Historisch Archief 1877-1940
No. 781
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De Nederlandsche Maagd en de heer Vrolik op Zaterdag vóór Pinksteren.
Onuitgesproken R?de over de Billiton-quaestie, door W. K. M. VROLIK.
?JULIUS PRUTTELMAN BROMMEIJER.
Ik heb een moei
lijke week achter den
rug. Dat komt er
van als ieder je om
raad vraagt.
Daar kwam
Wertheitn me raadplegen
overzijnNutsspeech.
Hij wilde absoluut
van me weten, wat
ik er van dacht, of
hij ni3t het oog op
het Büliton-con tract,
waarover zooveel
drukte wordt ge
maakt, wel kon
schrijven: Het is bo
venal de eeuw van
?hei ziclt meer en
meer ontwikkelend.
gemeenschapsgevoel ?
Ik zei: waarom
zou je dat niet
schrijven ? Het ge
meenschapsgevoel
onder ons kapitalisten is toch sterker dan
ooit....
Ja, antwoordde Wertheim, maar ik bedoel
meer het gemeenschapsgevoel tusacheri de ver
mogende en niet bezittende klasse ... zoodat
wij er naar trachten die laatste door onze
offers tot een beteren staat te brengen ... Ik
denk bij dat gemeenschapsgevoel aan de gave,
waarvan de dichter zegt:
Und sagt, wie redet Liebe?
Sie redet nicht, S ie Hebt,!
Niet in pralende woorden, niet in de groot
spraak der zich opdringende dienstvaardigheid
uit zij zich, maar zwijgend, onbaatzuchtig,
toewijdend, verheffend en verzoekend vervult
zij hare heilige taak.
Dan worden de plichtsvervulling, de ver
standsuiting, het begrip van noodzakelijkheid
verlicht en verwarmd door de zonnestraal der
humaniteit.
En daarom zij voor ons, zonen der Maat
schappij tot Nut van 't Algemaen, op het ge
vaar af dat de fin-de-siècle twijfelaars ons
bespotten en de meer geavanceerden ons mis
kennen, het plichtbesef' richtsnoer, hel fslrceeii
rec/itcaardig, de arbeid rusteloos, liet idcalisnis
praetisch, de liefde overheersclteiul."
Zoo wordt »de taak der gemeenschap het
bereikbare te verkrijgen," en_ nu vreesik,
dat ze zeggen zullen; dat de gemeenschap van
de Billitonmaatschappij niet het bereikbare
heeft trachten te verkrijgen, maar deze juist
heeft in den schoot geworpen, wat anderen
toekwam "
Ja, hernam ik, dat is altijd het kwaad van
dat idealisme, waarin jullie, als je aan het
speechen bent, verzeild raken. Het gaat je
precies als Quack, die kan niet zwijgen van
de sociale rechtvaardigheid, en nu hebben de
lui dat woord zoo goed onthouden, dat hij
geen vinger in de asch kan steken, of' zij
herinneren hem er aan en zeggen: maar als
u nu zoo voor de sociale rechtvaardigheid
is, waarom helpt u ons dan niet die onrecht
vaardige maatschappij omver te werpen
Dat is een heel ander geval, zei \Vertheim.
Ik ben wel voor idealisme, maar niet voor
alle idealisme, alleen voor praetisch idealisme.
Goed, als jij nu ook maar het recht had
om voor de heele wereld uit te maken, wat
praetisch en wat onpractisch idealisme is.
Je moogt praten als Brugman, maar het
janhagel zal je aan je speeches houden, het zal
er een bloemlezing van mooie phrases die liet
passen uithalen, en je dan al dat fraais voor
je neus zetten en' tergen met de vraag: Hoe
voegt nu hierbij de weigering om hongerige
kindertjes in den zomer voedsel te verschaffen,
of hoe rijm je daarme de 35 miiïioen die ge
geven worden aan de aandeelhouders der
Billiton maatschappij ?
Geloof me Wertheim, dat is niet praetisch,
Doe als ik. Ik zeg, daar zijn drie goden:
God de Vader, God de Troon en God de
Brandkast, en Niemand kan twee heeren
dienen." Met die twee stelregels trouw toe te
passen, geraak ik nooit in de war. weshalve
ik me steeds hou aan den laatste der drie.
Wertheim is een goedhartig en.braaf man;
als hij Luthersch was, zou ik er niets legen
hebben hem ouderling te maken, en ik
zou hem wel willen hqoren preken ook; in
welsprekendheid zou hij Böhriuger,
Hugeiiholtz en van Gorkorn overtreffen, geloof ik.
Maar als je 't mij vraagt, is diezelfde Wert
heim is de type van een onprneiiwli idealist...
En dan Vrolik! Ken paar dagen later
'schelde hij bij mij aan. Hij had mij zijn
manuscript yooruitgezonden en wilde eens
hooren, wat ik er van dacht.
Ken aardige titel, .vindt u niet? 'Onuitge
sproken rede door W. K. M. Vrolik.''
Oak hem moest ik te leur stellen.
Mijnheer Vrolik, sprak ik. 't is al een ramp
dat juilie uitgesproken redevoeringen ook
noa: in druk moeten verschijnen, maar hoe
UEd. nu zoo dwaas kunt zijn ook je
onmtgesproken redevoeringen den lieden voor te
zetten, begrijp ik niet. Wil je nu volstrekt
het gespuis vat op je geven?
Was je een benijder of vijand van de
Billiton-maatschappij, ja, dan zou ik zeggen,
ga je gang. Maar je bent dien menschen
immers niet ongenegen.
Neen, zei Vrolik, ik acht het ontwikkelen
van industrieele ondernemingen in Indiëvoor
ons land letterlijk de levensquaestie. Nu speelt
in alle industrie hoe oordeelkundig ook
gedreven het geluk la chance een
groote rol- Alle industrie blijft altijd min of
meer het karakter van een loterij behouden
??en wanneer men de deelneming daaraan
niettegenstaande dat eenigzins gewaagde
karakter toch wenschelijk acht, dan zou
het een kleingeestige, zich zelve straffende
politiek zijn, in die loterij geen winners van
groote prijzen te kunnen verdragen."
Nu, wat voor doel heb je dan? Als je nu
iemand als prijs uit de loterij ';],'> millioen gunt,
waarom zou je dan jaloersch worden ais hij
-10 of 50 millioen trekt? Van zulke fijne on
derscheidingen vat ik het nut niet.
Maar dat daargelaten, je geeft je nu bloot.
Je had nooit moeten vertellen, dat je, op
raad «van twee der meest ervaren veteranen"
je redevoering niet liadt uitgesproken en dat
je met van Houten waart overeengekomen,
dat onze beide speechen geen 5 minuten
zouden duren, wat wij beiden nakwamen".
Mij zal je daarmee niet een slecht idee van
je vaderlands- c n yolksliefde geven, en Levy
of Rahusen misschien ook niet, maar.het plebs,
dat tegenwoordig overal zijn neus insteekt,
en niets begrijpt van de kleurschakeering
van maatschappelijke toestanden en noodza
kelijkheden", zal weer zeggen: kijk, daar
had je nu l Kamerleden die in de volkszaak,
uit-c zaak. hun plicht hebben verzuimd, en
onder die vier was er nog al n met een
onuitgesproken rede in zijn zak!" En dan
praat je nog van een vijfde, die tegen je ge
zegd heeft: al was je op je kop gaan slaan.
dat zou geen stem gescheeld hebben": en ver
volgens vertel je. dat de lui zich niet eens
den tijd gegund bobben de zaak behoorlijk
te bestudeeren. eniin, dat liet heele ding «r
letterlijk doonyx'".'/'/ is... en nu zal het im
mers lieeten: zulk soort van menschen zijn
onze volksvertegenwoordigers!! Zelfs als ze
over .'!."> millioen ie beslissen hebben, is het
hun nog te veel om eene na te rekenen of'
het contract wel zuiver is.
Ik zou je dus raden geef die rede niet
uit.... .Maar natuurlijk, Vrolik zou Vrolik
niet geweest zijn, indien hij zich de gelegen
heid had laten benemen, zijn eigen glazen in
te gooien, 't Is zonde van den man, want
hij is zoo glad als een aal en heeft verstand
van zaken zoo goed ah ik zelf.. . .
Maar dat is dat noodlottig oreeren !
Als Wertheim in het _\'i/l tot de vergade
ring gezegd had... Mijne heeren ik refereer
me aan mijn vroegere openiiigs-redcvoering;
wij en het publiek weten zamen wel wat we
willen en vooral wat we niet willen, laat ons
nu maar dadelijk tot de zaken over gaan;
en had Vrolik in zijn brochure alle overbodige
praatjes weggelaten, dan zou geen schep
sel hem aan 't lijf kunnen komen, maar nu,
je zult het zien, worden ze allebei vervolgd
met hun overtollige zinnetjes, en Vrolik
zal zoo oud niet worden, of ze zullen
wat hij nu geschreven heeft hem inpeperen.
»Je bent te laat gekomen, zal men zeggen,
je hebt gezwegen toen het tijd van spreken
was, je hebt je verslapen ... misschien schelden
ze hem wel Lnil/ik ..."
En dat nu iemand die zóó uitgeslapen
is; zóó den naam heeft van vroeg opstaan!
't Is treurig.
SNUIFJES.
Ik heb met droefheid mijn stembiljet inge
vuld voor de verkiezing van nieuwe leden
der Maatschappij voor Nederlandsche Letter
kunde te Leiden Met droefheid, omdat het,
naar ik vrees, de laatste maal zal zijn, dat
ik op deze wijze het Nederlandsen Letterkun
dig'Pantheon kan helpen bevolken.
Stelt u gerust, lieve vrienden, ik ben zelf*
nog kras genoeg. Aan mijn sombere beschou
wingen is alleen mr. D. van Eek schuld.
Vóór l>sl werd te Leiden de letterkundige
glorie uitgedeeld door de aanwezigen ter jaar
vergadering, dat wil zeggen door het
Leidsche clubje, vermeerderd met de weinigen, die
de maaltijd op Zomerzorg en de
nabetrachtingen bij de goudvisschenkom naar de sleu
telstad lokten. In '81 werd de Maatschappij
(de Leidsche bedoel ik) democratisch. Toen
mochten ook de honderden, die niet opgin
gen om te redekavelen en te smullen, hun.
stem uitbrengen, en wel schriftelijk. Ik he'>
dat altijd getrouw gedaan.
En nu komt mr. van Eek met het voor
stel, om door het Bestuur uit de
voorgednigenen eene bloemlezing te laten aanbevelen !
Wat zal dan mijne aanbeveling en (zonder
u te taxeeren) de iii.cc, lieve vrienden, ver
mogen, tegen de recommandatie van de hoog
geleerden en de hoogeerwaarden, die aan de
bron zitten?
Enfin, als er verandering moet komen, laat
het dan een radicale zijn. Laat men den heer
Van Kek zelf' tot groot-kiezer en oppercensor
maken. Aan wien zou die post beter kunnen
worden toevertrouwd, dan aan den man, die
jaren lang de veteraan van onze Kamer is
«?eweest 'i
* *
Goolam Kader, de exotische oogheelkun
dige of -kunstenaar, komt ons goede land
met zijne tegenwoordigheid vereeren. Klaar
blijkelijk laten de lauweren en de dubbeltjes,
diéSequah hier veroverde, hem niet meer
rustig slapen.
Of zou het waar zijn, dat hij van
hoogerhand is uitgenoodigd om het gezichtsvermo
gen onzer politie te komen verbeteren ? Wie
zich op Pinkstermaandag, vooral des avonds,
in de straten van onze goede stad Amster
dam waagde, heeft zich zeker verbaasd over
de vele honderden overtredingen der
drankwet, die de heilige Hermandad maar stilletjes
liet passeeren.
Dat ^stilletjes" geldt natuurlijk alleen voor
de HU. agenten. De delinquenten maakten
leven genoeg. Het moet dus aan de oogen,
en niet aan de ooren van onze politie
hobben gelegen.