De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 19 juni pagina 4

19 juni 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

'4 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.782 hun toilettafel althans zulk een doos hebben staan. Maar wij wenschten dat ook de vrienden elders met ons mede deden. Eenigen van hen zonden wjj het geschenk, dat gy thans ontvangt, als een ons heilig ordeteeken. Anderen zal dezen brief onze gedachte bekend maken. Misschien ontmoet ik straks in vreemde porden nog hier en daar eeu onbekende,* die mij de doos met de gouden letters toereikt. Hem zal ik, als de eene vrymetselaar den anderen, als broeder begroeten." De inscriptie was: ~ïorick-Lorenzo. Een gedachte als deze vond in de achttiende eeuw een goede aarde. De tijd heeft een aantal documenten, die het getuigen, bewaard. Zoo be staat er een epistel van den Trossinger hulppre diker Johan David Gr»ll, die daarin o. a. aan Jacobïschrijft; Is het mij geoorloofd mij tevens op te geven als candidaat voor uwe orde? En mag ik zoo vrij zijn u om eene Lorenzodoos te ver zoeken. Reeds lang zag ik uit om zulk een hoor nen doos machtig te worden, maar hoornen gebruikt men hier niet en zoo is mijne moeite om er een gemaakt te krijgen ook vergeefsch geweest. Dus moet ik wel bij u komen. Gaarne zal ik, over eenkomstig de bepalingen, eiken Franciskaan iets geven en met liefde, hoezeer Protestantsch gees telijke, den Katholieken ordebroeder mijn vriend noemen." Nog een dergelijke brief bleet bewaard. OndertusBcheD werd de Lorenzodoos, tot Jacubi's verdriet, een modeartikel. Onze dichter betreurde de dwaasheid, die hem tot een gelofte verleid had, ieder, die hem de doos zou presenteeren, broeder te hesten. Van Hamburg en Frankfurt am.Main uit kwamen de doozen in den handel. Straks droeg men ze niet alleen in geheel Middenen Noord Duitschland, maar zelfs in Denemarken, in Lijfland, in Zweden. Een graaf van Solms liet blikken doozen vervaardigen, die van binnen den naam Jacobi vertoonden. Onder de nalaten schap eindelijk, van den in 1792 overleden Geheimraad Joh. Christ. Hopmann te Coburg vond men eene doos met het nummer: No XXVIII" en daarbij een exemplaar van de Regeln des Ordens .der Sanftmuth und Versöhnung (d. i.: Bepalingen van de Orde der Zachtmoedigheid en der Verzoening). Uit het onderschrift vitn dit do cument blijkt, dat deze orde ten jare 1769 te Coburg haar vast kantoor heeft gehad. Men heeft verhaald, dat zij zich tot op Siciliëhad uitgebreid. Doch Jacobi liet bij het openbaar worden van het stuk, door een zijner vrienden verklaren, dat hij aan de Orde der Sanftmuth part noch deel had gehad. VARIA. PLASTISCHE KUNST. De commissie van het Museum van Kunstnijver heid te Haarlem heeft het plan opgevat dezen zomer van 15 Juli tot 15 Augustus eene ten toonstelling te houden van in ons land ? vervaar digde zilversmidswerken, zy heeft het voornemen om naast enkele oude stukken die haar reeds zijn toegezegd, ook eene verzameling werken van levende meesters, goud- en zilversmeden, bijeen te brengen. Met deze tentoonstelling beoogt zij voornamelijk de nationale industrie te steunen, door de wer ken onzer zilversmidskunst in ruimeren kring be kend te maken en het kunstlievend publiek te doen zien wat in ons land vervaardigd kan worden. De commissie zal zich voor het bijeenbrengen dezer tentoonstelling wenden tot de meest gunstig bekende meesters in het zilversmidsvak en hun verzoeken eenige der door hen vervaardigde kunst werken benevens ontwerpen en teekeningen ge durende genoemden tijd aan het Museum te willen toevertrouwen. Wy deelden reeds mede dat door den heer E. VOQ Saher, in het Museum van Kunstnijver heid een cursus s»l gegeven worden in styl en ornementsleer voor de beoefenaars der verschil lende ambachten, die proeven van bekwaamheid wenschen af te leggen ter verkrijging van een diploma als meester of gezel; deze lessen kunnen ook worden bijgewoond door hen die niet voorne mens zyn genoemde proeven van bekwaamheid af te leggen. De cursus is kosteloos en zal vermoedelijk in de maanden Juli en Augustus en zoo noodig in September, Woendagsavonds na 7 uur gegeven worden. Zy die dezen cursus wenschen te volgen knnnen zich daartoe eiken dag, tusschen 10 en 4 uur voor l Juli aanmelden by den Custos van het Museum van Kunstnijverheid. TOONEEL EN MUZIEK. Het opera-gezelschap dat voor de thans loopende Londensche season door den directeur van Covent-Garden geëngageerd is, is misschien in vele jaren niet geëvenaard. Er wordt in het Italiaansch, Fransch en Duitsch beurtelings gezongen; de meest verschillende genres, Verdi, Gounod, Wagner, Mascagni, Massenet, Boïto, Bizet, zijn ver tegenwoordigd, en de opera van den Engelschen componist Lara, The Light of Asia, op het ge dicht van Matthew Arnold gegrond, zal de clou van de season vormen- Met het oog op al deze eisenen heeft sir Augustus Ilarris ongeveer de beste zangeressen en vooral zangers in alle genres geëngageerd; op het tableau de ]a troupe staan dus de heeren Jean en Edouard de Reszké, Van Dyck, Lassalle, Montariol, Dufriche, Maurel, de Vaschetti, Planton, Alvary, Landau, Oren et Wiegand; en de dames Eames, Sigrid Arnoldson, ge zusters Eavogli, Calvé, de Lussan, Jehin-Deschamps, Klafsky et Heink. Men verwacht dit jaar weinig heffeesten; de opera, zoowel als de Fransche voorstellingen, eerst met Coquelin, dan met Sarah Bernhardt, verwachten dus veel bezoek. LETTEREN EN WETENSCHAP. .Prof. Helmholtz is door de Academie van We tenschappen te Parijs tot lid benoemd; hij neemt de plaats in van den overleden keizer van Bra zilië, Dom Pedro. Hij kreeg 28 stemmen, zijn tegencandidaat was de Belgische zoöloog, prof. van Beneden. Prof. Du Bois-Reymond is door vier buitenlandsche academiën tegelijk tot lid benoemd, als: de Hetaireia epistemonidiae te Athene, de Royal Society te Edinburgh, de National Academy der Vereenigde Staten van Amerika, en de Konink lijke Belgische Académie de Médicine te Brussel. Internationale Boekhandeltentoonstelling. Bij het toezenden van het reclamebiljet der Inter nationale Boekhandeltentoonstelling, voegt het uit voerend comitéde volgende toelichting: Het uitvoerend comitéwenschte om de algemeene aandacht op de tentoonstelling te vesti gen een voorstelling, die door heldere kleuren het oog tot zich zou trekken, maar tevens door artistieke behandeling zou uitmunten; het droeg het ontwerp op aan een van onze jonge schilders, den heer Hobbe Smitb, die de preiit op steen teekende en naar hij zich vleit, aan de eischen voldaan heeft. De firma L. van Leer & Co., die belangeloos de kleurendruk bezorgde, gaf daardoor een spre kend bewijs van hare belangstelling in de ten toonstelling, die, naar het zich laat aanzien, zeer merkwaardig zal worden". De tentoonstelling zal gehouden worden in het Paleis voor Volksvlijt. De groote zaal zal worden ingenomen door allerlei werktuigen en machine rieën die, door een electrischen stroom Jn werking gebracht, den bezoekers een duidelijk begrip zul len geven, hoe de zetter, de drukker, de binder in dezen tijd zyn werk verricht, bijgestaan door allerlei vernuftig bedachte werktuigen. . Het retrospectieve gedeelte der tentoonstelling zal bewijzen dat de vaderen, met geringer hulp middelen maar met veel kunstzin, hun voort brengselen toch zóó wisten te bewerken, dat zij nog nu vaak ten voorbeeld strekken. Een hoogst belangrijke inzending uit Frankrijk, belooft een ander aantrekkingspunt te zullen zijn. Allerlei fraaie en kostbare uitgaven uit dit land van den goeden smaak zullen een der groote bijzalen geheel vullen en onze dames zullen waarschijn lijk getroffen worden door een inzending van een der voornaamste Fransche modebladen, dat een volledige serie der oorspronkelijke waterverfteekeningen vertoonen zal, waarnaar de platen ver vaardigd