Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.785
ken. Zoo doorziet hij de wrakke jilekken in het
wezen van Quaerts evengoed als ieder ander.
»Wat had hij niet heet het op bl. 123 met
een klein beetje tact, een klein beetje zelrleiding.
zijn leven tot iets moois kunnen maken, en kun
nen bestaan in eene gezonde levensvreugde, ge
louterd door een hooge zieleblijdschap !" Geen
zielsarts zal den schrijver deze diagnose verbe
teren, maar zie, onmiddellijk vloeien uit dezelfde
pen, die de kostelijke woorden schreef, deze
andere :
«Maar die taet tot zelfleiding ontbrak hem geheel
en al; hij leefde zooals hij voelde: geheel in uitersten;
er was geen halt'heid in hem. En dit was zoowel zijn
trots als zijn levensleed; zijn trots, dat hij geheel"
voelde of dit of dat. dat hij niet schipperen kon met
zijn gevoelens; en zijn leed: dat hij niet schipperen
kon en niet tot harmonie kon brengeu, wat telkens in
item tegen elkander stiet."
Hier is niet de kunstenaar, maar de moralist
aan het woord, en tegen dezen komen wij in op
stand, als hij zelfbedwang, baas blijven over zich
zelf, hulfheid en schipperen noemt. Indien hier
sprake is van-halfbeid, dan komt zij slechts
voor rekening van den auteur, die de moreele
rmpotentie van zijn held doorziet, en hem ons
toch wil opdringen als een superieur wezen, voor.
wien een geluk en een extase weggelegd zijn, on
bereikbaar voor gewone stervelingen.
Onaannemelijk blijft dan ook het zelfbedrog,
waarvan Cecile tegenover Quaerts bet slachtoffer
wordt. De heer Couperus is in zijn volle kracht,
als hij haar teekent, optoniend tegen de macht,
die haar komt overweldigen, afkeerig van »die
heel gezonde en sterke menschen, die er zoo
stevig uitzien, alsof ze dwars door het leven heen
wandelen en alles opruimen, wat bun hindert",
en toch ten slotte bezwijkend in een nederlaag
van ongekende zaligheid. Maar toch, hoe dit
gebeurt, blijft een raadsel.
Hoe weinig toch baar eerste huwelijk Ceelles jonk
vrouwelijkheid gedeerd beeft, het onbekende be
staat voor haar niet meer en bij herhaling staan
we te haren opzichte voor het dilemma: gansje of
eoquette? Als een bakvisohje ondergaat zij zijn
pedanterie: »Ik heb u al zoo veel van me gegeven
in dit korte oogenblik." »Als n wist, hoeveel
ik u al gegeven heb". »!k geef me u geheel
en al,'' enz. ; als een hoogere-burgerscholiere
schrijft zij mooie zinnetjes in haar dagboek over
het versleten thema, dat het tegenwoordige voor
haar een stip is tusschen een verleden van weemoed
en een toekomst van illuzie, on als een
oateehisante luistert zij vol eerbied naar Quaerts'
dillettantisch dualisme omtrent het beest, den schijnmenscb
in hem, en dat iets, »dat (hem) heel dierbaar is, en
waarvoor (hij) heel bang (is), dat de mensphen het
zullen aanraken", te weten : zijn ziel, die zich
alleen veilig voelt bij baar, en niet bij die menscben,
die hij hap.t, «omdat liij niet is als zij, Goddank!" Zoo
sluiten zij een verhoud, niet van liefde, niet van
vriendschap, maar van «sympathie." en zoo begint
dejammer, dien de heer Couperus >oxtaze" gelieft te
noemen. Quaerts begint met vrij spoedig weer
eens de goot in te gaan, en dan komt hij na afloop
biechten bij zijn madonna, van bet spektakel met de
