Historisch Archief 1877-1940
784
DE AMSTEKDAMMEE
A«. 1892.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 3 Juli
Abonnement per '3 maanden ?1.50,'ir. p, post/' i.65
Voor Indiu per jaar ? . . . mail 12.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12'
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel ',...?0.40
I N B O (J D :
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUIL
LETON: M'sieu Dupuy, door Willem Otto.
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am
sterdam, door H. J. M. De toestand der mu
ziek als scheppende kunst en de gevolgen voor de
Opera, door W. F. 1 hooft. I. Aanteekeningen
Schilderkunst, door V. Een hofdichter in den
den ouden tijd, door A. S. Kok. VARIA. _
SCHAAKSPEL. WETENSCHAP: Helmholtz
over Goethe. Het gezicht van de misdaad, naar
E. Budde. Mijn debuut als tragédienne, naar
Ilka v. Balmay. Voor Dames, door E-e.
ALLERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES.
PEN- EN POTLOODKRASSEN. AD VER
TENTIEN.
Van verre en van nabij.
Vorst Bismarck heeft te "Weeneii met een
redacteur van de Neue Freie J'rcsse een
onderhoud gehad, dat in Duitschland tot
een heftigen pemiestrijd aanleiding heeft ge
geven en ook door de buitenlandsche pers
druk wordt besproken. Ofschoon de vorst
beweerde, dat men niet al hetgeen de Ham
burger Nacliriclttcn en de Mitnchener
Allgemeine Zeitung zijne bekende
»lijforganen" schreven, op zijne rekening mocht
zetten, is hij in zijne beschuldigingen van
de tegenwoordige regeering veel verder ge
gaan, dan ooit een dezer bladen durfde te
doen. Hij betoogde, dat door zjjn ontslag
de laatste band met Rusland was verbro
ken, daar hij de eenige politieke persoon in
Duitschland was, in wien de czar vertrouwen
stelde. Verder beweerde hij, dat de tegen
woordige regeering niet voor hare taak was
berekend, zooals op overtuigende wijze was
gebleken uit de, zijns inziens, voor Duitsch
land zoo nadeelige handelstractaten met
Oostenrijk en met Zwitserland. De uitdruk
kingen van den ouden staatsman waren zoo
kras, dat de redactie der Neue Frei'; Presse
het noodig oordeelde, ze in haar verslag
aanmerkelijk te verzachten. Maar ook met
dit verslag waarop Bismarck geen aan
merking heeft gemaakt zijn de vrienden
van den rijkskanselier nog erg verlegen. De
Konservatire Korrcspondenx, zeker de on
handigste aller vrienden, past de
anti-semitische leer toe: wherchex, Ie ,/uif'" en verklaart,
dat Bismarok het slachtoffer is geworden van
een »Jodenblad", en dat de booze Semieten
hem in de val hebben laten loopen. (leen
compliment voor een staatsman met een
verleden en eene ervaring als de heer Von
Uismarck !
Feuilleton.
M'sieu Dupuy,
door
WILLEM OTTO.
In de winkelkast stonden vier koppen op
staken, alsof het de hoofden van even zoo
veel geguillotineerden waren. Met starren,
levenloozen blik keken zij naar buiten en
het perzikwaas, dat ze misschien eenmaal
op de wangen hadden gehad, was schuil ge
gaan onder een laag stof, die zich vermengd
had met het zachte was, waardoor zij een
grijze, groezelige lijkkleur hadden gekregen.
Alles was aan hen dood on vervallen, alles
stram en stijf. De witte lippen waren strak
of vertrokken tot een akeligcn lach. Jlaar
alle vier spreidden een weelderigcn haardos
ten toon, die van leven, kracht en jeugd ge
tuigend, in zonderlinge tegenspraak was met
de ziekelijke, vermoeide uitdrukking van hun
gelaat en den doffen, verglaasden blik hunner
?oogen.
Als dikke palingen hingen een groot aan
tal haarvleoJiten van allerlei kleur aan een
strak gespannen koord.
De overige ruimte was gevuld rnet
kamrnen, haarschuiers, tlacons en stukjes zeep.
Op het glas van het winkelraam stond in
sierlijke krulletters: Paul Dupuy. Co i fleur cl
I'crruquicr de I'aria.
Ik trad binnen. Ik kon de bekoring om
mij door een echt Franschen kapper te laten
behandelen, geen weerstand bieden.
In een hoek van het voorhuis zat Paul
Dupuy achter het roode gordijntje, dat de
\vmkelkast afsloot, op een matten stoel bezig
Toch is het niet onmogelijk, dat de heer
Von Bismarck, onder den overweldigenden
indruk der demonstratieve geestdrift, waar
mede hij overal is ontvangen, en die een
scherp, voor hem pijnlijk contrast vormde,
met de voorgeschreven terughouding der
officieele kringen, iets meer gezegd heeft, dan
hij in kalmer oogen blikken zou hebben ge
daan. In een door hem te Kissingen, waar
hij thans de baden gebruikt, gehouden ge
sprek zeide hij volgens de Miinchencr
Neueste Nacltriehtcn: »Wraak te nemen was
noch mijn doel, noch mijn plan, allerminst
op mijn opvolger, die rnij nooit iets in den weg
heeft gelegd. Wraakzuchtig ben ik volstrekt
niet. Wanneer ik nu en dan mijne stem laat
hooren, dan geschiedt dit ten beste van het
vaderland. Ik wil voor zoover mijn ervaring en
mijn gezag reiken protesteeren tegen die hande
lingen der regeering, welke ik voor de ge
lukkige ontwikkelingvan het land schadelijk
acht... De angstvallige geheimhouding, het
schuwen van de openbare kritiek, is een
groote fout geweest van de vroegere
reactionnnaire en militaristische jonkers. Ik houd
het Parlement en de pers voor een
noodza[ kelijk correctief van de regeering. Ik ver
zeker nogmaals, dat ik het vertrouwen van
i keizer Alexander III in de hoogste mate
heb genoten. Vorst Ferdinand van Bulgarije
bracht te München (waar Bismarck hem
dezer dagen ontmoette) nog de veel bespro
ken vervalsen te documenten ter sprake,
waarover ik den czar dezer dagen heb in
gelicht. Ik ben bij keizer Wilhelm in on
genade gevallen, en ik weet op het oogenblik
nog' ,iiet waarom. Van eene verzoening kan
men eigenlijk niet spreken, want de keizer
is immers niet bij mij in ongenade gevallen.
Als Zijne Majesteit de ongenade opheft,
komt de oude verhouding weder tot stand.
De keizer had zeker zijn eigen kanselier
kunnen zijn; dan zou mij het ontslag uit
mijn ambt niet pijnlijk hebben aangedaan.
Maar de vorm, waarin mij dit ontslag is
gegeven, heeft mij diep leed gedaan ... Ik
j voel mij frisch en opgewekt en heb nieuwen
i moed gekregen. In den winter zal ik naar
Berlijn gaan en mij in den Rijksdag
vertoonen."
Dat klinkt heel anders, dan de ruwe
phiiippica te Weenen. Het moet hen, die
het anathema over den ouden staatsman
uitspraken, omdat deze in zijn uitlatingen
wat al te openhartig was, tot meerdere
kalmte stemmen, en vooral tot meerdere waar
aan een pruik.
Hij merkte mij niet dadelijk op, en ik had
een oogenblik gelegenheid te zien, hoe vlug
hij de inplanteeruaald hanteerde en haar
voor haar aan het ragfijne gaas knoopte.
Met een »Alt.' mille jxtrdonx, monsieur!''
vloog hij op, maakte een hoffelijke buiging,
verzocht mij, maar nu in gebroken Hollandsen,
het niet euvel te duiden, dat hij mij niet
dadelijk had gezien wat de man moeielijk
had kunnen doen, want hij zat met zijn rug
naar de deur, 011 wees mij, na mijn ver
langen vernomen te hebben, met de meest
gracieuse handbeweging een grooten stoel
aan, die tegenover een stoffige ctagère stond,
waarboven een groote, half verweerde spie
gel hing.
Ik behoefde aan zijn nationaliteit niet
meer te twijfelen. De wijze, waarop hij dat
Monsieur'' uitsprak, was geheel anders dan
van hen, die met wat aangeleerd
«'hoolFransch zich het air willen geven van
('oifl't'iir <!e J'/irix. Geen Ilollandsehe kapper
had op die manier zijn excuus kunnen ma
ken, zou bevallig met de hand kunnen wui
ven of tigen taal zóó gebroken kunnen spre
ken. Neen ik kon mij in trouwe vlcioii een
»beugchen" Franschman voor mij te zien.
Paul Dupuy was een aardige prater. Hij
wist het vervelende van de operatie door
aangcnamcn kout weg te nemen, cu onder
het eentonige sjiep-sjiep-zing van zijn vlugge
schaar vertelde hij mij van Parijs, van zijn
leermeester, die ministers, ambassadeurs, am
bassadrices, de grootesterren van het Théatre
Francais en van de Opéra onder zijn
clienj tole telde en eenmaal zelfs de eer had gehad
l de irnpératrice Oh.' unc femme, helle
| eeninne //lic miif d'<'? ti'- onder de schaar
te hebben. Niet zonder Fransche overdrij
ving maakte hij gewag van de overwinnin
gen, die hij in zijn vak had behaald, een
deering van de uiterst pijnlijke positie waar
in zich een man bevindt, die lange jaren
eene bijna onbegrensde macht heeft uitge
oefend, die ontzaglijk veel voor zijn land,
zijn volk en zijn koningshuis heeft gedaan,
en dien men nu liefst »mundtodt" zou
maken.
De verkiezingen voor het Engelsche Par
lement zijn in vollen gang, maar hoe ze
zullen afloopen, is nog niet te voorspellen.
Indien de liberalen, of liever de
Gladstonianen, eene meerderheid verkrijgen, dan zal
die zeker vrij gering zijn. De heer
Gladstone heeft zijnen aanhangers de zaak niet
gemakkelijk gemaakt door de lersche quaestie
weder op den voorgrond te dringen en de
door de arbeiders en de arbeidersvrienden
met zooveel nadruk geëifchte sociale her
vormingen als zaken van later zorg voor te
stellen. Op zijn leeftijd, zoo verklaarde hij
uitdrukkelijk, moest hij de invoering van
HOII/C Rule voor Ierland als zijne eenige
taak beschouwen.
Hel is mogelijk niet overbodig, hierbij te
herinneren, dat (ilaclstone's bekeering tot de
llonii' Ride leer nog van vrij jongen datum
is. In de jaren 18*0?85 beschikte hij als
premier in het Parlement over eene meer
derheid van 50 a (jO stemmen. Doch in No
vember l 885 werden, nadat het aantal leden
van het Parlement van 052 op 070 was ge
bracht, ;-$,'.!5 liberalen, -M!) conservatieven en
N(j Parnellisten verkozen, zoodat Gladstone
geheel afhankelijk was geworden van de
Ieren. Om deze laatsten, die hij tot dusver
even onbarmhartig niet dwangmaatregelen
er; .'uitzonderingswetteii had vervolgd als de
conservatieven, ie winnen, diende hij zijn
Home, Ruk JSill in. Doch dit ontwerp gaf
aanleiding tot eene scheuring in de liberale
partij, en bij de verkiezingen van 1880, die
Lord Salisbury aan het roer brachten, be
stond de meerderheid uit 310 conservatieven
en 78 liberale dissidenten zoogenoemde
liberale unionisten en de minderheid
uit 1!)1 Gladstonianen en 85 I'arnellisten.
Sedert 18*0 is de regeeringsmcerderheid
geslonken van 11S tot 70 stemmen, maar
zij is, zooals men ziet, nog altijd vrij groot,
en de Gladstonianen zullen al hunne krach
ten moeten inspannen om eene overwinning
te behalen. De si rijd zal voor hen des te
mocielijker zijn, omdat de conservatieven aan
de arbeiders minstens evenveel beloven als
de heer Gladstone, omdat de quaestie van
vak, dat niet genoeg in Holland werd ge
waardeerd, omdat men hier nog te veel bleef
hangen aan de kostbaarheid van het luili-ltc
zonder oog te hebben voor de
rnibelliancinenl dn c<ii'j>n, voor bet di'<-ur de In /V/r.
Met minachting sprak hij over tailleurs, die
hij behangers noemde en roemde de superi
oriteit van den couleur en op de pruik
wijzende, waaraan hij bezig was, van den
pcrruquier vooral, >*r/ir t/iiil inun tnlent e*t
In, inijie atnlii/inu, l' iilml /Ie inn, eie .'"
Bij dezen uitroep stak hij den kam in zijn
krullende haren en keek mij met een
knipoogje in den verweerden spiegel aan.
Ik knikte en keek toen eens naar de pruik.
.Ja, m'sieu, In prri'in]ne is mooi, o, ee! mooi,
muis '-c u'i'.f/ II/IK lei r.crili, In jiereni/ne ex/
tut iiten+eini/c, een bedrog, een f'opjierij. lek
eb emaakt een inreu/iun < / i/nnnil el!/ /v'//.v.v/7,
inn l'urlnite rut fat/e.''
Met den kam gaf hij mij een tik op mijn
kruin, om daardoor de waarheid van die be
wering te slaven.
Ik keek me zelf eens aan in den spiegel
en zag, dat mijn ander ik al een heel raar
gezicht zette.
»Ja, M'sieu, u denk aan een inireiele .. .
aan een wonder, aan een /rt»ii/>ertey als iek
zeg: iek kan aar maak, waar geen aar is.
I' zei;t: n il'n/i/re*. lek laat mij niet fop.
Maar iek zal bc\vijs, wat iek zeg. lek maak
aar, waar geen aar is. En op welke wijs?
Tuut xilil/ilf. -Ie jiln/ile /ex chreen.i' dnnx In
jiee/n. Dat is mijne iiimt/idit en als (hc
réusseert, mn fuelnetr cxl fa/Ie".
Weer een tik, maar nu een beetje harder.
Ik keek op en wilde wat zeggen, maar
met een krachtige hand boog hij mijn hoofd
links in de richting van den pruikebol, die
zonder oogen, neus of mond toch in mijn
oog een gezicht trok, alsof hij wilde lachen.
Een paar oogeirblikken stilte.
Home Ruk een goed deel der Engelsche
kiezers volkomen onverschillig laat, en om
dat in de buitenlandsche politiek geenerlei
ingrijpende verandering is te verwachten,
wanneer het ministerie-Salisbury door een
ministerie-Gladstone wordt vervangen.
Kunst en Letteren.
HET TOOXEEL TE AMSTERDAM.
Het ftpsokhuis.
Do iS;po0Wiwis-vertooning hoeft mij do geheele
week als oen steen op liot hart gelogen. Het liefst
had ik er geheel over gezwegen. In lastiger po
sitie ben ik, goloof ik, nooit geweest. Met het
blijspel zelf mag ik mijn lezers niot meer lastig
vallen ; do lioor Van Deventer maaide mij drie
weken geleden op deze zelfde plaats het gras
voor do voeten w(>g. Kosten do vertaling en de
vertooning. Ook over dozo kan ik niet zoo uit
voerig zijn als ik zou gvwenscht hebben. In de
vertaling van don hoer M ondes da Costa vind ik
aan hot slot dor voorrede : Men honde dit in
hot oog : ik hoh het stuk vertaald niet als
philoloog, maar als tooneclman, niet voor do stu
deerkamer, maar voor de planken, niet opdat het
worde gelezen, maar opdat het worde gehoord,
gezien, begrepen. /Wat is nn het geval'.' Het Spook
huis is vertoond. Is het ook geboord, gezien, be
grepen V Door velen niet, door die velen niet,
dio als ik een llink stuk van hot tooneel ver
wijderd zaten. Slechts n der spelers wist zich
voor ieder verstaanbaar te maken; alle overigen
hadden tegen do kolossale afmetingen van don
J'arkschouwburg te vechten. Wie weinig of niets
hoorde, keek in zijn tekstboekje en zag tenge
volge hiervan ook slechts bij stukjes on brokjes.
De lieer Moudes wil zijn vertaling als vertooning.
niet als lectuur beoordeeld hebben on ziet Ivoor
velen was van ;.reiMi vortooning, was van samen
lezen sprake. ^ ;it nu te dooMV Xicb met oenigo
algemeenheden van de zaak afmaken 'f In mijn
buurt zat een oude lieer, die zich blijkbaar
duchtig verveelde, die moei- dntto dan oplette;
na ieder bedrijf schrikte hij op on klapte met
statolijken ernst en komische, gelatenheid in de
handen. Illijkbaar was hij go'iiiviteord en achtte
bij het niet meer dan zijn plicht voor de goede
bedoeling zijn dank te betuigen. Zal ik zijn voor
beeld volgen? Welke waarde heeft zulk een ge
dwongen complimentje? Liever wat zunrs door
het zoet. liet zal niet al t<" wrang worden.
)e Stiideiiteu-Tooui-elvereenigiiig deed verkoord
Het Spookhuis te vertooiien. deed verkeerd het in
den I'arksehoiiwhuru: te vertoonen. De heer
Van Deventer zoide het reeds, iets heel bijzonders
is Het Spookhuis niet : het is een vroolijk. grap
pig, pret lii;'. doch geen uitermate tij n of gees
tig klnehtspol. Wie het hemelhoog prijst, be
wondert liet niet alleen uit een aesthetisch,
geHij verwachtte, dat ik wat zeggen zou,
en ik stelde hem in die verwachting te leur.
Ik zweeg om twee goede redenen. Ten eer
ste wist ik niet, wat ik moest antwoorden.
nu ik bemerkte, dat hem dit alles heilige
ernst was, en ten tweede zweeg ik uitzucht
tot zelfbehoud, want in het vuur van zijn
redeneering ging hij zoo woest met de schaar
te werk, dat ik mijn hart vasthield.
Daar begon hij weer.
U zwijgt, M'sieu, iek geloof et wel, van
zoo eene iurrnliun ebt u nok niet ge-oord!
Neen, niet waar, i'rxt )!ii''ci'-ulcti.t\ cent
inerinfnlile. /lutir/ant. .. knip, knip, knap. sjiep
zei zijn schaar dicht bij mijn oor . . .
pnurInnl '/'<(< /'til tien ('j/mi/r.*. I'lnuler l r K
cliere i i.r dnnn In jienu, c'cat In tl/corie, ineiifs...
In jirn/ii/ite, 31'xie/t. Wilt u eens zien?'1
Ik wist niet wat ik moest zien, en durfde
niet toestemmend antwoorden. »Ik twijfel er
nier, aan", zei ik, »dat uw uitvinding een
geluk zou zijn voor de kaalhoofdige
menschheul, een weldaad, die met geen goud kan
betaald worden. . .''
Niet waar? met geen goud?"
?Met geen goud te betalen... als die...
n'usseert."
Ju-ist, als die réu«seert, mu forhtnc cfii
/'ui/e, dat is>ook entre iijtiinun n vouxY"
Ik knikte, want hij had mijn hoofd een
oogenblik losgelaten.
»lk zal u laten zien mijne pm/ii/iif''.
En zonder verder iets te zeggen liep hij
naar de deur van de kamer achter den
winkel, waar ik een paar malen een vrou
wenstem en het huilen van een paar kinde
ren had gehoord, en riep zoo hard hij kon:
(icorirette! (ieon/e/lc!
Er kwam een meisje aanloopen, een aar
dig, vlug ding van een jaar of tien. Zonder
eenige beschroomheid kwam zij naar mij toe
en gaf me ceii hand. Zij had een muisje