen hopen ook aan de buitenlandsche) zal eene oproeping gezonden worden, om werken in te zenden die tot nog toe niet in 't openbaar zijn ten gehoore gebracht. Deze stukken zullen dan door de meest bekende toon kunstenaars en door de leerlingen van het con servatorium, die eerste prijzen behaald hebben, worden voorgedragen. Door het weekblad Het feuilleton wordt tevens een Goedkoope Tooneelliibliotheek uitgegeven waarvan No. l verschenen is, getiteld Martha", tooneelspel in 2 bedrijven, door Job. J. Lodewijk; voor rederijkerskamers en lief heb berij-tooneelgezelschappen zal deze bibliotheek" zeker wel kom zijn. LETTEREN EN WETENSCHAP. ' De Mei-nummers van Eigen Haard bevatten o. a.: het vervolg van Aleida Ploegers, roman door Louise B. B.; Een iiitstapje naar Wendit (Java), door Batavus; Het Vondelxpark, door Mr. Eduard van Tsoe-Meiren (met illustratiën); Ons Huis, door J. A. Tours, (met illustratiën, platte gronden, en portret van den stichter, den heer P. W. Janssen); De Nachtwacht'' van Rembrandt, door Joh. Dijserinck, (met illustratiën), Fr. v. Sodenstedt, (met portret); Met een zieke naar een badplaats, door Geertruida Carelsen; Op zolder en Een LentMoem, door A. Peaux; Geslingerd, (J oor Mattera; Nijverheid in Fries land, door Hugo Suringar (met illustratie); Wo ningen te Jleets, (met illustratiën); A. W. von Hoffmann, door Dr. G. Doyer van Cleeff (met portret); Onze Koningin in 't Schwarzwald, (met illustratiën), enz., en als afzonderlijke platen: Een Studiekop, naar G. Max; Schetsen uit het ?colkxltven ten plattelande. door J. van Oort; Teniers' Huwelijk, naar Teniers; Aan moeders knie, naar H. Behm. Bij dj uitgever B. Pijttersen is een boek ver schenen, dat in de lecssalons der hotels, op de lees tafels van kofliehuizen en restaurants, en op de toonbanken der voornaamste winkels de aandacht trekken zal, een bijzonder mooi afgewerkt en mooi gebonden Photor/raphisch Pruclit-AUium voor Amsterdam. Het bevat advertentiën, verspreid tusschen uitmuntend uitgevoerde photographieën en goed gekozen illustraties. Drukkers waren de heeren Roelofzen & Hübner; photograai de heer F. Hisgen; binder de heer Elias l', van Bommel, fabrikanten van het beslag de tirma Becht & Dyserinck. De photos werden vervaardigd onder leiding van den heer Lornan, en de illustraties zijn alle van den heer Wenckebach. De J urn-aflevering van Nederland bevat: J. J. Hacker Dirk«, Uit den Franschen tijd; La llocine, Zorg; A. ,/., Alberdingk Thijm; \Villy, Gezoefde Romans, IV"; Anna, Het eind van een treurspel: Kroniek en Poëzie. Wetenschap. EEN KON1XGSHUWELIJK IN DE OUDHEID. In het Britsch Museum is bij bet nieuw in richten van de tweede Egyptische zaal eene eereplaats gegeven aan eene nieuw aangekocht ge denkstuk, dat heel curieus en belangwekkend is. Het is oen klein aarden schrijftafeltje van acht Eng. duim bij vier, en bevat ongeveer >8 regels fijn spijkerschrift. Op het eerste gezicht zou men het eer voor Assyrisch, dan voor Egyptisch houden. Toch blijkt het op de goede plaats te zijn, want het bestaat uit Nijlslib, en bevat een huwelijks aanzoek van een Pharao om de hand van de dochter van den koning van Babel. Het is blijk baar het duplicaat, de minuut, van een brief', die in l.r>.'!0 vóór Christus, dus ruim vier en der tig eeuwen geleden, geschreven is. I i 1888 werden door eenige Arabieren eenige curieuze antiquiteiten gevonden in de heuvels, bekend als Tel-Amarna, een groep ruinen, onge veer 180 mijlen ten Zuiden van Memphis. Het waren aarden schrijftabletten; eene vrouw ont dekte ze. en de inboorlingen zagen al spoedig, dat zij geheel verschilden van de gewone Egyp tische hieroglyphen-momimenten. Ejn driehondcrdtal. de geheele collectie, werd langzamerhand gevonden, en naar de kunstkoopers te Cairo be zorgd. Hier ontstond reeds spoedig een heftige wedijver tusschen de musea van Berlijn, Ghizch en Honden om het bezit van de zonderlinge documenten, en honden wist er 82 machtig te worden. Men was ook al spoedig met den inhoud be kend, en het bleek dat men het archief van het Departement van Huitenlamdsche zaken derPharao's. gedurende de belangrijke periode der achttiende dynastie, in zijn bezit had. Hier vond men de brieven van de koningen van Ejyptc. Babyion, Mithani iXoord Mesopotamiëi, de rapporten van Egyptische onderkoningon in Tvius, in Sidon, Go.bal. zelfs .Jeruzalem (tweehonderd jaar vóór Mozes); een geheele reeks belangrijke, intieme documenten. De meeste behooren tot (ie regeeringen van Amenophis 111 en IV. Gedurende de latere jaren van deze dynastie, na de grootc overwinning van Ttiothmes III bij Mageddo, was Egypte meester over Syriëtot bij den Euphraat, en in nauwe relatie met Assyrii; en Babylonië. Op een jachtpartij in noordelijk Syrië' maakte koning Amenophis IV van Egypte kennis met een prinses uit het koningshuis van Mithani. genaamd Thi. en trouwde haar; zij werd een der merk waardigste vorstinnen van het oude Oosten. Xoodra deze dame aan het hof kwam, veranderde zij er de geheele levenswijze; bracht er de vereering van haar lievelingsgod Aten, of de Zonneschijf, mede, en vestigde er zulk eene krachtige ketterij dat, toen koning Amenophis IV gestorven was, haar zoon den dienst van Ammon en de hoofd stad Thebe verliet, en een nieuwe stad en nieuwe tempels ging bouwen te Tel-Amarna. Hij noemde deze naar zich zelven: Khu-el-Aten, roem van de Zonneschyf," en leefde er omringd door een hof stoet van Aziaten. Dit was niet het eenige Aziatische huwelijk, dat Amenophis tV aanging; reeds in het begin zijner regeering was hij met eene Babylonische prinses getrouwd en later huwde hij nog twee meisjes van dit zelfde volk, dochters van Kall;masin, koning van Chaldaea. Juist over het laatste van deze huwelijken handelt het stukje Nijlslib, dat thans is tentoongesteld. Thi was namelijk eerste vrouw", en droeg de titels, zooals an dere gedenkstukken aantoonen, van konink lijke moeder, koninklijke echtgenoote en koningin van Egypte." Maar ofschoon Amenophis nu een zuster en een dochter van den Babyloniër had getrouwd wilde hij ook de i'ongste, Sukharte, het kleintje", nog hebben. Een brief te Ghizeh en twee brieven te Berlijn, behooren tot deze onderhandeling. De Babylon'sche koning had niet veel lust om zijn jongste, zijn lieveling, aan den Pharao te zenden. Eerst schrijft hij, dat zijn dochtertje nog te jong is om te trouwen, en verzoekt dan Pharao nog wat te wachten; Gij hebt my gezegd" schrijft hij, dat gij mijn dochter tot vrouw wilt, maar sedert mijn vader u myne zuster gaf, heeft geen mensch deze meer gezien, en niemand weet of zij dood of levend is". Hij wil dus het kind niet zenden, vóórdat hij iets over haar tante vernomen heeft. Hij heeft reeds een gezantschap gezonden, maar die man nen waren te jong, om uit te maken wie van de vrouwen van het hof, die zij bijeen zagen, Thi was. De Egyptenaar schrijft: zend dan een wijs man, en laat die haar huisnouding zien, en ge tuige zijn van de eer, waarmede de koning haar behandelt". De Babylonische koning heeft nog andere argu menten. Hij klaagt dat andere koningen, die niet zijn dochters getrouwd zijn, hem en zijne gezanten met rijke geschenken overladen hebben, terwijl Amenophis niet enkel dit verzuimd heeft, maar ook