werden die in den loop der jaren de wereld ten leiddraad strekten bij de moeielijke keuze van haar toilet. De schouwburgzaal van het paleis zal gastvrij heid verleenen aan onze vaderlandsche uitgevers. Ook uit Duitschland, uit Engeland, uit Zwitser land, uit België, uit Hongarije en uit Polen zijn inzendingen toegezegd. Zelfs de half beschaafde volken met hun tooverboeken op boombast en minnebrieven op bamboesstengels zullen vertegen woordigd zijn door een inzending van Artis. Het is de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels die deze internation ale tentoonstelling heeft uitgeschreven ter gele genheid van haar vijf-en-zeventigjarig bestaan. Aan belangstelling van het groote publiek, zoowel als van vakgenooten, zal het haar zeker niet ontbreken. Secretaris van het uitvoerend comitéis de heer J. F. M. Sterck. Van den novellenbundel Op Dwaalwegen, naar Carmen Sylva, is bij den uitgever L. J. Veen eene tweede editie in bewerking, als begin een er reeks werken van Carmen Sylva in afleveringen. Achtereenvolgens zullen daarin opgenomen wor den Op Dwaalwegen, Uit twee werelden, Door alle eeuwen, Veldpost, Castell Peleseh en Wraak; het geheel zal zes deelen of 30 afleveringen uit maken. Van het Klassiek letterkundig Pantheon, uit gave van W. J. Thieme te Zutphen, zijn op nieuw verschenen: Quincampoix of de loindhandelaars en Arlequin actionist door P. Langendijk; Spiegel der Vaderlandsche kooplieden, door P. Langendyk met inleiding en aanteekeningen voorzien door dr. C. H. Ph. Meijer; Die Borchgravinne van Vergi, middelnederlandsch gedicht en J. van Vondel's Leeuwendalers met inlei ding, woordenlijst en aanteekeningen voorzien door dr. F. A. Stoeit. BÜH. D. Tjeenk Willink te Haarlem ver scheen een derde goedkoope druk van de His torische Sladen van prof. Theod. Jorissen ? in houdende dl. I; Zoon van Oldenbarneveld. Amalia van Solms en Maria Stuar'. Een vor stelijk engagement. Joan de Witt. ??De zee slag bij Kijkduin. Willem III. Dl. II: Marijken. Meer. De republiek in de eerste helft der 18e eeuw. Het tijdperk der patriot ten. Willem V. Doggersbank De Fransche tijd. Wetenschap. GENEESKUNDIGE EN HYGIËNISCHE MENGELINGION. KecMs en links. Zooals bekend is zijn de meeste menschen rcchtsch d. w. z. gebruiken zij bij al hunne handelwijzen en verrichtingen bij voor keur de rechterhand. Dit gebruik is zoozeer in ons leven ingeworteld, dat men iemand als onhandig beschouwt, die do linkerhand het voorrecht boven de rechter geeft. Zelfs gaat het spraakgebruik zoover, dat men een ongeschikte persoon linksch noemt, om daarmede iets alwijkends van den regel, iets abnormaals te kennen te geven. De voorkeur bij al onze handelingen aan de rechterhand gegeven, vangt reeds op den kinderleeftijd aan, door voortdurend het kind in te prenten zijn mooi handje" te geven. Later wordt door oefening, voornamelijk bij het leeren schrijven en teekenen, altijd en uitsluitend de rechterhand in gebruik genomen en ontwikkeld. Dit laatste geldt zelfs Ijij die volken, welke van rechts naar links (b.v. de Turken), of van boven naar beneden (b.v. de Chineezen) schrijven. En daar het schrijven eene gave is, welke slechts door zelfbewuste oefening en navolging verkregen wordt, mag men gerust aannemen, dat dit altijd zoo geweest is. Doch ook de beide voeten hebben bij den menscb niet dezelfde waarde. Hij die b. v. in het half donker ov»r een drempel moet stappen of het begin eener slecht verlichte trap te zoeken heeft, zal in het meerendeel der gevallen op zijn lin kervoet steunen en den rechter onderzoekend vooruit schuiven. In een groot, effen, en zeer ge lijkmatig aangelegd bosch, waarin geen merkteekenen aanwezig zyn, loopt een mensch die recht uit wil gaan, byna altijd in een kring rond, in eene richting (zooals voor eenige jaren uit in Engeland genomen proefnemingen gebleken is) van de wijzers van een uurwerk. Scheidt men nu de kringen, welke hierby door den rechter en die welke door den linkervoet beschreven zijn van elkander, dan ligt die van den rechtervoet in de binnenste, die van den linkervoet in de buitenste omtrek van den kring. Het linkerbeen heeft dus bij de wandeling den grootsten cirkel beschreven en de grootste krachtsinspanning noodig gehad. Hieruit volgt evenwel niet dat deze voet de be voorrechte is; het tegendeel is het geval. De rechtervoet is, om zoo te zeggen, de tastvoet, heeft dus eene meer intelligente rol te spelen; daarom voelt hy den drempel en daarom ook moet hij in het bosch den nevenarbeid van het wegzoeken verrichten en komt hij dientengevolge iets langzamer vooruit. Zooals wy reeds zeiden, is het schrijven met de rechterhand zuiver een gevolg van opvoeding en oefening; hetzelfde is het geval met een me nigte andere verrichtingen, die men zich hetzij door overlevering, hetzij door allerlei andere, soms zeer merkwaardige, omstandigheden heeft eigen gemaakt. Zoo knoopen bv. alle mannen hunne kleeren met de linkerhand dicht en omgekeerd de vrouw met de rechterhand en dat alles alleen omdat de kleermakersgewoonte medebrengt, de knoopsgaten aan heerenkleeding links en aan dameskleederen rechts te maken. Laat men echter dergelijke door kunst teweeg gebrachte gewoonten rusten, dan mag men nog veilig aannemen dat het nzijdig gebruik der handen niet uitsluitend bij allen een gevolg van opvoeding is, doch dat ook erfelijkheid hierbij een groote rol speelt, dat een door vele generaties voortgezet gebruik, ten laatste als een aangeboren eigenschap mede ter wereld gebracht wordt. Het kleine getal menschen, die links zijn, bewijst meer vóór deze meening, dan er tegen. Want hij, die eenmaal links zal worden, is zulks reeds duidelijk op den leeftijd van. IK a 2 jaren en het gebruikelijke waarschu wen der ouders zal hiertegen weinig of niets helpen. De natuurlijke neiging doet zich in der gelijke gevallen zoozeer gelden, dat men wel aan nemen moet dat het rechtszijn, hetwelk in de meeste gevallen voorkomt, eveneens moet aan geboren zijn. Wij merken slechts bij personen die rechts zijn, die kracht der natuurlijke voorliefde niet zoozeer op, omdat wij er niets tegenover te stellen hebben. Zoude men iemand die rechts ge boren is, kunstmatig links willen maken, dan zoude hij zich even weerspannig toonen, als de linksche bij een tegenovergestelde proef. De nei ging tot eenzijdigheid mag men dus als eene al gemeen menschelijke eigenschap beschouwen. Eer nu eene eigenschap zoozeer gebonden is aan het menschelijk bestaan, als dit met de be sprokene het geval is, moeten er duizende en nogmaals, duizende jaren zijn voorbijgegaan sedert de grondslagen daarvoor gelegd werden. En wer kelijk heeft de wetenschap aangetoond, dat dit oogenschijnlijk weinig beteekenende verschijnsel, nl. het rechts- en het links-zijn, in overoude tijden zijn oorsprong heeft. D.e ur-rnensch namelijk, zocht in den strijd tusschen hem en het dier, en tusschen hem en zijne medemenschen, altijd het meest gevaarloopenda lichaamsdeel te beschutten. Bij instinct wist hij en de ervaring leerde hem bovendien, dat wonden aan het hart toegebracht, eene snellen en doodelijken afloop hadden Onwille keurig dekte hij dus eerst de streek, waar zich ge noemd lichaamsdeel bevindt, dus de linkerborsthelft met den naastbij gelegene, dus den linkerarm, waaraan hij later een schild hechtte. Hierdoor hield hij den rechterarm vrij voor aanval, verde diging en vrije beweging, werd deze allengs sterk geoefend in het hanteeren van speer, hakbijl en werpsteen. Langzamerhand werd dus de linker zijde des lichaams de rusthelft, de rechterzijde daarentegen de bewegingshelft. Links ontstond betrekkelijke passiviteit, rechts krachtdadige werkzaamheid, en daardoor verkregene geschikt heid welke zich later bij den ruwen handenarbeid voortzette, en op deze wijze kan men zich ge makkelijk de voorliefde tot volmaking van den rechterhand voorstellen. Wat de voet betreft, deze moest zich in zijne ontwikkeling geheel richten naar de hooger staande lichaamsdeeleu. Krachtige beweging vereischt eene vaste tegenstand van onderen. Wie met den rechterhand een speer of steen werpt, steunt op het oogenblik dat hij werpt, op den linker voet, Men ziet dit in het dagelijksch leven bij het kegelspel duidelijk; hij die met de rechterhand werpt, rust bij het loslaten van den bal op het vooruitgeplaatste linkerbeen. Daarom is meestal de linkervoet de steunvoet geworden, het vaste punt waarop het lichaam rust. De rechtervoet is daarentegen meer het voorwaarts strevende deel, dat de rechterhand in zijne krachtige, vrije oefening volgt en tevens is de rechtervoet de tastvoet, die het lichaam den weg aanwijst, welke het in te slaan heeft. Met deze verschillende eigenschappen zoowel in de rechter- en linker bovenste als onderste ledematen, komt ook overeen een duidelijk waar neembaar verschil in anatomische bouw, hoofd zakelijk van het spierstelsel dezer doelen en een meer of minder sterk ontwikkeld spiergevoel daarin. In Christiania beerscht cenc baarJzickte, welke aldaar maatregelen Doodig beeft gemaakt bij het laten scheren, voornamelijk bij barbiers, enz. Daar dergelijke ziekten zeer gemakkelijk ontstaan kun nen ten gevolge van het indringen van vreemde stollen, respectievelijk bacteriën, in wondjes of kloven van de huid, mogen bedoelde voorschrif ten ook elders navolging vinden. liet scheerbekken behoort telkens vóór liet gebruik met rijkelijk veel kokend water schoongemaakt te worden. Het inzeepen geschiede met zorgvuldig gezuiverde han den en snel schuimende zeep. Scheerborstels zijn at te keuren; wenscht men deze toch te gebrui ken, dan spoele men ze dadelijk na het gebruik in schoon water uit. Na het scheren vastclie men zich zelven met warm on koud water (liefst uit kranen) goed af. Het scheermes moet vóór en na ieder gebruik in zuiver, warm water afgespoeld en gepoetst worden. Om zoo min mogelijk wondjes te maken, diene het scheren met zachte hand te geschieden; het» beste ware zoo vrouwenhanden voor dit werk gebezigd werden, zooals in som mige landstreken gebruikelijk is. Een nieuw en gemakkelijk geneesmiddel tegen drankzucht heeft men onlangs gevonden in het gebruik van appels. Een Engelsch geneeskundige had opgemerkt, dat dronkaards zeer weinig appels aten en daaruit leidde hij af, dat hu deze vrucht wel tot genezing van dergelijke personen zou kunnen gebruiken. Hij schreef dronkaards voor by het middagmaal zooveel mogelyk appels te eten, doch ook tusschenty'ds tusschen ontbijt- en. middagmaal en tusschen dit laatste en het avond maal. Op deze wijze verkreeg hy' vrij wat gun stiger resultaten dan met een van al de andere aangeprezene geneesmiddelen. Hij zag de harts tocht voor drank snel verminderen en ten laatste geheel verdwijnen. Het is dus geen wonder dat de uitvinder (!) dringend opwekt deze handel wijze in alle gevallen van drankzucht toe te passen. Naar aanleiding van het desinfecteerend ver mogen van sommige stoffen, uitte de Fransche hoogleeraar Bouchard reeds in 1887 als zyne meening, dat men door eene goede keuze van het antiseptisch middel, doch vooral door associatie van verschillende dezer middelen het desinfectee rend vermogen kan verdubbelen. Deze meening later meer door hem gepreciseerd en uitgewerkt, is in den laatsten tijd na vele en herhaalde proefnemingen volkomen bevestigd. Neemt men van een mengsel van: carbolzuur 8 gr-am, salicylzuur l gram, pepermunt-tinctuur 10 druppels, eene hoeveelheid van 2: 1000 water, dan is men in staat de miltvuurbacil te dooden, terwijl, wanneer men b.v. eene eenvoudige carbolzuuroplossing van 10 : 1000 daarvoor gebruikt men nauwelijks dit doel bereiken zal. Van genoemde combinatie worden opgegeven stoffen van tuberkellijders door een mengsel van 5: iOOO in eenige minuten gesteriliseerd, terwijl een carboloplossing b.v. van 10 : 1000 dit met moeite in ruim 15 minuten gedaan krijgt. De onderzoekingen op dit gebied worden (vooral in Frankrijk) met ijver voortgezet en het is te wenschen dat men er in slagen zal eene formule te vinden welke de des infectie van sommige lichaamsdeelen, zooals de mond en keelholte, het spijsverteringskanaal, wonden en allerlei normale of ziekelijke holten mogelijk zal maken, iets wat tot dusverre zeer moeielijk, zoo niet onmogelijk was, daar de meeste der bedoelde middelen, in desinfecteerenden con centratiegraad gebruikt, de weefsek te veel aan grijpen. ^ Evenals in Frankrijk neemt ook in Engeland volgens opgaven van den General Registrar het geboortecijfer gestadig af, een feit dat slechts eenigzins vereffend wordt door eene tegelijkertijd opgetreden vermindering van het aantal over ledenen. IN DEN COUPE NAAR YALTA. Schets uit de Russische wereld naar GRIOOR SEMENOWJTSCH. Grauwe Septembernevel. De kale wachtkamer van het Kursker station te Moskou zag er nog treuriger uit dan anders. Het to.ch reeds enge perron van vertrek volgepropt met groote koffers en collis; bij het perron van aankomst vloekende en schreeuwende Iswoschtschieks, door elkaar ijlende Artellschiekg, den rug gebogen onder den last van den een of anderen omvangrijken koffer; een menigte hotel-omnibussen en elegante equipages, daartusschen tierende,, vloekende en schel dende Gorodowois zoo doet zich ongeveer de groote herfstverhuizing van de Moskousche sociétévoor, die met de eerste herfstdagen de oude Czarenstad verlaat, om den Laderenden winter tijd aan de zonnige stranden der Krim door te brengen, sedert het naar het voorbeeld van den Czaar mode is geworden, het buitenland te ver mijden. Batoeschka (vadertje, de Czaar), heeft er zich reeds lang over geërgerd dat zijn lieve landskin deren de mooie roebel-biljetten naar Nice, Monte Carlo, Mentone of Cannes brachten, in plaats van ze in hun eigen land te verteren, en zoo heeft hij dan zelf het goede voorbeeld gegeven en zijne residentie vóór het begin van den win ter te Livadia opgeslagen, dat wonderschoone plekje grond aan de oevers van de Zwarte Zee, tegen de ruwe Noord- en Oostwinden door een bergketen beveiligd, en die eigenaardig bekoorlijke mengeling van noordelijk en zuidelijk klimaat vertoonend, zooals zij alleen aan de oevers van den Pontus Euxinus gevonden wordt. Blazend en hijgend rolde de trein uit St. Petersburg bet station binnen; een schel belsignaal, en de portieren van den dichtbezetten trein werden geopend, om een menigte reizigers uit te laten, die zich over de rails naar den aansluitenden trein heenspoedden voor het verdere vervoer naar het zuiden gereed. Een deel der waggons was ree,ds door Moskouers bezet, allen naar de Krim bestemd. Aan een der groote salonwagens, die in hun gcheele uit rusting eenigszins op de Pullman Cars van de Amerikaansche lijnen gelijken, stond een klein gezelschap heeren en dames, die volgens hun uiterlijk blijkbaar tot de Moskouer ambtenaars aristocratie behoorden, en die zich door hunne Parijsche mode dernier cri van den rijken koopmansstand ongeveer evenzoo onderscheiden, als in Duitschland een luitenant der garde van een kameraad der provincie-infanterie. Op de bovenste trede van dezen waggon stond een jong meisje, in een opzettelijk eenvoudig, grijs reiscostuum. De slappe vilten hoed, waarvan een ruime sluier fladderde, bedekte een overvloed van weerspannig zwart kroeshaar en onder den gemakkelijken reismantel kwamen de omtrekken van een wel wat lange, maar goed geëvenredigde en elegante gestalte te voorschijn. Haar leeftijd was uit het gelaat moeielijk te raden. De moede trek, die er gewoonlijk op lag, scheen tusschen vier-entwintig en zes-en-twintig aan te geven, doch wan neer bare prachtige zwarte oogen schitterden en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl