Historisch Archief 1877-1940
No. 783
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Scrisse Visse Arno Ann. LIX. M. II. Mori
il XXIII. Marzo M. D. C C C. XL. II." Op deze
zuil bevindt zich het medaillon van Stendhal
met het opschrift: A Honri Beyle Stendhal
ses amis de 1892".
De 2e en 3e afleveringen van het tijdschrift
Taal en Letteren, te Zwolle bij Tjeenk Willink
verschijnend, bevatten o. a.: J. C. G. Kaakebeen,
over vergelijkingen en beknopte zinnen; F. Terwey,
over de zoogenaamde bijzinnen met of; Dr. R. C.
Boer, opmerkingen over de Nederlandsche
klankleer in boeken, die voor het onderwijs bestemd
zijn; F. Terwey, onderwerps- of gezegdezinnen;
Dr. E. A. Kollewijn, het systeem van de tyden
der werkwoorden; Prof. Aug. Gittée,
schertsenderwys aangewende eigennamen; voorts:
boekaankondigingen, woordverklaringen, sprokkels en
?vragen.
.Wetenschap.
GENIE EN EPILEPSIE.
De naam van Lombroso, de Italiaansche psy
choloog, is natuurlijk bij de lezers van dit blad
bekend. Nog voor eenigen tijd deelden wij mede
?wat h\j naar aanleiding van het dagboek van
Marie Bashkirtseff had gezegd omtrent de over
eenkomst tusschen genie en krankzinnigheid. Betere
bevestiging van z\jn theorie kon zeker niet gege
ven worden dan door de geniaal-grillige,
artistiekimmoreele figuur der Russische jonge schilderes.
In een veelgelezen Italiaansch blad sprak hij
onlangs over de weinige erkenning, die hij als
ernstig wetenschappelijk man heeft ondervonden
in het begin van zijn loopbaan en hoe pas in de
latere jaren de aandacht op zijn theorie is ge
vestigd door mannen als Nisbet in Engeland,
Frankel in Duitschland, Bianchi in Italië.
In hetzelfde artikel geeft hij eenige voorbeel
den aan van de theorie, die hij in verschillende
zijner latere geschriften heeft behandeld, namelijk
van de overeenkomst tusschen genie en epilepsie.
Dit woord doet stuitend aan in verband met wat
als een der hoogste uitingen van den
menschelijken geest mag worden beschouwd, maar Lombroso
tracht dadelijk een groot misverstand uit den weg
te ruimen, namelijk dit, dat onder genoemde ziekte
niet moet verstaan worden wat traditioneel door
de leeken daaronder wordt verstaan, maar alleen
wat door de wetenschap daaromtrent wordt ge
leerd. Voor deze namelijk zijn zekere verschijn
selen, die de vallende ziekte begeleiden, van meer
belang en meer kenmerkend ter onderscheiding
van haar aard, dan de vreeselijke uiting, die wij
leeken alleen waarnemen. Het zijn deze verschijn
selen, welker bestudeering hem het genie een
bijzonder soort van epilepsie doet noemen, die
Lombroso en anderen hebben gevonden en nage
gaan in mannen als Napoleon, Julius Cesar,
Flaubert, Karel V, Pascal, Mahomet, Haendel,
Guerrazzi, Sheridan, Mendelssohn, Wellington,
Swedenborgh, enz. Zoo behooren onder genoemde
ziekteverschynselen bijv. de duizelingen, gepaard
met tijdelijk verlies van geheugen, zooals ze bij
Dickens en Faraday zijn waargenomen, van
convulsies, zooals Marlborough ze had, enz. Vooral moet
hiertoe gebracht worden de ziekelijke prikkelbaar
heid, waarvan Peter de Groote en Napoleon zulke
schrikwekkende voorbeelden zijn. Napoleon jaagt
zijn broeder Lodewijk met geweld de kamer uit,
geeft den senator Valney een trap in den buik,
gooit, woedend over het talmen van den
Oostenrijkschen afgevaardigde, te Campoformio, een por
seleinen vaas in stukken, weet zich tegenover
Metternich, dien hij op dat oogenblik noodig heeft,
niet in te houden, maar vraagt hem brutaal weg,
hoeveel Engeland hem betaald heeft om zijn rol
te spelen. Hij gooit de kleeren, waar hij niet ge
makkelijk inschiet, in het vuur, dicteert met zulk
een verbazende snelheid, dat niemand hem kan
bijhouden, en in plaats van even zijn woorden te
herhalen, breekt hij los in verwenschingen, die
door zijn schrijvers worden gewenscht en gepro
voceerd om even te kunnen rusten.
