De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1892 3 juli pagina 4

3 juli 1892 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 784 pers u. Alberding Thym ber die Köpfe aller Commissionen und der Jury hinweg den Bauplan feststellte und mit Hülf'e des Ministers aucli durchführte. Diese Beschuldigingen sind bis zur Stunde unbeantwortet geblieben." In het feestnummer is onder de advertenties een ? plaatsje opengelaten voor antwoorden van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen ! Eenige maanden geleden kondigde ik den aan staanden verkoop van de verzameling schilderijen van Lord Dudley aan. 25 Juni 11. heeft deze te Londen bij Christie, Manson & Woods plaats gevonden. Voor een Engelscho verzameling was er maar weinig Hollandsche kunst bij, en de hoogste prijs, 106(X) gs., werd dan ook voor een Kruisi ging van Raphael betaald. Maar daarna volgt onmiddelijk het heerlijke landschap van llobbema van 16(53. Lord Ilatherton had het indertijd voor 3000 £ gekocht, en heeft het voor het dubbele dezer som in 1<S78 aan Lord Dudley overgedaan. Thans verwierf een ander Engelsch verzamelaar liet voor 9600 gs. Behalve om zijn uitmuntende conservatie, is dit stuk ook merkwaardig door de dateering, die zelden op Hohhcma's werken voorkomt. . Van de drie Cuyp's gold een groot landschap 1800 gs. (Ch. Wertheimer). Het landschap van Berchem bracht minder op, dan er vroeger voor besteed was. Lord Dudley had het op de veiling Scarisbrick in IMb'l voor i)00 gs. gekocht, en nu ging het voor 240 gs. weg. Ook de Eabritius, een portret van Abraham van Notten, 1640, deed slechts 200 £.. liet werd door den kunsthandelaar Colnaghi te Londen gekocht, er is dus nog hoop, dat liet te eeniger tijd in zijn vaderland terugkeert. Een tweede Hobbcma werd voor 1900 gs. ge kocht door den prins van Liechtenstein te Weenen, een derde landschap van denzelfde gold 2300 gs. Terwijl de kruidenierswinkel van Willem van Mieris maar 730 gs. opbracht (in 1S75 was er iets meer voor betaald), werd voor De verliefde ruiter" van zijn vader Frans ,'UOO gs. gegeven, dit is ongeveer 100 gs. minder dan in 187(i. Het was dan ook een juweeltje in zijn soort. Ken aan Mierevelt toegeschreven damesportrot gold slechts 110 gs., maar bij de Ostade's werden de prijzen weer liooger. Het boereiibinneiihuis van Adriaen, afkomstig uit de beroemde collecties Conti, l'oulain en Schneider, werd voor 2500 gs. toege wezen aan den kunsthandelaar Agnew (op de auctie Schneider was het voor 4100 pst. ver kocht), een ander interieur van 1653 gold 1400 gs. en een vischverkoop te Scheveningen van zijn broer Isaae van li;4f> 1000 gs. Een grauwtje van Hembrandt, de prediking van Johannes in de woestijn, uit de eoll. Fesoh, werd voor 2500 gs. door den Ivor Colnaghi veroverd (in 1845 was de prijs 300O pst.), een hoiligenkop van Roinbrandt bracht 520 gs. op, en een bom waarschijnlijk ten onrechte toegeschreven mans portret, bracht het, dank zij de toeschrijving, nog tot 760 gs. Een gezicht op de ru'ine van het buis te Brederode door ,1. v. lïnisdaol kon weer roemen op een groote reeks voorname vorige bezitters, o. a. Calonne en Lord Uadstock, maar ook bij dit kunstwerk van den eersten rang daalde de prijs aanmerkelijk. Lord Dudley had het in 1N75 voor 2310 £. gekocht, en thans werd het voor 1400 gs. aan doR kunsthandelaar Losser toege wezen. Een gezicht te Scheveningen van Simon de Vlieger gold 7-'iO gs. (neer goedkoop), en van een zeer fraai en Wouwerman, een jachtstoet maakt halt voor een herberg, wenl de heer ('h. ^evtheimer voor )!500 X eigenaar. Lord Dudley had bet in 1867 uit de coll. 1'onnuersfelden voor 65.500 tï-s. gekocht. Dit waren de voornaamste Hollanders van de verzameling, die in het geheel 102.120 ?£- opge bracht heeft. E. W. MOKS. De j$eue Freie Presse van 2H Juni heeft een lang artikel over het optreden der Xederlandsche zangers onder den heer Dan. do Lange; de uit voering wordt er een der ?-intoresxautoston und anregendsten" onder de verschillende bij de ten toonstelling behoorende concerten genoemd. Het artikel memoreert de verdiensten van de Oostenrijkscbe mu/iekhistorici als opdelvors der Ond-Nedorlandseho muziek, en van ('ommer en Kade als voortzetters hunne» studiën, en ver volgt dan : »0p de gezichten van enkele bezoekers van het concert van heden, zag men duidelijk naast de nieuwsgierigheid een mengeling van twijfel en wantrouwen omtrent het succes van den avond. Maar reeds het uiterlijk optreden der zangers werkte voornaam en vertrouwenwekkend. De diri gent, Daniël de Lange, was aan do oudere concert bezoekers wellicht niet onbekend,--in 185S trad hij te Weenen op als violoncellist, met zijn broe der, den piano-virtuoos. Met zekere hand zwaaide1 hij den dirigeerstok, niet als een bevelhebber, maav als helpend, radend vriend: zijne zangers zijn zijne kunstgonooton, ieder van beu voor zijn taal; berekend. Terwijl de door hen voorgedragen stukken voor iedere stem eigen individualiteiten zelfstandigheid oischeii, en daarbij iu liet simeuwerken een ooni»1 geheel bieden, verooniu'on zich de dragers van die stommen tot eeiie on\ er^olijkelijke aaneensluiting. Alles is ineonirevlooid en saamgesiiiolten. Intonatie en voordracht uetuigen van de boste school.?bij sommigen wordt men herinnerd van de methode van den meester Stockhansen. Het is »ven koorverci'iiiging van de gewone soort, maar eeue solisten-voreonm-ïiig tot bet vervullen van cono edele knnsttaak, in de verte te verg(llijk(iu met het Xwoodxcho kwartet, maar vijfvoudig venneerderd en versterkt." Verder: Xa ernst, waardigheid en eerbied in de religieuse stukken werden inniirhoid, diep gevoel, humor en gratie in de wereldlijke compositiën weergegeven. En met hoeveel ettect op de toehoorders! De kleine ireurestukjes a la Teniors en de Broughel's maakten een oinvoorstaanliaar diepen indruk. Van de zangers bevielen bijzonder de bariton Mosschaert. looraar aan bet conservatorium te Amsterdam. Kogman.-. de moderne nationale tenor der Hollanders, en de sopraan Mej. Keddiiigius. Het gedi-tingeerde publiek, dat de zaal tot op liet laatste plaatsje vulde een groot aantal aanvragers om kaarten moesten onverrichtev zake huiswaarts koeren, beloonde allo medewerkenden met geestdriftvol applaus; verscheidene nummers werden storm achtig nog eens gevraagd. Men mag de beide volgende concerten met spanning tegemoet zien.'' In de Groote Opera te Parijs wordt voor het aanstaande seizoen door den nieuwen directeur Bertrand voorbereid: Samson et Dalila, door Saint-Saëns. die in November zal gegeven wor den; Hérodiade van Massonot., waarvoor Mad. Melba reeds repeteert; en Les Mattrcs Chanteurs van Wagner, met van Dijck. Voorts zijn nog aan de beurt Deïdamirt, twee acten, van Maréohal; La Maladettti, van Vidal; en twee groote balletten. Don Qaichotte van Wormsor en Le Talisman van Massonot. Daarna wordt gesproken over La I'rise de Iroie van Berlioz. Otel/o van Verdi, Mephistophélès van Boïto en Madame Roland, tekst van Hergerat en Sainto-Croix, muziek van Vidal. De Opéra-Comiijue beeft in voorbereiding: Kassia van Delibes, met Mad. de Nuoviua en Lafarge; Werther van Massenet, met Sybil Sanderson en Gibert; Beaucoup de Bruit pour rien, van Salvayre; en Ping-Sin van Henri Maréchal. Bayreuth heeft een bezienswaardigheid verlo ren, het bierhuis Angermann, waar Wagner een tijd lang stamgast was, en waar nog vaak dor stige kunstgonooton bijeenkwamen. I'eeds den vorigen winter werd het waggelend gebouw op order der politie gesloten ; het wordt nn aan het regeeriiigsgebouw aangetrokken. De historische meubelen, waarvan reliekzoekende Kngolschon reeds lang bij massa's spaanders hadden afgesne den, zijn door verschillende restaurateurs te I!ayreuth gekocht; Wagnor's stamglas is sinds lang het eigendom van een zijner vereerders te Bayrouth. De nieuwe opera van Mascagni. Een redacteur van den Fanf'ulla hooft van Mascagni <>en brief ontvangen, waarin de jonge maestro van zijn nieuwe opera, de1 RaHtzau'b'' spreekt. Op 3 Januari vertoefde de heer Sonzogno als gast bij mij te Livorno en destijds bepaalden wij do eerste opvoering van de llantzatis" op den aanstaanden 3don Xovouiber. in bet I'ergola-theater te !? orence. De compositie van de opera is gereed: den vol genden /omlag begin ik mot do instrumentatie, en binnen 65 tot SO dagen zal ik de j^'scliiodonis klaar hebben. De hootdvertooners /uilen zijn; Signora, Darcléo voor do rol van I.uis.-i. De Lucia voor die van (liorgio, liattestini voor die van Oianni, Sottolana voor die van Florouzo, en Kroglio voor die van (iiacomo. Ik wil er alleen nog bij voegen, dat ik mijne opera's aan diegenen opdraag, l wien ik dank schuldig ben: derhalve /al, j evenals ik mijn eerste opera aan graaf Lardorel j en de tweede1 aan den heer Sonzogno gewijd heb. ' mijn derde werk door mij aan mijne librettisten gewijd worden, wien ik veel te danken h'1!)." Te Livorno geeft Ernosto llossi cono rock" > -in gastvoorstollingcn. Het is er echter reeds te warm voor oen avond in do comedie. en de zaal blijft. ledig. Xn hooft de impresario er iets op vorzonnen. Met een groeten heereMiwinkel heeft hij een overeenkomst gesloten: voor bet \\ inkelraam prijkt sedert eenige da^en de aankondiging : ?Stadsschouwburg te Livorno. (Ja-tv oor-tellingen van L'rnosto I'ossi. Men slipdas met een entree biljet l Lire 20." Xola officier d'acadfmie. l'it I'arijs wordt van li) Juni geschreven: Xola heeft weder eens voor | een journalist zijn hart uitgestort en wel omtrent j zijne door alle bladen aangekondigde benoeming lot officier d'académie". Xola beeft, zooals hij mededeelde, van de zaak niets geweten en was zeer verrast, toen hij baar uit de eonr.-inten ver nam. Hu dit is niet verwonderlijk: want dat de rogooring hem, die reeds bet roode lintje van bet Legioen van Hor draagt, thans pas het violette1 lintje van officier d'academie wilde tooki'tinon, dat heel wat lager staat dan bet roodo - moest lie'm inderilaail verbazen. Hooft de ri'irooring hem hierdoeir voor zijne1 drie1 nederlagen achtereen in do Academie willen schadedoos stollen? XeeMi -- de1 zaak he'ott oeni andei'e reden. Deregooring weet, met hoever! vi'rlangon Xeila bet oogenhlik nfwacht. waareip hij van ridder \an het Legioen van Her tot ol'ticie'r daarvan zal opklim men. Xij kan daartoe orhter nn neig nii't lic-liiiten. (Ml hooit lie1!!! daarom intnssebeii tot off/cicT d'académie ben «eind. Te Froionwaleli' is oe-n moniimi'iil opge rirht voor elen voMisdie-liter Karl \\Vise, (ISI:1 1SSS), de1 Miirkisedio Hans Sachs" zooals hij we] uoinoi'nid wordt. Karl \Veise wa- biiihMiu'ewoon vrucht baar, zijne1 ;''i'dielbten. groote1 e'ii kleinei'i'. tellen bij ililizenden. De eerste ree'ks \vonlen in den Freieiiwablor K rei s- A n zeiker" oud er den titi'l liliiincn und Wiïlder geplaatst ; lat.T vodden Die Ilandiceiknliraut, Vse \'olkx]t<ir/e, ook in pmza levi'rde hij romans en neivellon. liet monumi'iit is op initiatie1!' van elen Fri'ienwalder l land werkersv erein opü'i'rie-ht : voortie'n arbeide'i'sv ereeuiLiiML:en \\aren mei banieren en !un/]ek bij eb' iü\V ijdilli.1' v iT-i:belle]]. Van l'rol'. ('i'-are1 Lomhro-o za'te Turijn binnen kort een \\-erk \ eixehijnen. La do}inn tlvtiiu/iiPiili', dat de' vrouw in bare MTliondin^ tot de misdaad be-srlioH\\ t. \oorN lieert l .om'iro-o «'en \\ erk 011elerbanden. dat eb' u'esednedenis e^ii legende der hi'ili'j'e-u tot onderwerp beeft, en veel -ciisatie1 zal maken: hot zal toe-h trai-liti-u ]ier-oni'n on onlevoorsi-liril'ten. die tot du-M-rre1 bijna geheel buili'ii liet u-ebie'd eler kriti-e'be' bi'se-lionwinu'bb1\en, \an bet standjiunt eier nioiierne >\ e-leiiseliaji ti' verklaren. der hedendaagsche opvattingen kon heeten, en wat in zijn -wezen hem gebracht heeft tot zijn methode van natuurstudie. Wij geven van deze voordracht het volgende overzicht. Er is in de naluurstndie een haast door alle onderzoekers gevolgde methode. Waarnemingen worden verricüt met alle voorzorgen, en langs den weg der induktie klimt men op van waar neming tot waarneming, legt een verband tus schen het l ij zondere en hot algemeene, en tracht dit verband als een natuurwet in duidelijke bewoordirgcii uit te drukken. Vaak is de eerste formuleeiing niet meer dan een hypothese, doch zij vereenigt althans de afzonderlijke waarnemin gen tot n geheel, en heeft het voordeel, dat zij, goed gfcformulecrd zijnde, aan velen kan worden medegedeeld, door wier onderzoek ten slotte een zoo groot feitenmateriaal verkregen wordt, dat de voorgestelde natuurwet van hypo these een ware wet wordt, aan wier geldigheid binnen het terrein van de onderzochte voorwaar den niet meer kan getwijfeld worden. Het is een lange wejr, die tot de erkende stelling voert. en velen werken aan de erkenning mede. Evenwel is het mogelijk nog op een andere wijze dan door de gewone induktie tot een in zicht over bet verloop der natuurgebeurtenissen te geraken. Onder anderen vindt men die in de artistieke voortbrengselen. Ook do kunst be moeit zich met betrekkingen tusschen verschijn selen, doch zij vindt de betrekking tusschen het bijzondere en het algemeene met langs den moeitevollen weg der bewuste experimenteele in duktie; schijnbaar zonder voorafgaand nadenken, schijnbaar spontaan springt de betrekking te voorschijn in den vorm van een typet die toch ook is de samenvatting van vele verschillende gevallen in n cp allen gelijkend model. Toch is het niet juist te beweren, dat de dichterlijke opvatting der zaken een ingeving is buiten de werking der n-varing staande, integendeel, ook met haar gaat een snelle gedachtengang ge paard, een beoordeelend vergelijken van een nieuwe aandoening met voorafgaande ervaringen. De kunstenaar drukt dus het verband tusschen de individueele gevallen uit door de schepping van een type; door de schepping van een als zoodanig op zich zelf niet bestaand geval, doch dat in ieder bijzonder geval niet meer of minder atwijking is terug te vinden. Ook de.ïe (ype mag niet buiten het terrein der ervaringen treden. Zoowel de natuuronderzoeker met zijn natuur wet, als de kunstenaar met zijn type beoogen hetzelfde : een geheel te maken van eer, groote verscheidenheid. Kan men echter een wet metho disch nasporen ook al moet de eerste gedachte een schijnbaar spontane wezen, de kunstenaar is bij het maken van zijn type geheel overgelaten aan de vatbaarheid voor inval'en, aan zijn ver mogen om tot dusver nog niet vermoede overeen komsten te ontdekken; de natuuronderzoekar kan bij zijn methodisch onderzoek veel van zijn ge dachten op het papier iixecren en vooruitkomen niettegenstaande een betrekkelijk gebrekkig geheu gen ; de kunstenaar daarentegen vindt overeen komsten, waar hij, noch anderen ze te voren vermoedden, en heeft dus juist niet het bulpmieldel van het lixeeren der gedachte op het papier. Evenwel is ook bij hem do ontdekking van het overeenkomstige niet mogelijk zonder veel voor afgaande ervaring, al wordt hij zich daarvan niet altijd bewust. De wijze, waarop (loethe verband in de natuur heeft gezocht is altijd geweest het opstellen van een type, en hij volgde dus denzell'den weg in zijn natuiironderzoek als bij de schepping zijner kun'jtvoorbrengselen. En men mag veilig bewe ren, dat Goethe met zij-.i methode bchoone zaken gevonden heeft, al moet erkend worden, dat ook door hem is misgetast. De grootste verdienste van Goethe voor de natuurwetenschap is gelegen iri zijn morfologie van planten en (Heren. In deze zaak wifat hij do overtuiging te verkrijger, dat aan den bouw van de dieren ea van de planten een gemeenschappelijk plan ten grond slag ligt. De vaklieden van zijn tijel waren te zeer gehecht aan do leer van de onverander lijkheid dar soort om op den door Goethe aan gegeven weg veider te gaan. En ook Goethc zelf wist den oorsprong van do overeenkomst in elen morfologische.!! bouw niet aan te geven. Be roemd zijn de regels uit zijn plantcr.-morfologie : Wetenschap. IIKLMHOLTZ OVER GOETI1E. In het begin van Juni heeft Ilolmholrz fc Weimar een voordracht gehouden over Goethe. | waarin hij uiteenzette, in hoever eleze voorlooper ? Eerst Darwin heeft het loscnde Wort'1 gevon den, terwijl hij op de verandering der huisdieren eloor kwceking wees, en oorzaken voor dij veranilerirg der wilde soorten aangaf. Toch blijft de beteekenis van Goethe voor de wetenschap in ele plantkunde zeer belangrijk. Daarentegen meet men Goetho's werkzaamheid in de kleurenleer als mislukt beschouwen. De grond van zijn mislukken ligt daarin, dat hij met zijn gebrekkige toe-stellen r,ooit zuiver enkelvoudig licht heeft kunnen waarnemen, en er daarom niet aan geloofde. Toch ligt in Gocthe's kleuren leer, iiiettegenstaamlc het gebrekkige, ecu gezond streven, en al heeft hij ze'f ir, dit opzicht niet opwekkend gewerkt, de nieuwere fysika is don weg ingeslagen, waarheen Goethe haar brengen wilde. Het was Goethe's bedoeling om in de na'uurstudie abstracties te vervangen door con crete zaken; om verschijnselen aan elkander te hechten, en zoo min mogelijk met eje abstra.ete l'rac.Itl. en veel met de concrete litu'a/hiff te werker'. Faradgy heeft reeds gehandeld in Goethe's geest met zijn onvermoeid opsporen van nieuweverschijnselen. Kirchlioff spreekt als oen Goe'heman, wanneer hij het de 'aak der inechanika noemt: ele bewegingen in ele natuur voorkomende volledig en op de eenvoudigste wijze,te beschrijver.'' Xog in een ardcr opzicht is het juiste inzicht var, Goethc te bewonderen. Wanneer de natuur kundige een natuurwet heeft gevonden, vat hij haar op als een kracht, die op ieder oogerblik werkt, en noemt haar de oorzaak van bet. ver schijnsel. Deze omzetting van het begrip natuur wet is gerechtvaardigd voor zoover zij zich als i'drükkïrg der finten aanbiedt. Doch het i .s een dwaling, waarin velen vervallen, te mennen dat men daardoor een dieper inzicht in het wezen der dingen verworven heeft. Goethe heeft deze dwaling vermeden, toen bij gelegenheid had er in te geraken. Zijn natuurwet is het typische kleurverschijnsel, het Urphünomen, dat in alle andere verschijnselen is terug te vinden. Doch geenszins meende hij door de vondst van dit grondverschijnsel tot het wezen der dingen gekomen <e zijn. Als ik," zegt hij, bij het grondverschijnsel staan blijf; is dat een berusting, doch ik berust dan toch aan de grenzen van het menschlijk ver mogen." Overigens is het in Goethe's kleurleer een ge brek, dat het juiste kenmerk der kleurverscheidenheid niet aangegeven is. Geel en blauw zijn beiden mengsels van licht en schaduw, doch waarin de schaduw in het blauw van den scha duw in het geel onderscheiden is, zegt hij niet. Ook spreekt hij niet van de voorwaarden, waar onder de gewaarwording door den prikkel in het oog wordt opgewekt. Dit laatste staat daarmede in verband, dat hij de leer van Kant over de verhouding tusschen waarnemer en voorwerp niet aannam, terwijl deze toch in hoofdzaak door de nieuwere fysiologie der zintuigen bevestigd is ge worden. De zintuigelijke gewaarwordingen zijn geen beelden der voorwerpen, doch hoogstens teekens er voor. De beschouwing over Goethe laat zich in de volgende woorden samenvatten: waar het opgaven betrof, welke door de in voorstellingsbeelden zich uitende dichterlijke divinatie konden worden op gelost, is de dichter tot het hoogste in staat ge weest. Waar alleen de streng volgehouden bewuste induktie tot het doel brengt, heeft hij misgetast. Doch wanneer het de hoogste vragen betrof over het verband tusschen verstand en werkelijkheid, behoedde hem zijn gezond denken voor dwalin gen, en bracht het hem tot inzichten, die hem tot aan de grenzen van den menschelijken geest voerden. HET GEZICHT VAN DE MISDAAD. Naar E. Bi I>DE. Op de eenzame Scheere stond de vuurtoren, en de storm dreef de golven hoog tegen hem op. Borrelend verhieven zich de zwarte massa's en sloegen met hunne kruinen grimmig tegen het slanke bouwwerk, zoodat het sidderde en boog; van tijd tot tijel spatte een handvol schuim tegen het venster van e!« lantaren. Daar binnen stor.d Bul. een der beide wachters, en had juist bij den aanvang van de wacht het licht aangestoken. De reflector was gericht, het klokkcnwerk in werking gezet, hij wierp een kalmen blik naar kt-,t Oosten, waar achter het breede golvcngewemel het vaste land lag, on een tweeden onderzockenden blik op de onweerswolken, die van uit het Westen steeds zwaarder en donker der opkwamen, vervolgens liep hij naar beneden naar de wachtkamer, die dicht onder het lichthok ligt. Behalve de ladder om bij de lantaren te komen, bevatte het eenzame kleine vertrek een tafel en een stoel; als tweede zit-gelegenheid kon eenigzins de trap dienen, welke naar de ijzeren eleur leidde, en vandaar naar buiten op het platform. Aan den muur hingen werktuigen, boven de taiel schommelde een lamp; dese stak hij aan; op do tafel lag het dienstboek; hij ging zitten en schreef er zijn aanteekenir.gen in. Daarna verzonk hij in gedachten. In. zijn verkeerd gelaat stonden anders een paar goedige oo^en, maar wat zij op andere tijden mochten zeggen, was seelort weken door wrok en : verbittering verdrongen. En heden meer dan ooit. ' Grimmig sprak hij voor zich heen: Morgen de aflossing, wanneer de zee niet al te slecht is; morgen naar la;ul, en wat vind ik? Niets, en | binnen vier weken weder het oude afbeulen. l Wanneer ik den kerel keilde, die mij dat aanI gedaan heeft!" Het overige stierf weg in een vloek en zijn vuist viel zwaar cp de tafel. ' Hij had wel reden tot wrok. Vijftien jaar lang j had hij iu den vuurtoren dienst gedaan. Hij was het ci:r.zame uitkijken op de wateren gewoon en kende den storm; hij lette er sedert lang niet meer op, wüineer d& toren zich onder den druk van den wind ovcrboog en -weder terugsloeg als een clastieke pijp, en ook het rukkend sidderen, da' bij den zwaarstcn golfslag van ui; den grond ' door de muren ging, stoorde hem niet bij het inslapen. De toren is nog niet hoog geroet;, had den ze soms wel gezegd, wanneer de golven in l dollen dans tot om den hoogsten top sloegen, maar ; zij hadds/n zich ook daaraan gewend, hij en zijne kameraden en zij hadden geleerd het bouwwerk, met stalen ankers in elliaar gehouden, te ver trouwen. Maar een hard loven, was het toch, en l hij had zich i,M;ig veiheugd toen Lem het bericht i werd gezonden, elat !;ij op ecu beteren post zou worden overgeplaatst. Zijn toekomstig tehuis moest aan htiul lij gen ; een wit huisje op vasten grond en een bescheiden stukje bouwland zou het loon voor zijn landen, ruwen arbeid zijn. Daar werd hem, juist drie dagen vóór dat Irj van den vuurtoren moest vertrekken, van ambtswege mede gedeeld, ilat de bevordering ingetrokken was, totdat hij zich gerecht1,aardiyd zou hebben; er was ecnc aanklpcht wegens medeplichtigheid bij het smokkelen to^on hem ingediend. lltj had r.ict gosic.clikc'ld, maar onder de visschers, waarmede hij zijn vrije maanden door bracht, was alle.rlei volk, ook smokkelaars, en eer, boosaaïdige aai klager had van zijn omgang met deze lieden gebruik gemaakt, om hem in ve-rdcni king te brengen. Wel had hij den schoolmeester ! te hulp genomen, om ecne rechtvaardiging op te stellen, maar hij wist, dat de autoriteiten streng j waren; de verdenking was voldoende, om zijne promotie te doen verschuiven, en bij hem. even als bij vclcQ zijner makkers, veranderde de afkeer voor hut gerecht in wantrouwen, zoodat hij beschu!.-~!U;ing en veroi.-rdc-elirig als bijna hetzelfde; beschouwde. Hij hield zijn iioop voor vernietigd. Wanneer ik elen ketel kende", sprak hij nog eens en ele tafel dreunde onder zijn vuistslag. Daar sloeg de klok acht en zijn kameraad Bob trael binnen. Deze zag er niet ontevreden uit, maar het was geen goede tevredenheid, die uit zijn gelaat straalde. Moed en kracht stonden er we! in geschreven, maar ook een zekere valtchhoid. Bul stond op. Uet z:-,l van nacht ruw wen den/' zei'le hij. De andere knikte kalm en plaatste

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl