De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 26 juni pagina 6

26 juni 1892 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD V.OOR NEDERLAND. Na. 783 \, Als ik gestorven Jien, zul je ze .terug hebben en niet eerder." Er werd niet meer tusschen ons over de zaak gesproken, maar ik gevoelde, dat ik niets van oom » Lock had te verwachten. ? Het was echter karak teristiek in hem, dat dit voorval geen verschil teweeg'bracht in onze onderlinge verhouding. Voor vreemden vormden wij een ? eendrachtig gezin en het scheen wel, of ieder het er over eens was,- dat wij te eeniger. ty'd een gelukkig paar zouden worden. Als myn oom die eventualiteit had willen voorkomen, zou hy ons hebben kunnen scheiden en my op een fenderkantoor hebben kun nen plaatsen. Ongeveer een halfjaar na het bovengemelde werd myn oom plotseling ziek en hoewel hij er slechts een paar dagen voor had behoeven thuis te blij ven, bleek de kwaal van ernstigen aard te zijn. Er-deden zich inderdaad verschijnselen van ?eene hartaandoening voor en de dokter, die ge drongen was tot openhartigheid, gaf vry duidelijk te kennen, dat een volgende aanval noodlottig kon zyn. De oude heer ontving die tijding met groote kalmte, maakte de opmerking, dat zijne zaken reeds geregeld waren en er was geen merk bare verandering in zijne stemming te bespeuren. Alleen in zijne houding tegenover Sophie legde hij meer'teederheid dan vroeger aan den dag. Juist omstreeks dien tijd maakte mijn oom een kleine wijziging in zijne geldbelegging en ontving -op een avond meer dan 20,000 pond sterling aan effecten van- zijn bankier; daar het te laat was, om ze naar het kantoor te vervoeren, sloot hy ze voor dien nacht in zyn echryflessenaar en legde zich toen ter ruste, precies als eiken avond. Ongelukkig vond men hem den volgenden mor gen dood in zijn bed. Dit voorval deed mij innig leed, vooral omdat Sophie er zoo bedroefd om was. Zy dacht er niet bij aan materiëele belangen, maar ik voor mij, moest ?wel telkens denken aan oom Lock's testamentaire beschikkingen. Na de begrafenis kwam de man der wet en wenschte Sophie te spreken. Zij had geen lust hem te woord te staan en verwees hem naar my. Dat zal wel hetzelfde zijn," zei hij met een glim lach, en ik hield mij maar, of dat was. U ziet, daar er geen nabestaanden zgn buiten u beiden, behoeft er geen proces of iets van dien aard te volgen, wat anders wel uit de bewoordingen van uw ooms testament kon voortvloeien. Hy heeft z\jn nichtje verboden met iemand te huwen, die niet minstens 20,000 pond bezat, maar nu, als wenschte hij zelf den persoon aan te wy'zen, dien h\j voor haar bestemde, heeft hij u precies die som nagelaten." Die goede oude oom," mompelde ik, net iets voor hem." Ja, de manier, waarop hij u het geld vermaakte, is ook heel eigenaardig, men mag wel zeggen ka rakteristiek. Aan mijn neef, John Lock," zegt hy, laat ik mijn schryfbureau met deszelfs inhoud na,' want ik weet dat hy daar grooten prijs op stelt," en in den lessenaar was dit geld. Blijk baar was dit dus voor u bestemd." Ik knikte zoo vertrouwend en beslist als mij mogelyk was, maar woorden kon ik niet al te best vinden. Ik, een eenvoudige le_ek, mocht de meening van den wetgeleerde niet in twijfel trekken. Sophie dacht er- trouwens juist zoo,over. Zij had altijd wel gedacht, zei zy, dat oom Lock haar geluk op het oog had en hoe kon hy er beter voor hebben gezorgd? Zij had volkomen vrede met zijne tes tamentaire beschikkingen. Ik wilde mijn meisje natuurlijk niet tegenspreken, maar soms denk ik wel, dat, als oom Lock een weinig langer had gelëeid, stel vier-en-twintig uren, dat dan die papie ren naar den kassier zouden zijn verhuisd en dat zyn schryfbureau met deszelfs inhoud," hoe kost baar ook, toch iets minder voor mij zou hebben beteekend. VOOR DAMES. Groote huwelijken. Zomer- en Wintervermaken. Zomerlioeden, De barndance. Malzkoffie. Bij het diner, door graaf Hoyos ter eere van het huwelijk zijner dochter met graaf Herbert Bismarck gegeven, waren tafel en eetzaal buiten gewoon fraai met bloemen en planten versierd. Zeven groepen palmen stonden in de eetzaal ver spreid ; de zeshonderd lustres, die aan den wand bingen, droegen allen in plaats van kaarsen een bouquet rozen. Het pièce de milieu vormde een groot zilveren oorlogschip (vermoedelijk is een der Hoyos' admiraal geweest) met masten, vlag gen, .matrozen enz.; het was gevuld met koren bloemen. De tafel was overigens bedekt met rozenguirlandes. Ook de zilveren jardinières waren met rozen gevuld. De toiletten der dames Bismarck, Hoyos en Palffy worden door de Weener bladen uittvoerig beschreven. De bruid droeg wit gebrocheerd satijn, met zilveren marguerites (zij heet Marguerite) geborduurd, een diadeem van diamanten in het haar; ? hare moeder, gravin Alice Hoyos, wit bro kaat met boschviooltjes, on lilafluweelen mouwen; gravin Wilhelm Bismarck-von Arnim lichtgroen brokaat, met saumon satijn en een overvloed van kant gegarneerd. Onder de overige toiletten werd als buitengewoon smaakvol dat van mevrouw von Lenbach, de vrouw van den schilder, opgemerkt, van wit n rose brokaat met kanten overtrek- en hoogen donkerrood fluweelen kraag. Niet enkel de damestoiletten, ook de heerencostumen vormden een schitterend geheel in de kerk en aan het diner; de uniformen van de Bismarcks, (de vader en Herbert in witte kurassiers-, Wilhelm in lichtblauwe cavaierie-uniform) waren nog niets bij al de ongeloafelijk kostbare inagnaten-costumen, graaf Janos Palfi'y in donker rood fluweel met gouden snoeren, de Hoyos', de Zichy's, de Szegenyi's, allen familie der bruid. * * Het seizoen voor de groote wereld te Parijs is dit jaar buitengewoon levendig en zal langer duren dan gewoonlijk. Men rekent wel op half Juli; de feesten volgen elkaar op; vooral gardenparties, flve o'cloks in de open lucht, soirees in verlichte tuinen. De reeks van villa's en groote huizen met tuinen, die zich westelijk van den Are de l'Etoile uitstrekken, zijn avond aan avond verlicht; men hoort er muziek en vuurwerk. Er zijn veel engagementen en veel huwelijken; dit alles met het bezoek van aanzienlijke vreemde lingen maakt dat de groote families dit jaar langer dan gewoonlijk te Parijs blijven. Er wordt heel veel comedie gespeeld en veel aan sport gedaan. De solodansen van jonge dames hebben te Parijs nog niet opgenomen, maar men laat wel eenige sterren van het ballet komen, om een dans uit te voeren. Het verlengen van het seizoen tot diep in den zomer intusschen maakt het bijzonder vermoeiend, omdat de gezondheidssport, met de wereldsche vermaken vereenigd, bijna een dubbelen dag in beslag neemt. Volgens Etincelle is de dagverdeeling van eene mondaine dezer dagen: vóór acht uur reeds het koude bad en de rest van het toilet; half negen ontbijt, per mailcoach naar de wedrennen of naar ' een pic-nic, of te paard hier of daar heen om te dejcuneeren. Daarna vroeg naar huis om toilet te maken voor een garden party; hetzelfde toilet dient om een paar five o'clocks te bezoeken. Nieuw toilet maken voor een groot gedecolleteerd diner; des noods kan men hetzelfde aanhouden als men onder vrienden in een restaurant gaat eten. Het vervolg van den avoid is in dit laatste geval een bezoek in het café-chantant om Yvette Guilbert te gaan hooren, de divette fin-de-siècle. Men gaat daar bij troepjes van vijftien of twintig personen heen. Na het groote diner of na dit uitstapje is het nog tijd voor een bal; zoodat de nachten kort en de dagen uitputtend worden en men de zomerrust hoog noodig heeft-. De comedies die men speelt