boerin en van de lirusselsche cocotte niet haar sme
rige champagne." En Cecile,die zich in die dagen van
eenzaamheid heeft opgewerkt tot het besef, dat
Quaerts een god is en zij hem onwaardig, zij boort
weer zijn theorieën aan over zijn zielemenscli en zijn
schijnmenseh, en beider onbeteugelbareonmatigheid;
zij stelt er een eigen theorietje tegenover: als u ge
lukkig is geweest met dat leven, was liet geen zonde,
want geluk is goed...", en vergeeft hem, als zij do
verzekering ontvangt, dat hij zich niet gelukkig
beeft gevoeld. En weer schroeft zij zich op tot
een vergeten van haar pijn, de pijn van de vrouw,
die dorst naar een liefde, waaraan noch het
aardsch, noch het hemelsch element ontbreekt;
tot de bereidheid om iinartyre te zijn voor haar
god, die op aarde niet gelukkig kon y.ijn dan in
hare marteling," en tot de verdwaasdheid van
dezen krankzinnigen waan te houden voor een
gratie, neerdalend op iets laags als zij" tegenover
»iets hoogs als hij!" Dan komt eindelijk het deli
rium-moment van dezen waanzin, de avond
deiextase, ingeleid door een wonderlijk aardsch
praeItidium : het halen van Ceciles kleinen zwarten
lioed'', haar zwarte tic.hu," en een paar hand
schoenen, terwijl gezegde zwarte tullen hoed, lot
wel: ;zonder spiegel" wordt opgezet, on do eerst
gebrachte handschoenen teruggezonden worden
om te worden verwisseld voor een paar grijze,"
die ten slotte niet eens aangeschoven worden,
en eindigend in een waan van ziolevlucht,
waarin Cecile voor een oogenblik opgaat in
haar rol van madonna een madonna, die
desalniettemin kust en zich laat kussen en
waarin Quaerts, zich de gelijke voelt van de
Illuzie, die hij zich zei ven heeft geschapen; een
hallucinatie, waarin al het aardseho voor hen
heet weg te zinken, waarin Cecile haar engel,
haar heiland" wil aanbidden, terwijl hij voor
haar knielt, waarin zij delireeren van den tijd,
toen ?'.[} nog leefden, toon zij nog moiischen
waren, en beiden wegzinken in het Geluk, (hit
gekomen was. terwijl do wereld afstierf, het Geluk,
dat ijl was, niet te zien on niet aan te raken,
gekomen als het was uit de liefde, die alleen is
sympathie. .."
Niet meer dan ecu oogenblik echter duurt
deze extase. Als Cecile Quaorts toefluistert:
-ik dank j o, ik heb je zoo lief, je maakt me
zoo gelukkig." dan moet zij. als die laatste
woorden haar in de ooron klinken, reeds erkennen,
dat ze niet spontaan waren, als alles wat zij
hem te voren gezegd had," en weemoed is er
in beiden, als /ij terngkoeren en hij afscheid
neemt met een Adieu, mevrouw!" Dan gaan
er eenige weken voorbij, dan volgt het afscheid
voorgoed, en het oogenblik, waarop Cecile haar
weemoed, die aangezwollen is tot bitterheid en
wanhoop, nogmaals weet te onderdrukken, en,
haar voorhoofd opongoschramd aan de rozen,
die haar afgod achterlaat, zich glimlachend sta
melend opwerkt tot de slotleugen:
; Hot geluk! Het hoogste van zijn leven! O
God, het geluk! Ik dank u, God, ik dank u "
Ik wil dadelijk toegeven, dat deze voorstelling
geen recht doet aan den vorm, waarin do hoor
Couperus deze beelden en sentimenten gestalte
geeft; waardcering en critiek van details en tech
niek vorderen op zich zelf een tweede artikel.
Maar de waarheid der afgebeelde schoonheid is
een eerste voorwerp van onderzoek, want daarmee
is het leven van een kunstwerk gemoeid. En
deze extase is geen extase. Waarom toch koos
de auteur dien ongelukkigen titel, waarom ka
rakteriseerde hij zijn boek, als een boek van
geluk 't Waarom noemde hij het niet liever een
moderne tragedie, de tragedie van den polygaarn,
die geen monogaam meer zijn kan, omdat hij,
aan genot met een leelijken nasmaak gewoon,
aan geen levensweelde zonder ontnuchtering meer
durft gelooven. Dan had de auteur ons de weldaad
niet onthouden van als een hoog kunstenaar over
en door zijn werk den glimlach van goddelijke
deernis te doen heenschijnen, passende hij het
ijdele en roekelooze zolfgekwel van menschen,
die vergeten, dat een eerste voorwaarde van
duurzaam geluk zelfbedwang is, en een tweede :
het onthouden van deze groote waarheid, dat
indien idealisatie en spiritualisatie de realiteit
tot schoonheid opvoeren, de algeheele losmaking
van beide van de realiteit niets anders oplevert,
dan wat men gemeenzaam »wind" en een «kaal
pleizier" pleegt te noemen, en in die platte termen
dan ook trouwens den eenigen naam krijgt, dien
het waard is. Dan waren \ve ook niet tegen den
heer Couperus in verzet gekomen en zonden we
hem dankbaar geweest zijn voor gezonde impres
sies, als die we nu verkrijgen, wanneer we na
al deze ziekelijkheid even tot den reverend père
Z. uit Monsieu?-, .Madame et Bébéde toevlucht
nemen.
Die tot de Ceciles zou zeggen:
Eli bien ! mes sneurs, savez-vous quels sont ceux qni
ont assombri Ie tableau ef transforméeu chatiiuent <;e
qui devrait tre line récompense y Ce sont les mai'is
qiii ont des antécédents el drs rhuinatistnes. Klant las,
et.... comment dirai-je? p'.-ouvés, ils veulent
faire du mnriage une maison de retraite, d»nt vous
serez les an^es. C'est gentil d'être auge, m;iis
crovezmoi, e'tst trop ou pas asse//,. Ne souliaitcz pas mouter
si vite en gradc et demanJez im petit sui-numérariat. Il
sera toujours tenips de vous poser l'aiiréole, q 'and vous
n'aurez plus assez de clieveux pour vous coitFer autrement."
En tot de Quaertson:
Mais, o maris qui avez des autécédents, ei-oyez-vous
qn'on prenne votre calmc aiigéliqtie et, la prudente aust
ritéde vos principes pour autre ehose que c(M|u'ils sont:
de la ftttigue?
Vous aimez a vous reposer, je Ie veux bien; mais je
vous trouve tran^es de. vouloir mie tout Ie monde se
repose autour de vous ; de vouloir tjii'en mai les ai'bres
soient desse'ehés et Ie gazon jauni. . . ."
En wat daar verder volgt. De Qnaerts van den
heer Couperus kan dan antwoorden, dat hij. juist,
omdat hij dit alles niet wilde, zich retireorde. en
dit is dan ook een relatieve verdienste van hem;
maar vervolgd zal bij blijven worden door do schuld,
dat hij dit alles niet vroeger bedacht en zich,
wereldwijs als hij was, niet ganschelijk onthield.
C. 11. 1IKN lll'.KTOi}.
VARIA.
PLASTISCHK KTXST. TOOXKKL KX
ML/IKK. LKTTKHKN EX WKTKXSCH AP.
Paul Durrieu deed in een der laatste verga
deringen van de Académie des Inscriptions et
Helles Lettres te l'arijs modedoeling van een be
langrijke ontdekking. Hij had nl. in een exemplaar
.van de -Graudes Chroniqiios" op de Iiililiotlic''<[iio
Nationale een miniatuur van .lean Fouoquot ge
vonden, waarop een zeer nauwkeurige voorstelling
van het inwendige van de St. Pieterskerk te Home
to zien was. Jcan r'ouequet was te Rome werk
zaam ondel' paus Eugonius IV, dus tiisschon
14Ü1 en l-1-17, met andere woorden, niet liet
meesterwerk van Branianto en Michel Angelo was
voorgesteld, maai' de oude door Constantijn den
Groote gestichte basilica, waar uog geen afbeel
ding van bekend was.
Bij een verbouwing van liet hotel Kenter te
Kempen zijn muurschilderingen uit het midden
dor vijftiende eeuw ontdekt. Ter verklaring hier
van diene opgemerkt, dat de zaal, waar de vondst
gedaan is, met kot vertrek daaronder, als
Heiligo(ieist Kapollo in 11:21 gebouwd is. Op den west
muur kwam oen Laatste Oordeel voor den dag
ter breedte van ongeveer vijf. on tor hoogte van
ongeveer zes meter. Op een ander vak werd een
Sint Christoftel bloot gelegd. Verder is men nog
niet gekomen. liet werk der blootleg-ging
(zondo>restauratie alias vorknoeiing) geschiedt onder toe- j
y.ioht van den kunstschilder Stumuic! te Kevelaai'. i
'Pot Kijksbonwnioestor is benoemd do
gemoontoarchitoct van Leiden, do heer I). K. C. Knuttel.
Hot is dus zaak do geloofsbelijdenis van den
lieer Knuttel in zake bet behoor van monumen
ten van geschiedenis en kunst op Ie sporen.
Kenige jaren geleden gat' do herstelling van den
Burcht te Leiden den heer Knuttel gelegenheid
zich te onderscheiden, want de referendaris, niet
tevreden luet liet beheer (!) der aan het lijk
toebehooi'ende g'ebonwo'i, deed den Ineniiialigen
Ministor aan het Leiilsch gemeentebestuur een
brief schrijven, waarin het werk \an den heer
Knuttel scherp gelaakt werd. en het gemeente
bestuur vor/.ocht werd. de hei'stellini: \an dou
Burcht niet \oort te zetten builen aihios \;m
den referendaris. Gelukkig \oor het behoud \:in
het eeuwenoude gebouw \ertron\vde liet Leiilsch
gemeentebestuur zijn architect, en daardoor i- de
Burcht toen gered.
De gebeele /aak is door den heer Knuttel /elf
uihoorig behandeld inliet Bouwkundig Tijdschrift
(dl. X. lilo stuk). In dit artikel./oor leerrijk voor
hen. die den toestand neg niet geheel doorzien.
komen o. a. de volgende /.inneu \oor: Ik achtte
hot een ongerijmdheid een bouw in /i|it oorspron
kelijk en A o r m te wil Ion restan roeren, v. aar die \ on n
onbekend is; men schept op die manier een j
fantasiebeeld, geschikt om de beoefenaars der j
bouwgeschiedenis op een dwaalspoor te bt'eugeu. i
Daarenboven meen ik, dat niet de eerxte toestand '
van een gebouw uitsluitend waarde heelt. Der- [
gelijke overblijfselen bobben een geschiedenis, zijn
om zoo te /eggen zelf een brok historie
Derhalve i^'een restauratie Hl deu /.in. wi:I,KK \\ u
I'AAKAAN IN I.ATKKI: .IAKKN IIKI'.ia-lN /1|:\
T<i]:K|:\.M-;x, maar eenvoudig herstel van het aanwezige."
Blijft de heer Knuttel deze vaan hooghouden,
dan voorspel ik hem menig onaangenaam uurtje
op het Binnenhof, maar hij zal er zich den dank
mee verwerven van alle waarachtige vrienden
der Oud-IIollandsche kunst.
De rechtbank te Lyon heeft een gevangenis
straf van vier maanden opgelegd aan zekeren
Tailleret, en een van twee maanden aan twee
andere individuen, omdat ze voor 75(X) frs. een
valschen Leonardo da Vinci en een dito
Rembrandt verkocht hadden.
Door Dr. A. Brodiiis zijn wederom twee zeer
merkwaardige schilderijen aan het Rijksmuseum
geschonken. Ten eerste een vrij groot landschap
van l'ieter Stalport, 1(>:!5. Deze was Brusselaar
van geboorte, maar woonde van liet begin der
zeventiende eeuw af in Amsterdam, en behoort
tot de groep voorloopers van Ruisdael, waarvan
ons nauwelijks de namen, laat staan de werken
bekend zijn. Deze Pieter was de vader van
Daniel Stalport.
Ten tweede een mythologische voorstelling van
Adriaen van Nieuland, wiens werk we in het
buitenland nog al eens zien. maar die bij ons
alleen bekend is door zijn Loproy.enoptocht op
het stadhuis.
E. AV. MOES.
l
Omtrent het Museum en de Schol voor Kunst
nijverheid te Haarlem heeft bet bestuur der Nederl.
Maatsch. tot bevordering van Nijverheid over het
2de halfjaar van 1891 verslag doen uitbrengen.
Wij halen er eenige voorname feiten uit aan.
De inrichting der lokalen heeft eenige veran
dering ondergaan. Op de eerste verdieping van
den zijvleugel van het Paviljoen werden twee ver
trekken en een gedeelte van de gang, die vroe
ger als bergplaats door het Koloniaal Museum
gebruikt werden, aan het Museum van Kunstnij
verheid afgestaan en zoo goed mogelijk ingericht
ter plaatsing van de afdeeling boekbanden en
Iederversiering en een gedeelte der copieën van de
keramische afdeeling. Ofschoon de verlichting dezer
kamers te wenschen overlaat, was de uitbreiding
zeer wenschelijk, daar hierdoor beneden eene aan
zienlijke plaatsruimte werd verkegen, die voor de
Orientaalsche kunstnijverheid beschikbaar kon wor
den gesteld.
De verzamelingen werden aanzienlijk uitgebreid.
Van de Rijkscommissie voor de vervaardiging en
ruiling van reproductiën van kunstvoorwerpen werd
ontvangen het lijstwerk van het wapenbord van
Filips den Goede, Hertog van Bourgondië, als
stichter en grootmeester der orde van het Gulden
Vlies, een zeer belangrijke type van houtsnijwerk
der Nederlandsche renaissance. Het plan bestaat
om dit stuk in zijn geheel op te stellen, de
omlysting in de kleuren van het oorspronkelijke stuk
te polychromeeren en het bord met het wapen te
beschilderen. De heer J. Knijper, leeraar aan de
School voor Kunstnijverheid, zal het wapen schil
deren.
Onder de verdere geschenken hehooren: van het
Museum van Kunstnijverheid te Utrecht een frag
ment van eene Brabantsche kast; eene verzame
ling boekbanden; eene oude koperen lichtkroon
in de Raadzaal; eenige zeer belangrijke
Japansche voorwerpen, bestaande in bijzonder fraaie
lakwerken en keramische producten van Satsuma,
Kaga, Ilirado en andere, voor het grootste gedeelte
afkomstig uit de verzameling Bauduin. De groot
ste aanwinst voor het Museum was echter de uit
gebreide en schoone Oostersche collectie, ongeveer
duizend stuks bevattende, die door den heer en
mevrouw Haarsma aan het Museum in bruikleen
is afgestaan; Chineesch, Japansch en Indisch por
selein en aardewerk, meubels, houtsnijwerk, beeld
houwwerk en heerlijke paneelen met reliefwerk in
ivoor, paarlemoer en lak. kunstige borduurwer
ken, eene keurige verzameling gedreven zilver uit
Hongkong, schoone bronzen, uitstekend emailwerk,
gedreven en geciseleerde koperwcrken uit
BritschIndiëen Egypte; voegt men hierbij eene uitge
breide verzameling wapens, prachtige albums met
afbeeldingen uit de meest verschillende landen,
eene collectie oud-Egyptische voorwerpen en an
dere zaken, die ieder op zichzelve de belangstel
ling waard zijn, dan kan men zich een denkbeeld
vormen van de rijke aanwinst, waarmede de ver
zameling van het Museum, zooals wij hopen,
geruimen tijd zal blijven uitgebreid. Voorts ontving
het Museum nog van den heer Francken te
Vecinet eene in lindenhout gesneden friesversiering
uit het tijdperk van Lodewijk XV; van den heer
E. Smedding een stel lampen van Sèvres-porselein;
van den heer A. Klokke van Steenwijk een groote
zilveren doos met deksel. Indisch filigraanwerk, en
trachtte door oordeelkundige aankoopen en rui
lingen de collecties en de boekerij aan te vullen.
De gehouden tentoonstellingen waren:
Mei, Juni, Juli. Antieke doozen, bonbonnières,
snuifdoozen, tahaksdoozen enz. Decoratieve schil
derwerken afkomstig uit de muziekzaal van den
heer J. T. Cremer. Ontwerpen eener
reclamekaart, ingekomen op de prijsvraag, uitgeschreven
door den heer E. Brandsma te Amsterdam.
Juli, Augustus. Reproductiën van de beroemde
verzameling van wijlen Spiteer te Parijs,
kunstnijver'jeidproducten der middeleeuwen en der re
naissance. Japarische voorwerpen voor het Museum
aangekocht uit de collectie Bauduin. Reproductie,!
van chromolithographic. phototypie, enz., uitge
voerd door de iirma Emrik & lïinger te Haarlem.
September, Octoher, November, December. Ver
schillende stukken in marruermozaiek, vervaardigd
door wijlen den heer Toepoel. Geütste ruit met
voorstelling Muze der Muziek", vervaardigd door
den heer Rego Veth. Buste van den vice-admiraal
Pierre Andrédo Suffircn tSaint-Tropez. Lijstwerk
van het wapenbord van Kilips don Goede, Hertog
van Bourgondië.
Omtrent het bezoek merkt de commissie op:
liet verdient vooral vermelding, dat vakmannen
het Museum bij herhaling bezoeken, hetzij om in
lichtingen te nemen voor de eene of andere stijl
richting, of om hunne kennis in het algemeen te
vermeerderen. Het aantal bezoekers van l Jan.
tot 31 Dec. lö!)l bedraagt I:"yl22 tegen 14.:W1 in
18!><), waarvan K).'S4 betalende en 14,808 niet be
talende bezoekers.
Het prachtwerk ,Hct Museum van Kunstnijver
heid,'' dat door de firma W. Sijthoil' te Leiden wordt
uitgegeven, zal in het begin van het volgend jaar
verschenen.
De commissie van Kunstnijverheid heeft tot
voorzitter den heer S. J. van Limburg Stirum en tot
secretaris den heer F. W. van Eeden.
Wat de aan het Museum verbonden school be
treft, z\j heeft, om aan de bestaande behoefte te
gemoet te komen, van lieverlede haren werkkring
moeten uitbreiden en naast het teekeronderwijs
de gelegenheid opengesteld in verschillende vak
ken op het gebied der kunstnijverheid praktisch
onderricht te ontvangen.
De leeraar der houtsnijklasse zal niet als vroe
ger zes maanden werkzaam zijn, doch de
houtsnijcursus het gebeele jaar geopend blijven; de
leiding der schilderklasse werd toevertrouwd aan
den heer F. G. W. Oldewelt te Amsterdam, de
heer F. T. Grabyn is uitsluitend met het
teekenonderwijs belast.
De werkzaamheden zyn thans verdeeld als volgt:
M. D. Crop. Het onderwijs aan de 1ste klasse
dagcursus mannelijke leerlingen 2de kl.
(decoratieschilderen) Woensdag- en Zaterdagcureus,
damesleerlingen
F. T. Grahijn: Teekenen naar pleister en naar
de natuur stillevens projectieleer
doorziclitknnde ontleedkunde proportieleer-, J.
Kuyper: decoratief en stempelgraveeren met het daar
mede in verband staande teekenen
ornementaal teekenen, kunstnaaldwerkklasse
ornementen st\jlleer copieeren van motieven ter toelich
ting van de geschiedenis der architectonische ver
sieringen; Mej.W. E. Mohrman; kunstnaaldwerk;
L. Oger: beeldhouwwerk in hout boetseeren;
F. G. W. Oldewelt: schilderen en aquarelleeren
naar de natuur; K. Sluyterman: schilderen van
decoratieve ornamentale werken compositie van
kunstindustrieele voorwerpen 4de klasse; D. Swart:
herhalingsonderwijs
Gelijk men weet, is directeur de heer E. von
Saher, van wiens ijver, zaakkennis en toewijding
de bloei van school en museum het beste bewijs
geeft.
Ken nieuw voctklavier. A'oor aankomende or
ganisten is het pedaalspol van hot grootste ge
wicht. Om dit te loeren moeten zij op kerkorgels
studeeren. hetgeen voor velen onbereikbaar is. Ik
beschouw het dus als een groote aanwinst dat de
heer A. Iloogeboom to Rotterdam een voetklavier
heeft uitgevonden dat aan iedere piano kan be
vestigd worden, zoodat ieder zich tehuis do
noodige vaardigheid en vooral de noodigo zekerheid
in roetencolora'uur kan verwerven.
Bij den heer Duwaer, liokin to Amsterdam is
dit instrument te bezichtigen, dat door beknopt
heid on prni'tischou eenvoud een zeer gunstigen
indruk maakt.
Aan de z.g. tuimelaars zijn koorden bevestigd
die in verbinding gebracht «orden met hot kla
vier en in een of twee minuten bevestigd en
losgemaakt kunnen worden.
Toen ik deze uitvinding voor het eerst onder
zocht, bleek mij dat do koorden wanneer hot
klavier weer gesloten was de tonen deden rammelen.
Bij een tweede bezoek was dit gebrek echter
geheel verholpen, zoodat ik den heer Iloogeboom
mot zijne uitvinding ton zeerste golukwonsoh ou
die krachtig aanbeveel.
(Een op ervaring steunende verklaring dat het
bespelen van hot pedaal hot mecaniek van het
klavier in geon enkel opzicht beschadigd, acht ik
in het belang van d«- uitvinding echter nog wel
gewenseht).
De prijs (/' 4(1) is zoo laag in verhouding tot
do waarde van dit klavier, dat niemand zich
daardoor behoeft to laten terughouden.
v. M.
Rubinstoin's nieuwe opera of muziekdrama
Moses is in twee opeenvolgende avonden in liet
Ncue DtutxcliK lMndi't,theatt;ru< Praag gerepeteerd.
Op uitdrukkelijke!) wonsch van don componist
was de repetitie geheel particulier, omdat het
nog lang niet zeker is. of hij het werk. zooals
bel nu is, wol zal laten opvoeren. Het is in acht
doelen verdoold, on wordt in lengte alleen over
troffen dooi1 Der Hing des Xdiélwtigen. iJubinstoin
heett er tien jaren over g'ewerkt. Omtrent hot
succes der voorloopigv opvoering schijnen com
ponist, directeur en execiitanten hel nog niet
met zich zelf of mot elkander eens te zijn.
althans het wordt nog geheel geheim gehouden.
Tot opvolger van den componist Kniest
Guiraud als lid van de Panjsolio Académie des
Beaux-Arts. afdeeling muziek, is l'aladilho be
noemd. Men woot (lat de .Mandolinata" die hem
eerst populair maakte, later zijn reputatie in don
weg stond, omdat men hem niet als ernstig wilde
beschouwen ; eerst zijn opera's iJiane en Paine.
konden hem weer rebalnliteereii.
To Baden vierde den L'deu Juli de Indiende
schrijver over muziek lüohard l'ohl zijn !l> jarig
jubileum als schrijver: in |s,Y_' verschonen zijn
Akustixdie jlnefe. die hem terstond grooten naam
be/orgdoii. \ereerder \an \\ agner en Berlio/,
en vertaler van de werken \aii dozen laatste, is
hij zeer bekend; zijn eigenlijk vak. de mathesis,
heeft hij sinds lang laten \aron.
KL'X SOXXKT OP DK Al'ADK.MIE
KRAXr.USK IX .11X1 lSü:.'.
Kl) notro Académie, ils sont i|Uarante. ("est
De Broglie et Vogiié. Du Camp. Suilv l'rudlioinmo,
I!oi»ior. ISerti'and. Ihirny.^imon. l'anti dorhomme;
I.egoiivé. Pailleron. Kenan, Roiisse. Koiisset.
Les véqiies Porraiid et Diinias. Sardon. Say.
Lavisse, Chorbiilioz. 1)110 Valhort on siiriiommo ;
Lossers, h- dnc Pasqnior de sa prose econome,
.Mé/iero., Clarotio et ('amille Doucet.
l-'reycinei. llalévy, Moilhac, l-'rancois ('oppéo.
Li-moiniic. celte plitino. Aiimale, cette pée.
Li !(? [dus jeune et Ie plus beau, Pierre Loii.
De tentoonstelling t,, ('liic-ago zal door den
markies de Veragna. een nakomeling van
('oInmbus, geopend werden. Do markies, een groot