Zoo zegt men van Byron, dat hij als kind, om
de nietigste oorzaken, zulke woedende driftbuien
had, dat men bang was dat hij zou stikken.
* Zoo hebben anderen aanvallen van verstrooid
heid, die dikwijls niets anders zijn dan epilepti
sche afwezigheid van geest, of wel onbegrijpelijke
.godsdienstige bevliegingen, zooals de atheïst Comte.
Op oogenblikken waarin het enthousiasme van
het genie een hoog peil bereikt, neemt men
dik
Schaakspel.
3d« Jaargang. 20 Juni 1892.
Redacteur RUD. J. LOMAN te Londen.
Adres: Mira Lodge, Deronda Road, Herne Ilill,
Londen. S. E.
Verzoeke alle mededeelingen deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
Eerste prijs in 't zevende probleem-tournooi van
den Duitschen Schaakbond.
No. 142 Zwart 7 stukken.
wijls hallucinaties en een staat van onbewustheid
?waar.
Een der karaktertrekken van het genie, gaat
Lombroso voort, is de onweerstaanbare drang tot
een zekere daad. Napoleon zei, dat de uitslag van
een veldslag afhangt van een enkel oogenblik,
van een tot hiertoe verborgen gedachte. Op het
beslissend punt komt deze gedachte plotseling te
voorschijn, de vonk spat uiteen en de overwinning
is behaald.
Socrates beweerde reeds, dat de dichters schep ?
pen zooals de raadsels prediken; zij vertellen
schoone zaken, maar zijn zichzelf niet bewust van
wat zij ons aanbieden.
De Goncour.t zegt; Een fataliteit geeft u het
denkbeeld aan; een onbekende macht, een boven
natuurlijke wil, een soort van onweerstaanbare
drang tot schrijven richt uwe pen, zooclat het u
soms schijnt alsof' het boek, dat gij voltooid hebt,
het uwe niet is, en ge er u over verbaast, als over
iets, dat in u was, maar waarvan gij niet bewust
waart. Dat is do indruk dien wij ondervonden bij
het scheppen onzer werken."
En Maria Bashkirtseff: Cela est arrivévers
quatre heures et a ce moment la mème je venais
d'être saisie d'une idee de composition en terre....
C'est une inspiration du ciel et qui me plonge
dans un sentiment de bonheur inexprimable. Je
suis absolument heureuse pendant deux heures.
Je prends a peine Ie temps de faire un croquis
au crayon et me jette sur la terre glaise. Il
ne faut ni chercher ni réfléchir; les doigts ex
cutent un travail prescrit avec une précision
mecanique. J'ai vu et j'exécute."
Het meest overtuigend bewijs is misschien wat
Beaconsfield omtrent den aard zijner overpeinzin
gen zegt: Ik heb wol eens gemeend, hoe kwet
send het ook voor mijn gevoelens moge zijn, dat
er maar een enkele stap is tusschen den staat
van den geest, wanneer wij ons overgeven aan
overpeinzingen en krankzinnigheid."
Wat mij zelf betreft herinner ik mij, dat als
ik in de een ot andere overpeinzing ben ver
diept, mijne zintuigen als dwalende zijn. Ik zou
dit bijzonder gevoel niet kunnen beschrijven, ik
ben er nooit in geslaagd het aan groote
geneesheeren en geleerden juist uit te leggen.
Maar ik beweer, dat ik oogenblikken had,
waarin ik niet zeker was van mijn bestaan en
identiteit, want om mij daarvan te verzekeren j
moest ik naar een boek grijpen en mijn naam
opzoeken, om mij te overtuigen dat ik leefde."
Deze uitdrukkingen toonen aan, dat daar, waar
het genie zijn hoogste uiting heett en het meest
van den normalen mcnsch afwijkt, namelijk in
een oogenblik van hoog opgevoerd enthousiasme,
het in een staat van meer of mindere onbewust
heid verkeert, die volgens sommigen de meest
kenmerkende eigenschap der epilepsie is.
Zoo verklaart het zich hoe, zooals bij Kant,
Coleridge, Voltairc. Cardano geniale werken zijn
ontstaan in den slaap, die ook een staat van vol
komen onbewustheid is; zoo verklaart zich de dub
bele persoonlijkheid, die men bij het genie waar
neemt, als het van den staat van enthousiasme
overgaat tot dan gewonen toestand, waarin het
scheppend genie zichzelf niet meer begrijpt.
Tasr.o, de dichter van de Gerusalemme
liberata", bekent, dat als de verhoogde geestestoe
stand voorbij was, hij zich in zijn scheppingen
verwarde, het schoone er in niet waardeerde, daar
van geen bewustheid had.
Toen men Klopstock eens vroeg naar den zin
van sommige zijner periodieken, antwoordde hij:
Vroeger begrepen God en ik het, nu God alleen."
Het meest vooruittredende karakter van bet
genie is dus het onbewuste scheppen, wat ook het
meest opmerkenswaardige, zoo niet eenige ver
schijnsel is der epilepsie; daaruit af te leiden dat
het eerste een goddelijke variant is van deze
heilige ziekte" (dit synoniem is niet zonder reden
gekozen) is een stap. die het niet moeiolijk valt
te doen, zelfs aan den weinig geoefende in de
psychiatrische wetenschap.
Ziedaar ongeveer wat het artikel van Lombroso
behelst.
Velen meenen 't is beter voor leeken niet te
trachten den sluier op te lichten, die het beeld
van den mensch, door de wetenschap gevormd,
voor onze oogen verbergt. Men kan immers een
mooi boek lezen, een nobele daad bewonderen,
zonder verder onderzoek naar het karakter van
den schrijver, naar de ware drijfveer van de daad.
De idealisten, gelukskir.deren als ze zijn, leggen
zeker een groot gewicht in de schaal, tegenover
hebben wij nog met ontvangen, wel du Arnft. Conra'itt.
M. IA O. te Leiderdorp. Corrosp.parlij xullcn wij,
als zij eenig^zitis de moeite waard is, publie-eeron.
Goede oplossingen van alle I\rei-probleDien van
schaakclub Morphy", Kaatsheuvel.
CORRESFOXDENT1EWEDSTRIJD.
(Adres: Muntl.rA-fdf' ?/,'?, Atnsterdtttn).
12e Zet van Wit.
A
1 L c5:
2 PirlfS
3 Pc3d5
4 Pb5e3
5 D c4:
<> ed5:
7 Pbld2
s I) c5:
'.) I) c 4
0 Pg3f5:
J Ie '/.'t
15
Tala2
I) b5
Pg-le2 L
Ii4 T
D e2 I'
D c3 : L
f,-4 T
PM«3
I) 13: L
T f lel
?<tn y.n::<.rl
c
!ii
edt:
e5:
f7:
f:te'>
('5 :
adl
u3
(-3
eill:
in A
L
L
P
I>
L
L
K
I)
I)
5
I)
("3
.15:
0-0
a3c2
(?« : t
a 7 :
b2
el
<!4:
(14:
L ri
P
L
I)
D
1'
E
(16
c3e2:
bl
0-0
lid :
ali
b 5
(14
(let :
s,'le2
P
L
L
1)
D
1)
L
I)
1)
L
in A 1 :
F
(12
f6:
f4
(-2
R'. :
(18:
f4
b7:
(?2
"?>
uii.'i : ,
het realisme, dat alles nakijkt en uitpluist, elk
deeltje uit elkaar neemt en onderzoekt, overal
fouten ontdekt, maar soms niets begrijpt van het
grootsche geheel. Maar tusschen deze twee uiter
sten in, leeft en woelt en denkt een groote schare,
die blij is hier en daar een kruimeltje op te van
gen van de resultaten der mannen van de weten
schap, die door nauwkeurig, ernstig, geduldig on
derzoek trachten telkens een syllabe verder te
komen met de oplossing van het groote raadsel,
de mensch. C.
HET TESTAMENT VAN OOM LOOK,
door JAMES PAYN.
Zooals er sommige menschen zijn, die altijd
bij hun voornaam worden genoemd James, of
William of Robert en anderen, met wie hunne
vrienden nog familiaarder zijn en wier namen worden
afgekort tot Jem, of BUI, of Bob zoo zijn er
ook mannen, die wel in 't geheel geen voornaam
konden bezitten, zoo weinig is die bekend; behalve
wanneer ze dien op een wissel schrijven, is er nooit
iets van te merken en ze worden bij hun familie
naam genoemd tot hun levenseinde toe. Van die
soort was mijn oom Lock. Weinigen zijner ken
nissen wisten, dat hij Richard heette, vóór ze het
lazen van den steen op zijn graf en als zijn moe
der ooit Dick tot hem heef c gezegd (waaraan ik
twijfel) dan was ?ij toch de eenige.
Hij was ook getrouwd geweest, ofschoon ik hem
eerst leerde kennen, toen hij een vierde van een
eeuw weduwnaar was geweest, maar zijne vrouw
had hem ook nooit anders dan m'nheer Lock
geEoemd. Zij stierf na een huwelijksleven van eenige
jaren en hij had haren dood betreurd en later had
hij schijnbaar geen enkel zacht plekje in zijn hart
gehad, tot er ten laatste een zoodanig gevonden
werd door zijn nichtje Sophie.
En werkelijk, zoo er zulk een plekje bestond,
moest het door haar worden ontdekt, want een
bekoorlijker persoontje dan Sophie Mayhew was,
kan men zich moeielijk voorstellen. Toen hare
ouders stierven, wat ze een paar jaar na hare
geboorte deden, zeker met de bewustheid, dat ze
de wereld gelukkiger en beter hadden gemaakt,
door haar erin te brengen, nam oom Lock haar
aan en ik moet zeggen, hij was goed voor haar
in ieder opzicht, behalve n maar dat onge
lukkig voor mij van het hoogste belang was. Hij
wilde niet hebben, dat zij met tien man harer keuze
trouwde. De reden, die hij voor zijn tegenstand
opgaf, was dat hij in beginsel tegen het trouwen
van neven en nichten was. Ieder weet, dat, als
men ergens in beginsel tegen is, dit beteekent,
dat de bedoelde opponent er een persoonlijken
tegenzin in heeft, en dit was ook bij oom Lock
het geval in zake den huwelijkscandidaat in
quaestie. Hij had niet zooveel bezwaar tegen de bloed
verwantschap als wel tegen mi/j, maar het voor
wendsel was uitstekend geschikt voor zijn doel,
omdat geen enkele verbetering óf in mij. óf in mijne
positie het feit ongedaan zou kunnen maken, dat
Sophie en ik denzelfden grootvader hadden gehad.
Ofschoon ik evengoed een wees was als zij, had
oom Lock mij niet als kind geadopteerd, maar had
mij alleen op de gewone wijze als klerk en parti
culier secretaris in dienst genomen. Het salaris,
dat ik voor mijne diensten ontving, was klein,
maar ik woonde onder hetzelfde dak met Sophie,
't geen genoeg was, om alles goed te maken. Hoe
oom Lock het mogelijk kan hebben geacht, dat
zoo iets op iets anders zou kunnen uitloopen dan
op mijne hartstochtelijke genegenheid voor haar,
is mij een raadsel, maar toch hield hij maar vol,
dat het allerdwaast was. Nadat hij zijne meening
had te kennen gegeven over het huwelijk van
neven en nichten, voegde hij er nog bij: En zie
je, Karel, ik kan mijzelven niet ontveinzen en ik
zie niet in, waarom ik het dan voor u zou doen,
dat die genegenheid u niet tot eer strekt. Ik zeg
juist niet, dat uwe bedoeling enkel geldzucht is,
maar ge kunt niet blind zijn voor de waarheid,
dat Sophie waarschijnlijk mijne erfgename zal zijn
en gij bezit niets, dan de honderd pond 'sjaars,
dus ge handelt precies als ieder ander gelukzoe
ker. Vindt ge 't zoo mooi, om voor uw levens
onderhoud afhankelijk te wezen van uw vromvs
geld?"
Ik antwoordde, dat ik zooveel van Sophie hield,
dat dergelijke bedenkingen nooit bij mij waren
gerezen.
In ieder geval," vervolgde hij, nu kunt ge er
aan denken, maar wat ge u misschien voorstelt,
is, dat mijne nicht, uit dwaze goedhartigheid of
b c d e f g h
Wit (8 stukken) geeft in 3 zetten mat.
CORRESPONDENTIE.
Schaakclub Morphy1' te K. Na l P cl, fö, kunnen
wij geen mat ontdekken.
V. C. te Arnhem. Dank voor berichten. De Gciria
in A C',
il.;.lic Ztt rail Wit in c'.l; !>?>, in clO: T fin.
t'. T. r. JL, li- i'. -- Aan uw verzoek is voldaan.
L. U. !>., te f'r. 'A'.>nd', gij zoo vriendelijk willen
zijn, den heer O. elke \\vk >ijdig in kennis te siellen
met de zelten zijner tegenpartijen ?
XK. Tn 't belang \ un alle deelnemers aan den
C. W. wcnsrhon wij va-t te i-telleu. dat >"i ilt-ji. 1,'i-n
li-f ran X.r.'irf geen p;r/tiien meer zullen worden
overgenomen door andere spelers. In 'l geval, dat
zich dan deelnemer^ nMchten terugtrekken, zullen
hunne partijen worden _ren<>teerd als tjL>?'i><u/r)t door
hunne tegenpartijen.
II. J. d. H.
UIT DE SCHAAKWERELD.
't Zevende congres van den Duitaehen Schaakbond,
dat op 17 Juli a. s. Ie Dresden wordt geopend, be
looft, wat 't gehalte der spelers betrett, al zijn voor
gangers in do schxdmv te stellen. lleeds hebben zich
de volgende meesters van naam als deelnemers laten
inschrijven-. Dr. Tarrasch uit Neurenberg; Caro, von
Scheve, Sehallop en Walbrodt uit lïerlijn ; dr. Schmid
uit Dresdcn; prof. Berger uit firaz : Albin uit Weenen :
j Alapin uit l'etersburg; Taubenhaus uit Parijs:
BlackI burne, Mason, lïird, Tinsley en Lre uit Londen en
Lipschütz en llaird uit New-Vork. Em. Lasser deelde
den liedacteur mede, dat de lust hem sterk bekroop
ook in dezen reuzenkamp een lan> te breken. Dit
zou den wedstrijd zeer aan belangrijkheid doen winnen.
Op den 20.011 internat, coi- esp. wedstrijd der ..Monde
Illustré" beeft prof. Job. Berger uit Uraz den cerstc'n
prij^ grwonnen. en wel met 't schitterende resultaat
dat hij 15 partijen won en ;! remise maakte. Bijna
alle landen, tot Griekenland toe. waren vertegenwoor
digd. De wedstrijd begon in ISS'J. lüake uit
Southhauipton krijgt waarschijnlijk den 2den prijs.
CONSULTATIEPARTIJ,
op O Juni te Londen gespeeld.
Onregelmatige opening.
Wit. Zwart.
Em. Lasker (>. C. Muller
en en
mr. Ward lligg^. R. J. Loman.
(13 l c5 S P oS : 81' e5:
tf 2 d-') !> (H il L <ï«
P r;; :$ P <?« 10 ei:
^' *;| - !' '!? Een diep doordachte
*J "-" '^ *-* *?''* olVercombinalie : maar
0-0 C D ('7 .' .-?et dat al zeer go\vaagd
m 7 P c5: te voorko- spel. De positie is te
inn. Ijeie'r was echter gewikkrld om met
volom eene andere reden" (zoo behandelde h\j do
edelste roerselen van een vrouwenhart) zich aan
u zou verbinden, ofschoon ge geen geld hebt. Nu
ben ik voornemens, dat te verhinderen door de
termen van mijn testament, waarin ik zal bepalen,
dat zij moet huwen met iemand, die een redelyk
iortuin bezit stel 20,000 pond eigen kapitaal
en dat, indien ze een bedelaar trouwt, zij zelve
ook arm zal wezen, want dat dan mijn geld elders
zal worden geplaatst. Ik denk niet zoo slecht van
u, dat ge haar zult verplichten tot armoede en
ontbering, maar meen, dat deze bepaling terstond
aan alle nonsens tusschen u beiden een eind zal
maken, en in dat vertrouwen wil ik u in uwe be
trekking laten blijven."
Hierop antwoordde ik, dat ik het niet mogelyk
achtte, dat iemand, die eenig gevoel van
menschelijkheid bezat, (en daar achtte ik hem niet vol
komen van ontbloot) den eenigen bloedverwant,
dien hij buiten Sophie in de wereld bezat, geheel
onverzorgd zou achterlaten.
Toen grijnsde hij, ik moet zeggen, volstrekt niet
mooi en mompelde iets van iemands helsche bru
taalheid." Ik voegde er bij, dat ik geene onrede
lijke verwachtingen op hem bouwde, maar dat ik
alleen vroeg, wat zijn eigen gevoel van recht hem
als billyk zou doen beschouwen. Ik wilde hem niet
smeeken om de som, die hij als den laagsten eisch
voor het verwerven van Sophie's hand had ge
noemd, maar enkel om een bescheiden voorschot.
Ik vertrouwde, dat, als ik iets had, om mee te
beginnen, ik dan door eigen inspanning spoedig
fortuin zo,u maken.
Hierop antwoordde hij enkel door een keelge
luid, dat naar ik vrees, minachting uitdrukte en
hij liet het onderwerp varen. Langen tijd ging
nu alles zijn gewonen gang. Niettegenstaande wy
in hetzelfde huis woonden, zag ik Sophie weinig,
daar ik op mijn ooms kantoor hard aan het werk
werd gehouden tot het bijna etenstyd was, en als
ik nog eens een poosje thuis was, had ik toch
weinig gelegenheid, haar alleen te spreken. Maar
ik schreef haar eiken avond lange brieven en schoof
ze onder de deur harer kamer, als ik 's morgens
naar beneden ging, om in de vroegte met oornte
ontbijten, aan welken maaltijd zij niet deelnam.
Het waren teedere en hoopvolle brieven over het
groote fortuin, dat ik eens hoopte te maken en
dat voor mij alleen waarde zou hebben, omdat het
mij in staat zou stellen, haar de mijne te noe
men. Er kwamen ook steeds allerlei roerende ge
dichten in voor. En zij van haren kant antwoordde
op de liefste wijze; ze sprak mij moed in en be
zwoer mij, te gelooven aan hare onveranderlijke
liefde. Maar toch was plicht de grondtoon van haar
schrijven en ik geloot zeker, dat dankbaarheid
jegens onzen bloedverwant haar altijd zou hebben
teruggehouden van een verzet tegen zijn wil,
zoodat ze mij nooit in 't geheim zou hebben willen
trouwen, ook al had ik dat misschien voorgesteld.
Al die brieven bewaarde ik, met rose lint er
ombeen gebonden en ik las en herlas ze telkens
weer, terwijl ik reden heb om te gelooven, dat
zij dat ook deed en nooit vermoedden wij, dat het
- met die prettige, onschuldige correspondentie zoo
slecht zou afloopen. Maar op een zekeren dag
nam zij ongelukkig een einde.
In oom Lock's studeerkamer," zoo noemde hij
een vertrek, waarin hij zijn boek van ontvangsten
en uitgaven bewaarde, maar dat geene andere
boeken bevatte, stond een eikenhouten lessenaar,
van boven met mooi licht snijwerk versierd. Dit
was een liefhebberijwerkje van Sophie en zooals
ik oom dikwijls had gezegd, benijdde ik hem dat
schrijf bureau meer dan iets anders ter wereld.
Op een avond toen ik van het kantoor kwam,
sloot hij den lessenaar open en liet mij tot nujne
groote verontwaardiging een massa met rose lint
bijeengebonden pakjes brieven zien, die er lagen
gerangschikt.
Deze heb ik in uwe kamer gevonden, jonge
man, en het zijn de laatste, die ge ooit van uw
nichtje zult ontvangen. Zij heeft mij haar woord
gegeven, dat zij u nooit weer schrijven zal, op
voorwaarde, dat ik ze niet zou vernietigen en daar
om heb ik ze hier veilig weggeborgen."
Woedend over die beleediging riep ik uit:
Toen u mijne kamer doorzocht, hebt ge die
brieven natuurlijk gelezen."
Zóó, meen je fiat, jongeheer, zóó, zóó!" met
een blik, dien ik nooit zal vergeten. Om mijn oom
recht te doen wedervaren, moet ik zeggen, dat
hij te zeer gentleman was. om iets van dien aard
te doen en de beschuldiging was onvergeeflijk. Ik
maakte eenige excuses, maar hij zei niets dan ;
maken. Wit houdt met
10 dc5:, L e5: 11 el
(niet 1' of Ld5:, wegens
L da: en T d8) 'i beste
spel.
10 de4:
11 P e4;! 11 P de7
12 T el 12 0-0-0
Eenige zet om den of
ficier to behouden.
13 c4 13 I) f S
Wederom gedwongen.
14 D a4!
Op 11 D b3 (dreigt
mat in 2 zetten met
P dG :f) kon volgen P el:
15 L d8:, f 5 16 L el:.
fel: 17 T el:, L el: 18
D cl:, K d8: enz.
14 K bs
15 ca 15 L c 7
16 P (-3!
't Was moeilijk hierop
een draaglijk antwoord
te vinden.
16 L (15
Waarschijnlijk nog 't
beste.
17 1' «15 ?
j i i_ (if* .
17 T e": dan L g'2:
18 T d7:, L cG 19 T (18:t,
D dS: '20 D cl! en /.wart
li*eft nog een kansje op
remise.
17 P do:
18 L (15: 18 L go:
1!) D b5.'
19 D 1)3 bad de kroon
op 't werk gezet, er was
dan voor zwart aan geen
ontsnappen meer te den
ken.
19 P c5:!
20 L &2 20 T (14:
21 b4 21 116
22 D c5: 22 D có:;
23 beo: 23 K a7 ;
24 c6 '^4 1>S ;
25 T adl
26 T (14:
27 b4
28 K 11
29 K o2
30 hó
31 T dl
32 L (15
33 T (14:
34 L 1'7:
35 h6!
K e 2 d au
36 hs7:
37 f4
38 K c3
39 ab3:
40 K ('4 i
afgebroken.
25 T hdS
26 T d4;
27 L f6
28 M
29 a
30 a4
31 K l>6
33 K ca
33 K d4:
34 K c3
35 K b2
3üL g6f!
36 L g7:
37 K c2
38 b3
39 al)3:
ils remise
me
D
7
Openingsdag der jaarl. wedstrijden van den Ned.
Schaakbond Zondag 31 Juli, CaféEoode Leeuw,
Tijgendam, Amsterdam.
dG.
L ff.J
L C
komen zekerheid verre
berekeningen te kunnen