zijn L'étincelle van Pailleron. Un cas van de hertogin d' Uzès, Le modèle, La chercheuse d'esprit. Op de bals soupeert men aan tafeltjes van zes of acht per sonen. Bruidstoiletten nog steeds wit. De laatste die door de Parijsche modekronieken vermeld worden zijn dat van Mlle. Mohrenheim, de dochter van den Russischen gezant: wit moir gyptienne met een rand van oranjebloesem; van Mlle. de Rohan-Chabot: wit satijn en zijden mous seline; en Mlle. Juliette de Rothschild: effen wit peau-de-soie met application van kant. Bij het huwelijk van deze laatste waren mooie toiletten: barones Gustave gegiaceerd opaal satijn, style Louis XVI, met kant gegarneerd, capote van mauve anjelieren met paulo fluweel en echte kant; Mm. Lambert changeant groen en rose zijde met roodfluweelen mouwen; Mme. Sassoon groen met anjelieren geborduurd en mouwen van mauve fluweel. De zeven bruidsjuffers droegen rose met witte hoeden. La Rente Mondaine Illustrée (Directeur Drapier, 227 rue Saint-Dénis te Parijs) die al deze bijzonderheden vermeldt, geeft iedere veertien dagen het portret van eene grande mondaine," met levensbeschrijving, eene beroemde artiste en gewoonlijk een modeplaat. Als grandes inoridaines", koninginnen der mode, in ieder over zicht vermeld, getrouwe bezoeksters van vernis sages, Grand-Prix, premières en liefdadigheidsfeesten, werden vermeld: prinses Gorlschakoft', de markiezin d'Hervey Saint-Denis, de hertogin d'Uzès, de prinses de Léon, de prinses van Monaco, allen figuren die voor de kennis van het leven onder de derde Republiek van belang zijn. *** Omtrent de zomerhoeden schrijft eene.luimigo buitenlaudsche correspondente uit Parijs aan haar blad: Eerste recept: Men neemt een fond van bloemen zoo groot als eene manshand, brengt aau do voorzijde twee groote kapellonvleugelen aan van wit gaas met application van bonte pailletten, eu do hoed" is klaar. Tweede recept: Men maakt een soort fond, als een schoteltje, van een paar volle vozen, zet er van voren twee groote gitten voelsprieten op, en slingert do lange afhangende stelen ongedwon gen om den kiulletjeschigiion van^eeno coiffureByzantine. Derde recept: uit een mutfje van witte kant stijgen rechts en links twee groote, veeren horens op, die een halve maan vormen. Dit is alles klein, maar als do zon inder daad doorkomt, is er iots nieuws in't vooruitzicht. Groote stroohceden, zoo breed van rand als voor heen, maar een weinig opgebogen, en met heel kleinen, maar nu hoogen bol, zoodat de hoed iets van een omgekeerden tulbandvorin hooff, en chapeau timbale genoemd wordt. Als garneoring behoort hierbij een groote noeud Alsacienne van. fluweel voorop, waaruit ook de bewuste voolsprieten of horens uitsteken. Men kiest het stroo gaarne bronskleurig; ook heeft men Schotsche patronen in de stioohoedon, maar in dat geval garneerr men liever niet met bloe men. Men neemt dan druiven, kersen, lijMorbosson, pruimen, ook wel kleine perziken en appels. De bloemen zi.jn van 't jaar niet gewild; alleen overStrooit men den hoed wel eens met. kleine bloe men aan lange stelen, alsof men in een bloemenregen geloopen had. Voor 's morgens altoos nog de toijne van grof stroo met' een fluweelen strik; de Franrais-os we len dat zeei1 coquet, de Anglnises zoo onvoordoelig mogelijk te dragen ; alles hangt hier van hel kapsel en het opzetten van het hoedje af. * ., * In de season te Londen, (die dit jaar, in ver band mot het Parlement, heel vroeg go:iaan zal zijn), is een nieuwe dans ingevoerd, die daar furore maakt, do barndance". Hij zal wel het Kanaal oversteken; bij is reeds heel ui! Amerika naar Engeland gekomen. Hij lijkt bet mee-t op wijlen de gavotte, en moet, als deze, met zorg bestudeerd en gerepeteerd en me! kunstgevoel gedanst worden. De Amerikanen twijfelen niet, of de barndance" zal den wals verdringen; mis schien hoeft dat toch nog den tijd wel. :?: * * Voor de gebruikers van KatJireincrs KncippMafckofl'ie is het belangrijk, vooral op de berei dingswijze te letten. Men moet zich niet ver beelden, dezen nieuwen drank volgens 'oude ge woonte precies als andere koffie (.c kunnen zetten; het bijgevoegd voorschrift moet gevolgd worden. Vooral "voor kinderen wordt de drank aanbevolen. Gekookte melk staat hun spoedig tegen, onge kookte melk is niet bacteriënvrij: wanneer men hun nu gekookte melk met Malzkofne vermengt! verstrekt, dan vinden sommigen die op den duur lekkerder dan chocolade. E?e. AllerleiMillionnairs. Onlangs is er veel over een Ame rikaan gesproken, William Astor, die bij zijn overlijden een kolossaal vermogen achterliet, dat do meost bescheiden schattingen op 500 millioen, anderen op 750 millioen francs raamden. Do hoer C. de Varigny, die drie jaar go'eden, de geschie denis van groote fortuinen in de Vereenigde Staten en Engeland, vertelde, schrijft nu, naar aanleiding van het testament van William Astor, aan den Temps hoe dezo millioonen en anderen ver zameld worden. Het was de vader van William Astor John' Jacob At tor, die er een begin mee maakte. Hy had te New-York een bescheiden winkeltje in bontwerk en pelterijen gevestigd. Hij vond een vernuftig middel om zich overvloedig van koop waar te voorzien en vooral goedkoop. Hiertoe stelde hij zich ? in betrekking met Peter Smith; Poter Smith was een dier onversaagde bever jagers, die Fenimóre Cooper schetste. Hij doodde de bevers dio aan de oevers van de SaintLaurens en de groote meren rondzwierven en was, sedert zijn twintigste jaar onder de Indianen levend, hun vriend geworden. Toen John Jacob Astor hem als compagnon aangenomen had, nam Peter Smith de huiden van de dieren, die c'e Indianen doodden, in ruil voor tabak, stoffen en dekens. De Indianen vonden er hun voordeel in, maar vooral Astor en Smith. Weldra waren de twee vrienden rijk. Maar zij vergenoegden zich niet met oppotten. Zij han delden ook met hun geld en belegden hunne spaarpenningen in terreinen. Johrr Jacob Astor, vol vertrouwen in de toekomst van New-York, werd eigenaar van uitgestrekte gronden, ten Wes ten van de stad, want hij had die wet opgemerkt, welke de hoofdsteden er toe drijit zich allen in de richting van het Westen uittebreiden. Terwy'l John Jacob Astor in de hoofdstad werkte, werkte Poter Smith in een andere buurt. Hij kocht grond in het Noord-Westen, op de immi gratie rekenend, die alle rijke hulpbronnen van het land zou voor den dag brengen. Hij had echter noch geduld, noch volharding genoeg om zelf do onderneming voort te zetten. De gods dienstige mijmering, dio zoo voel invloed op mejiscben uitoefent, welke gewoon zijn in onmete lijke eenzaamheid te loven, maakte zich van Poter Smith moester. Hij droeg sog bij zijn love.n, aan zijn zoon Gerrit Smith alles over wat hij bezat; slechts een hoeve behield hij, waar hij stierf. Gerrit Smith bevend zich dus aan het hoofd van een onmetelijk grondgebied, waarvan het te gelde maken niet zoo gemakkelijk, noch zoo spoe dig ging, als de goederen van John Jacob Astor. Il'i had woldra asn werkzaamheden tot exploitatie en bouwwerken zijn beschikbaar iapitaal besteed. Hij dacht nu aan John Jacob Astor, en schroef hom. John Jacob Astor antwoordde hem, dat hij hem wachtte. Zij dineerden -. gedurende don maal tijd bracht do oude millionnair het gesprek op do moeielijkhoden, dio hij, evenals Peter Smith in het begin gehad bad. Hij herinnerde er aan, dat beidon menigmaal hunne buien bontwerk op don rug dwars .door hot woud hadden moeten vervoe ren. Vervolgens, vertelt do heer de Varigny, zcido hij tot zijn gast: Heb je geld noodig ... Hoeveel ? Twee honderd vijftig duizend dollars. In eens V ... Aanstonds ? Ja. Het is goed. Je zult ze morgen hebben. John Jacob Astor hield woord. Na verloop van eenige jaren betaalde Gerrit Smith zijne leening, die voor dien tijd zeer aanzienlijk was, terug. Hij werd op zijn beurt rijk; maar evenals zijn vader kreeg hij van zijne millioenen een afkeer. Ik bfn een agrariër geworden," zcide hij, ik meeu dat ieder mensch recht heelt op het bezit van eene hoeve en dat niemand er meer van moet hebben." Het was bij hem geen theorie alleen. Hij be steedde een gedeelte van zijn vermogen in giften, en wat zijne grondbezittingen aangaat, ra den scheidingsoorlog schonk hij drie duizend boerde rijen aan evenveel slachtoffers van den burger oorlog. Zulk oen eenvoudig meuschlievend gebruik als do zoon van Peter Smith van zijne millioenen maakte, viel niet in den smaak van John Jacob Astor's kinderen. Zijn zoon had, gedurende zijn leven, het vader lijk vermogen verdubbeld sommigen zeggen vordriodubbeld. Teen hij stierf, eenigen tijd gele den, heet't.zijn testament doen uitkomen dat het zijn wenscb geweest was het mnjoraat, door zijn vader voor hem ingesteld on sodeit aanmerkelijk vermeerderd, ook ten voordeele van zijn zoon voort te zetten. Dn s heel! Wiliiam Astor aan zijne weduwe slechts 5 miliioen francs nagelaten, en een bijna gelijke som aan ie.ler van zijn dochters. Ecu hier van, miss Drayton, zoide tot een verslaggever van de NtH'-l'ork Jlercild: Het publiek verwonj dort zich, dal er zoo weinig aan ons, de vrouwei lijto leden van de familie, komt,maar mijn vader had zijn hoogmcod ; zijn oogmerk was, zijne dynastie voort te zetten, in dien zin, dat liet vermogen van vader op zoon overginsr, en dat eens '\o erfgenaam van zijn naam de rijkste man van de republiek werd."* Miss Drayton dacht er ook niet aan, de geldigheid van het testament te betwisten. Met William Astor, aan den oenen kant, die er slechts aan dacht, het geldelijk vermogen van zijn mannelijken erfgenaam onaangeroerd te laten, en van den anderen kant Gerrit ^mith, dio zijn grond verdeelde, hebben wij twee stelsels, geheel en al- tegen elkander overgesteld. Het curieuse is, dat dezo twee fortuinen, op verschillende wijze gekanaliseerd, een gemeen-chappeüjken oorsprong ' hebben. Een andere Amerikaansche aartsmillio| nair, de heer Cornelius Vanderbilt, boeit er veel j minder om gegeven, wat er van zijn geld zou worden. Hij heelt het onder zijn zoons ver deeld. Hij schreef ('enigen tijd vóór zijn dood [ uan een van zijn vrienden: Mijn vermogen verplettert my; ik put er vol strekt geen genoegen uit, ik ondervind er geen ' goeds van. In welk opzicht ben ik gelukkiger dan mijn buurman, die in een bescheiden toestand verkoelt? - Hij geniet beter dan ik de ware ge noegens van het loven, zijne gezondheid is beter, zijne verantwoordelijkheid minder zwaar; bij zal langer leven, en hij kan althans op degenen ver trouwen, die hem omiingen. Ik ben dan ook van plan, wanneer de dood my van de verantwoor delijkheden zal verlossen, die ik draag, mij n zoons onder elkander de zorgen dio op dit vermogen rusten te laten verdeden." Zijn zulke woorden een vertroosting voor hen dio niets bezitten? ' Een kloico hoeve van Gerrit Smitb, zou hen zeker meer helpen. Maar dezo mild dadigheid is nog geen gewoonte geworden, terwijl millionnairs, vooral wanueer zij op het eind van hun leven komen, gaarne de armoede prijzen. Achttien honderd jaar vóór den heer Cornelis Van derbilt, .vond oen zekere Suneca, die zeer welge steld was, dank zij de gunsten van keizer Nero, en dio oen gceden stijl schreef, welsprekende woorden om Diogenes to re emen, die naakt in een ton sliep en zich met koolsf ronken voedde. De liéforme spot in een artikel Le Pays de l'Improviste" met een reisgids getiteld Visite a l'ile de Walcheren. Inderdaad is het boekje een beetje naïef; de schrijver in het Belgische blad zegt: Als ik het mooie land niet kende, en er de weldadige bekoring niet van ondervonden had, zou het Hollandsche pengewrocht mij zeker voor altijd den lust ota Zeeland te zien, ontnomen hebben. Hoe komt men er toe, in een reclame prospectus, bestemd om den vreemdeling te lokken, juist op die karakteristieke langzaamheid, die al genoeg in het oog valt, de aandacht te vestigen i Hoor maar: Van Middelburg rijdt men in vijf kwartier naar Domburg; wie Zondags rijden wil, zal wel doen de eigenaars der hotels te Middelburg (Nieuwe Doelen, Abdyo, Commerce) uiterlijk den vorigen dag dit te melden " Vlissingen wordt dan beschreven; ra eenige adressen van bötelhouders volgt: Als men den vorigen dag waarschuwt kan men visch krijgen; Biefstuk met aardappelen l fr. 60. Biefstuk met aardappelen, soep en groente, . francs. Voor verscheidene personen wordt men verzocht minstens drie uur te voren kennis te geven. Fijne diners moeten minstens een dag te vorer, besteld worden " Ergens anders is men nog minder vlug: Op ieder uur van den dag 'kan men alacarte of tegen vooraf bepaalden prijs dineeren. Men wordt verzocht zijne aankomst een of twee dagen te voren te melden." En het fraaiste is: Men kan er krijgen: een biefstuk'met aard appelen, met inbegrip van een rijtuig voor 10 personen naar Vlissingen en terug a, f 1.50 per persoon voor zoover er rijtuigen beschikbaar zijn. N.U. Heeren reizigers worden dringend ver zocht op sijn laatst den dag vóór hun op reis gaan te melden wat zij van het bovenstaande verlangen.'1 Eenige jaren geleden was er to Middelburg ii de Lange' Viole een restaurant, waar men ook een dag te voren bestellen moo-t; do restaurateur echter ver.-tcnd de reclame beter, want hij annon ceerde voor hot raam: bie&tuk a la minute." Een jonge graaf Karolyi trouwde verleden jaar met eene mooie actrice, Boriska Frank, zeer tegen den zin van zijn vader, den Hongaarschen mag naat. De jonge graaf vertrok met zijne vrcuw naar Amerika. Toen van daar het bericht kwam, dat er een kleinkind geboren was, voelde de oude graaf zijn grootvaderlijk hart bewogen en schreet, dat het jonge paar wel kon terugkomen; alles zou vergeven zijn, zij konden het kasteel Janova als residentie krijgen en met de tamilie in vrede leven. Het antwoord was anders dan men ver wachtte. De jonge lieden dachten aan geen overkomen. Zij hielden te San Francisco een goed beklant hotel, en misten zelfs den omgang met landgenooten niet, want de boekhouder was, een Hongaar, baron van Sziigyeny 'en de portier evenzoo, een graaf. Logothetti. Ingezonden. 24 Juni 1802. Aan de Eedactie. Beloofd verzoekt endergeteekende in uw go.aehl blad het volgende te vermelden: De voormalige artisten van het Theater Tivoii,' zijn genoodzaakt geweest hun ontsla» te SK.MKX en zullen op Zondag ;.'(/ Juni lü!):i in den Parkschouwbnrg alhier oen buitengewone voorstelling geven, waarbij Noorlands oudste tooneelspelor, de heer Ednard Bamborg, welwillend en geheel be langeloos, op verzoek dor artisten, zijne medewerkins zal verleenoii. Opgevoerd zal worde;; : l)e Voddew'ttpcr run Parijs", drama in f) taferoolen, waarin do heer Bamberg de titelrol za1 vervullen. U dankzeggend voor de plaatsing. Hoogachtend, Namens de rereenic/dc tooneelisten, TEKNOOÏAi'i:i,. Reclames 40 cents per regel Magazijn Keizershof", Nieuwendij/i. Gravenstraut. Grootste sorteering Mantels, Japonstoffen, zwarte en gekleurde Zijde. Dagelijksehe ontvangst der laiitstcXoiivwiutêV SCHADE & OLDENKOTT. HOOFÜUKJPOT van Dr. JAEGER'» Orig. Norm. Wolartikelen K. F. DEUSCHLE-BENGER, Kalverstraat 157, Amsterdam. Eenige specialiteit in deze artikelen in Nederland

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl