Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 784
pers u. Alberding Thym ber die Köpfe aller
Commissionen und der Jury hinweg den Bauplan
feststellte und mit Hülf'e des Ministers aucli
durchführte. Diese Beschuldigingen sind bis zur
Stunde unbeantwortet geblieben."
In het feestnummer is onder de advertenties
een ? plaatsje opengelaten voor antwoorden van
de afdeeling Kunsten en Wetenschappen !
Eenige maanden geleden kondigde ik den aan
staanden verkoop van de verzameling schilderijen
van Lord Dudley aan. 25 Juni 11. heeft deze
te Londen bij Christie, Manson & Woods plaats
gevonden.
Voor een Engelscho verzameling was er maar
weinig Hollandsche kunst bij, en de hoogste
prijs, 106(X) gs., werd dan ook voor een Kruisi
ging van Raphael betaald. Maar daarna volgt
onmiddelijk het heerlijke landschap van llobbema
van 16(53. Lord Ilatherton had het indertijd voor
3000 £ gekocht, en heeft het voor het dubbele
dezer som in 1<S78 aan Lord Dudley overgedaan.
Thans verwierf een ander Engelsch verzamelaar liet
voor 9600 gs. Behalve om zijn uitmuntende
conservatie, is dit stuk ook merkwaardig door
de dateering, die zelden op Hohhcma's werken
voorkomt. .
Van de drie Cuyp's gold een groot landschap
1800 gs. (Ch. Wertheimer). Het landschap van
Berchem bracht minder op, dan er vroeger
voor besteed was. Lord Dudley had het op
de veiling Scarisbrick in IMb'l voor i)00 gs.
gekocht, en nu ging het voor 240 gs. weg. Ook
de Eabritius, een portret van Abraham van Notten,
1640, deed slechts 200 £.. liet werd door den
kunsthandelaar Colnaghi te Londen gekocht, er
is dus nog hoop, dat liet te eeniger tijd in zijn
vaderland terugkeert.
Een tweede Hobbcma werd voor 1900 gs. ge
kocht door den prins van Liechtenstein te Weenen,
een derde landschap van denzelfde gold 2300 gs.
Terwijl de kruidenierswinkel van Willem van
Mieris maar 730 gs. opbracht (in 1S75 was er
iets meer voor betaald), werd voor De verliefde
ruiter" van zijn vader Frans ,'UOO gs. gegeven,
dit is ongeveer 100 gs. minder dan in 187(i. Het
was dan ook een juweeltje in zijn soort. Ken aan
Mierevelt toegeschreven damesportrot gold slechts
110 gs., maar bij de Ostade's werden de prijzen
weer liooger. Het boereiibinneiihuis van Adriaen,
afkomstig uit de beroemde collecties Conti,
l'oulain en Schneider, werd voor 2500 gs. toege
wezen aan den kunsthandelaar Agnew (op de
auctie Schneider was het voor 4100 pst. ver
kocht), een ander interieur van 1653 gold 1400 gs.
en een vischverkoop te Scheveningen van zijn
broer Isaae van li;4f> 1000 gs.
Een grauwtje van Hembrandt, de prediking van
Johannes in de woestijn, uit de eoll. Fesoh, werd
voor 2500 gs. door den Ivor Colnaghi veroverd
(in 1845 was de prijs 300O pst.), een hoiligenkop
van Roinbrandt bracht 520 gs. op, en een bom
waarschijnlijk ten onrechte toegeschreven mans
portret, bracht het, dank zij de toeschrijving, nog
tot 760 gs.
Een gezicht op de ru'ine van het buis te
Brederode door ,1. v. lïnisdaol kon weer roemen
op een groote reeks voorname vorige bezitters,
o. a. Calonne en Lord Uadstock, maar ook bij
dit kunstwerk van den eersten rang daalde de
prijs aanmerkelijk. Lord Dudley had het in 1N75
voor 2310 £. gekocht, en thans werd het voor
1400 gs. aan doR kunsthandelaar Losser toege
wezen. Een gezicht te Scheveningen van Simon
de Vlieger gold 7-'iO gs. (neer goedkoop), en van
een zeer fraai en Wouwerman, een jachtstoet maakt
halt voor een herberg, wenl de heer ('h.
^evtheimer voor )!500 X eigenaar. Lord Dudley had bet
in 1867 uit de coll. 1'onnuersfelden voor 65.500 tï-s.
gekocht.
Dit waren de voornaamste Hollanders van de
verzameling, die in het geheel 102.120 ?£- opge
bracht heeft.
E. W. MOKS.
De j$eue Freie Presse van 2H Juni heeft een
lang artikel over het optreden der Xederlandsche
zangers onder den heer Dan. do Lange; de uit
voering wordt er een der ?-intoresxautoston und
anregendsten" onder de verschillende bij de ten
toonstelling behoorende concerten genoemd.
Het artikel memoreert de verdiensten van de
Oostenrijkscbe mu/iekhistorici als opdelvors der
Ond-Nedorlandseho muziek, en van ('ommer en
Kade als voortzetters hunne» studiën, en ver
volgt dan :
»0p de gezichten van enkele bezoekers van het
concert van heden, zag men duidelijk naast de
nieuwsgierigheid een mengeling van twijfel en
wantrouwen omtrent het succes van den avond.
Maar reeds het uiterlijk optreden der zangers
werkte voornaam en vertrouwenwekkend. De diri
gent, Daniël de Lange, was aan do oudere concert
bezoekers wellicht niet onbekend,--in 185S trad
hij te Weenen op als violoncellist, met zijn broe
der, den piano-virtuoos. Met zekere hand zwaaide1
hij den dirigeerstok, niet als een bevelhebber,
maav als helpend, radend vriend: zijne zangers
zijn zijne kunstgonooton, ieder van beu voor zijn
taal; berekend. Terwijl de door hen voorgedragen
stukken voor iedere stem eigen individualiteiten
zelfstandigheid oischeii, en daarbij iu liet
simeuwerken een ooni»1 geheel bieden, verooniu'on zich
de dragers van die stommen tot eeiie on\
er^olijkelijke aaneensluiting. Alles is ineonirevlooid
en saamgesiiiolten. Intonatie en voordracht
uetuigen van de boste school.?bij sommigen wordt
men herinnerd van de methode van den meester
Stockhansen. Het is »ven koorverci'iiiging van
de gewone soort, maar eeue solisten-voreonm-ïiig
tot bet vervullen van cono edele knnsttaak, in de
verte te verg(llijk(iu met het Xwoodxcho kwartet,
maar vijfvoudig venneerderd en versterkt."
Verder: Xa ernst, waardigheid en eerbied in
de religieuse stukken werden inniirhoid, diep
gevoel, humor en gratie in de wereldlijke
compositiën weergegeven. En met hoeveel ettect op
de toehoorders! De kleine ireurestukjes a la
Teniors en de Broughel's maakten een
oinvoorstaanliaar diepen indruk. Van de zangers bevielen
bijzonder de bariton Mosschaert. looraar aan bet
conservatorium te Amsterdam. Kogman.-. de
moderne nationale tenor der Hollanders, en de
sopraan Mej. Keddiiigius. Het gedi-tingeerde
publiek, dat de zaal tot op liet laatste plaatsje
vulde een groot aantal aanvragers om kaarten
moesten onverrichtev zake huiswaarts koeren,
beloonde allo medewerkenden met geestdriftvol
applaus; verscheidene nummers werden storm
achtig nog eens gevraagd. Men mag de beide
volgende concerten met spanning tegemoet zien.''
In de Groote Opera te Parijs wordt voor het
aanstaande seizoen door den nieuwen directeur
Bertrand voorbereid: Samson et Dalila, door
Saint-Saëns. die in November zal gegeven wor
den; Hérodiade van Massonot., waarvoor Mad.
Melba reeds repeteert; en Les Mattrcs Chanteurs
van Wagner, met van Dijck.
Voorts zijn nog aan de beurt Deïdamirt, twee
acten, van Maréohal; La Maladettti, van
Vidal; en twee groote balletten. Don Qaichotte van
Wormsor en Le Talisman van Massonot.
Daarna wordt gesproken over La I'rise de Iroie
van Berlioz. Otel/o van Verdi, Mephistophélès
van Boïto en Madame Roland, tekst van
Hergerat en Sainto-Croix, muziek van Vidal.
De Opéra-Comiijue beeft in voorbereiding:
Kassia van Delibes, met Mad. de Nuoviua en
Lafarge; Werther van Massenet, met Sybil
Sanderson en Gibert; Beaucoup de Bruit pour rien,
van Salvayre; en Ping-Sin van Henri Maréchal.
Bayreuth heeft een bezienswaardigheid verlo
ren, het bierhuis Angermann, waar Wagner een
tijd lang stamgast was, en waar nog vaak dor
stige kunstgonooton bijeenkwamen. I'eeds den
vorigen winter werd het waggelend gebouw op
order der politie gesloten ; het wordt nn aan het
regeeriiigsgebouw aangetrokken. De historische
meubelen, waarvan reliekzoekende Kngolschon
reeds lang bij massa's spaanders hadden afgesne
den, zijn door verschillende restaurateurs te
I!ayreuth gekocht; Wagnor's stamglas is sinds lang
het eigendom van een zijner vereerders te Bayrouth.
De nieuwe opera van Mascagni. Een redacteur
van den Fanf'ulla hooft van Mascagni <>en brief
ontvangen, waarin de jonge maestro van zijn
nieuwe opera, de1 RaHtzau'b'' spreekt. Op 3
Januari vertoefde de heer Sonzogno als gast bij
mij te Livorno en destijds bepaalden wij do eerste
opvoering van de llantzatis" op den aanstaanden
3don Xovouiber. in bet I'ergola-theater te !? orence.
De compositie van de opera is gereed: den vol
genden /omlag begin ik mot do instrumentatie,
en binnen 65 tot SO dagen zal ik de j^'scliiodonis
klaar hebben. De hootdvertooners /uilen zijn;
Signora, Darcléo voor do rol van I.uis.-i. De Lucia
voor die van (liorgio, liattestini voor die van
Oianni, Sottolana voor die van Florouzo, en Kroglio
voor die van (iiacomo. Ik wil er alleen nog bij
voegen, dat ik mijne opera's aan diegenen opdraag, l
wien ik dank schuldig ben: derhalve /al, j
evenals ik mijn eerste opera aan graaf Lardorel j
en de tweede1 aan den heer Sonzogno gewijd heb. '
mijn derde werk door mij aan mijne librettisten
gewijd worden, wien ik veel te danken h'1!)."
Te Livorno geeft Ernosto llossi cono rock" > -in
gastvoorstollingcn. Het is er echter reeds te warm
voor oen avond in do comedie. en de zaal blijft.
ledig. Xn hooft de impresario er iets op
vorzonnen. Met een groeten heereMiwinkel heeft hij een
overeenkomst gesloten: voor bet \\ inkelraam
prijkt sedert eenige da^en de aankondiging :
?Stadsschouwburg te Livorno. (Ja-tv oor-tellingen
van L'rnosto I'ossi. Men slipdas met een entree
biljet l Lire 20."
Xola officier d'acadfmie. l'it I'arijs wordt van
li) Juni geschreven: Xola heeft weder eens voor |
een journalist zijn hart uitgestort en wel omtrent j
zijne door alle bladen aangekondigde benoeming
lot officier d'académie". Xola beeft, zooals hij
mededeelde, van de zaak niets geweten en was
zeer verrast, toen hij baar uit de eonr.-inten ver
nam. Hu dit is niet verwonderlijk: want dat de
rogooring hem, die reeds bet roode lintje van bet
Legioen van Hor draagt, thans pas het violette1
lintje van officier d'academie wilde tooki'tinon,
dat heel wat lager staat dan bet roodo - moest
lie'm inderilaail verbazen. Hooft de ri'irooring
hem hierdoeir voor zijne1 drie1 nederlagen
achtereen in do Academie willen schadedoos stollen?
XeeMi -- de1 zaak he'ott oeni andei'e reden.
Deregooring weet, met hoever! vi'rlangon Xeila bet
oogenhlik nfwacht. waareip hij van ridder \an het
Legioen van Her tot ol'ticie'r daarvan zal opklim
men. Xij kan daartoe orhter nn neig nii't lic-liiiten.
(Ml hooit lie1!!! daarom intnssebeii tot off/cicT
d'académie ben «eind.
Te Froionwaleli' is oe-n moniimi'iil opge rirht voor
elen voMisdie-liter Karl \\Vise, (ISI:1 1SSS), de1
Miirkisedio Hans Sachs" zooals hij we] uoinoi'nid
wordt. Karl \Veise wa- biiihMiu'ewoon vrucht
baar, zijne1 ;''i'dielbten. groote1 e'ii kleinei'i'. tellen
bij ililizenden. De eerste ree'ks \vonlen in den
Freieiiwablor K rei s- A n zeiker" oud er den titi'l
liliiincn und Wiïlder geplaatst ; lat.T vodden Die
Ilandiceiknliraut, Vse \'olkx]t<ir/e, ook in pmza
levi'rde hij romans en neivellon.
liet monumi'iit is op initiatie1!' van elen
Fri'ienwalder l land werkersv erein opü'i'rie-ht : voortie'n
arbeide'i'sv ereeuiLiiML:en \\aren mei banieren en
!un/]ek bij eb' iü\V ijdilli.1' v iT-i:belle]].
Van l'rol'. ('i'-are1 Lomhro-o za'te Turijn binnen
kort een \\-erk \ eixehijnen. La do}inn tlvtiiu/iiPiili',
dat de' vrouw in bare MTliondin^ tot de misdaad
be-srlioH\\ t. \oorN lieert l .om'iro-o «'en \\ erk
011elerbanden. dat eb' u'esednedenis e^ii legende der
hi'ili'j'e-u tot onderwerp beeft, en veel -ciisatie1
zal maken: hot zal toe-h trai-liti-u ]ier-oni'n on
onlevoorsi-liril'ten. die tot du-M-rre1 bijna geheel
buili'ii liet u-ebie'd eler kriti-e'be'
bi'se-lionwinu'bb1\en, \an bet standjiunt eier nioiierne >\ e-leiiseliaji
ti' verklaren.
der hedendaagsche opvattingen kon heeten, en
wat in zijn -wezen hem gebracht heeft tot zijn
methode van natuurstudie. Wij geven van deze
voordracht het volgende overzicht.
Er is in de naluurstndie een haast door alle
onderzoekers gevolgde methode. Waarnemingen
worden verricüt met alle voorzorgen, en langs
den weg der induktie klimt men op van waar
neming tot waarneming, legt een verband tus
schen het l ij zondere en hot algemeene, en tracht
dit verband als een natuurwet in duidelijke
bewoordirgcii uit te drukken. Vaak is de eerste
formuleeiing niet meer dan een hypothese, doch
zij vereenigt althans de afzonderlijke waarnemin
gen tot n geheel, en heeft het voordeel, dat
zij, goed gfcformulecrd zijnde, aan velen kan
worden medegedeeld, door wier onderzoek ten
slotte een zoo groot feitenmateriaal verkregen
wordt, dat de voorgestelde natuurwet van hypo
these een ware wet wordt, aan wier geldigheid
binnen het terrein van de onderzochte voorwaar
den niet meer kan getwijfeld worden. Het is
een lange wejr, die tot de erkende stelling voert.
en velen werken aan de erkenning mede.
Evenwel is het mogelijk nog op een andere
wijze dan door de gewone induktie tot een in
zicht over bet verloop der natuurgebeurtenissen
te geraken. Onder anderen vindt men die in de
artistieke voortbrengselen. Ook do kunst be
moeit zich met betrekkingen tusschen verschijn
selen, doch zij vindt de betrekking tusschen het
bijzondere en het algemeene met langs den
moeitevollen weg der bewuste experimenteele in
duktie; schijnbaar zonder voorafgaand nadenken,
schijnbaar spontaan springt de betrekking te
voorschijn in den vorm van een typet die toch
ook is de samenvatting van vele verschillende
gevallen in n cp allen gelijkend model. Toch
is het niet juist te beweren, dat de dichterlijke
opvatting der zaken een ingeving is buiten de
werking der n-varing staande, integendeel, ook
met haar gaat een snelle gedachtengang ge
paard, een beoordeelend vergelijken van een
nieuwe aandoening met voorafgaande ervaringen.
De kunstenaar drukt dus het verband tusschen
de individueele gevallen uit door de schepping
van een type; door de schepping van een als
zoodanig op zich zelf niet bestaand geval, doch
dat in ieder bijzonder geval niet meer of minder
atwijking is terug te vinden. Ook de.ïe (ype
mag niet buiten het terrein der ervaringen treden.
Zoowel de natuuronderzoeker met zijn natuur
wet, als de kunstenaar met zijn type beoogen
hetzelfde : een geheel te maken van eer, groote
verscheidenheid. Kan men echter een wet metho
disch nasporen ook al moet de eerste gedachte
een schijnbaar spontane wezen, de kunstenaar is
bij het maken van zijn type geheel overgelaten
aan de vatbaarheid voor inval'en, aan zijn ver
mogen om tot dusver nog niet vermoede overeen
komsten te ontdekken; de natuuronderzoekar kan
bij zijn methodisch onderzoek veel van zijn ge
dachten op het papier iixecren en vooruitkomen
niettegenstaande een betrekkelijk gebrekkig geheu
gen ; de kunstenaar daarentegen vindt overeen
komsten, waar hij, noch anderen ze te voren
vermoedden, en heeft dus juist niet het bulpmieldel
van het lixeeren der gedachte op het papier.
Evenwel is ook bij hem do ontdekking van het
overeenkomstige niet mogelijk zonder veel voor
afgaande ervaring, al wordt hij zich daarvan niet
altijd bewust.
De wijze, waarop (loethe verband in de natuur
heeft gezocht is altijd geweest het opstellen van
een type, en hij volgde dus denzell'den weg in
zijn natuiironderzoek als bij de schepping zijner
kun'jtvoorbrengselen. En men mag veilig bewe
ren, dat Goethe met zij-.i methode bchoone zaken
gevonden heeft, al moet erkend worden, dat ook
door hem is misgetast. De grootste verdienste
van Goethe voor de natuurwetenschap is gelegen
iri zijn morfologie van planten en (Heren. In
deze zaak wifat hij do overtuiging te verkrijger,
dat aan den bouw van de dieren ea van de
planten een gemeenschappelijk plan ten grond
slag ligt. De vaklieden van zijn tijel waren te
zeer gehecht aan do leer van de onverander
lijkheid dar soort om op den door Goethe aan
gegeven weg veider te gaan. En ook Goethc
zelf wist den oorsprong van do overeenkomst in
elen morfologische.!! bouw niet aan te geven. Be
roemd zijn de regels uit zijn plantcr.-morfologie :
Wetenschap.
IIKLMHOLTZ OVER GOETI1E.
In het begin van Juni heeft Ilolmholrz fc
Weimar een voordracht gehouden over Goethe. |
waarin hij uiteenzette, in hoever eleze voorlooper ?
Eerst Darwin heeft het loscnde Wort'1 gevon
den, terwijl hij op de verandering der huisdieren
eloor kwceking wees, en oorzaken voor dij
veranilerirg der wilde soorten aangaf. Toch blijft
de beteekenis van Goethe voor de wetenschap in
ele plantkunde zeer belangrijk.
Daarentegen meet men Goetho's werkzaamheid
in de kleurenleer als mislukt beschouwen. De
grond van zijn mislukken ligt daarin, dat hij met
zijn gebrekkige toe-stellen r,ooit zuiver enkelvoudig
licht heeft kunnen waarnemen, en er daarom
niet aan geloofde. Toch ligt in Gocthe's kleuren
leer, iiiettegenstaamlc het gebrekkige, ecu gezond
streven, en al heeft hij ze'f ir, dit opzicht niet
opwekkend gewerkt, de nieuwere fysika is don
weg ingeslagen, waarheen Goethe haar brengen
wilde. Het was Goethe's bedoeling om in de
na'uurstudie abstracties te vervangen door con
crete zaken; om verschijnselen aan elkander te
hechten, en zoo min mogelijk met eje abstra.ete
l'rac.Itl. en veel met de concrete litu'a/hiff te
werker'. Faradgy heeft reeds gehandeld in Goethe's
geest met zijn onvermoeid opsporen van
nieuweverschijnselen. Kirchlioff spreekt als oen
Goe'heman, wanneer hij het de 'aak der inechanika
noemt: ele bewegingen in ele natuur voorkomende
volledig en op de eenvoudigste wijze,te beschrijver.''
Xog in een ardcr opzicht is het juiste inzicht
var, Goethc te bewonderen. Wanneer de natuur
kundige een natuurwet heeft gevonden, vat hij
haar op als een kracht, die op ieder oogerblik
werkt, en noemt haar de oorzaak van bet. ver
schijnsel. Deze omzetting van het begrip natuur
wet is gerechtvaardigd voor zoover zij zich als
i'drükkïrg der finten aanbiedt. Doch het i .s een
dwaling, waarin velen vervallen, te mennen dat
men daardoor een dieper inzicht in het wezen
der dingen verworven heeft. Goethe heeft deze
dwaling vermeden, toen bij gelegenheid had er in
te geraken. Zijn natuurwet is het typische
kleurverschijnsel, het Urphünomen, dat in alle andere
verschijnselen is terug te vinden. Doch geenszins
meende hij door de vondst van dit
grondverschijnsel tot het wezen der dingen gekomen <e
zijn. Als ik," zegt hij, bij het grondverschijnsel
staan blijf; is dat een berusting, doch ik berust
dan toch aan de grenzen van het menschlijk ver
mogen."
Overigens is het in Goethe's kleurleer een ge
brek, dat het juiste kenmerk der
kleurverscheidenheid niet aangegeven is. Geel en blauw zijn
beiden mengsels van licht en schaduw, doch
waarin de schaduw in het blauw van den scha
duw in het geel onderscheiden is, zegt hij niet.
Ook spreekt hij niet van de voorwaarden, waar
onder de gewaarwording door den prikkel in het
oog wordt opgewekt. Dit laatste staat daarmede
in verband, dat hij de leer van Kant over de
verhouding tusschen waarnemer en voorwerp niet
aannam, terwijl deze toch in hoofdzaak door de
nieuwere fysiologie der zintuigen bevestigd is ge
worden. De zintuigelijke gewaarwordingen zijn
geen beelden der voorwerpen, doch hoogstens
teekens er voor.
De beschouwing over Goethe laat zich in de
volgende woorden samenvatten: waar het opgaven
betrof, welke door de in voorstellingsbeelden zich
uitende dichterlijke divinatie konden worden op
gelost, is de dichter tot het hoogste in staat ge
weest. Waar alleen de streng volgehouden bewuste
induktie tot het doel brengt, heeft hij misgetast.
Doch wanneer het de hoogste vragen betrof over
het verband tusschen verstand en werkelijkheid,
behoedde hem zijn gezond denken voor dwalin
gen, en bracht het hem tot inzichten, die hem
tot aan de grenzen van den menschelijken geest
voerden.
HET GEZICHT VAN DE MISDAAD.
Naar E. Bi I>DE.
Op de eenzame Scheere stond de vuurtoren,
en de storm dreef de golven hoog tegen hem op.
Borrelend verhieven zich de zwarte massa's en
sloegen met hunne kruinen grimmig tegen het
slanke bouwwerk, zoodat het sidderde en boog;
van tijd tot tijel spatte een handvol schuim tegen
het venster van e!« lantaren.
Daar binnen stor.d Bul. een der beide wachters,
en had juist bij den aanvang van de wacht het
licht aangestoken. De reflector was gericht, het
klokkcnwerk in werking gezet, hij wierp een
kalmen blik naar kt-,t Oosten, waar achter het breede
golvcngewemel het vaste land lag, on een tweeden
onderzockenden blik op de onweerswolken, die
van uit het Westen steeds zwaarder en donker
der opkwamen, vervolgens liep hij naar beneden
naar de wachtkamer, die dicht onder het
lichthok ligt. Behalve de ladder om bij de lantaren
te komen, bevatte het eenzame kleine vertrek
een tafel en een stoel; als tweede zit-gelegenheid
kon eenigzins de trap dienen, welke naar de
ijzeren eleur leidde, en vandaar naar buiten op
het platform. Aan den muur hingen werktuigen,
boven de taiel schommelde een lamp; dese stak
hij aan; op do tafel lag het dienstboek; hij ging
zitten en schreef er zijn aanteekenir.gen in.
Daarna verzonk hij in gedachten.
In. zijn verkeerd gelaat stonden anders een
paar goedige oo^en, maar wat zij op andere tijden
mochten zeggen, was seelort weken door wrok en
: verbittering verdrongen. En heden meer dan ooit.
' Grimmig sprak hij voor zich heen: Morgen de
aflossing, wanneer de zee niet al te slecht is;
morgen naar la;ul, en wat vind ik? Niets, en
| binnen vier weken weder het oude afbeulen.
l Wanneer ik den kerel keilde, die mij dat
aanI gedaan heeft!" Het overige stierf weg in een
vloek en zijn vuist viel zwaar cp de tafel.
' Hij had wel reden tot wrok. Vijftien jaar lang
j had hij iu den vuurtoren dienst gedaan. Hij was
het ci:r.zame uitkijken op de wateren gewoon en
kende den storm; hij lette er sedert lang niet
meer op, wüineer d& toren zich onder den druk
van den wind ovcrboog en -weder terugsloeg als
een clastieke pijp, en ook het rukkend sidderen,
da' bij den zwaarstcn golfslag van ui; den grond
' door de muren ging, stoorde hem niet bij het
inslapen. De toren is nog niet hoog geroet;, had
den ze soms wel gezegd, wanneer de golven in
l dollen dans tot om den hoogsten top sloegen, maar
; zij hadds/n zich ook daaraan gewend, hij en zijne
kameraden en zij hadden geleerd het bouwwerk,
met stalen ankers in elliaar gehouden, te ver
trouwen. Maar een hard loven, was het toch, en
l hij had zich i,M;ig veiheugd toen Lem het bericht
i werd gezonden, elat !;ij op ecu beteren post zou
worden overgeplaatst. Zijn toekomstig tehuis
moest aan htiul lij gen ; een wit huisje op vasten
grond en een bescheiden stukje bouwland zou het
loon voor zijn landen, ruwen arbeid zijn. Daar
werd hem, juist drie dagen vóór dat Irj van den
vuurtoren moest vertrekken, van ambtswege mede
gedeeld, ilat de bevordering ingetrokken was,
totdat hij zich gerecht1,aardiyd zou hebben; er
was ecnc aanklpcht wegens medeplichtigheid bij
het smokkelen to^on hem ingediend.
lltj had r.ict gosic.clikc'ld, maar onder de
visschers, waarmede hij zijn vrije maanden door
bracht, was alle.rlei volk, ook smokkelaars, en eer,
boosaaïdige aai klager had van zijn omgang met
deze lieden gebruik gemaakt, om hem in
ve-rdcni king te brengen. Wel had hij den schoolmeester
! te hulp genomen, om ecne rechtvaardiging op te
stellen, maar hij wist, dat de autoriteiten streng
j waren; de verdenking was voldoende, om zijne
promotie te doen verschuiven, en bij hem. even
als bij vclcQ zijner makkers, veranderde de afkeer
voor hut gerecht in wantrouwen, zoodat hij
beschu!.-~!U;ing en veroi.-rdc-elirig als bijna hetzelfde;
beschouwde. Hij hield zijn iioop voor vernietigd.
Wanneer ik elen ketel kende", sprak hij nog
eens en ele tafel dreunde onder zijn vuistslag.
Daar sloeg de klok acht en zijn kameraad Bob
trael binnen. Deze zag er niet ontevreden uit,
maar het was geen goede tevredenheid, die uit
zijn gelaat straalde. Moed en kracht stonden er
we! in geschreven, maar ook een zekere valtchhoid.
Bul stond op. Uet z:-,l van nacht ruw
wen
den/' zei'le hij. De andere knikte kalm en plaatste