de soldaten en de wagens van het escorte in het land heeft achtergehouden. Hierop ant woordt Amenophis met warmte, dat bij niets weet van de verloren troepen, en dat als zij werkelijk verloren zijn, hetgeen hij betwijfelt, zij zeker door de Kanaiinieten zijn -buitgemaakt. Gaarne wil hij alles doen wat andere koningen doen, en nog meer. Men zou nu meenen dat de Babylonische koning tevreden moest zijn, maar het Berlijnsche docu ment geeft het vervolg der correspondentie, en de werkelijke reden van zijn dralen. Hij zelf, Kallima-Sin is verlangend naar een Egyptische prinses, en heeft deze gevraagd, maar een heel ruw ant woord ontvangen: Dat de dochter van een koning van Egypte nooit aan iemand van niets was gegeven." De Babylonische koning neemt dit intusschen niet zoo kwalijk als het had kunnen zijn; hij vraagt dat men hem dan inaar een andere mooie vrouw uit Egypte zendt. Wie zal zeggen, dat het geen prinses is?" Toch voegt hij er bij: Gij handelt niet als vriend en broeder.'' Maar Amenophis weigert steeds; en de volgende brief zegt: Daar ge mij geen vrouw hebt gezon den, zal ik ook zoo met u handelen, en iedere dame- uit Babyion beletten, naar Egypte te gaan". Toch schijnt de zaak in der minne geschikt te zijn, althans een laatste brief luidt: Met betrek king tot uw aanzoek om mijn dochter Sukharte, daar zij nu tot den leeftijd is gekomen om te trouwen, zal ik haar u, als gij er om schrijven wilt en de verlangde geschenken geeft, zenden." Vier en-dertig eeuwen geleden had alzoo eene Babylonische prinses even weinig stem in zake haar huwelijk, als eene Europeesche prinses in do vorige, en misschien nog wel in deze eeuw. Op de geschenken kwam het het meeste aan. DE ERFENIS. liet was avond. Op het erf' van den gegoeden molenaar T., in de voorstad, hield juist een vrachtwagen stil, leeg en met zwaar zeildoek over spannen. De knecht sprong van zijn zitplaats af, spande de paarden uit en maakte zich gereed het doek van d_'ii wagen te trekken, toen hij opeens wrevelig uitriep: Daar ligt bij in den wagen!': Wie?" vroeg de meid, die buiten stond. Niet zoo nieuwsgierig Hanrie," gaf hij ten antwoord en haal liever den baas. hij moet zelf' maar zien, wat er gedaan moet worden/' Eenige oogenblikken later stonden zes meiden en knechts om den wagen. Daar binnen ligt byl" herbaalde de knecht. Wie 'i wie?" vroegen de omstanders. Iemand stak een kaars aan. en nu verdrongen zich allen om den wagen. Maar verschrikt weken de vrouwen terug, want o schrik: in den wagen lag een onbekende oudu man. met ingevallen en gesloten oogen, ineengedoken en bewegingloos. De arme man! Hij is ziek, bij ligt op sterven," zeide eene der vrouwen medelijdend. Ja zeker,'' bromde de knecht. Waar heb je dien opgedaan, Jozef?" vroeg de baas. Ken windvlaag doofde bet licht uit en allen weken nu schuw van den spookachtigeu wagen ter zijde. De knecht vertelde. Hij had op zijn terugweg den onbekenden zieken man aan de sloot, naast den weg zien liggen, en de man had hem verzocht hem naar de stad mee te nemen, omdat hij zich ziek gevoelde en niet meer in staat was te loopen. Toen heb ik medelijden met den armen kerel gehad en heb hem meegenomen," besloot hij zijn verhaal. De aanwezige vrouwen gevoelden eene koude rilling over den rug. Maar wat moeten we nu met hem aanvangen?'' vroegen allen. Intusschen werd het licht weder aangestoken. ,,'t Is werkelijk een lastig geval, nu juist op dezen tijd!" merkte de molenaar op, een klein. ineengedrongen man. liet hospitaal ligt te ver af en het is ook al te laat om hen daar lastig

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl